JONG010 NOVEMBER 2016 NOORD

Page 1

NOORD

NOVEMBER 2o16 - jaargang 7 - editie 3

3 straatwandeling

David (9) en Nuno (8) gaan op pad met ex-dakloze Erik

4 brand in huis

Merijn (10) en zijn vader tonen hoe je veilig buiten komt

6 'ratterdam' Wat kun je doen tegen overlast van ratten?

9

10

aziatische sporten

Nino (8) leert zich verdedigen met wing chun en kung fu

kindermishandeling

Groep 7 van de Prinses Julianaschool praat erover

meer begrip voor elkaar

De leerlingen laten met hartjes zien dat ze elkaar respecteren. Foto: Arjen Jan Stada

NOORD – Van 7 tot en met 13 november is het de

Week van Respect. Wat betekent respect voor de leerlingen uit groep 8 van basisschool de Klimop? En behandelen de leerlingen iedereen gelijk? Tekst: Suzanne Huig

Faree’ah (11): ‘Respect betekent voor mij dat je iedereen gelijk behandelt. Het maakt niet uit hoe iemand eruitziet of waar iemand vandaan komt.’ ‘Respect betekent voor mij dat je extra beleefd bent voor ouderen. Ik sta bijvoorbeeld voor ouderen op in de bus of tram’, zegt Lindsay (11).

Jezelf zijn

Lara Su (10): ‘Iedereen is anders. Niet iedereen heeft dezelfde huidskleur, afkomst of smaak. Ik vind dat niet erg. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn.’ Hamza (11): ‘Ik vind dat iedereen zelf mag bepalen wat hij of zij leuk en mooi vindt.’ Badr (11): ‘Mensen kunnen zich anders gaan gedragen en kleden als ze niet worden gerespecteerd hoe ze zijn. Dat vind ik zielig, want dat maakt die mensen niet gelukkig.’

Gemene en kwetsende opmerkingen

Tyrone (11): ‘Soms zeggen mensen gemene dingen over mijn huidskleur. Dat kwetst me. De juf praat hier dan over in de klas. Dat vind ik fijn. Klasgenoten krijgen daardoor meer begrip voor elkaar.’ Lindsay: ‘Ik ben klein voor mijn leeftijd. Ik wil daarom niet altijd mijn leeftijd zeggen. Sommige mensen maken dan een kwetsende opmerking.’ Nassim (12): ‘Ik vind dat je positieve in plaats van negatieve dingen over anderen moet zeggen.’


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

Mail JOUW MOP OF JOUW RAADSEL (samen met je voornaam en je leeftijd) naar

redactie@jong010.nl Er lopen 2 ijsberen door de woestijn. ‘Tjonge, wat is het hier glad’, zegt de ene. ‘Hoe kom je daar nu bij?’, vraagt de andere. ‘Nou, zie je dan niet hoe ze gestrooid hebben?’

M E

N

S

E

R

E

E

I

T O M E

D R

T

B B H

P

I

B A

E

E

I

R

G S N S

H

E

P

R

E

2 borrelnootjes lopen over straat. Zegt de één tegen de ander: ‘Hoe gaat het met je?’ Zegt de ander: ‘Niet goed. Ik heb morgen een feestje!’

N D

P

I

Sheila (9)

Nabil (11)

Wie gaat er als eerste naar bed: de wolf of de haas?

A

E

A S S

P

D

E

R A

P

A C

U

E

E

A C

D N

S

U C W E

F

E

E

T

N

T

H

P

P V

L

U

I

T

E

N

T

P M T

E

E O G R O Z

E

O K

L

A S N

E

L

E O V R

N N

E

P R

S

T

A

T

I

E

S C H

E

I

D

E

N

I

C Z

N B

E

T

A N R

E

T

E

E

N O O S R

E

ACCEPTEREN BEGRIP BESCHEIDEN

OPRECHT PERSOON PRATEN

KLAS MENSEN OMZIEN NAAR OPENHEID

VOELEN WAARDE ZORG

BESEF EERBIED EMOTIE HANDELEN INLEVEN

antwoord (2 woorDen) :

De haas, want die hoeft maar 2 tanden te poetsen.

regels: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. Je mag letters meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet krijg je het antwoord. Mail dIT WOORD samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouders of verzorgers (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar antwoord@jong010.nl. Alleen de winnaarS krijgEN bericht.

Pieter (11)

PRESTATIE RESPECT RUSTIG STEUN UITEN

Er zitten 2 koeien in bad. Vraagt de ene koe aan de andere: ‘Mag ik je washandje lenen?’ De andere koe kijkt hem verbaasd aan en vraagt: ‘Waarom?’ De ene koe antwoordt: ‘Ik krijg mijn vlekken er niet af!’

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER VAN OKTOBER IS: COMMUNICATIE. DE WINNAAR IS IMAD (10).

