Voorpublicatie_JOB_Triple

Page 1

JOB JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

EN HET PERSOONLIJKE LIJDEN

KOERT KOSTER


VOORPUBLICATIE


INHOUDSOPGAVE

Voorwoord 7

Inleiding 11

Hoofdstuk 1

Hoe het allemaal begon 17

Hoofdstuk 2

Geduld in het lijden 23

Hoofdstuk 3

Personen in het leven van Job 35

Hoofdstuk 4

Verantwoording van het lijden bij Job 47

Hoofdstuk 5

Rechtvaardiging van God (Theodicee) 57

Hoofdstuk 6

Lijden in het Nieuwe Testament 77

Hoofdstuk 7

Kracht naar kruis of kruis naar kracht 89

Hoofdstuk 8

Lijden aan het leven, geloof en de kerk 101

Hoofdstuk 9

Psychisch en sociaal lijden 137

Hoofdstuk 10 Een goede Vader en de zin en onzin van lijden 191 Hoofdstuk 11 Toch vergelding? Lijden met het oog op loon 201

Praktische lessen van mij voor jou van Job 215

Vragen om over na te denken 219

Bibliografie 225

Overige boeken van de auteur 229



VOORWOORD Beste lezer, Het ‘probleem’ van het lijden boeit mij al jaren. Het raakt één van de meest essentiële vragen van het leven: waarom lijden mensen? Maar ook: waar komt het lijden vandaan, wie of wat is er verantwoordelijk voor en hoe gaan we met het lijden om? Na zelf keer op keer op keer met het lijden geconfronteerd te zijn geworden, leek het me tijd om te reflecteren op dit persoonlijke lijden. Hoe vreemd het ook mag klinken: ik heb er gewoon zin in. De insteek van dit boek is dan ook persoonlijk. Want ik spreek niet met afstand over dit onderwerp. Ik weet ‘van binnenuit’ waar ik over praat. Ik heb het lijden op diverse ‘plaatsen’ ervaren. Ik heb te maken gehad met lichamelijk, sociaal, emotioneel en psychisch lijden. Daarom wil ik niet in abstracte theorieën vervallen, maar aan de werkelijkheid recht doen. Tegelijk houdt dit persoonlijke in dat ik pastoraal over dit thema wil schrijven, zodat jij er als lezer zelf mee aan de slag kunt. De persoon Job staat centraal in dit boek. Het is een man die nog veel meer geleden heeft dan ik. Niet dat enig vergelijken zin heeft. Ieder lijden is ‘uniek’: persoonlijk. Maar de schrijver van het Bijbelboek Job heeft ons wel een kostbare nalatenschap bezorgd waardoor we het menselijk lijden vanuit verschillende kanten kunnen onderzoeken. Wie heeft geleden in het leven – op welke manier dan ook – zal iets herkennen in de persoon Job. Het boek geeft ons waardevolle lessen mee. Eén van de boeken die ik heb geraadpleegd voor het schrijven van dit boek, is dan ook niet zonder reden getiteld: ‘Als ik Job niet had’. 5


