La Cannibale

Page 1

La Cannibale Editie #1

Juni 2016

de verdwenen Ronde van Frankrijk

â‚Ź6,95

Jolien Verschueren

fietsen in Berlijn


2


Edito

Wielrennen is per definitie dé volkssport in België. Mannen die zich, strijdend als echte Flandriens, tot winnaar van de Ronde Van Vlaanderen kronen, het moet zowat het jaarlijkse hoogtepunt zijn voor vele wielerliefhebbers. Of toch als we het hebben over de wedstrijd van de mannen, want hun vrouwelijke collega’s komen ondanks dezelfde inspanningen veel minder in de aandacht. Daar willen we graag iets aan veranderen. Onder de noemer ‘La Cannibale’, verwijzend naar wielerlegende Marianne Vos en naar de gelijknamige mythische wedstrijd over zes Franse cols, trokken we de wielerwereld in, op zoek naar verhalen van en over vrouwen op de fiets. - redactie La Cannibale

LA CANNIBALE

3


4

inhoud

14 Colofon Eindredactie

Medewerkers

Mieke Docx Yorik Feyaerts Evelien Rip

Renaat Bogaert, Annick De Pauw, Luuk Sengers, Erik Roossens en Werner Goossens

Redactie

Met speciale dank aan

Mieke Docx Yorik Feyaerts Evelien Rip

Jolien Verschueren, Michael Vanthourenhout, Davy Wijnant, Geert Stevens, Christine Volpert, Cor Vos, Jeanine Laudy, Juliane Schumacher, Celesta Op Den Brouw, Gino Devriendt en Heidi Van De Vijver

Vormgeving Mieke Docx Yorik Feyaerts Evelien Rip

« Op mijn eentje gaan fietsen, geeft mij enorm veel vrijheid »

28


5 38

10 Mannen over vrouwen 10 14 18

Davy Wijnant Michael Vanthourenhout Geert Stevens

Fietsen in het buitenland 28 Unterwegs in Berlin 32 Fietsbeurzen 36 Fietsen op Tempelhof

Portret 6 21 24

Jolien Verschueren Marianne Vos Alfonsina Strada

Onderzoek 13 Prijzengeld 17 Dopingeffect van chocolade 42 De verdwenen Ronde van Frankrijk 46 Doping

Opinie 50

Jeanine Laudy

LA CANNIBALE


6

Jolien Verschueren over haar combinatie als kleuterleidster en topsportster

« Ik wil de liefde voor de sport die ik zelf beleef, doorgeven aan de kinderen »

Afgelopen seizoen bolde de 26-jarige Jolien Verschueren (Telenet-Fidea Cycling Team) nog als eerste over de streep van dé klassieker in het veldrijden: de Koppenbergcross. Topsportster is ze, maar daarnaast combineert ze ook nog eens voltijds de job als kleuterjuf in de Kortrijkse kleuterschool De Ark. Een combinatie die niet altijd even gemakkelijk is, maar ook een combinatie die ze niet zou kunnen missen. Tekst & foto: Mieke Docx

“Begonnen met veldrijden ben ik dankzij mijn papa (Francky Verschueren). Hij deed al aan veldrijden op recreatief niveau (LRC). Mijn broer en ik gingen regelmatig mee om te supporteren. Op die manier zijn we er een beetje ingerold. Met als resultaat dat we ook begonnen zijn met veldrijden. Na een tijdje begon het ook bij mijn mama te kriebelen en ook mijn jonger zusje sloot zich aan bij de jeugdreeksen. Je kan dus wel stellen dat we samen een hele wielrennersfamilie vormen.” “Dankzij mijn ouders, broer en zus kan ik vandaag mijn sport op een hoog niveau beoefenen. Ze hebben de recreatieve wedstrijden laten vallen voor mij en gaan nu mee naar de grote wedstrijden. Terwijl dat papa mijn trainer en coach is, is mama de verzorger en helpen mijn broer en zus mee in de materiaalpost. Ik heb dus enorm veel steun aan hen en ik ben hen daar dan ook heel dankbaar voor.”

Kleuterjuf “Het is soms een hele drukke combinatie: sportster en kleuterleidster zijn. Maar anderzijds zorgt het er ook voor dat de druk een beetje kan afgehouden worden. Stel dat ik een mindere wedstrijd heb in het weekend, dan kom ik ’s maandags toe op mijn werk en ben ik dat voor een groot deel vergeten. Ik heb daar mijn kindjes om voor te zorgen en ben dan volop bezig met hen. Als je fulltime prof bent, dan kan je ook alleen maar bezig zijn met jouw sport. Ik denk dat dat ook wel zorgt voor heel wat druk. Ik weet van mezelf dat ik onder druk minder presteer, kleuterjuf zijn is dus zeker een goede afleiding voor mij. Het is soms een beetje puzzelen en plannen, maar ik heb heel goede collega’s waar ik beroep op kan doen indien nodig. Ik sta dan ook op een goede school.” Combinatie “De combinatie werk - veldrijden, is niet altijd even


makkelijk. Het is soms wat puzzelen. Als je bijvoorbeeld thuis komt in het onderwijs ben je nog niet helemaal klaar. Ik moet bijvoorbeeld nog verslagen schrijven van testen die ik die dag heb afgenomen. Gelukkig heb je in het onderwijs redelijk wat vakantie. De zomervakantie is ideaal voor mij om een goede basis te leggen voor het veldritseizoen. Ook de vrije woensdagnamiddag komt heel goed uit. In de winter train ik ‘s avonds op de rollen of een keertje buiten met lichtjes. Maar dat laatste probeer ik te vermijden omdat ik dat vrij gevaarlijk vind in het verkeer. Dus dat mis ik wel, die trainingen buiten. Dat is dan ook een beetje het probleem waarom ik achter kom op techniek, omdat ik in de week te weinig aan techniektraining kan doen. In de zomer is het gelukkig langer licht en kan ik wel buiten trainen.” Fulltime prof? “Ik heb ervoor gekozen om nog niet fulltime voor het veldrijden te kiezen omdat dat een risicovolle beslissing is. In het onderwijs moet je uren opbouwen en word je pas na enige tijd vast benoemd. Omdat ik nog niet vast benoemd ben, zou ik dus opnieuw onderaan de ladder moeten beginnen indien ik opnieuw mijn job zou willen opnemen naast het veldrijden. Maar ik vind het ook gewoon een beetje gevaarlijk om alles al meteen op het veldrijden te zetten. Het is niet omdat het één seizoen goed gaat, dat het volgende seizoen ook zo goed zal zijn. Dus voorlopig maak ik de keuze om mij vooral te richten op mijn job in combinatie met mijn sport. Misschien dat ik volgend jaar wel iets minder lesuren ga werken, maar de volledige keuze voor mijn sport ga ik zeker nog niet nemen. Mocht ik vast benoemd geraken, wil ik die optie wel eens in overweging nemen: het één jaar proberen en zien wat het wordt. Maar eigenlijk doe ik mijn job ook veel te graag. Ik denk dat ik het een deel, eigenlijk heel hard, zou missen. Het is een deel van mijn afleiding en het is hoe ik wil zijn. Het is ook gewoon een heel leuke

LA CANNIBALE

7


8

job. Het liefste wat ik doe van allemaal is sportlessen geven aan de kleuters. Ik wil de liefde voor de sport die ik zelf beleef, kunnen doorgeven aan hen. Iets dat mij vooral typeert, is mijn doorzettingsvermogen. Ook dat probeer ik door te geven aan mijn kindjes. Ik wil hen duidelijk maken dat het niet altijd meteen gaat. Dat je soms voor iets heel lang moet oefenen en heel veel trainen. Maar dat het plezier dat je er achteraf aan beleeft eens zo groot is. Dat geeft voldoening.” Leuke verrassing “Afgelopen seizoen zijn de kleuters eens mee mogen gaan supporteren voor mij in de cross in Otegem. Op zich was het een verrassing en was het niet echt de bedoeling dat ik er van wist. Maar heel toevallig had ik het zien staan in één van de schriftjes. Ik moest die dag vervanging doen en vroeg aan de kindjes: ‘Hoe? Hier staat dat jullie op uitstap gaan maandag?’ Een kindje antwoordde me toen: ‘Ja maar juf, dat mag jij niet weten!’ Toen had ik natuurlijk wel door dat ze een verrassing voor mij in petto hadden. Het was super leuk: al de kindjes op de bus richting Otegem, hier niet zo ver vandaan. Zo stonden zij daar allemaal klaar om voor mij te supporteren. Op zich win

ik dan nog die wedstrijd, dus dat was voor hen nog meer de max. Ze mochten mee in de persruimte en mee op het podium. De Koppenbergcross was één van mijn mooiste wedstrijden, maar Otegem is er ook wel eentje dat er zeker bij hoort en absoluut in mijn hart zit. Je collega’s hebben dat allemaal speciaal voor jou geregeld. De kinderen waren er allemaal bij. Ja, dat zorgde echt wel voor een kippenvelmoment om zo rond te rijden.” Evolutie “We zitten in een mooie evolutie. Vooral de laatste jaren kan je wel stellen dat er heel veel wordt gedaan voor de vrouwen. Wat enorm goed is voor onze sport, en dat mag dan ook gezegd worden. Vooral de rechtstreekse verslaggeving van de bpost bank trofee (het regelmatigheidscriterium dat sinds 2015 startte met rechtstreekse uitzending van de wedstrijden van de vrouwen) dit jaar zorgde er ook wel mee voor dat er heel wat meer aandacht kwam voor het vrouwenwielrennen. Dat merkte ik zelf ook. Ik kreeg daardoor heel wat meer respons van mensen. Reacties als: ‘Hey, ik heb jou op televisie gezien!’ en ‘Ik wist niet dat het vrouwenwielrennen ook zo spannend kon zijn.’ Dus ik vind dat we het mogen toejuichen dat de organisatoren van de bpost bank trofee dat hebben gedaan.

« De Koppenbergcross was één van mijn mooiste wedstrijden, maar Otegem is er ook wel eentje dat absoluut in mijn hart zit. »

>> Jolien Verschueren na haar eerste grote overwinning op de Koppenberg.


Hoe meer het op televisie komt, hoe meer feedback het krijgt en hoe meer sponsoring er komt. Dus ik vind wel dat dat er mede voor gezorgd heeft dat we een stap vooruit hebben gezet dit jaar. En ik hoop dat er nog stapjes zullen volgen. Het prijzengeld gaat bijvoorbeeld ook al omhoog. Ik begrijp wel dat het nog niet evenwaardig kan zijn met dat van de mannen. Maar ik neem een goede stelling: de mannen rijden een uur, wij 40 minuten. Als we 2/3de van het prijzengeld van de mannen zouden kunnen krijgen is dat een mooie overeenkomst.”

minuten. Dat zou me iets beter uitkomen omdat ik meestal mijn start mis. Zo heb ik iets meer tijd om dat terug in te halen. Op het Belgisch Kampioenschap was het mooi dat er voor elke categorie een trui was, maar het feit dat ze ons daar allemaal samen hebben laten starten was iets minder. Het was eerlijker geweest mocht elke categorie onder hun eigen concurrentie kunnen starten.”