Puzzelcorner.nl

Maria (8)

Welke bril kun je niet opzetten? De wc-bril. Linda (10)

2 lucifers liggen op het strand. Vraagt de één aan de ander: ‘Ben ik erg verbrand?’ Mohammed (8)

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door: Jong010 - NOVEMber Jaargang Oplage:

De gebieden: Kralingen-Crooswijk, Charlois, Centrum, Prins Alexander, Noord, Overschie, Feijenoord, Delfshaven, Hoogvliet en Rozenburg

7

- Editie

40.000

2016 3

kranten

Oprichter Angelique van Tilburg hoofdredacteur Suzanne Huig Journalisten Patricia Jaspers FLoris Rietveld Fotografen Arjen Jan Stada Johannes Odé

Vormgeving Marcel van den Assem redactiemedewerker sasja hof Aan deze editie werkten mee

Puzzelcorner Richard van der Ven Veronica Hazenbroek kim ketting


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

In Rotterdam slapen ongeveer 130 mensen op straat. Gemiddeld is één op de 5 daklozen een vrouw. Er zijn in Rotterdam opvangplekken voor mensen die geen huis hebben. Ze kunnen daar eten, douchen en slapen.

ROTTERDAM – Erik (53) geeft rondleidingen door het centrum van Rotterdam. Hij vertelt tijdens de rondleidingen over de tijd dat hij op straat leefde. David (9) en Nuno (8) liepen een middag met hem mee. Nuno: ‘Erik zijn verhaal is een beetje triest. Het loopt gelukkig goed af.’ Tekst: Angelique van Tilburg

‘Waar sliep u toen u dakloos was?’, willen David en Nuno weten. Erik: ‘Ik sliep soms in een bushokje of op een bankje in het park. Ik bleef vaak bij vrienden slapen. Als ik heel de nacht op straat had gelopen, ging ik 's ochtends in de warme metro zitten. Ik viel in de metro in slaap met mensen om me heen. Ze waren verdwenen als ik wakker werd. Ik stonk zo dat mensen niet naast me wilden zitten.’

Toen Erik dakloos was, hing hij veel rond bij het Centraal Station. Hij sliep vaak in de metro. Foto's: Arjen Jan Stada

Erik laat aan David en Nuno zien hoe Perron 0 er vroeger uitzag. Perron 0 was een plek bij Centraal Station. Mensen die verslaafd waren aan drugs kwamen daar samen.

Erik was 15 jaar toen hij drugs ging gebruiken. Hij betaalde zijn drugs door te stelen en de gestolen spullen te verkopen. Hij moest daarom vaak naar de gevangenis. Erik had toen hij 40 jaar was geen huis meer, waardoor hij op straat leefde. Het gaat nu beter met Erik. Hij heeft weer een huis.

Nuno (links) en David (rechts).

Eten bij de zusters

Ex-dakloze Erik geeft rondleidingen door het centrum van Rotterdam. Kijk voor meer informatie op www.ontmoeting.org/straatwandeling

Erik ging 3 keer per week eten bij de zusters aan de 's Gravendijkwal. ‘Ik kreeg daar een warme maaltijd met vitaminen', vertelt hij. Nuno: ‘Wat at u op de andere dagen?’ Erik: ‘Ik kocht vaak een pak vla. Of ik haalde een patatje. Ik vond eten op straat niet fijn. Ik kon niet rustig eten aan een tafel. Ik had ook geen bestek.’

‘Ik zou op een grasveld slapen. Op gras lig je lekker zacht. Ik zou onder een afdakje schuilen als het regent of stormt.’ tekst en Foto's: suzanne huig

Niet naar ouders

‘Hadden uw ouders geen huis?’, vraagt Nuno. ‘Jawel, mijn ouders leefden toen nog. Ze hadden een huis’, vertelt Erik. ‘Ik ging niet naar hen toe. Ik was eigenwijs. Ik schaamde me dat ik drugs gebruikte en spullen stal. Ik bleef daarom op straat.’

‘Ik zou onder een brug slapen. Ik zou kartonnen dozen zoeken om op en onder te liggen. Je hebt het dan minder koud en wordt niet nat.’


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – Wat moet je doen als er brand ontstaat in huis? ‘Brand ontstaat door de combinatie van 3 dingen: brandstof, zuurstof en warmte. Dat noem je de branddriehoek. Als je één van deze dingen weghaalt, blus je een brand’, vertelt Merijn (10). De vader van Merijn is brandweerman. Merijn laat samen met zijn vader zien hoe je zo snel en veilig mogelijk uit een brandende woning komt. Tekst: Suzanne Huig

SLUIT RAMEN EN DEUREN ‘Het is belangrijk om alle ramen en deuren van de ruimte waar het brandt dicht te doen. De rook en brand verspreidt zich dan minder makkelijk. Er komt dan minder zuurstof bij. Zuurstof is één van de 3 dingen uit de branddriehoek. Het is dus belangrijk om daar zo min mogelijk van bij het vuur te laten’, legt Kenneth uit.

blijf dicht bij de grond

rookmelder

ga achteruit van de trap

Merijn: ‘Als er brand in huis is, moet je zo snel mogelijk naar buiten gaan. Rook is warm en stijgt daardoor op. Dicht bij de grond is daardoor minder rook. Je moet dus proberen zo laag mogelijk bij de grond te blijven als je naar de uitgang gaat. Je ademt dan minder rook in.’