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

Blijkbaar hebben we mensen nodig die een voorbeeld zijn, waar we van kunnen leren; mensen die ons zijn voorgegaan op de weg van het lijden. We staan eerder open voor de lessen van iemand die vanuit eigen levenservaring spreekt. Wat hebben we aan goedkope antwoorden, dooddoeners, clichés en theologische dogma’s? Goedkope antwoorden zijn niet wenselijk, maar ook niet mogelijk. Het gaat namelijk om de ‘vraag der vragen’. En die vraag is het ‘probleem’. Dat is de vraag waarom een goede God – die ook nog eens almachtig is – het lijden in Zijn wereld toelaat en laat voortbestaan. Job was een goed en rechtvaardig man. Waarom treft zo’n goed mens het kwaad? Ik las er ooit over in het boekje ‘Als het kwaad goede mensen treft’ van H.S. Kushner. Voor het schrijven van dit boek wilde ik dat weer eens opzoeken in mijn boekenkast. Maar ik kon het niet gelijk vinden. Helemaal aan de uiterste rand van de kast zag ik een rood boekje staan. Ik kon er niet zomaar bij. Eerst moest ik een paar boeken opzij schuiven om ruimte te maken. Maar zelfs daarna leek het boekje klem te zitten tussen de zijkanten van mijn kast. Ik moest het er echt tussenuit frommelen. Ik weet niet meer hoe ik het heb gedaan, maar het is me uiteindelijk gelukt. Het leek nu net alsof ik het kwaad ver weg wilde stoppen in een hoekje, inclusief al die goede mensen. Maar dat wilde ik helemaal niet. Misschien stond mijn ‘zoektocht’ symbool voor het feit dat het soms zoveel moeite kost om het kwaad aan het licht te brengen en het góede – dat er ook volop is – naar voren te brengen. Ik schrijf over het lijden in dit boek als een ‘containerbegrip’. Het omvat pijn, ziekte en dood. Maar ook: emotioneel, psychisch, geestelijk en sociaal lijden. Job is een man die van alle kanten en in allerlei vormen bestookt wordt met persoonlijk lijden. Hij lijdt niet alleen buiten proportie, maar toont ook nog eens een enorme veerkracht om met dit lijden om te gaan. Hij toonde – te midden 6


VO ORWO OR D

van zijn lijden – een Jobsgeduld. De rijke Job werd ‘zo arm als Job’ om door die armoede heen toch weer rijk te worden. De weg naar een ‘nieuw leven’ liep via een eindeloos geduld. De uitdrukking ‘zo arm als Job’ zou dan ook zeker aangevuld kunnen worden met de uitdrukking ‘zo geduldig als Job’ en ‘zo rijk als Job’. Mijn wens voor jou is dat ook jij rijker wordt door dit boek en dat het je handvatten geeft om met het lijden om te gaan. Ik wil je ermee bemoedigen en troosten en ‘antwoorden’ geven op ‘maat’. Ik geloof ook dat een boek je nooit voor niets onder ogen komt. Het komt op je pad met een reden. Als het jou verder heeft geholpen en je ermee tot zegen voor een ander kan zijn, dan heb ik mijn doel bereikt. Ik ben dankbaar voor allerlei bijzondere mensen die mij steunden tijdens het schrijfproces met waardevolle opmerkingen, suggesties en verbeteringen. Een aantal van hen wil ik bij name noemen, namelijk: Jeroen van Olffen, Bas Urgert en Jacco Stijkel (mannen die mijn manuscript theologisch doorlichtten). Bea de Jong-Buursma en Theo Veldhuis (mensen die mijn manuscript taaltechnisch hebben gecorrigeerd en stukken hebben geredigeerd). Uiteraard ook vrienden en familieleden die hebben meegelezen. En ‘last but not least’ hen die mijn ‘inner circle’ vormen, te weten mijn vrouw Marleen en zoon Jens. Zij hadden geduld met mij op momenten dat ik meer aandacht schonk aan mijn manuscript dan aan hen. Ook stimuleerden ze mij om mijn werk als schrijver voort te zetten tot een mooi eindproduct. Dat kwam voor mij speciaal tot uiting in het dankgebed voor het slapengaan. Al hebben de mensen hierboven een aandeel geleverd voor een goed eindproduct, vanzelfsprekend ben ik hiervoor alleen verantwoordelijk. Koert Koster 7