« Als we 2/3de van het prijzengeld van de mannen zouden kunnen krijgen is dat een mooie overeenkomst »

Sven en Sven “Ik heb niet echt een zicht op hoe dat onze mannelijke collega’s ons aan het werk zien, maar ik denk wel dat er meer en meer interesse wordt getoond voor het vrouwenwielrennen. Zoals Sven Nys en Sven Vanthourenhout die nu onze ploeg gaan overnemen, bij hen merk ik dat ze al een aantal wedstrijden van ons gevolgd hebben. Ik geloof dus wel dat de mannen er meer en meer voor openstaan. Zij zien dat ook wel positief, dat er dames zijn die de sport op hoog niveau beoefenen. Want als we naar een olympische sport willen gaan, moeten we zorgen voor meer gelijkwaardigheid. Met het feit dat Sven Nys en Sven Vanthourenhout in de ploeg komen ben ik heel tevreden. Het zijn twee gevestigde waarden. Ik ben er zeker van dat we van hen heel veel kunnen leren. Sven Nys heeft veel ervaring en technische bagage wat heel positief is voor mij. Het is een verrijking voor de ploeg.” 50 minuten “Wat ik graag nog zou zien veranderen is de lengte van de wedstrijden. Voor mij mag dat gerust een wedstrijd worden van 50 minuten in plaats van de huidige 40

LA CANNIBALE

9


10

mannen over vrouwen

Davy Wijnant (40) over zijn rol als ploegleider van Topsport Etixx Guille D’or

“De mooiste wereldkampioenschappen zijn die van de vrouwen” Na een lange winter is het eindelijk zover. Met de elfde editie van Omloop Het Nieuwsblad voor vrouwen gaat het klassieke wielervoorjaar officieel van start. Topsport Vlaanderen-Etixx-Guill D’Or is een van de ploegen die zal meestrijden voor het podium. Ploegleider Davy Wijnant ziet dat zijn dames er helemaal klaar voor zijn en hoopt op een mooi resultaat. “We zitten met een aantal rensters die klaar zijn voor een stap hogerop”, klinkt het vol vertrouwen. Tekst & foto: Evelien Rip

Hoe ben je in het vrouwenwielrennen terecht gekomen?

“Ik was vroeger zelf actief wielrenner en mijn zus was profrenster. Op het moment dat ik stopte met koersen was de keuze dus snel gemaakt. Ik wou iets terugdoen voor de wielersport, en hoofdzakelijk voor het vrouwenwielrennen. Zo ben ik er eind jaren negentig in beland en doe ik het vandaag nog steeds.” En nu ben je ploegleider van Topsport Vlaanderen-Etixx-Guille D’Or. Hoe is het om als man aan het hoofd van een vrouwenploeg te staan?

“Dat valt vrij goed mee. Ik ben hier eigenlijk niet echt als hoofd, we zijn hier als team. Als er beslissingen moeten genomen worden binnen

ons team, bijvoorbeeld op het gebied van wedstrijdtactieken, gebeurt dat altijd in samenspraak met de rensters.” Wat maakt het vrouwenwielrennen interessant?

zijn iets korter. Het is van in het begin koers en de wedstrijd valt eigenlijk geen moment stil. Dat maakt het vrouwenwielrennen zo mooi. En vrouwen luisteren ook. Het klinkt misschien raar wat ik nu zeg, maar het is zo (lacht). Als we tips geven aan de rensters wordt daar echt naar geluisterd en dan is het fijn als je ze stappen vooruit ziet maken.”

« Vrouwen luisteren ook. Het klinkt misschien raar wat ik nu zeg, maar het is zo »

“Het is een kleine wereld. Het is een discipline van het wielrennen waar je, eens je erin terecht komt, echt aan verslaafd geraakt. En als je ziet hoe mooi het vrouwenwielrennen echt is. Neem nu als voorbeeld de wereldkampioenschappen van de laatste jaren. De mooiste WK’s zijn die van de vrouwen. De wedstrijden

Heb je de ambitie om

ooit met mannen te gaan werken?

“Ik kon eigenlijk al verschillende jaren de overstap maken naar de


11

>> Davy Wijnant: “Zolang de goesting er is blijf ik actief in het vrouwenwielrennen.”

mannen. Maar ik ben hier graag en ik doe dit graag. Zolang de goesting er is blijf ik bij de vrouwen en hoe het er nu naar uitziet zal dat toch nog voor enkele jaren zijn.” Zijn er dingen waar je het als man moeilijker mee hebt in een vrouwenploeg?

mannen bijvoorbeeld iets directer zijn terwijl je het bij vrouwen best eerst even laat bezinken.”

over een WorldTour-licentie. Hoe spelen jullie dit klaar met enkel een Vlaamse selectie rensters?

« We mogen heel trots zijn op onze WorldTourlicentie »

“Persoonlijk heb ik dat niet. Integendeel zelfs, ik vind dat het eigenlijk vrij gemakkelijk werkt. En dat verwondert mij wel een beetje. Het is voor sommige zaken wel een andere manier van aanpakken natuurlijk want het zijn en blijven vrouwen. Bij briefings kan je bij

Jullie beschikken als ploeg momenteel

Sinds dit jaar wordt de ploeg gesponsord door sportvoedingsmerk Etixx van Marc Coucke. Zorgt dit voor veranderingen binnen de ploeg?

“Sinds dit jaar is Etixx er inderdaad bijgekomen. Op gebied van sportvoeding worden de rensters allemaal intens opgevolgd door hen. Etixx heeft een volledig gamma van sportvoeding en individueel krijgen de rensters specifieke bars, gels en zelfs drinkbussen, dus dat is echt op en top.”

“Dat is een vraag die wij ons intern ook vaak stellen. Eigenlijk mogen we heel fier zijn dat we die licentie hebben. Met enkel Vlaamse rensters toch kunnen deelnemen aan de WorldTour, op het hoogste niveau bij de vrouwen. Is dat gemakkelijk? Absoluut niet. Het is ook dit seizoen weer een serieuze uitdaging om te proberen toch weer in die top vijftien te eindigen, al zal dat zeker en vast niet evident zijn. Daarom is het toch zeker iets waar we enorm trots op zijn. We zijn de enige WorldTour-ploeg, en misschien zelfs de jongste, die daar staat met een selectie afkomstig uit één natie

LA CANNIBALE


12

mannen over vrouwen

en dan nog eens enkel Vlaamse rensters. Dat maakt dat het toch iets heel speciaal is.” Het vrouwenwielrennen krijgt momenteel alsmaar meer aandacht. Hoe zie je dat verder evolueren?

“Ik heb het vrouwenwielrennen zien evolueren begin jaren tweeduizend. De laatste vijf jaar zie je dat er nog een aantal extra stappen gezet zijn maar nu gaat het echt snel. Gelukkig maar. Er komen meer live-uitzendingen en livestreams, bijvoorbeeld voor de Ronde van Vlaanderen en GentWevelgem, waardoor de mensen het vrouwenwielrennen beter leren kennen. Er is herkenbaarheid en het publiek leert de rensters ook beter kennen. Volgens mij gaat het binnen twee à drie jaar echt top zijn.”

« Als je vandaag de dag een vrouw op een fiets ziet, zijn dat ook top­ atleten » een hele dag kwijt te zijn. Dat is het grote voordeel.”

Gaat er ooit een moment komen waarop de vrouwen op gelijke voet staan

Binnen de ploeg zorgen jullie met de

met de mannen?

vier zussen Druyts voor een unicum in

“Oei, dat is nog iets anders natuurlijk. Maar op termijn, zonder er iets van jaartallen op te plakken, denk ik dat het heel dicht gaat komen. Het zijn allemaal topsporters op fietsen. Als je vandaag de dag een vrouw op een fiets ziet, zijn dat ook topatleten en afgetrainde mensen. Het vrouwenwielrennen beschikt ook over een formule die volgens mij zeker kan aanslaan. Door de kortere wedstrijden van ongeveer drie uur kan je eigenlijk gemakkelijk de start en aankomst meemaken zonder

de wielerwereld.

“Dat is 33% van onze ploeg. (lacht). Dat is iets speciaal, een unicum, zeker in de WorldTour. Wij zien ze eigenlijk niet meer als zusjes. Er geldt voor niemand een speciale behandeling.” Wie van Topsport Vlaanderen-Etixx-Guille D’Or mogen we dit seizoen zeker op de voorgrond verwachten?

“Dat zijn er wel een aantal denk ik. Kelly Druyts blijft sowieso een van onze kopvrouwen. Dan heb je nog

Kelly Van den Steen die we zeker al een stap voorwaarts hebben zien maken en die ook vorig seizoen sterk heeft gereden. Van Valerie Demey, die net is overgekomen van het Keukens Redant Cycling Team, verwachten we toch ook veel. Demmy Druyts is wel nog student maar heeft vorig seizoen met vijf overwinningen op nationaal niveau wel getoond dat ze klaar is om het nu ook op internationaal niveau te proberen. Daarom mikken we niet meteen op overwinningen maar misschien wel op een aantal mooie resultaten. Daarnaast hebben we natuurlijk ook nog Jessy Druyts en Ann-Sophie Duyck die allebei sterk bezig zijn. We zitten met verschillende rensters die klaar staan om een stap hogerop te zetten en dat is ook de bedoeling van Topsport Vlaanderen. Werken met jonge rensters en hen tijd geven om te groeien zodat ze elk jaar een stapje voorwaarts zetten.” In de kranten verscheen onlangs een artikel over het grote verschil in prijzengeld tussen mannen en vrouwen. Wat denk je als je dit leest?

“Ze zijn daar wel mee bezig denk ik maar laat ons stap voor stap doen en niet meteen zeggen dat het prijzengeld voor beide gelijk moet zijn, want dat zal toch nooit lukken. Dat zou ook niet gezond zijn. Dat het prijzengeld voor vrouwen omhoog mag gaan daar ben ik het volledig mee eens, maar laat het ons rustig opbouwen.”


13

Hoe wordt het prijzengeld verdeeld ? Omloop Het Nieuwsblad euro

Mannen Vrouwen

7.500

8.000 6.000

3.700

4.000

1.800

2.000

A v er m a e

t

Va n

Sa gan

Gent - Wevelgem

B e no o t

Ar

326

217

m i ts t e a d

Bl a a k

Ronde Van Vlaanderen

164

Cr

o m w ell

Strade Bianche

3.708 €

20.000 € 1.128 € 40.000 €

1.645 €

* Totaal uitgereikte hoeveelheid

40.000 € * Uitgereikte hoeveelheid top 10

LA CANNIBALE


14

mannen over vrouwen

“Zij heeft het meeste karakter van ons twee” Veldrijder Michael Vanthourenhout (22) over zijn koersende vriendin

Kelly Van den Steen en Michael Vanthourenhout, beiden een hart voor de wielersport én voor elkaar. Zij is wielrenster bij Topsport Vlaanderen Etixx-Guill D’or, hij veldrijder bij Marlux-Napoleon Games. Samen vormen ze al bijna vier jaar een koppel.

Het veldritseizoen van Michael Vanthourenhout (22) zit er op. De jonge wielerbelofte uit Wingene heeft net zijn eerste seizoen bij de profs achter de rug. Het jaar voordien werd hij nog wereldkampioen bij de beloften. Dit seizoen kon hij zich ook al in de kijker rijden door een vierde plaats op het Belgisch en Europees Kampioenschap en een overwinning in Maldegem. Toch is de West-Vlaming blij dat het seizoen gedaan is: “Het was een tamelijk lang seizoen, zeker na het Wereldkampioenschap begon het bij mij door te wegen.”