Laat jezelf zien om snel gered te worden

Merijn: ‘Je kunt weinig zien als er rook in huis is. Zorg daarom dat er geen boeken, kleding of speelgoed op je looproute liggen. Jij of de brandweer kan anders gemakkelijk struikelen. Je kunt het beste achteruit de trap af gaan als je naar beneden gaat. Je kunt jezelf dan opvangen als je valt.’

‘Ga voor het raam staan als je het huis niet uit kunt komen. Je kunt dan sneller worden gered, doordat de brandweermannen je niet hoeven te zoeken in huis’, vertelt Kenneth. ‘Als je buiten bent, controleer je of iedereen uit het huis is. Bel daarna 112. Ga nooit terug het huis in, dat is te gevaarlijk’, zegt Merijn.

aantal wagens en mannen

Merijn: ‘Ik wil later zelf ook brandweerman worden. Ik vind het een stoer beroep, want als brandweerman red je mensen.’

Kenneth: ‘Er komen altijd 2 grote brandweerwagens en één kleine brandweerauto naar een huisbrand. In totaal zijn er dan 14 brandweermannen. De 2 brandweermannen in de kleine auto moeten binnen één minuut de brandweerkazerne verlaten. De grote brandweerauto’s moeten binnen 4 minuten vertrekken richting de brand. De 2 brandweermannen in de kleine auto halen bijvoorbeeld alvast de voordeur eruit als ze bij het huis zijn.’

Tip van Kenneth:

‘80 procent van de branden ontstaat door vlam in de pan. Zorg daarom dat je een blusdeken in de keuken hebt liggen.’

Merijn en Kenneth. Foto’s: Arjen Jan Stada

‘Ik zorg dat mijn telefoon niet in mijn bed ligt als hij oplaadt. De stekker en mijn telefoon worden heel heet als mijn telefoon oplaadt. Die warmte kan brand veroorzaken.’

vani (11)

mitchell (10)

‘Kaarsen kunnen brand veroorzaken. Ik kijk daarom of alle kaarsen uit zijn als ik naar bed ga.’ Foto’s: suzanne huig


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

In Rotterdam slapen ongeveer 130 mensen op straat. Gemiddeld is 1 op de 5 daklozen een … pagina 3 Brand ontstaat door de combinatie van 3 dingen: brandstof, zuurstof en warmte. Hoe noem je dit? Pagina 4

Via welk apparaat hebben buschauffeurs contact met de verkeersleiding? Pagina 6 Waar heeft jeugdarts Inge Moorman onderzoek naar gedaan? Pagina 7

1

Waar moeten ouders, verzorgers, meesters en juffen voor zorgen dat een kind tegen beschermd wordt? Pagina 7

2 3

Welke ziekte dragen ratten bij zich? Pagina 8

4

Wat is de titel van het boekje dat alle scholen tijdens de Kinderboekenweek cadeau kregen? Pagina 8

5

Veel vechtsporten die wij in Nederland beoefenen, komen uit Azië. Denk bijvoorbeeld aan Wing Chun en Kung Fu. Welke zelfverdedigingssport ken je nog meer? Pagina 9

7

6 8 9

Waarmee zijn de leerlingen van basisschool de Toermalijn sinds kort gestart? Pagina 10

10

Welk instrument bespeelt Cristiano? Pagina 11

11

Je kunt in 5 stappen een toneelstuk maken. Waar moet je bij stap 4 op oefenen? Pagina 11

De lETTERS IN DE GELE BALK VORMEN EEN woord. Mail het antwoord uit deze balk, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouders of verzorgers, naar antwoord@jong010.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

HET ANTWOORD VAN DE NIEUWSPUZZEL VAN oktober IS: kraanmeester. DE WINNAAR IS givandro (8). GEFELICITEERD!

WIL JE NOG MEER PUZZELEN? KIJK DAN EENS OP DE WEBSITE WWW.PUZZELCORNER.NL VOOR MEER LEUKE PUZZELS!

De journalist: discriminatie… wat is dat eigenlijk? Jij wordt, samen met je vriendin of vriend, een journalist die op zoek gaat naar informatie over het onderwerp ‘discriminatie’.