INLEIDING Dit boek gaat over de Bijbelse figuur Job én het gaat over ons allemaal. Ieder van ons krijgt in het leven te maken met lijden. Zij het persoonlijk óf door ermee in aanraking te komen via een naaste die lijdt. De een krijgt meer voor zijn kiezen dan de ander. Maar als we lijden of de ander zien lijden, hoe gaan we daar dan mee om? Wat leert het Bijbelboek Job ons daarover? We duiken in zijn leven én de lessen die we daaruit kunnen leren. Job is een man die als zeer rijke een grote invloed had in de toenmalige wereld. Deze vooraanstaande aardse positie moet hij echter al snel afstaan vanwege een ‘wedstrijd’ die vanuit de hemelse troonzaal wordt georganiseerd. Wanneer iedereen en alles hem afgepakt wordt, inclusief zijn gezondheid, leidt hij een bestaan op een mesthoop buiten de stadsmuren. Hóe schrijnend. Omdat Job het toonbeeld is van lijden en lijdzaamheid, is dit Bijbelboek de kapstok voor mijn boek geworden. Wat zorgt ervoor dat Job zo verschrikkelijk lijdt? Job kan geen blik werpen op de hemelse troonzaal en weet dus niet wat de oorzaak van het leed is dat hem treft. Hij weet niet dat hij het doelwit is van een weddenschap tussen God en Satan. Wij weten dat wel. Satan krijgt zo’n beetje de vrije hand en hij maakt het leven van Job zo zuur mogelijk. Hij pakt Job keihard aan, weliswaar binnen de grenzen die God hem stelt. De grote verliezen (kinderen, slaven, huizen, goederen, vee en gezondheid) maken van Job een man die de geschiedenis is ingegaan als de armste van allen.1 Grote verliezen, totale armoede en mensonterende ziekte komen in zijn leven samen. 9


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

Eerst zien we nog dat Job geduld heeft in zijn lijden. Dit wordt bijna als vanzelfsprekend verwacht van degene die lijdt. Zoals nieuwtestamentische christenen geduld moeten hebben wanneer ze wachten op de komst van de Heer, moeten mensen die lijden dat ook. De Heer zal na lang wachten uitkomst bieden. In geduld te midden van lijden is Job hĂŠt voorbeeld. Want het lijkt keer op keer voor de hand te liggen dat hij opgeeft. Zijn eigen vrouw en vrienden stellen hem in dit opzicht zwaar op de proef. Ze stellen hem buitengewoon teleur, omdat ze hem geen reden tot leven geven. Door lijdzaamheid in het lijden laat Job zien wat een mens kan bereiken door steeds weer de Heer te zoeken en naar Hem te vragen. Want Job laat zijn Heer niet los, zoals zijn Heer hem ook niet loslaat, al lijkt dat soms wel zo te zijn. Uiteindelijk ontvangt hij een dubbele zegen die hem onverwachts in de schoot wordt geworpen. In de Jakobusbrief wordt de boer als voorbeeld naar voren geschoven. Een boer is afhankelijk van het weer. Hij heeft een bijzonder uithoudingsvermogen nodig om te bereiken wat hij wil: een rijke oogst. Als de boer te vroeg oogst wat hij heeft geploegd, ontvangt hij niet de maximale opbrengst. Hoe meer geduld, hoe meer opbrengst. Dat geldt ook voor degene die lijdt. Iemand die lijdt zou ook zomaar vroegtijdig kunnen afhaken. En dat is zonde. Want vanwege het niet behalen van de eindstreep loopt een mens zegen mis. In het leven van Job spelen een aantal personen een belangrijke rol. Naast de rol die zij spelen, gaan we kijken wie ze zijn als persoon, hun wijze van spreken en de manier waarop zij Job willen aanvallen. Ze gaan allemaal uit van een eigen strategie en aanpak. Ze hebben ook allemaal hun eigen vooroordelen over de zonden die ze Job in 1. Jezus uitgezonderd. Daar Hij die zo rijk was, om ons arm is geworden, opdat wij door zijn armoede rijk zouden worden (2 Kor.8:9).