Reisje In tegenstelling tot Michael, begint het seizoen van zijn vriendin Kelly Van den Steen nog maar net. De 20-jarige uit Wetteren is een opkomend talent op de weg. Ze reed al mooie wedstrijden in La Course en La Vuelta en finishte zopas 44ste in de zware wedstrijd

de Omloop Het Nieuwsblad. Een reisje om het seizoen van Michael af te sluiten zit er voor de twee dus niet in. “Soms vind ik dat wel jammer”, zegt Michael. “Maar naar een koers komen kijken van Kelly vind ik ook wel plezant. Dat reisje kunnen we misschien binnen een maand of twee doen voor enkele dagen.”

Rennersman Michael is dan ook vaak te zien op wedstrijden van zijn vriendin. “Na een zwaar seizoen is het voor mij leuk om naar wedstrijden van haar te gaan kijken. Ook omdat ik dan zelf niet moet fietsen. De koers interesseert me over het algemeen echt, als je vriendin dan mee doet is dat extra leuk. Zeker grote wedstrijden zoals de Omloop Het Nieuwsblad zijn plezant om te volgen.” Maar een rennersman voelt Michael zich niet: “Soms kuis ik haar fiets wel eens als ze dat vraagt, maar veel verder dan dat gaat het niet”, lacht hij.


15

« Soms kuis ik haar fiets wel eens als ze dat vraagt, maar veel verder dan dat gaat het niet »

LA CANNIBALE


16

mannen over vrouwen

Ook Kelly is bijna altijd te zien op wedstrijden van Michael. “Het is makkelijk omdat zij in de zomer koerst en ik in de winter. Moesten we allebei op de weg of allebei in het veld rijden, zou het al wat moeilijker zijn om elkaars wedstrijden bij te wonen”, vertelt Michael. Dat ze beiden professioneel wielrenner zijn, is ook wel een voordeel. “Nu ja, als ik iets zeg luistert ze meestal wel niet”, lacht hij. “Maar omdat je allebei koerst, weet je bijvoorbeeld wel dat je na een zware training of wedstrijd ’s avonds moe bent.”

Karakter Samen trainen doen de twee dan weer niet zo vaak. “Als ik een keer moet losrijden gaat ze wel eens mee, maar anders lukt dat niet echt. Als ze meerijdt, is het in het wiel en dat is niet zo leuk voor haar. Ze traint dan liever alleen of met haar nonkel”, zegt Michael. “Maar zij heeft wel het meeste karakter van ons twee. Als ik voel dat ik niet goed ben, laat ik het nogal rap schieten. Zij zou wel blijven doorzetten.” Hoe de twee elkaar hebben leren kennen is ook geen verrassing. “Op de koers,” lacht de West-Vlaming. “Toen ik naar een wedstrijd ging kijken, ik geloof Dwars Door Vlaanderen, was Kelly daar ook. Ik heb haar zo ontmoet en we zijn contact blijven houden met als resultaat dat we al bijna vier jaar samen zijn.”

Mannelijke collega’s Het vrouwenwielrennen is voor Michael dus geen vreemde sport. “Zo’n grote koersen zijn leuk om naar te kijken, het niveau is er redelijk hoog. Kermiskoersen bevallen me iets minder, die vind ik wat saai”, geeft Michael toe. “Er zijn best wel wat verschillen tussen het mannenwielrennen en het vrouwenwielrennen. Bij de vrouwen is het meestal niet zo tactisch, die vrouwen rijden tot ze niet meer kunnen. Bij de mannen is dat anders.” En wat die mannelijke collega’s van het vrouwenwielrennen vinden? “Die vinden het eigenlijk maar niets”, lacht Michael. Tekst & foto: Mieke Docx

>> In een notendop wat Kelly te wachten stond in de Omloop Het Nieuwsblad


17

Het dopingeffect van chocolade Chocolade en sporten, de twee lijken niet met elkaar verzoenbaar. Tenminste als het gaat om calorieën en vetgehaltes, want wetenschappelijke studies tonen nu aan dat pure chocolade wel degelijk een positieve invloed kan hebben op de sportprestaties. Al moet dat volgens sportdiëtist Gino Devriendt met een korrel zout genomen worden. “Omdat de testen werden gedaan op een doelgroep van slechts negen mensen mogen we toch nog niet te voorbarig zijn.” Tekst: Evelien Rip

Een recente studie van Rishikesh Kankesh Patel aan de Kingston University wijst uit dat pure chocolade het zuurstofverbruik bij een inspanning kan verminderen. Het zou met andere woorden voordelig zijn voor wie een uithoudingssport beoefent. Om tot die conclusie te komen werd aan een aantal testpersonen gevraagd een tijdrit te rijden. Eerst op eigen kracht, nadien nog eens na inname van een supplement witte of pure chocolade. Uit de resultaten bleek dat wie de pure chocolade had ingenomen een snellere tijdrit had neergezet dan de eerste keer en het

ook opvallend beter deed dan de doelgroep met de witte chocolade.

resultaten te bevestigen zal eerst nog wat onderzoek moeten gebeuren.”

Gino Devriendt, sportdiëtist van onder meer de Red Flames, Club Brugge en Knack Volley Roeselare, analyseerde de onderzoeksresultaten. “Het effect zit hem vooral in de hogere hoeveelheid stikstofoxide (NO) zoals dat ook bij rode bietensap het geval is. Een verhoging van de hoeveelheid stikstofoxide wil zeggen dat de spieren op een efficiëntere manier energie kunnen leveren met minder zuurstof.” Toch is het volgens de sportdiëtist nog te vroeg om conclusies te trekken. “De studies momenteel zijn beperkt, dus om de

« Het effect zit vooral in een hogere hoeveelheid stikstofoxide »

LA CANNIBALE


18

mannen over vrouwen

Organisator Geert Stevens over de opgang en de toekomst van het vrouwenwielrennen

« De vrouwen fietsen de kloof dicht »

Met de Omloop Het Nieuwsblad werd traditiegetrouw het startschot gegeven voor het klassieke voorjaar. De mannenwedstrijd werd gewonnen door Greg Van Avermaet en de vrouwenwedstrijd kreeg met wereldkampioene Elizabeth Armitstead ook een mooie winnares. Terwijl de Omloop voor de mannen aan zijn 71ste editie toe was, is de geschiedenis van de vrouwenwedstrijd veel kleiner. Pas sinds 2006 wordt er ook een vrouwenwedstrijd georganiseerd. Geert Stevens is al elf edities organisator van dienst. Tekst: Yorik Feyaerts & Foto’s : GLS Sport

De 55-jarige Gentenaar is gepassioneerd door de koers, maar vond dat er de voorbije decennia toch iets ontbrak in het wielerwereldje. “Ik keek heel veel naar wedstrijden op tv en merkte op dat er bijna alleen maar aandacht voor de mannenwedstrijd was. Dit was te wijten aan het feit dat er toen nog geen soortgelijke vrouwenwedstrijd op dezelfde dag werd gereden, en er enkel voor een vrouwenwedstrijd geen tv-uitzending werd gemaakt. Ik vond dit jammer voor alle vrouwenwielrensters die ook hun uiterste best doen”, zegt Geert. GLS

gebeurde dit op een ondermaats niveau en wij wilden instaan voor een kwaliteitsvolle organisatie. Daar was ook nood aan. Anders zou het vrouwenwielrennen nooit vorderingen maken en media-aandacht krijgen. Met mijn sportadviesbureau GLS organiseer ik sinds 2006 vrouwenwedstrijden”, zegt Geert.

« De UCI heeft een sleutelrol. Voor alle mannelijke World Tourteams moet de UCI verplichten dat ze ook een vrouwelijke variant moet hebben »

Toen Geert zag dat hier geen verbetering in kwam, nam hij maar zelf het initiatief en richtte een sportadviesbureau op. “De bedoeling was om te starten met het organiseren van vrouwenwedstrijden. Al te vaak

2009 was een belangrijk jaar voor Geert. Hij mocht de Omloop Het Nieuwsblad voor vrouwen voor het eerst op dezelfde dag als de mannenwedstrijd organiseren. Dit gebeurt nu al 8 jaar op rij. “De vrouwen vertrekken dan ’s ochtends en komen in de vroege namiddag aan. De manier hoe dit in beeld wordt gebracht kan wel nog beter. Men verkiest nog maar al te vaak om beelden te tonen van een mannenpeloton waar er op dat moment niets


gebeurt, terwijl de vrouwen in volle finale zitten. Zelfs de finish van de vrouwen wordt vaak niet getoond. Een samenvatting van de wedstrijd wordt pas gegeven wanneer de mannen al een tijdje zijn aangekomen en de meeste kijkers hebben afgehaakt”, zegt Geert. Vrouwenveldrijden

Volgens Geert moet er naar het veldrijden worden gekeken als voorbeeld hoe het wel moet. “TV is het grootste medium waar je reclame mee kunt maken. Kijk maar naar het veldrijden waar het uitzenden van de vrouwencrossen de verwachtingen overtrof. Nu kennen de mensen tenminste de hoofdrolspeelsters in het vrouwencircuit, wat automatisch tot meer aandacht

19

leidt. Dat moet ook bij de vrouwenwedstrijden op de weg lukken”, zegt Geert. De reden waarom Geert zich zo inzet voor het vrouwenwielrennen is niet ver te zoeken. Hij heeft tonnen respect voor de vrouwenwielrensters omdat velen hun sport moeten combineren met een job om een degelijk inkomen te bekomen. “Geld is een groot probleem in het vrouwenwielrennen. De echte toppers verdienen wel genoeg, maar dat is een kleine groep. De grootste groep blijft achter en kan zich momenteel niet alleen focussen op hun sport. Daarmee gaat misschien heel wat talent verloren”, zegt Geert.

Organisator Geert Stevens naast Jolien D’Hoore, de winnares van de BeNe Ladies Tour 2015

LA CANNIBALE


20

« Vrouwenwielrensters verdienen ook aandacht. Ze doen net als de mannen ook hun uiterste best » Vrouwelijke variant verplichten

Een oplossing ligt volgens Geert voorhanden. “Ik denk dat de UCI een sleutelrol heeft. Voor alle mannelijke WorldTour-teams moet de UCI verplichten dat ze ook een vrouwelijke variant moet hebben. Dit is perfect haalbaar omdat het budget van een vrouwenploeg vaak maar hetzelfde bedrag is van het jaarloon van één of twee renners in een mannelijke WorldTour-ploeg”, zegt Geert.

moet sponsors lokken. Voor relatief weinig geld toch veel reclame maken. Als vele sponsors zo zouden denken zijn we al een heel eind verder”, zegt Geert. Vrouwenkoers evenwaardig

Op persoonlijk vlak ziet Geert de toekomst ook zeer positief in. Zijn organisatorisch werk loopt parallel met de aandacht voor het vrouwenwielrennen. “De voorbije tien jaar zijn er, omwille van de toenemende aandacht en interesse, tal van nieuwe wedstrijden bijgekomen, zelfs in die mate dat de kalender nu al mooi begint vol te lopen. Het organiseren van een vrouwenwedstrijd komt nu ook geloofwaardiger over naar het grote publiek, het wordt meer “au sérieux” genomen. De vrouwen zijn de kloof met de mannen aan het dichtfietsen. Ooit komen we op de geloofwaardige lijn zoals die ook bij het atletiek en tennis bestaat, vrouwen- en mannenkoersen die evenwaardig worden bekeken. Daar ben ik vast en zeker van overtuigd”, zegt Geert.