Je gaat mensen interviewen over discriminatie. Stel je vraag aan mensen van verschillende leeftijden: je ouders, opa en oma, schoolvrienden of vrienden op je sportclub. Vraag aan hen of ze een voorbeeld kunnen geven van wat mensen zeggen of doen als ze een ander discrimineren. De antwoorden op deze vraag kun je opschrijven.

Ga samen met een aantal andere leerlingen als filmploeg aan de slag om een filmpje te maken van maximaal één minuut. In het filmpje laat je voorbeelden van discriminatie zien. Hoe begint het, wie zegt wat, wie doet wat en hoe loopt het af? Je kunt de filmpjes opnemen op straat, in een sportclub of op school.

Als de filmpjes klaar zijn, kun je ze aan andere leerlingen laten zien. Hebben zij dit weleens meegemaakt? Wat vinden ze ervan? En denken ze dat je iets tegen discriminatie kunt doen?

Ook nieuwsgierig naar hoe je met inspirerende dramalessen kinderen spelend kunt laten leren en ontdekken? Je kunt het boek ‘Spelend leren en ontdekken' bestellen via www.coutinho.nl


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – De RET is het openbaar vervoerbedrijf in de regio Rotterdam. De RET brengt reizigers naar hun bestemming met de bus, tram, metro en fast ferry. De vader van Perry (12) en Dennis (10) is buschauffeur. Tekst: Suzanne Huig ‘Ik ben al 21 jaar buschauffeur. Ik vind het leuk om in een groot voertuig te rijden en om reizigers veilig op hun bestemming te brengen’, vertelt buschauffeur Frank. ‘Ik vind het leuk om met de bus te reizen. Je kunt veel zien vanuit de bus. Lijn 32 rijdt bijvoorbeeld over het Noordereiland. Je kunt vanuit de bus dan goed alle boten bekijken’, zegt Dennis.

Een werkdag van een buschauffeur

Frank, Perry en Dennis.

‘Ik haal aan het begin van mijn werkdag een bus op in een garage. In de bus zit een soort computer. Ik zie op die computer welke routes ik ga rijden en wanneer ik pauze heb’, vertelt Frank. ‘Alle buschauffeurs brengen aan het eind van hun werkdag hun bus terug naar een garage. Schoonmakers maken de bussen daar schoon en tanken. Zij zorgen dat de bus weer klaarstaat voor de volgende dag’, zegt Perry.

Foto: Arjen Jan Stada

Contact met de verkeersleiding ‘Ik vind het handig om met de bus te gaan, omdat de bus veel mensen in één keer vervoert. Ik vind wel dat reizigers de bus schoner moeten houden. Er liggen soms etensresten in de bus, dat vind ik vies.’

‘Ik ga weleens met de bus van Rozenburg naar het centrum van Rotterdam. Ik vind het leuk om met de bus te gaan, omdat de bus op veel plekken stopt. Ik zie daardoor veel.’ Foto'S: Suzanne Huig

‘Buschauffeurs hebben via een mobilofoon contact met de verkeersleiding. Zij kunnen de verkeersleiding om hulp vragen als er bijvoorbeeld een ongeluk gebeurt of als de bus in de file staat’, vertelt Dennis.

Buschauffeur worden

Perry wil zelf ook buschauffeur worden. ‘Ik zou het liefst op lijn 74 rijden. Op de route van lijn 74 rijd je door de weilanden. Je ziet daar veel dieren. Soms staat er zelfs een koe op de weg’, vertelt hij. Bij de RET kan je een opleiding volgen tot metro- of trambestuurder of buschauffeur.

ROTTERDAM – De Rotterdamse haven is één van de grootste havens ter wereld. Met het project Port Rangers kun je van alles leren over de haven. De leerlingen van groep 6 van de Oranjeschool beeldden op 26 oktober allerlei havenberoepen uit. Tekst: Suzanne Huig

De leerlingen van groep 6 beelden uit dat ze vanaf een schip over de zee kijken. Foto's: Arjen Jan Stada

‘Via de haven importeren en exporteren we goederen zoals eten en kleding. Er zijn veel verschillende beroepen in de haven. Bijvoorbeeld kapitein, kraanmachinist, roeier of verkeersbegeleider’, vertelt Mohamed (9).

Verkeersbegeleider en roeier

Kapitein en zeehavenpolitieman

Mohamed speelt samen met Nathan (9), Furkan (10), Samiyusuf (9) en Jaishano (10) een toneelstukje. ‘We spelen dat een containerschip wil aanmeren in de Rotterdamse haven’, zegt Furkan. Mohamed is de kapitein. Hij wordt in de gaten gehouden door de zeehavenpolitie. ‘De zeehavenpolitie controleert bijvoorbeeld of schepen niet te hard varen’, zegt Samiyusuf.

Mohamed belt naar verkeersbegeleider Jaishano om te vragen waar hij mag aanmeren. ‘Ik begeleid hem naar een plek. Dat is de taak van een verkeersbegeleider’, zegt Jaishano. Nathan speelt roeier. ‘Een roeier helpt grote boten bij het aanleggen in de haven en het vertrekken uit de haven’, vertelt hij.