10


I N LEI DI NG

de schoenen schuiven. Hun beschuldigingen zijn divers. Al is het wel zo dat ze allemaal denken dat Job heeft gezondigd. Want als hij niet gezondigd zou hebben, zou hij niet ziek zijn geworden. Het denkbeeld ‘iemand is ziek, dus hij heeft gezondigd’ hanteren ze allemaal. Een ziekte zou dan ook niet ergens anders door kunnen komen. Het is opvallend hoeveel spreektijd ze krijgen: van God en van Job. Ze worden tijdens hun redevoeringen – en de aanval op Job – niet onderbroken. Ik denk dat veel mensen het moeilijk vinden te geloven dat iemand zomaar lijdt, ‘om niet’. We zoeken naar een verklaring. We willen weten waarom de dingen gaan zoals ze gaan. Wat betreft het lijden is dat geen gemakkelijke opgave. Zeker niet als we zelf op een moment in ons leven terechtkomen, waarin we lijden of wanneer we dierbaren zien lijden. Dan helpt een pasklare of waterdichte theorie omtrent het lijden (en de zin ervan) niet. De theorie slaat dan stuk en moet wel doodlopen op die éne dierbare die op een ziek- of sterfbed ligt en die we niet kunnen missen. Wat nog rest zijn de stilte en het gebed. Ook Job heeft niet veel aan de woorden van zijn vrienden en de verklaringen die volgen. Zij helpen hem geen steek verder. Ook helpen zij hem niet van het lijden af. Daarvoor is de Verlosser, de Rechter nodig. Die pleit Job vrij en verklaart hem schuldloos. Maar heeft Job dan het antwoord op zijn persoonlijk lijden? Het lijkt van niet, want ook dan krijgt hij geen antwoord op de vraag waarom hij zoveel – en zo lang – moest lijden of waar zijn lijden goed voor was. De vraag naar de zin (of de onzin) van het lijden wordt niet beantwoord. Het grote, langverwachte antwoord blijft uit. Job moet zich tevreden stellen met de Advocaat die hem vrijpleit tegenover zijn drie vrienden en de Satan. Daarbovenop mag hij zich rijk rekenen aan de aardse zegeningen die hij van God ontvangt. 11


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

En: hij wordt weer gezond. Zo wordt hij in ere hersteld. De aardse goederen, kinderen en gezondheid blijken nu tóch een verdienste van Job te zijn, al daalt die verdienste wel als zegen van God in zijn leven neer. Zo blijft in het boek Job het vergeldingsprincipe overeind, namelijk: ‘voor wat, hoort wat’. Dit principe lijkt dan tóch de regel te zijn die de uitzondering bevestigt. Wat is de positie van God te midden van een wereld die lijdt? Eeuwenlang hebben theologen de vraag naar God en het lijden tot onderwerp van hun theologie gemaakt. Door God te poneren als almachtige én tegelijkertijd liefdevolle God, haalden ze zichzelf deze vraag op de hals. In vakjargon wordt deze vraag de theodicee genoemd. In het menselijk lijden en de christelijke God speelt de vraag in hoeverre wij als mensen met het persoonlijk lijden van Job uit de voeten kunnen. Want misschien kunnen wij niets met de ‘oplossing’ en uitweg die Job werd geboden. Strikt genomen krijgt hij geen antwoord. Gods antwoord aan Job bestaat uit een ellenlange lijst met vragen. Vragen in de zin van ‘Weet je wel wie jij bent?’ én ‘Weet je wel wie ik ben?’ Welke antwoorden bevredigen ons vandaag juist wél als het gaat om persoonlijk lijden? Wat kunnen wij leren van Job en zijn ontmoeting met God? Hetzelfde geldt voor de vraag naar het bestaan van God. Als iemand niet overtuigd wíl worden, dan wordt hij ook niet overtuigd. Daarom moet een atheïst als eerste gevraagd worden welke bewijzen hem over de streep van ongeloof zullen trekken. Al is er met een acceptabele bewijsvoering nog geen sprake van een levende relatie met God. In het Nieuwe Testament krijgt de relatie met God een heel ander gezicht. Daar komen we God tegen als de Vader van de Here Jezus. Het blijkt mogelijk dat mensen God zelfs ‘Abba’, ‘papa’ kunnen noemen. Intiemer kan een relatie van een mens met God niet zijn. Zo 12