« Vrouwenwielrennen is zeker interessant om te sponsoren »

Ook sponsors vinden meer en meer hun weg naar het vrouwenwielrennen. De laatste jaren is er op dit vlak een enorme evolutie gebeurd, die nog volop aan de gang is. “Vrouwenwielrennen is zeker interessant om te sponsoren. Het is nog altijd goedkoper dan het sponsoren van mannenwielrennen. In de meeste publiciteitscampagnes komt een vrouw in beeld, dit koppelen aan het vrouwenwielrennen kan publicitair best interessant zijn. Ook de groeiende media-aandacht


Medaillekoorts woedt hevig bij ‘la cannibale’

21

Marianne vos zet alles op alles voor goud in Rio

De vrouwelijke Eddy Merckx wordt ze wel eens genoemd. Ze deelt ook dezelfde bijnaam als de beste wielrenner aller tijden, de kannibaal. Marianne Vos, la cannibale, heeft een palmares om van te duizelen. In bijna elke wielerdiscipline heeft ze wel prijzen gewonnen. Grote triomfen waren onder meer twee keer goud op de Olympische Spelen. Een derde keer goud in Rio wordt een moeilijker verhaal. Een overzicht van haar tot nu toe al spraakmakende carrière.

Tekst : Yorik Feyaerts

Op 13 mei 1987, in s-Hertogenbosch, zag het Nederlandse wielertalent voor het eerst het levenslicht. In de loop der jaren werd meteen duidelijk dat Marianne verzot was op sport. Van rolschaatsten tot het typische

Foto’s : www.mariannevosofficial.com

Nederlandse snelschaatsen, ze deed ongeveer alles. Toen ze zes jaar was, kwam ze voor het eerst in contact met de fiets. In die tijd fietste haar oudere broer Anton al wedstrijden en zij was zijn grootste fan. Daar op die wedstrijden kreeg ze die

fietsmicrobe te pakken. Ze kreeg haar eerste fiets en op haar achtste koerste ze al wedstrijden.

In het baanwielrennen en wegwielrennen won Vos al goud. In Rio wil ze schitteren in het mountainbiken >> Ook in het veldrijden is Marianne Vos een veelwinnares. Ze werd maar liefst zeven keer wereldkampioen.

LA CANNIBALE


22

Sterk en snel

Dat ze talent had werd snel duidelijk. Ze won tijdens haar jeugd wedstrijd na wedstrijd en meestal nog tegen jongens. Haar vader zou achteraf verklaren dat vele zogenaamde kenners Marianne een grote toekomst in het wielerwereldje voorspelden. Ze had alles om het te maken, ze was sterk, snel, koersinzicht en had een mentaliteit die haar zelf verplichtte om het beste uit haar zelf te halen. Ondanks de vele overwinningen bij de jeugd dacht Marianne nooit echt aan een profcarrière. Pas nadat ze het wereldkampioenschap wielrennen bij de junioren won in 2004, kwam de gedachte bij haar om een professionele wielrenster te worden. In die tijd was het uitzonderlijk om je als vrouw volledig te focussen op het wielrennen omdat er maar enkele vrouwen van konden leven. Olympisch goud

Twee jaar later, in 2006, volgde de grote doorbraak voor de Nederlandse wielrenster. Ze werd wereldkampioene bij de profs in zowel het wegwielrennen als in het veldrijden. Achteraf zei ze dat dat het jaar was waarin haar leven veranderde. Sportief ging alles door de wind, maar ze klaagde ook over het feit dat de media alles wat ze deed uitvergrootte zonder dat daar enige aanleiding toe was. Dit weerhield haar wel niet om

nog te schitteren op de fiets. Op de olympische spelen in Peking won ze de gouden medaille in de puntenkoers in het baanwielrennen en vier jaar later, in Londen, won ze olympisch goud op de weg. Nadien werd ze nog twee keer wereldkampioen op de weg. In het veldrijden is ze ook een veel winnaar. Ze werd maar liefst zeven maal wereldkampioen in het veld in de periode 2006 tot en met 2014. Haar mentaliteit om altijd tot het uiterste te gaan heeft ook zijn nadelen, zo bleek afgelopen jaar. Ze sukkelde van de ene blessure in de andere, een gevolg van jarenlange overbelasting. De jarenlange combinatie van wegwielrennen, veldrijden, mountainbike en baanwielrennen werd haar te veel. Ze luisterde niet genoeg naar haar lichaam en bleef maar doorgaan ondanks kleine pijntjes. Die pijntjes werden steeds heftiger en uiteindelijk ondragelijk met verplichte rust tot gevolg. Alles voor Rio

Even werd gevreesd dat de Nederlandse kampioene een kruis mocht maken over haar Rio droom, namelijk Olympisch goud in het mountainbike. Die droom kan evenwel nog werkelijkheid worden. Na ruim 10 maanden blessureleed reed Marianne in maart van dit jaar voor het eerst weer een wedstrijd. De wedstrijden die ze sindsdien rijdt, staan allemaal in het teken van

Rio. Ze zal in ieder geval aanwezig in Rio. Door haar blessures en dus geen prestaties de afgelopen maanden gingen er stemmen op om haar niet te selecteren in het Nederlandse team. De Nederlandse bondscoach Johan Lammerts selecteerde haar toch in de hoop dat ze haar topvorm terugvindt en op het hoogste schavotje zal staan in Rio. Kenmerkend voor de Nederlandse medaillehoop is wel dat ze er altijd staat op de grote momenten. Als ze zich ergens op focust en tracht te pieken naar een bepaalde wedstrijd zal ze ook in topvorm aan de start staan. Daarom wordt Vos zeker tot de kanshebbers voor goud in het mountainbike gerekend. Door al de tegenslagen het afgelopen jaar zou dit Olympisch goud misschien wel haar mooiste overwinning en medaille uit haar carrière zijn.


ÂŤ Kenmerkend voor de Nederlandse medaillehoop is wel dat ze er altijd staat op de grote momenten Âť

23

>> Op de olympische spelen van 2008 in Peking won Marianne Vos goud in de puntenkoers

LA CANNIBALE


24

portret

Alfonsina Strada werd op handen gedragen door het publiek.


Alfonsina Morini Strada (1891-1959)

25

Eerste en enige vrouw ooit aan de start van de Giro d’Italia Op 2 juli start in Italië de 27ste editie van de Giro Rosa, de vrouwelijke tegenhanger van de Giro d’Italia. Ondanks de roze leiderstrui heeft de rittenkoers een geschiedenis die wordt gedomineerd door mannen. Althans op één uitzondering na: Alfonsina Strada. Aan de zijde van negentig mannelijke concurrenten nam ze in 1924 deel aan de Giro d’Italia. Een gemakkelijke klus was het niet, maar de Italiaanse wielerlegende kreeg waarvoor ze gekomen was: het bewijs dat ook vrouwen een ronde van die orde kunnen uitrijden. Tekst: Evelien Rip

steeds verwikkeld was in de Eerste Wereldoorlog stonden slechts een aantal renners aan de start. Daarom had de organisatie geen bezwaar tegen een deelname van Alfonsina Strada. Een sportief succes werd het echter niet. De Italiaanse wielerlegende werd 32ste en laatste op anderhalf uur van de Belgische winnaar Philippe Thys. Afzien

De duivel in een rokje. Het was slechts een van de vele verwijten die Alfonsina Strada naar het hoofd geslingerd kreeg toen bleek dat ze begin 20ste eeuw een carrière als wielrenster ambieerde. Een vrouw op een koersfiets was ongehoord. Maar wat doe je als fietsen je grote passie is en je er ook nog eens talent voor blijkt te hebben? Alfonsina zette door, en met succes. Haar strijdvaardigheid zal uiteindelijk de basis vormen voor de hedendaagse ontplooiing van het vrouwenwielrennen. Werelduurrecord

Alfonsina Morini zich in armoede. Om de zorgen van zich af te zetten kroop ze geregeld op haar fiets. Wanneer op dertienjarige leeftijd haar interesse in de sport alsmaar groter werd, zette ze haar zinnen op een carrière als wielrenster. Dat was niet vanzelfsprekend. Zeker niet omdat vrouwen op de fiets in die periode werden aanzien als circusact. Ondanks heel wat tegenstand van vrienden en familie verbrak ze in 1911 het werelduurrecord. Met een afstand van 37,192 kilometer zorgde ze voor een nieuwe maatstaf die 26 jaar lang zou standhouden.

Begin 20ste eeuw. Zoals vele Italiaanse huishoudens in die periode bevond ook de familie van

In 1917 nam ze deel aan de Ronde van Lombardije. Omdat Europa nog

Na haar eerste echte deelname in de Ronde van Lombardije van 1917, groeide de ambitie om een volwaardige carrière uit te bouwen. Zeven jaar later deed zich dan ook een unieke kans voor toen de Italiaanse krant Gazetto Dello Sport bekendmaakte een nieuwe ronde van Italië te gaan organiseren. Een kans die Alfonsina de jaren voordien telkens aan zich zag voorbijgaan, maar deze keer had ze meer succes. De economie in Italië zat laag bij de grond en verschillende sponsors haakten af. De organisatie zag zich dan ook genoodzaakt geld binnen te halen door opnieuw in de aandacht te komen. Hoe konden ze daar beter in slagen dan door een vrouw te laten deelnemen?

LA CANNIBALE


26

portret

‘Alfonsin Strada’

Zo ging Alfonsina in 1924 als eerste en enige vrouw ooit van start in de Giro d’Italia. Onder de naam Alfonsin Strada, genoemd naar haar echtgenoot en wielrenner Luigi Strada, begon ze aan een ronde van 3616 kilometer verspreid over 12 etappes. Pech en valpartijen weerhielden er haar niet van telkens weer door te gaan. Als vrouw kwam ze na de aankomst telkens als laatste aan de beurt om zich te wassen en te verzorgen. Geen ideale situatie, wetende dat enkele uren later, vaak

zelfs om twee of drie uur diezelfde nacht, de volgende etappe alweer van start ging.