Kraanmachinist

Shanty (9), Imane (9), Elianny (9), Ouiam (9) en Sibel (10) spelen een toneelstukje waarin ze de lading van een containerschip lossen. ‘Kraanmachinisten takelen de lading van een schip op de wal. Ik speel kraanmachinist’, zegt Elianny. Ouiam speelt de kapitein. Ze geeft

Kraanmachinist Elianny

Kapitein Ervinio (9)

Stuurman Ismihan (10)

aan de haven door wanneer het schip met goederen in de haven is.

Bemanning op een containerschip

Imane, Shanty en Sibel spelen de bemanning van het containerschip. ‘Een kapitein van een groot schip kan niet alles zelf. Een containerschip heeft daarom bemanning nodig zoals een kok en stuurman’, zegt Shanty. Imane: ‘Ik speel stuurman. De stuurman let op dat een schip de juiste koers vaart en in de goede haven aankomt.’

Lijkt het jou leuk om meer over de haven te weten te komen? Je kunt met je klas meedoen aan het project Port Rangers. Kijk voor meer informatie op www.portrangers.nl


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – Jeugdarts Inge Moorman van het CJG Rijnmond heeft onderzoek gedaan naar energiedranken. Maar wat zijn energiedrankjes? En drink jij ze weleens? Junior (10), Nick (10), Zayd (9), Charlotte (9), Ines (11) en Kristel (11) van de Paus Joannesschool gingen hierover op 14 oktober met elkaar in gesprek. Tekst: Suzanne Huig ‘Energiedranken zijn dranken zoals Red Bull, Bullit, Monster en Burn. Ze bevatten veel cafeïne’, vertelt jeugdarts Inge. ‘Cafeïne is slecht voor kinderen. Je wordt er druk van’, zegt Charlotte. Junior: ‘Door te veel cafeïne kan je gedrag veranderen. Je kunt bijvoorbeeld gekke dingen gaan doen doordat je te veel energie hebt. En je kunt bijvoorbeeld moeilijk slapen en bent heel onrustig.’

Sportdranken

Junior (10): ‘Ik drink soms sportdranken zoals AA of Aquarius na mijn voetbaltraining als ik moe ben.’ ‘Sportdranken zijn beter dan energiedranken, omdat er geen cafeïne in zit. Maar in sportdranken zit net als in energiedranken wel heel veel suiker’, zegt Jeugdarts Inge. Nick: ‘Ik vind sportdranken wel een lekkere smaak hebben. Ze zijn lekker zoet.’ ‘Ik vind sportdranken heel chemisch smaken’, zegt Kristel.

Te veel suiker

Dit artikel is gemaakt in samenwerking met

De leerlingen van de Paus Joannesschool. Foto: Suzanne Huig

‘Ik heb de aanleg om dik te worden en suikerziekte te krijgen. Ik drink daarom geen sportdrankjes, energiedrankjes en frisdrank, want daarin zit veel suiker. De suiker zorgt voor veel calorieën. Je wordt dikker van te veel calorieën’, zegt Ines. Zayd: ‘De drankjes zijn ook slecht voor je tanden. Je kunt door de suiker gaatjes in je tanden krijgen.’

Speciale kinderdrankjes In één energiedrankje zitten 10 suikerklontjes. Foto: Arjen Jan Stada

‘Ik denk dat veel kinderen het stoer vinden om energiedrankjes te drinken. Ze willen daarmee opscheppen naar anderen’, zegt Ines. ‘Ik vind dat er speciale energiedrankjes moeten komen voor kinderen, zonder cafeïne en suiker’, zegt Kristel. Nick: ‘Ik vind dat het verboden moet worden dat supermarkten slechte drankjes verkopen aan kinderen en ouders.’

Anne Mieke Zwaneveld

recht op bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing

kinderombudsman van Rotterdam

ROTTERDAM – In het verdrag van de Verenigde Naties staan 40 kinderrechten. Een verdrag is een afspraak tussen landen. 193 landen hebben de kinderrechten ondertekend. Daarmee geven ze aan deze rechten te respecteren en zich eraan te houden. De kinderrechten gaan over alles waar een kind mee te maken kan hebben. Tekst: Suzanne Huig

‘Eén van de rechten is dat ieder kind moet worden beschermd tegen mishandeling en verwaarlozing. Ouders, verzorgers, meesters, juffen en bijvoorbeeld trainers van een sportclub moeten ervoor zorgen dat een kind wordt beschermd tegen geweld. Dat betekent ook dat zij zelf geen geweld mogen gebruiken tegen kinderen. De overheid treedt op als een kind wordt verwaarloosd of mishandeld’, legt kinderombudsman Anne Mieke Zwaneveld uit.