I N LEI DI NG

mogen wij, mag jij, mag ik, God nu aanspreken vanuit een levende relatie als Zijn kind. Deze Vader wil voor ons een onuitputtelijke bron van troost, genade en liefde zijn. Juist waar wij zwak zijn, wil Hij krachtig zijn. Al is het niet helemaal duidelijk waarom de één een bord vol lijden te verteren krijgt, en de ander niet noemenswaardig hoeft te lijden. Hier rijst ook de vraag hoe het zit met uitdrukkingen als: ‘De zwaarste lasten, voor de sterkste schouders’. En: wat zijn sterke en zwakke mensen? En hoe verhouden die zich tot God als de Verlosser van mensen? Als ik naar mezelf kijk, blijkt dat ik regelmatig door de bodem van mijn kunnen zak. Dan gaat het niet meer. We kunnen als mensen aan van alles en nog wat lijden. Aan het leven, het geloof en de kerk. Soms zijn we daar zelf bij, maar vaak kunnen we er niets aan doen. We groeien bijvoorbeeld op in de kerk waar onze ouders ons heenbrachten. Ik ook. Ik deel verderop in dit boek mijn ervaringen die ik heb opgedaan in de kerk van mijn jeugd. Ik ben daar eerlijk over en verdoezel niets. Zit er nog pijn? Misschien wel. Ik besef in ieder geval dat ik mijn verleden met me meedraag. Ook de ervaringen met de kerkleiding, met gelovigen en andersdenkenden. Ik denk dat velen zich zullen herkennen in de voorbeelden die ik schets. Job, die in de greep wordt gehouden door vrienden die het goed bedoelen. Maar die hem door hun dogma’s en religieuze correctheid juist aan het eind van zijn Latijn brengen. Anderen zullen zich totaal niet herkennen in de kerk van mijn jeugd, omdat deze wijze van kerkzijn hen volledig onbekend is. Lijden aan het leven kan een psychisch en sociaal lijden zijn. We zien dat bij Job. Hij isoleert zich en hij wordt geïsoleerd. Hij lijdt aan zichzelf én aan zijn vrienden. Hij zit zichzelf in de weg, maar zijn 13


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

vrienden blijken ook een zwaar obstakel te vormen op zijn levenspad. Zij plaveien de weg voor Job naar God toe in ieder geval niet. Als we de vraag stellen waar Job het allemaal voor doet, blijkt het antwoord: voor niets. Hij dient God niet om er beter van te worden, al wordt hij er uiteindelijk wél beter van. Deze thematiek speelt in het Nieuwe Testament ook een rol. Onder andere Paulus probeert een antwoord te geven op de vraag naar het motief van een christen om God te dienen. Zoals veel Hollanders eigen is: ‘Wat heb ik eraan?’ of ‘Wat levert het mij op?’ En wat blijkt? Deze vraag is volkomen legitiem. We mogen wat verwachten. En dat is goed. Al moeten we boven alles zeggen: We verwachten Hém! Hier is de cirkel rond en zijn we terug bij Job. Want Job ziet aan het eind: God. God is zijn loon. En in de aanwezigheid van God lost het immense probleem van het lijden voorgoed op. En zo mét ons.

14


HOOFDSTUK 1

Hoe het allemaal begon

Nadat God de Satan vanuit Zijn hemelse troonzaal groen licht heeft gegeven om Jobs bezit af te nemen, voltrekken de gebeurtenissen op aarde zich in een razend tempo. De snelheid waarmee al Jobs kinderen, vee en bezittingen van hem afgenomen worden, is duizelingwekkend. Als de éne bode van een onheilstijding is vertrokken, komt de andere opdagen. Job krijgt nauwelijks tijd om deze klappen te verwerken, als deze verliezen al te verwerken zijn. Het is niet niks om je bloedeigen kinderen allemaal tegelijk te verliezen: zeven zonen en drie dochters. Daarnaast moet Job ook nog zijn hele ‘huishouden’ missen, namelijk zijn personeel en het vee als bron van inkomsten. In een mum van tijd gaat zijn hele bestaan eraan. In een mum van tijd maakt Job vele negatieve ervaringen mee. Hoe kan hij al deze teleurstellingen verkroppen? Ik vraag me af hoe Job dit psychisch heeft overleefd. Bijna onmogelijk toch? Als er zulke grote verliezen in zo’n korte tijd worden geleden, heb je eigenlijk niet de mogelijkheid om ze stuk voor stuk echt goed te verwerken. Ik heb zelf grote verliezen geleden in mijn leven, maar niet zo kort op elkaar als Job. En niet van die omvang. Toch draag ik die verliezen mee en ben ik de klappen daarvan nooit helemaal te boven gekomen. Ik ervaar nog dagelijks het psychisch leed als gevolg van deze negatieve ervaringen. Hoe moet Job zich gevoeld hebben? 15