« Ze hield aan haar deelname meer geld over dan de winnaar »

Tijdens de zevende etappe van Foggia naar L’Aquila (304 km) kwam ze zwaar ten val in een afdaling. Ondanks de verwondingen aan haar knie ging ze door en bereikte ze uren later alsnog de aankomst. Ook de volgende dagen zou ze de gevolgen van haar valpartij nog met zich meedragen. De achtste rit, van L’Aquila naar Perugia over 296 km, was niet alleen lichamelijk een zware hindernis,

Giro Rosa

in een notendop

De eerste editie van de Giro Rosa, oorspronkelijk de Giro Donne, vond plaats in 1988 en telde twaalf etappes. In 2012 trok organisator Epinike zich terug en werd de wedstrijd gereduceerd tot acht etappes. Vanaf 2014 telt de Giro Rosa opnieuw tien etappes. De Italiaanse Fabiana Luperini behaalde de meeste eindoverwinningen. Ze won de

ook de weersomstandigheden waren verschrikkelijk. Tot overmaat van ramp brak haar stuur. De wanhoop nabij zocht Alfonsina naar een oplossing, die ze uiteindelijk vond bij een huisvrouw in de buurt. Met een gebroken bezemsteel als vervangstuur zette ze haar tocht richting Perugia verder. Alfonsina zou die dag buiten tijd aankomen. Hoewel dat op zich niet uitzonderlijk was in een ronde van dit kaliber, werd het dat wel toen de organisatie haar kostte wat het kost in de wedstrijd wilde houden. Haar deelname was voor de organisatie op elk vlak een financiële zegen. Ze werd niet alleen op handen gedragen door het publiek, ook de sponsors zagen opnieuw opportuniteiten in het wielrennen. Op kosten van organisator Emilio

rittenkoers in totaal vijf keer. In de Giro Rosa zijn vijf klassementen te winnen met elk een unieke trui. De roze trui is voor de leider in het algemeen klassement en verwijst naar de roze pagina’s van de Italiaanse krant Gazetta Dello Sport. De groene trui is voor de bergkoningin. De leider in het puntenklassement draagt een rode trui. De beste jongere rijdt in het wit. En tot slot is er een blauwe trui voor de beste Italiaanse deelneemster.


27

>> Anna van der Breggen (RaboLiv) won de jongste editie van de Giro Rosa (2015). Foto: © Cor Vos

Colombo zette ze de wedstrijd verder, weliswaar buiten competitie. Haar naam zal later in geen enkel klassement terug te vinden zijn. Wel die van Guiseppe Enrici, die verdiend eindwinnaar werd. Maar laat dat een detail zijn want Alfonsina Strada had haar doel bereikt. Ze reed elke etappe van de Giro d’Italia uit. Sterker nog, ze hield er uiteindelijk meer geld aan over dan gelijk welke andere deelnemer. Jaloezie was dan ook de reden dat het voor Alfonsina bij die ene deelname bleef. Haar mannelijke collega’s vonden het niet kunnen dat ze niet alleen met het meeste

geld maar ook met alle aandacht ging lopen. Een deelname aan de Giro van 1925 was voor Alfonsina als het ware even ondenkbaar als een Ronde van Frankrijk voor het vrouwenpeloton vandaag.

nog een aantal eenzame jaren. De glorie die ze ten tijde van de Giro kende was verleden tijd. Pas jaren na haar dood zal Alfonsina de erkenning krijgen die ze als wielerlegende en pionier van het vrouwenwielrennen verdiende.

Stille dood

Na die Giro van 1924 ging haar carrière een andere richting uit. Ze trok naar Frankrijk, Spanje en Luxemburg om er mensen te gaan entertainen met haar fietskunsten. Vier jaar na de dood van haar man hertrouwde ze met baanwielrenner Carlo Messori, met wie ze samen een fietsenzaak opende in Milaan. Toen ook hij zeven jaar later het leven liet volgden voor Alfonsina

Fotoreportage

Het verhaal van Alfonsina Strada inspireerde heel wat vrouwen. Daaronder ook de Nederlandse fotografe Ilona Kamps. Zij volgde drie jaar lang Alfonsina’s spoor en trok naar Italië om het leven van de wielerlegende vast te leggen op beeld. Het resultaat is te zien in het boek “Alfonsina, wielrennen is mijn leven” dat in maart werd gepubliceerd.

LA CANNIBALE


28

>> Christine Volpert: “Berlijn mag dan wel een grote stad zijn, het is toch nog anders dan pakweg New York.�


29

Christine Volpert lanceerde twee jaar geleden de fietsblog ‘Unterwegs in Berlin’

“Op mijn eentje gaan fietsen, geeft mij enorm veel vrijheid”

“Ich bin Tine, gebürtig aus Berlin und ich liebe Fahrradfahren.“ Zo omschrijft Christine Volpert (31), of kortweg Tine, zichzelf in haar intussen twee jaar bestaande fietsblog ‘Unterwegs in Berlin’. Een blog die niet enkel draait om fietsen maar waar ook fotografie centraal staat. “Ik ben gepassioneerd door alles wat met schrijven, fotograferen en fietsen te maken heeft, dus dacht ik waarom geen combinatie van dit alles?” Een stadsfiets en een fototoestel, meer had Tine niet nodig om van haar blog een succes te maken. Tekst & foto: Evelien Rip

We ontmoetten Tine in een klein gezellig cultuurcafé in Mitte, een buurt in het hartje van de Duitse hoofdstad. Als geboren en getogen Berliner kent Tine de stad door en door. Dat is dan ook te merken aan de fietsroutes die ze zelf uitstippelt en deelt op haar blog. De wegen leiden je als het ware een weg doorheen de mooiste en meest rustige plekjes van Berlijn. Wat vind je zo mooi aan een stad als Berlijn?

“Ik hou ervan om hier te wonen. Berlijn mag dan wel een grote stad zijn, toch is het nog anders dan pakweg New York. In Berlijn zijn er evengoed plaatsen waar je volledig tot rust kan komen en als inwoner

heb je het grote voordeel dat je weet waar je die plaatsen kan vinden.” Kan je die rust ook terugvinden op de fiets?

“Fietsen staat voor mij gelijk aan vrijheid. Op de momenten dat het uitkomt kan ik gewoon op de fiets springen en vertrekken naar waar ik maar wil. Fietsen zorgt bovendien niet enkel voor lichaamsbeweging, het is voor mij ook een manier om mijn gedachten te ordenen en mijn hoofd leeg te maken. Als je het zo bekijkt komen eigenlijk heel wat voordelen samen wanneer je gaat fietsen.” Heb je ook een auto of doe je alles met de fiets?

“Ik heb wel een auto die ik deel met mijn ouders, maar die wordt eigenlijk niet zo vaak gebruikt. Van zodra ik kan en de afstand laat het toe, probeer ik alles met de fiets te doen. Ook als het regent. Ik vind het zelfs fijn om in regenweer te fietsen. De straten zijn dan zo goed als leeg en er is veel frisse lucht.” Berlijn wordt weleens omschreven als een fietsstad. Is dat ook echt zo?

“Ik kan het niet meteen vergelijken met andere steden om de eenvoudige reden dat ik nog nooit echt in een andere stad gefietst heb. Alleen in Amsterdam, maar dat is dan weer een speciaal geval omdat fietsers daar echt op handen worden gedragen. Toch denk ik dat Berlijn

LA CANNIBALE


30

fietsen in het buitenland

wel degelijk een fietsstad is. Er mogen dan wel veel drukke wegen zijn, toch zijn er ook kleine, soms zelfs autoloze, straatjes waar het heel aangenaam is om te fietsen.” Je onderhoudt sinds twee jaar je eigen fietsblog ‘Unterwegs in Berlin’. Hoe kwam je op dat idee?

“Het idee om met een blog te beginnen is er eigenlijk om twee verschillende redenen gekomen. Enerzijds was ik geïnteresseerd in bicycle sightseeing in de verschillende wijken van Berlijn omdat het ging om plaatsen waar ik anders nooit echt kwam. Alles wat ik nodig had bevond zich dicht bij mij, in het centrum van Berlijn, dus ik had niet meteen een reden om de andere wijken te gaan verkennen. Maar als Berliner wil je uiteindelijk toch je volledige stad kennen, ook de buitenwijken, dus zette ik die stap, en met succes. Ik deelde mijn indrukken en ervaringen met vrienden en dat bracht mij op het idee om mijn geïmproviseerde fietsroutes ook te delen met andere geïnteresseerden. Omdat

>> Christine Volpert: “De fietsroute langs de Berlijnse muur is echt de moeite waard”

« Het is mijn doel om in elke wijk van Berlijn gefietst te hebben »

ik naast fietsen ook gepassioneerd bezig ben met schrijven en fotografie, was een blog eigenlijk de ideale manier om die drie te combineren.” Hoe begin je aan het maken van een nieuwe fietsroute?

“Het is mijn doel om alle wijken van Berlijn te gaan verkennen met de fiets. Van zodra ik een nieuwe omgeving voor ogen heb probeer ik er eerst zoveel mogelijk over op te zoeken op het internet omdat ik vaak gewoon niet weet welke mooie plaatsen de streek te bieden heeft. Dus van zodra ik een idee heb van wat de mooiste bezienswaardigheden zijn probeer ik die te gebruiken als bouwsteen voor een nieuwe fietsroute.”

Vorig jaar werd je blog bekroond met een zestiende plaats in de Top Fahrrad Blog. Hoe heb je dat ervaren?

“Dat was een heel aangename verrassing. Mensen konden stemmen voor de beste fietsblog, dus vroeg ik al mijn vrienden hetzelfde te doen voor die van mij, die eigenlijk nog maar twee jaar bestaat. Het was dus best vreemd om het op te nemen tegen blogs die al veel langer bestaan en al veel meer succes hebben gekend. Maar al bij al was dat een heel fijne ervaring.” Welke zijn tot nu toe de mooiste plekjes die je al bent tegengekomen?

(lacht) “Dat is een heel moeilijke vraag. Er zijn verschillende prachtige plaatsen in Berlijn. Ik hou enorm van Tea Garden, een heel groot park waarbij je eigenlijk niet meer het idee hebt dat je nog in een stad zit. Daarnaast zijn ook een wandeling langs de rivieroevers van


de Spree (een rivier in het oosten van Duitsland, nvdr.) en ViktoriaLouise-Platz echte aanraders.” Als je ons één van je routes zou kunnen aanraden, welke zou dat dan zijn?

“De route langs de Berlijnse Muur. Je komt terecht op zoveel verschillende plaatsen en in zoveel verschillende wijken die langs die muur liggen. Echt de moeite waard.” Onlangs stond je nog in de dagkrant van Berlijn.

“Dat klopt. Wanneer ik ga fietsen gebruik ik vaak Komoot. Dat is een app die je helpt bij het navigeren en die je de weg wijst door stadsparken en dergelijke. De makers van die app hebben ook een website en een community. En op een bepaald moment kregen zij de vraag van de Berlijnse dagkrant of zij iemand kenden die regelmatig gaat fietsen en gebruikmaakt van die app.

« Zelf mensen gaan rondleiden met de fiets is niet meteen een ambitie »

Zo zijn ze uiteindelijk bij mij terechtgekomen en hebben ze mij gecontacteerd met de vraag welke fietsroutes ik hen zou aanraden.”

Heb je de ambitie om ooit zelf mensen met de fiets te gaan rondleiden in Berlijn?

31

“Eigenlijk niet. Ik hou ervan om helemaal alleen te gaan fietsen en op die manier mijn hoofd leeg te maken, dus ik denk het niet. Ik kreeg ook al een aantal keer de vraag van vrienden of ik hen zou willen gidsen maar daar ben ik tot nu toe nog niet op ingegaan. Ik stop ook heel vaak om foto’s te nemen en ik denk dat ze dat na verloop van tijd ook echt vervelend zouden vinden.” Wat hoop je in de toekomst nog te bereiken met je blog?