Soorten mishandelingen en verwaarlozing

Anne Mieke: ‘Als je geslagen wordt of geen eten krijgt, is dat lichamelijke mishandeling. Als je ouders je uitschelden of zeggen dat je niets goed doet, noem je dat geestelijke mishandeling. Sommige kinderen worden verwaarloosd. Je wordt bijvoorbeeld

verwaarloosd als je ouders je lange tijd geen aandacht geven of niet goed voor je zorgen. Je wordt ook verwaarloosd als je ouders vaak ruzie maken met elkaar en daarbij nooit rekening met jou houden.’

foto: jong010 / Suzanne Heikoop

Stel, naast jou wonen ouders met 2 kinderen. Je hoort de ouders heel vaak tegen elkaar schreeuwen en af en toe hoor je een harde klap. Wat zou jij doen?

Hulp van de kinderombudsman

‘In Nederland zijn elk jaar 119.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling. Om deze kinderen te helpen, is het belangrijk dat iemand herkent dat ze worden mishandeld. Als jij of een kind in jouw omgeving thuis of ergens anders wordt mishandeld, kun je naar mij toekomen. Ik zal naar je luisteren en samen met jou kijken hoe we de mishandeling kunnen stoppen. Ik weet wat de overheid tegen mishandeling doet en welke jeugdhulp er is. Ik kan je daarom goed helpen’, zegt Anne Mieke.

Je kunt van 09.00 uur tot 16.00 uur gratis bellen naar 0800 2345 111 of mailen naar info@kinderombudsmanrotterdam.nl

Lars (11): ‘Ik zou samen met mijn ouders met de buurkinderen gaan praten. Ik denk dat het fijn voor de kinderen is als ze hun verhaal kunnen vertellen. Mijn ouders kunnen met de ouders van de buurtkinderen gaan praten en hulp voor hen zoeken.’ Yanu (10): ‘Ik denk dat die kinderen zich niet blij en veilig voelen thuis. Ik zou de kinderen daarom proberen te helpen. Ik zou ze vaak uitnodigen om bij mij te komen spelen. Mijn ouders en ik zouden heel aardig voor ze zijn, zodat ze zich bij ons veilig voelen.’

foto's: Suzanne Huig


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – In verschillende wijken in Rotterdam hebben mensen last van ratten. Ratten leven in kelders, schuren, riolen en aan de rand van een sloot. Als er te veel ratten op één plek leven, geeft dat overlast. Tekst: Patricia Jaspers Ratten zorgen voor schade, doordat ze bijvoorbeeld aan kabels knagen en een hol graven. Rotterdammer Anneke Strasters is een actie begonnen tegen ratten. ‘Ratten dragen de ziekte van Weil bij zich en ze krijgen veel jonkies. Voor je het weet, heb je honderden ratten.’

Ramira en Daymira (9) laten een rattenval zien. De rattenval staat in de buurt van hun school.

Anneke Strasters deelt rattensnoepjes uit. ‘Ik wil graag in Rotterdam wonen, niet in ‘Ratterdam’.’ Foto's: Patricia Jaspers

KRALINGEN-CROOSWIJK – De leerlingen uit groep 5 en 6 van de Koningin Wilhelminaschool hebben tijdens de Keep It Clean Day het meeste straatafval opgeraapt: 341 kilo. De gebiedscommissie KralingenCrooswijk is blij met hun hulp. De leerlingen kregen daarom het boekje Bolle Arie. Tekst: Patricia Jaspers ‘Het boekje gaat over Bolle Arie. Dat is een rat. Hij wil het straatafval opeten’, zegt Ramira (8). ‘In het boekje hebben alle kinderen het vuil opgeruimd. Bolle Arie moet daarom een andere woonplek zoeken’, vertelt Jazlyne (8).

Ramira, Jazlyne, Jaynoah en Anischa lezen Bolle Arie. Dit boekje gaat over de gevaren van zwerfafval. Foto's: Patricia Jaspers

De schrijfster van het boek Bolle Arie wil een voerverbod in Rotterdam. ‘Ratten eten bijvoorbeeld brood dat in de sloot ligt voor eendjes. Ik vind het daarom goed als er een voerverbod komt’, zegt Jazlyne. ‘Je kunt ook gif geven aan ratten’, zegt Jaynoah (7). ‘Dat vind ik zielig. Andere dieren kunnen ook doodgaan door dat gif’, zegt Jazlyne. ‘Misschien moeten we kaas in het buitenland leggen, dan gaan de ratten daar vanzelf naartoe’, bedenkt Ramira.

‘Ik vind dat ratten best in de stad mogen leven als ze schoon zijn. We kunnen de ratten ook uitzetten in de dierentuin. Ze kunnen daar dan leven tussen de andere dieren.’