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

De ‘deal’ tussen God en Satan Hoe het allemaal begon, is eigenlijk maar moeilijk uit te leggen. Satan was er in de gestalte van de slang al bij in het paradijs om de eerste mensen te verleiden. Hij zette hen tegen God op. Dat deed hij door te infiltreren in hun denken en sneetjes te maken in hun hart. De woorden die hij sprak logen er dan ook niet om. Hij fluistert hen in: Als je naar mij luistert word je wereld nog veel mooier. Ze zouden wijs worden en inzicht krijgen in het bestaan. Ze keken in de spiegel van Satan en besloten te luisteren en te eten van dat wat giftig voor hun hart en dodelijk voor hun ziel zou zijn. Het paradijs veranderde in een hel. Eigenlijk werd de hele wereld een soort hel. Want overal waar ze zouden komen, zou dood en verderf zichtbaar zijn. Satan reisde mee en overal waar hij een plaatsje wist te vinden, eiste hij de macht op. Op één van die lange zwerftochten over de aarde kwam hij Job tegen. Het leek er sterk op dat hij geen enkele voet aan de grond kon krijgen bij deze man, die ook wel ‘knecht van God’ werd genoemd. Wat hij ook probeerde, er was geen enkele beweging in hem te krijgen. In ieder geval niet die kant op waar de duivel hem hebben wilde. Nadat de tegenstander nog een aantal mensen probeerde te verleiden, gaf hij het tijdelijk op. Hij vertrok weer naar de plaats waar hij ooit zijn dienst als schepsel was begonnen. Hij meldde zich in de tegenwoordigheid van God en wrong zich daar tussen een aantal andere hemelingen. Wonderlijk genoeg richt de Here God zich rechtstreeks tot de Satan en vraagt hem waar hij vandaan komt. ‘Van een zwerftocht over de aarde,’ luidt het antwoord. Dit klinkt vrij logisch, omdat de duivel geen rust kent en ook geen huis heeft om in te wonen. Hij is vogelvrij, een zwerver. Maar wel een gevaarlijke zwerver. Dat wil zeggen: één die in ieder huis tracht binnen te dringen. Eén die tijdens het reizen de aardbewoners scherp in de gaten houdt en acht slaat op het wereldgebeuren. 16


HOE H ET A LLEM A A L BEG ON

Dan komt de volgende vraag van God: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet?’ Natuurlijk, zo’n vroom, eerlijk en rechtschapen mens ontgaat hem niet. Op die ‘uitzonderlingen’ heeft hij het juist gemunt. Wie kan Job evenaren? Deze man is dan ook een aartsvijand van de duivel, voor wie hij op zijn hoede is, voor wie hij zelfs bang is. Nadat God deze vrome knecht naar voren heeft geschoven en hem geprezen heeft om zijn ‘godsdienst’ kan de tegenstander het niet laten om Jobs leven in diskrediet te brengen. Job zou God dienen om er zelf beter van te worden, vanuit winstoogmerk. Hij is zo rijk, ja schatrijk. Daarom komt Satan met het voorstel om Job alles af te pakken. Dan pas zal blijken of hij God ‘om niet’ of ‘om beter’ dient. Om een lang verhaal kort te maken: God gaat in op dit voorstel van Satan en sluit deze deal. In een mum van tijd gaat Jobs hele bestaan eraan. Exit Satan, aankomst vrienden Job blijft God dienen, ook als hij te maken krijgt met verlies en armoede. Daarbij gaat hij uit van de idee dat het de moeite waard is om God te dienen. Waarom zou hij alleen het goede en niet het kwade van God ontvangen? Van meet af aan beschouwt hij zijn grote verliezen, inclusief de armoede waarmee hij nu kampt, als van God gegeven. Te midden van deze miserabele situatie looft en prijst hij God (zie Job 1:21). Daarmee laat hij zien dat hij God niet vanuit winstoogmerk dient, zoals Satan veronderstelt. Hij dient God ‘om niet’. Zelfs nu hij er slechter van lijkt te zijn geworden. Maar Satan geeft het niet op. Hij gaat nog een keer naar de hemel, waar hij in de troonzaal van God een tweede poging waagt. Hij suggereert dat Job God wel vaarwel zal zeggen als zijn mooie leventje wordt aangetast. Daarop geeft God de Satan opnieuw ruimte om Job te ‘verzoeken’, en wel door hem zijn gezondheid 17