“Het is mijn doel om in elke wijk van Berlijn gefietst te hebben. Dat zijn er in totaal ongeveer drieëntwintig en momenteel zit ik aan een tiental, dus dat is mijn volgende doel. En daarna zie ik wel hoe alles verder verloopt. Mijn blog zorgt er alleszins voor dat ik nog meer fiets dan vroeger, dus dat is iets dat zeker mag blijven duren.”

>> Christine Volpert behaalde met haar blog een zesde plaats in de Top Fahrrad Blog.

LA CANNIBALE


32

fietsen in het buitenland De fiets is razend populair in de Duitse hoofdstad

Berlijn, de stad van de fietsbeurzen

Berlijn staat gekend als een fietsstad. Vlakke wegen, veel fietspaden en door de vele grote gebouwen krijgt de wind geen vrij spel. Fietsverhuurbedrijven zijn ook overal te vinden. Een fenomeen dat Berlijn nog kent, zijn de vele fietsbeurzen. VELOBerlin, Eurobike en Berlin Bicycle Week zijn maar een aantal van deze beurzen in de Duitse hoofdstad. Juliane Schumacher, blogster en Berlijnse, is fan van deze beurzen.

Tekst : Yorik Feyaerts

De term fietsbeurzen klinkt misschien nogal vaag in de oren. Wat moeten we ons daar nu precies bij voorstellen? Wat wordt er allemaal gedaan op zo’n beurs? Het antwoord op deze vraag is vrij simpel, alles wat te maken heeft met de fiets komt aan bod. In een land met zoveel bekende automerken (Audi, Volkswagen, Mercedes,...)

Foto’s : radelmaedchen.de

en waar de auto regeert is het de bedoeling om via de fietsbeurzen de fiets de aandacht te geven die ze verdient. Eigen accenten leggen

De laatste beurs in Berlijn was VELOBerlin op 16 en 17 april. Deze beurs werkt met verschillende thema’s als VELOART betreffende

de kunst van de fiets , de vervoersmogelijkheden met de fiets vind je terug in VELOTransport en een veiling van gebruikte fietsen gebeurt bij VELOAuktion. Trends en nieuwe gadgets rond de fiets worden besproken en door middel van de strategie “Entdecken, testen, kaufen” wil de beurs een breed publiek aanspreken en hen

Fietsbeurzen lokken altijd veel volk. Ze richten zich dan ook op een breed publiek.


33

dingen laten ontdekken, testen en kopen. Zo probeert elke beurs wel zijn accenten te leggen en zich te onderscheiden van andere beurzen. Juliane Schumacher is een geboren en getogen Berlijnse en een fervente bezoekster van fietsbeurzen. “Een fietsbeurs is een heel interessant evenement. Je wordt als bezoeker goed geïnformeerd, ze kunnen vragen stellen die meteen worden beantwoord, en je kan er natuurlijk nieuwe dingen uitproberen en ook kopen”, zegt Juliane.

« Het idee om mijn liefde voor de fiets en mode te combineren, speelde al langer in mijn hoofd. »

Liefde door universiteit

De liefde voor de fiets had Juliane al langer, maar de echt passie is pas de afgelopen jaren gekomen. “Ik hield al heel lang van de fiets, maar de echte passie kwam vier jaar geleden. Er lag geen speciale gebeurtenis aan de basis van die plotse passie.” Ik merkte gewoon dat ik echt van de fiets hield toen ik naar de universiteit fietste, en de liefde is steeds groter en groter geworden. Door elke dag met de fiets door Berlijn te rijden, heb ik in korte tijd veel meer van de stad gezien dan dat ik ooit gezien had”, vertelt Juliane.

« De sport wielrennen zegt mij, eerlijk gezegd, helemaal niets »

De meeste fietsbeurzen zijn gemaakt voor een breed publiek, jong en oud vindt er wel wat naar zijn wils. Juliane bezocht als kind echter nooit een fietsbeurs. “Fietsbeurzen waren voor mij als kind totaal onbekend. Pas toen ik het eens op de regionale nieuwszender van Berlijn zag, dacht ik dat het misschien wel iets voor mij zou kunnen zijn, maar dan heeft het nog 3 à 4 jaar geduurd vooraleer ik mijn eerste fietsbeurs bezocht, dat was de fietsbeurs VELOBerlin 2013. Sindsdien heb ik de smaak te pakken”, zegt Juliane. Modedesign en fietsen

Naast de fiets heeft Juliane nog een andere grote passie, namelijk mode. Ze besloot dan ook om modedesign te gaan studeren. Haar studierichting heeft er

ook voor gezorgd dat Juliane een blog opstartte. “Het idee om mijn liefde voor de fiets en mode te combineren, speelde al langer in mijn hoofd. Toen ik voor school een thesis moest maken, had ik een goed onderwerp nodig. Voor het mezelf wat makkelijker te maken startte ik een blog. Die was in eerste instantie bedoelt om research te doen en om te weten te komen wat andere mensen van mijn ideeën dachten. Zo zet ik af en toe ook eens een schets van een iets op mijn blog om te kijken wat de reacties daarop zijn. Mijn blog heet Radelmädchen (fietsmeisje) en ik hou ook van schrijven, dus het is een ideale combinatie”, zegt Juliane. Ook op fietsbeurzen is er haast altijd een plekje waar mode en fiets

LA CANNIBALE


34

fietsen in het buitenland

samenkomen, net dat trekt Juliane zo aan. “Het eerste wat ik doe als ik op een fietsbeurs binnenstap, is naar de modestand gaan. Daar kijk ik dan wat er wordt getoond en weet ik ook meteen wat er nieuw is op de markt. Een fietsbeurs is eigenlijk researchtime voor mij. Ik kijk welke dingen ik leuk en mooi vindt, maar ik heb ook oog voor de mindere dingen. Achteraf maak ik dan voor mijn volgers een verslagje op mijn blog met mijn bedenkingen en ervaringen”, vertelt Juliane. lifestylebeurs

De leukste beurs in Berlijn is voor Juliane de Berliner Fahrradschau. Deze beurs maakt deel uit van de Berlin Bicycle Week, wat een groot evenement is in Berlijn. “De reden waarom ik die beurs de tofste vind, is omdat de beurs het meest voldoet aan mijn interesses. Het is een beurs die niet zo zeer over het echte wielrennen gaat, maar het is eerder een lifestylebeurs

voor al wie van fietsen houdt. Dat gaat dan van welke leuke kleding je kan dragen op de fiets zonder

«Een fietsbeurs is eigenlijk researchtime voor mij»

het ongemakkelijk wordt tot het leukste mandje dat je op je fiets kan zetten. Ik ben eerlijk gezegd meer geïnteresseerd in dat soort dingen dan in hoeveel kilometer per uur ik kan rijden met welke fiets. Zo zegt de sport wielrennen mij helemaal niks”, aldus Juliane. Interactie en duurzaamheid

Fietsbeurzen zijn ook altijd een samenkomst van mensen die bloggen over de fiets, zo ook voor Juliane. “Ik kijk er altijd naar uit om die mensen terug te zien. Een

fietsbeurs is ook altijd een kleine reünie en aangezien er nogal vaak een fietsbeurs is in Duitsland, neem maar gewoon Berlijn al, dan weet je dat er veel reünies zijn. Dan praten we over wat we in de tussentijd allemaal gedaan hebben. Die interactie vind ik geweldig. Dat is ook een motivatie om te blijven verder doen”, volgens Juliane. Juliane ziet de toekomst van de fietsbeurzen vooral in de technologie evolueren. “Nu al is het duidelijk dat technologie nog belangrijker wordt in de toekomst. Op beurzen merk ik dat bij fietsconstructeurs die met hun nieuwste technologische snufjes de bezoekers proberen te overtuigen om ze te kopen. Dat zal in de toekomst alleen nog maar vergroten. Duurzaamheid vind ik ook een belangrijk gegeven voor de toekomst, voor de fiets, voor de mode, voor alles eigelijk”, besluit Juliane.

‘FIETSEN IN BERLIJN’

Dagelijks rijden er zo’n 500.000 fietsers rond in de Duitse hoofdstad, goed voor 18% van het totale verkeer en het aantal blijft maar stijgen.

Per 1000 inwoners zijn 710 daarvan fietser

Berlijn heeft een zeer goed ontwikkelde fietsinfrasstructuur

Berlijners hebben 620 kilometer aan fietspad tot hunner beschikking

Er zijn ook Fahrradstrassen, straten waar fietsers voorrang hebben op het gemotoriseerde verkeer. Auto’s en dergelijke krijgen een gelimiteerde snelheid van 30 km/h opgelegd


35

LA CANNIBALE


36


37

ÂŤ Tempelhof zal even later dan ook de locatie blijken waar ik van droomde. Stel je even voor: een verlaten luchthaven met wegen zo breed en ver als je maar kan kijken, met amper een auto te bespeuren. Laat dat nu net even de droom van elk fervent fietser zijn. Âť

LA CANNIBALE


38

fietsen in het buitenland

Tempelhof,

de droom voor elk fervent fietser Wie Berlijn zegt, zegt fietsstad. Maar wat is nu het allermooiste fietsplekje van Berlijn? Ik trok voor jou op onderzoek uit met de fiets! Tekst: Mieke Docx - Foto’s Evelien Rip

Van luchthaven tot stadspark Flughafen Berlin-Tempelhof is een voormalige luchthaven in Berlijn. Het was vroeger een van de drukste vliegvelden ter wereld. Maar in 2004 besloot de Berlijnse Senaat de luchthaven te sluiten. Zo wou de Senaat de luchtvaartactiviteiten van Berlijn concentreren op de luchthaven Schönefeld, die dan zou uitgebreid worden. Maar luchtvaartmaatschappijen dienden een gezamenlijk protest in tegen de sluiting en ook bondskanselier Angela Merkel was tegen. Hierdoor werd de sluiting steeds uitgesteld.

In 2008 mochten de inwoners zich uiteindelijk uitspreken over de sluiting van luchthaven Tempelhof. De meerderheid van de kiezers stemde tegen de sluiting. Maar door de magere opkomst van amper 21,7 procent van de stemgerechtigden van Berlijn, werd er geen rekening gehouden met de stemming. Als gevolg hiervan werd Tempelhof op 1 november 2008 definitief gesloten. Op 30 oktober 2008 steeg het laatste vliegtuig op vanuit Tempelhof. Inmiddels dient de luchthaven als stadspark. Op 8 mei 2012 werd het feestelijk ingewijd na de officiële opening door de Berlijnse burgemeester Wowereit. In 2014 mocht de bevolking beslissen over de toekomst van Tempelhof. Ditmaal was de opkomst wel voldoende en werd er zo gestemd tegen plannen om het luchthaventerrein te bebouwen.