‘Ik vind ratten niet echt vervelend. Het is alleen vervelend dat ze dingen kapot knabbelen. Ik zou speciale rattenhuizen maken waar ratten prettig kunnen leven tot ze oud zijn.’

peer (10) zonder elkaar is iedereen alleen.

casper (9)

5:

Ruben (10)

’Ik vind dat ratten op straat mogen leven. Het is fijn dat ze ons afval opeten. We kunnen vogels trainen die ratten oppakken en buiten de stad loslaten. Of we maken speciale plekken rondom de stad waar de ratten kunnen leven. We kunnen ze daar naartoe lokken met de geur van afval of kebab.’

‘Ik vind het een leuk en leerzaam boek, want je leert dat je niet alles op de grond mag gooien. Ratten komen af op afval. Ik vind ratten niet gevaarlijk, maar wel smerig. Ze leven in het riool en eten afval’,

Hoe krijg je minder ratten?

oplossing van de rebus op pagina

Ratten met ziektes

zegt Anischa (10). ‘Ze verspreiden enge ziektes. In onze buurt staan rattenvallen’, zegt Ramira.


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – Veel gevechtskunsten die wij in Nederland beoefenen, komen uit Azië. Denk maar aan taekwondo, Wing Chun en Kung Fu. Kung Fu betekent letterlijk ‘hoge vaardigheid’. In Azië noemen ze deze sporten krijgskunsten. Je leert namelijk niet alleen jezelf te verdedigen, maar je leert ook over respect, eer, discipline en plezier. Tekst: Patricia Jaspers

Bij Wing Chun Kung Fu Rotterdam is de eerste les gratis. Meer informatie vind je op: Nino (8) en Yasmine proberen elkaars stoten af te weren.

www.vechtsportschoolrotterdam.nl

Foto's: Johannes Odé

DELFSHAVEN – Bij Wing Chun en Kung Fu leer je om sterk te zijn zonder kracht te gebruiken. Elke dinsdagavond krijgen kinderen van 7 tot en met 12 jaar les bij Wing Chun Kung Fu Rotterdam. Tekst: Patricia Jaspers

doordat ze hun ellebogen laag houden. ‘Je moet goed opletten hoe je staat. Je zet één voet naar voren en één naar achteren. Je handen houd je voor je gezicht’, zegt Milan.

‘Wing Chun is een zelfverdedigingssport. Het komt van een vrouw uit China. Ik vind het een leuke sport, want je leert verschillende stoten. Ik ken de technieken om mezelf te verdedigen als iemand mij aanvalt. Ik hoef iemand geen pijn te doen, maar kan diegene wel afweren’, vertelt Auishman (11).

‘Je kunt een stoot op je neus krijgen als je je handen opzij houdt’, zegt Joël. Auishman: ‘Ik vergeet soms mijn kaken op elkaar te houden.’ Milan: ‘Je krijgt sneller een bloedlip als je je kaken niet op elkaar hebt als je op je kaak wordt geslagen.’

Handen voor je gezicht

Yasmine (8): ‘Ik voel me veiliger op school door Wing Chun. Ik vind het fijn dat ik hier stoten kan oefenen.’

Milan (8) en Joël (10) oefenen korte stoten tegen elkaar. Hun stoten zijn krachtiger

Kaken

Maliyah (8), rechts: ‘Ik durf meer doordat ik op Wing Chun zit.’

Veilig

NOORD – Taekwondo is een Koreaanse zelfverdedigingssport. Leerlingen tussen de 7 en 12 jaar leren bij M.O. Martial Arts hoe zij zich kunnen verdedigen. Tekst: Patricia Jaspers In tweetallen staan de leerlingen tegenover elkaar. Ze hebben in iedere hand een staaf van piepschuim. De één deelt klappen uit met de staven. De ander houdt de klappen tegen. ‘We leren ons te verdedigen. Als iemand je aanvalt, mag je verschillende technieken toepassen. Maar je mag nooit zelf aanvallen’, legt Bastian (11) uit.

Borst vooruit

Celine (10): ‘Je moet niet meteen wegrennen als iemand je aanvalt. Je moet je aanvaller afschrikken.’ Pien (11): ‘Je kunt dat doen door je borst vooruit te doen en je kin omhoog te doen.’

Laat jezelf horen

Pien was verlegen voordat ze op taekwondo ging. ‘Ik durfde niet in het openbaar te spreken. Ik vind het nu leuk om een spreekbeurt te houden. Dat

komt doordat ik op taekwondo leer om mezelf te zijn. Als jij vindt dat je iets waard bent, mag je jezelf ook laten horen’, vertelt ze.

Doe het goede

Bastian zit 3 jaar op taekwondo. ‘Ik kan al mijn energie kwijt bij taekwondo. We leren technieken en we krijgen les over discipline. We leren om het goede te doen. Ik wil deze sport nog lang doen. Het is mijn droom om later mijn eigen taekwondoschool te hebben’, zegt hij.