JOB E N H ET PER SO ON LI J K E LI J DE N

af te nemen. De enige beperking is dat Satan niet Jobs leven mag afnemen. Daarna vertrekt Satan richting aarde en slaat hij Job met melaatsheid. Opnieuw blijft Job de Here trouw en houdt hij stand te midden van de verzoeking. Job dient God niet om er beter van te worden, hij dient Hem onvoorwaardelijk. Satan is nu kansloos en heeft definitief verloren. Toch? Wat we zouden verwachten, gebeurt echter niet. Job wordt niet in ere hersteld, maar blijft zonder kinderen en zonder bezit achter en wordt door nog meer ziekte gekweld. Hij is buiten de stadsmuren op een mesthoop te vinden, zichzelf krabbend met een potscherf en wellicht roepend: ‘Melaats, melaats!’ Zijn leven is 180 graden gedraaid. Van rijk en gezond naar arm en ziek. Job wordt nu nog steeds als ‘outcast’ gezien. Zij het van de andere kant. Vrienden en familie Maar Job blijft niet alleen. Nu de Satan van het strijdtoneel verdwenen is, komen zijn drie vrienden opdraven. Zij komen in eerste instantie met goede bedoelingen, namelijk om hem te troosten. Na zeven dagen en nachten van stilzwijgen, kunnen ze zich niet meer stilhouden. Ze zien een doodzieke vriend die lijdt aan het leven. Later zal blijken dat hij ook lijdt aan mensen, en wel aan zijn vrienden, die ‘slechte’ troosters blijken te zijn. Tot het einde van het boek Job blijft de hoofdpersoon kampen met het verlies van alles wat hij had en wat hem was toevertrouwd en wat zijn hart begeerde. Het is een wonder dat hij het weet uit te houden tussen mensen die met vreselijke adviezen komen (inclusief zijn eigen vrouw) en mensen die hem om de beurt – en steeds weer opnieuw – aanklagen. Toch blijft Job zichzelf verantwoorden en vrijpleiten van schuld. Keer op keer moedigen de aanklagers hem aan zijn zonde en schuld te belijden om zich zo tot God te bekeren. Maar geen haar op 18


HOE H ET A LLEM A A L BEG ON

Jobs hoofd die eraan denkt een millimeter toe te geven. Hoe doodziek hij ook is, hij is zich bewust van zijn onschuld. Daarom is God in Jobs ogen onrechtvaardig. Na diverse twistgesprekken zijn er geen winnaars. Jobs vrienden hebben hem niet kunnen overtuigen en ze zijn er niet vriendelijker op geworden. Er is afstand ontstaan tussen Job en zijn vrienden. Hij heeft nu ook hen verloren. Job is drie vrienden armer. Hij voelt zich onbegrepen en zijn vrienden blijken slechte troosters te zijn. Medelijden hebben ze niet getoond. Terwijl hij dat zo zoekt. Zo blijven verlies, armoede en ziekte hem vooralsnog omringen in zijn bestaan.

19


Verder lezen? Dit boek is verkrijgbaar via de webshop op www.tripleboeken.nl en in de (christelijke) boekhandel. Zie ook onze andere uitgaven op de website.

Job en het persoonlijke lijden | Koer t Koster

Paperback | 232 pagina’s | ISBN 978 -90 - 825461- 8 -7 | € 17,95