ÂŤ Ik werd op slag verliefd Âť

39

Journaliste en wielrenster Mieke Docx trok naar Tempelhof met de fiets

Berlijn is overspoeld met fietsenwinkels. Je hoeft geen bergen te verzetten om een fiets aan de haak te slaan. Berlin by bike is dan ook een slogan die je vaak in je ooghoeken zal zien verschijnen: met een gids de stad verkennen op de fiets, stoppen bij bezienswaardigheden en genieten van het uitzicht van de stad. Maar dat was niet hetgene waar ik naar op zoek was. Ik zocht een uniekere plaats. Een plaats waar je als fietser tot rust kan komen. Een plaats waar je kan genieten maar ook je benen eens een prik kan geven en je hart kan doen sneller slaan. Hier en daar werd me dan ook het woordje Tempelhof toegefluisterd. Tempelhof zal even later dan ook de locatie blijken waar ik van droomde. Stel je even voor: een verlaten luchthaven met wegen zo breed en ver als je maar kan kijken, met amper een auto te bespeuren. Laat dat nu net even de droom van elk fervent fietser zijn. Een verlaten luchthaven dat omgetoverd is tot stadspark. Ik wist niet goed waar ik me aan mocht verwachten. Ik vond het best wel spannend. Eenmaal aangekomen aan de ingang van Tempelhof, werd ik op slag verliefd. Zo ver als je ogen konden reiken zag je mooie, brede, lange wegen. Een snelweg is er niets tegen, en al zeker niet de Vlaamse snelwegen. (Dat ik hier verwijs naar de vele putten en slechte asfalt hou ik even ter zijde.)

LA CANNIBALE


40

fietsen in het buitenland

« Ik kan met zekerheid zeggen dat ik het mooiste fietsplekje van Berlijn heb gevonden »

De tarmac bolt heerlijk. Je lijkt vleugels te krijgen, zo snel gaat het. Maar hoe kan het ook anders: het is en blijft een vliegveld. De immens grote pijlen op de grond doen je dat ook beseffen. Een vreemd gevoel, wetende dat daar nog niet zo lang geleden vliegtuigen opstegen. Dat doet je je dan ook erg klein voelen maar tegelijk ook sterk en dapper. Geen auto te bespeuren, je voelt je echt vrij. Je bent even alleen op de wereld. Je kan trappen zo hard je wil. De weg is van jou. Het zonnetje was niet aanwezig maar dat weerhield me niet van het genieten op de fiets. Ongelooflijk, dat je in zo’n grote stad als Berlijn, even de enige persoon kan lijken. Het is er stil. Het is er mooi. Fietsen is er de hemel. Je voelt je verbonden met de mensen om je heen. Mensen die net als jou, aan het genieten zijn van de omgeving, van hun sport. Ik kan met zekerheid zeggen dat ik het mooiste fietsplekje van Berlijn heb gevonden. Tempelhof is niet mooi. Het is en blijft een afgedankte luchthaven. Maar het gevoel dat je er krijgt maakt de plek zo speciaal. De historie erachter, het gevoel van de zalig bollende tarmac, het gevoel van het even alleen op de wereld te zijn, maakt het zo mooi. Een plek die ik zeker iedereen die van zijn fiets houdt, kan aanraden.


41

« Dat doet je je dan ook erg klein voelen maar tegelijk ook sterk en dapper »

LA CANNIBALE


42

reportage

De verdwenen Ronde van De Tour de France voor vrouwen was ooit een succes. Zelfs voormalig Belgisch kampioene Heidi Van De Vijver haalde haar slag thuis in één van de Rondes. Maar de wedstrijd ging van een hoogtepunt naar een ingewikkelde weg richting einde. Hoe het zelfs met een adembenemend mooie koers grandioos fout kan lopen.

2.

Van 1990 tot 1993 gaat de wedstrijd verder onder de naam: ‘Tour de la CEE Féminin’. Belgisch renster Heidi Van De Vijver finisht in 1992 tweede en wint in 1993 de uiteindelijk laatste Tour de la CEE Féminin.

1.

De UCI (Union Cycliste Internationale) organiseert van 1984 tot en met 1989 de Tour de France Féminin in Frankrijk. Onder vleugels van de organisator van de Tour de France voor mannen: ASO (Amaury Sport Organisation).

3.

Vanaf 1992 vindt tegelijk de Tour Cycliste Féminin plaats. Pierre Boue durfde het aan om opnieuw een vrouwelijke versie van
de Tour te organiseren en dat niet meer onder de organisatie van de ASO. Le Tour cycliste Féminin was geboren. Heidi van de vijver wordt in die jaren ’92 en ’93 tweemaal derde.

Heidi Van De Vijver werd tweemaal derde in de Tour << cycliste Féminin.

Tekst: Mieke Docx

4.

In 1993 trekt de UCI de stekker uit de Tour de la CEE Féminin door gebrek aan sponsors en publiciteit. De Tour had wel veel publieke interesse, maar verdween vooral omdat ASO hun organisatie van de Tour van de mannen verbreedden, ten koste van de Tour van de vrouwen. Het logistiek organiseren werd dus moeilijker en moeilijker.


Frankrijk voor vrouwen

43

>> De publieke belangstelling in de Tour de la CEE Féminin was groot.

9.

ASO zet een eerste stap in die richting en organiseert “La Course”, een eendagskoers met aankomst op de Champs-Elysées.

6.

De UCI trekt zicht in 2005 terug waardoor de “La Grande Boucle Féminine” een nationale wedstrijd wordt.

5.

In 1998 krijgt Pierre Boue het aan de stok met de ASO. Er wordt gediscussieerd over de naam van de wielerronde en de kleur van de leiderstruien. De Tour Cycliste Féminin wordt uiteindelijk hernoemt naar La Grande Boucle Féminin Internationale. Ook de gele-, groene- en bolletjesleiderstruien worden gewijzigd. Weliswaar heel licht: geel werd goud, groen wordt smaragdgroen en de bolletjestrui werd de vierkantjestrui.

8.

7.

In 2009 wordt de stekker volledig uit La Grande Boucle Féminin Internationale uitgetrokken.

Marianne Vos ijvert als ambassadrice van het vrouwenwielrennen voor een nieuwe Ronde van Frankrijk voor dames, gelijkwaardig aan de ronde voor mannen (21 etappes).

LA CANNIBALE


44

reportage

Heidi Van De Vijver over de wonderjaren van de Tour

“Het is erg jammer dat zulke koersen weggevallen zijn. In die periode was dat echt populair”, zegt Heidi Van De Vijver. De intussen 46-jarige Belgische ploegleidster van het Lensworld-Zannata-Etixx Ladies Team schreef onder andere de Tour de la CEE Féminin op haar naam en werd meermaals 2e en 3e in de verschillende Rondes. Ze is ook meervoudig Belgisch kampioene op de weg en in het tijdrijden. Dat de verschillende namen en Rondes voor verwarring zorgen, beseft ze wel. “Er zijn eigenlijk twee Rondes geweest. De Ronde van Frankrijk

voor vrouwen (Tour de France Féminin) was vroeger van ASO. Dat is lang voor mijn tijd begonnen (1984) en dan uiteindelijk gestopt in het jaar dat ik hem heb gewonnen (1993). Die Tour vond plaats op dezelfde tijd en moment als de Tour van de mannen. Hij had een enorme uitstraling omdat daar dezelfde organisatie als die van de mannen achter zat. Het was eigenlijk bijna helemaal hetzelfde: van hoe het werd aangekleed, dezelfde leiderstruien tot het leeuwtje dat je kreeg als je won. De laatste keer gingen we door verschillende landen: Andorra, Engeland, Italië,… Het was eigenlijk zo groot, misschien té groot. Voor ASO, die daarnaast nog zoveel organisaties heeft, was dat moeilijk om in te plannen, denk ik.” Eén Tour Daarnaast had je de Tour Cycliste Feminin (later la Grande Boucle Féminin Internationale). Daarin werd Van De Vijver twee keer derde. “Die ronde heeft iets langer standgehouden (tot 2009). Maar de laatste jaren werd de duur van de ronde van twee weken naar een paar dagen gereduceerd. Qua prestige was dat toch iets minder. Uiteindelijk is hij ook gewoon stopgezet. Maar voor iedereen is er maar één Tour, en dat was die van ASO.” Dat de Tour de France Féminin een lastige wedstrijd was, is zeker. “Het was enorm zwaar. Ik zei altijd: 3 of 4 cols oprijden in 1 rit, in een positie waarin je iets hebt te verdedigen, daarin word je 5 jaar ouder omdat je zoveel hebt afgezien. Het was echt wel extreem, maar dat was in mijn voordeel, want hoe zwaarder het was, hoe liever

« Hoe zwaarder het was, hoe liever ik het had »

>> Heidi Van De Vijver in de leiderstrui tijdens de Tour de la CEE Féminin


« Ik hoop dat er ooit een nieuwe Ronde van Frankrijk voor vrouwen komt » ik het had”, vertelt ze. De lengte van de wedstrijden was te vergelijken met die van nu: om en bij de 100 à 120 km met hier en daar een uitschieter. Ook het deelnemersveld was niet te onderschatten. “Er waren heel veel sterke nationale teams aanwezig. Het deelnemersveld bedroeg iets van een 120 rensters om het voor de organisatie nog in goede banen te kunnen leiden.” Doping Maar dat de Tour zo zwaar was, maakte misschien ook wel dat sommige rensters naar verboden middelen grepen. “Er was niet veel dopinggebruik denk ik, maar in die aantal jaren heb ik mezelf toch wel eens vragen gesteld. Ik vroeg me af hoe het kwam dat ik zelf - ik die alles voor mijn sport deed en uiteindelijk ook aan de top kwam - in die top plots vergezeld werd door rensters die uit het niets kwamen. Later zijn die bedenkingen dan ook bevestigd: de rensters zijn tegen de lamp gelopen. Maar het waren wel uitzonderingen. Het was ook moeilijk te begrijpen, het kostte waarschijnlijk meer dan je verdiende. Hoewel het prijzengeld in die periode hoger lag dan nu. Vooral omdat het een organisatie was van ASO. Dat zie je nu nog steeds in wedstrijden die georganiseerd worden door ASO. La Course bijvoorbeeld heeft een aanzienlijke prijzenpot.” Zware onderneming De Belgische kampioene van weleer kijkt vooral positief terug op de Tour de France voor vrouwen. “Het is echt enorm spijtig dat die verdwenen is. Er zijn al heel wat acties ondernomen voor een nieuwe Ronde, maar het is en blijft logistiek een heel zware onderneming. Er kruipt heel veel werk, geld en voorbereiding in. Al hoop ik ooit op een nieuwe Tour.”

45

De weg tot ‘La Course’ Nadat in 2009 het officiële doek viel over de Ronde van Frankrijk voor vrouwen, bleef er gedurende 5 jaar een leegte achter. Onder andere meervoudig wereldkampioene Marianne Vos liet het daar niet bij. Vos, die in de laatste editie in 2009 nog 3e werd, startte samen met 3 andere rensters een petitie op. Als ambassadrice eiste ze opnieuw een Ronde van Frankrijk voor vrouwen. Vos stelde dan ook voor om tijdens de Tour de France bij de mannen vooruit te rijden. Kortere etappes dan haar mannelijke collega’s, maar wel met dezelfde aankomst. Praktisch moet dat haalbaar zijn, vindt ze. De hele organisatie is er al voor de wedstrijd van de mannen; met enkele aanpassingen zou de wedstrijd van de vrouwen perfect kunnen doorgaan. Ook de duur van 3 weken voorziet Vos in haar plan. Tot een wedstrijd van 3 weken is het tot dusver nog niet gekomen, maar de petitie van het 4-tal heeft wel degelijk iets opgeleverd. Op 1 februari blijken liefst 97.307 mensen de petitie te hebben getekend. De organisatie van de Tour de France voorziet in 2014 voor de 1e keer La Course, een criterium voor vrouwen op de Champs Elysées. Eerste winnares van La Course is niemand minder dan Marianne Vos zelf.

LA CANNIBALE


46

reportage

Vrouwenwielrennen op weg naar 100% dopefree? Maar twee dopinggevallen op twee jaar tijd in het vrouwenpeloton

De laatste jaren woedt er een hevige strijd om het doping uit te roeien in het wielrennen. Talloze acties werden op poten gezet om doping tegen te gaan. Dopingzondaars worden harder aangepakt dan in het verleden. Ook de controles werden aangescherpt. Opvallend is wel dat het dan altijd gaat over de dopingstrijd bij de mannen. Heeft het vrouwenpeloton dan geen problemen met doping? Tekst en Foto : Yorik Feyaerts


Twee dopinggevallen in de afgelopen twee jaar. Dat is het rapport dat het vrouwenwielrennen kan voorleggen. In vergelijking met hun mannelijke collega’s is dit weinig, heel weinig. Terwijl er in het mannenpeloton in het verleden grote dopingschandalen aan het licht kwamen, bleef dat bij de vrouwen uit. Zuivere sport

“Ik denk wel dat ik kan zeggen dat het vrouwenwielrennen een zuivere sport is. Het feit dat ik er eigenlijk zelf bijna niets van afweet zegt misschien genoeg en ik denk dat ik voor heel veel wielrensters spreek”, zegt de Nederlandse Celesta Op

« Een toekomst als mama is misschien wel de grootste reden om niet met doping te beginnen » Den Brouw (18), wielrenster bij Jos Feron Lady Force. “Misschien weet ik er niet zoveel over omdat ik nog maar net kom kijken in het peloton, maar dan nog hoor ik er echt weinig van”, zegt Celesta. In het vrouwenwielrennen circuleert er maar een peulschil

van het geld dat er in het mannenwereldje rondgaat. Wie presteert, vangt het grote geld. Dat is vaak een factor die wielrenners overtuigd om zich te doperen. Aangezien het grote geld niet aanwezig is in het vrouwencircuit is dat al één van de factoren waarom er minder doping voorkomt bij de vrouwen. “Ik denk wel dat geld een sporter kan overtuigen om doping te nemen, veel geld dan wel. Voor de paar honderd euro die wij als vrouwen kunnen verdienen, zou ik het echt niet doen, niemand denk ik”, zegt Celesta. Geloofwaardig blijven

Net als bij de mannenploegen zijn de meeste vrouwenploegen lid van de MPCC (Mouvement Pour un Cyclisme Crédible). Zoals de beweging in haar naam al laat verstaan, ijvert ze voor een 100% vrije wielersport. De ploegen die zich hierbij aansluiten tonen dan ook meteen dat ze dit ook willen. Ploegen die dit niet doen worden gewantrouwd in het peloton. Denk maar aan Astana in het mannencircuit. Daarom was het misschien ook niet echt opvallend dat de twee enige dopinggevallen van de afgelopen twee jaar in het vrouwenwielrennen kwamen uit ploegen die niet waren aangesloten bij de MPCC. Wielrenners en wielrensters kunnen op ieder tijdstip in het seizoen gecontroleerd worden, niet enkel

47

« Meer controles mogen van mij. Als je niets fout doet, heb je ook niets te verbergen »

bij wedstrijden, dat is ook nodig om geloofwaardig te blijven naar de buitenwereld toe. Al ijveren sommigen wel voor meer controles. “Ik ben nog maar één keer gecontroleerd Nog is, misschien is het omdat ik nog jong ben, maar toch. Van mij mogen ze mij altijd controleren. Als je weet dat je niets fout doet, heb je ook niets te verbergen. In het peloton word er wel eens gepraat over de controles die we meemaken, soms levert dat grappige verhalen op. De strijd tegen doping is in een stroomversnelling gekomen met alle schandalen in het mannenpeloton. Van geloofwaardigheid was eventjes geen sprake meer. Fikse veranderingen vonden plaats. Bij de vrouwen viel dat al bij al wel mee. “Ik hoor af en toe de oudere wielrensters wel eens praten over de dopingstrijd. Dan gaat het vooral over de veranderingen bij de mannen. Bij ons is het ongeveer wel hetzelfde gebleven als ik mijn

LA CANNIBALE


48

reportage

collega’s mag geloven. Er was ook eigenlijk geen probleem in het vrouwenwielrennen”, zegt Celesta Toekomstige mama’s

Omdat er zo weinig geld te verdienen valt in het vrouwenwielrennen moeten de meeste rensters naast hun wielercarrière ook nog werken. Plannen om een gezin te stichten kunnen ook een carrière afstoppen. Zo ben je met een zwangerschap al makkelijk meer dan een jaar kwijt. Een kinderwens is overigens nog een belangrijke reden om als vrouw niet aan doping te beginnen. Het lichaam kan door de doping worden aangetast en dat kan dus gevolgen hebben voor een baby. “Ik had daar eigenlijk nog niet eens aan gedacht, maar ik denk dat dat misschien

>> Celeste voor de start van Omloop Het Nieuwsblad. Foto: Mieke Docx

« Voor de paar honderd euro die wij als vrouwen kunnen verdienen, zou ik het echt niet doen, niemand denk ik »

wel de grootste reden is om niet aan doping te beginnen als vrouw zijnde. Iedereen droomt toch van een gezin? Ik denk er nog niet aan om dat op het spel te zetten voor een paar wedstrijden beter te presteren. Als in het vrouwenwielrennen de afgelopen twee jaar maar twee rensters betrapt werden, dan moet het mogelijk zijn om in de toekomst naar een volledig zuivere sport te evolueren. Zo denkt Celesta er ook over. “Ik geloof echt in een dopingvrije sport, zeker bij de vrouwen omdat er eigenlijk niet zo’n grote belangen spelen. Bij de mannen is dat denk ik een ander verhaal om te evolueren naar een dopingvrije sport, maar ik geloof er echt in.”


49

LA CANNIBALE


50

column

Jeanine Laudy is een wielerjournaliste uit Nederland. Ze schrijft over het professionele vrouwenwielrennen voor de Australische website Ella CyclingTips en bespreekt het Nederlandse vrouwenwielrennen op Women’s CyclingOnline. Ze ontdekte op haar 22e de liefde voor de fiets en rijdt zelf op eliteniveau wedstrijden in Nederland en België, zowel op de weg als in het veld.

Emancipatie gevraagd

Ik loop de grote perszaal binnen van de Omloop het Nieuwsblad. Eén van de twee, want in het congrescentrum zijn er twee grote zalen naast elkaar gereserveerd voor de internationale pers die verslag legt van deze wedstrijd. De tafels staan vol met laptops, bekertjes koffie, camera’s en schrijfblokken. Achter die laptops zitten mannen. Overal mannen.

vast ook over de vrouwenwedstrijd, toch?” Enigszins tegenstribbelend zeg ik ‘ja’. Ik ben zelfs bijna een beetje beledigd; omdat ik een vrouw ben, zal ik waarschijnlijk wel over de vrouwenwedstrijd schrijven?! Maar dat gevoel gaat natuurlijk snel weg op het moment dat ik bedenk dat ze gelijk heeft en ‘t dus bij het rechte eind.

Helemaal achteraan is er nog een plekje vrij aan één van de tafeltjes, waar ik zelf ook mijn laptopje openklap, de kabel in de stekkerdoos steek en het wifi-wachtwoord invoer. Ik begin mijn verhaal over de vrouwenwedstrijd, waarvan de laatste 50 kilometer zojuist zijn ingegaan, in het CMS van Ella CyclingTips te typen. Dat is de Australische website over vrouwenwielrennen waar ik sinds kort voor werk. Omdat de mannenwedstrijd op een groot scherm voorin de perszaal te volgen is, met het commentaar van Michel Wuyts en José de Cauwer galmend door de speakers, lukt het me maar moeilijk om me te concentreren op mijn verslag van de vrouwenwedstrijd.

Na mijn bevestiging dat ik over de vrouwenwedstrijd schrijf, vraagt ze me of ik weet of de vrouwen ook een persconferentie zullen geven. Ze wijst naar het podium, waar voor een groot scherm met sponsorlogo’s een tafel en drie stoelen klaarstaan. Voor de nummers 1, 2 en 3 van de mannenwedstrijd. Maar of de vrouwen ook een persconferentie geven? Pfoe, geen idee. “Waarschijnlijk niet”, antwoord ik aan mijn vrouwelijke collega, “want dat gebeurt eigenlijk nauwelijks.” Aan het tafeltje voor mij draait iemand zich om en antwoordt dat we er inderdaad maar van uit moeten gaan dat er geen persconferentie komt met de winnares, dus dat we zeker naar de finish moeten gaan om daar met de rensters te kunnen spreken.

Terwijl ik bezig ben met schrijven komt er een jonge vrouw naar me toe. Aha, toch nog een andere vrouwelijke journalist hier aanwezig! “Jij schrijft

De vrouwelijke journaliste bedankt me en loopt terug naar haar computer. Later zie ik haar weer bij de finishstrook, waar Lizzie Armitstead solo over de


51

streep komt in haar regenboogtrui. Tijd om te vragen hoe de wedstrijd haar is vergaan krijgen we niet, ze wordt meteen van het parcours afgeleid. Gelukkig krijgen we wel de mogelijkheid om de nummers 2 en 3, Chantal Blaak en Tiffany Cromwell, kort te spreken. De vrouwelijke journaliste en ik, en een handjevol mannelijke collega’s, lopen de rensters af voor wat quotes, om vervolgens weer terug te keren naar de perszaal en het verslag van de wedstrijd te verfraaien en af te ronden. Dat de mannenwedstrijd het ‘hoofdnummer’ van de dag is, dat begrijp ik en daar kan ik mee leven. Het is jammer en ik hoop dat beide sporten ooit compleet gelijkwaardig worden, maar op dit moment ben ik al heel blij met alle organisatoren van grote wedstrijden die naast een mannenkoers ook een vrouwenkoers organiseren. Want ik sta aan de kant van de mensen die menen dat dát het vrouwenwielrennen vooruit kan helpen.

« Omdat ik een vrouw ben zal ik wel over de vrouwenwedstrijd schrijven?! » Waar ik echter minder blij van word, is dat vrijwel alle wielerjournalisten van het mannelijke geslacht zijn. Bij een vrouwenkoers zie je veel mannen en verslaglegging van mannenkoersen gebeurt eigenlijk uitsluitend door mannen – met José Been en Laura Meseguer als zeer grote uitzonderingen. Ik houd van het vrouwenwielrennen en schrijf er met veel passie en plezier over. Maar juist uit emancipatie in de wielerjournalistiek hoop ik ooit ook over de mannensport te kunnen schrijven. Zodat het stigma doorbroken wordt dat een vrouwelijke wielerjournalist ‘dus’ alleen over het vrouwenwielrennen schrijft. Het vrouwenwielrennen emancipeert, de ploegen worden steeds professioneler, er is nu zelfs een Women’s WorldTour. Tijd dat ook de wielerjournalistiek mee emancipeert!

>> Foto: GripGrap Media Crew - Martin Paldan

LA CANNIBALE


52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.