Bastian slaat met zijn staven van piepschuim hard op de paal. Foto's: Johannes Odé


kinderstadskrant

dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

ROTTERDAM – Iedere dag anderhalve kilometer hardlopen met heel de klas. De leerlingen van basisschool de Toermalijn zijn sinds kort gestart met The Daily Mile. ‘We krijgen hierdoor een betere conditie en kunnen ons beter concentreren in de klas’, zegt Chailly (12). Tekst: Suzanne Huig ‘We zagen bij Nieuwsbegrip dat veel scholieren in Engeland en Schotland iedere dag hardlopen onder schooltijd. Ik vind rennen heel leuk. Ik heb daarom aan de juf gevraagd of wij ook iedere dag mogen hardlopen. De juf vond het een goed idee’, vertelt Martino (12).

De leerlingen lopen met elkaar anderhalve kilometer. Foto’s: Arjen Jan Stada

Elkaar aanmoedigen Chailly (12): ‘Ik heb overgewicht. Ik ben afgevallen doordat ik nu iedere dag op school 15 minuten hardloop. Ik ben daar heel trots op.’ Weronika (12): ‘Als je geen zin hebt, loop je met een maatje. Je kunt dan met elkaar praten en elkaar aanmoedigen.’ Zwetend en stinkend de klas in ‘Alle leerlingen lopen in hun eigen tempo en in de kleding die ze al aan hebben’, zegt Martino. ‘Ik vind het wel een beetje vies dat we niet in sportkleding rennen. We gaan nu zwetend en stinkend het klaslokaal weer in. Maar het kost te veel lestijd als we ons moeten omkleden’, zegt Alex.

Uitgeput na het rennen Alex (10): ‘De juf merkt het als we wat drukker worden in de klas. We gaan dan naar buiten om te rennen.’ Elis (9): ‘Ik vind het heel goed dat we dit doen. Ik ben uitgeput als ik heb gerend. Ik heb daardoor geen zin meer om druk te doen in de klas en concentreer me beter op mijn werk.’

ROTTERDAM – Ieder jaar worden in Nederland 119.000 kinderen thuis mishandeld of verwaarloosd. Van 14 tot en met 20 november is het de Week tegen Kindermishandeling. Groep 7 van de Prinses Julianaschool bekeek op 27 oktober animatiefilm ‘Niet gehoord, niet gezien worden’ en ging in gesprek over kindermishandeling. Tekst: Suzanne Huig ‘Het meisje in de film is heel stil. Ze probeert thuis zo weinig mogelijk geluid te maken. Ze is bang dat haar ouders gaan schreeuwen als ze te veel herrie maakt’, zegt Hajar (10). ‘Ze moet uit school gelijk naar huis en ze eet alleen. Ik denk dat ze zich eenzaam voelt’, zegt Shqipron (9). Bilal (10): ‘Ze zegt tegen haar juf dat het goed met haar gaat. Ze liegt over haar gevoel.’ Verbergen op school ‘Ik snap wel dat ze het voor de juf en haar klasgenoten wil verbergen. Ik denk dat ze niet wil dat mensen boos worden op haar ouders’, zegt Anouar (11). Nimet (10): ‘Als ze haar verdriet aan de juf laat zien, komen haar ouders daar misschien achter. Ik denk dat ze bang is dat haar ouders dan nog bozer worden.’ Groep 7 kijkt aandachtig naar de animatiefilm ‘Niet gehoord, niet gezien worden’. Foto’s: Johannes Odé

Je kunt de animatiefilm bekijken via

www.rotterdam.nl/weektegenkindermishandeling

Plezier en aandacht ‘Ik vind het erg dat ze stil moet zijn en alleen op haar kamer zit. Ik vind dat ieder kind plezier moet maken’, zegt Amal (10). ‘Ik zou me verdrietig voelen als ik geen aandacht kreeg van mijn ouders’, zegt Nora (10). Anouar: ‘Als ik thuis kom, vragen mijn ouders hoe het op school was. Dat geeft mij een fijn gevoel. Ieder kind verdient aandacht.’

Proberen te helpen ‘We weten niet waarom haar ouders dit doen. Misschien hebben ze problemen waardoor ze ruzie maken. Ik vind daarom dat mensen er niet over moeten oordelen, maar moeten proberen te helpen’, zegt Christian (10). Bilal O. (10): ‘Ze kan samen met haar juf met haar ouders gaan praten.’ ‘Ze kan ook naar de Kindertelefoon bellen. De Kindertelefoon kan tips geven om het fijner te maken thuis’, zegt Zakaria (10).

Vind jij dat er op iedere school les gegeven moet worden over kindermishandeling? ROTTERDAM – Kinderen die worden mishandeld, houden dat vaak geheim. Klasgenoten of vrienden weten vaak niet hoe ze kunnen helpen. De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat leerlingen meer weten over kindermishandeling en erover leren te praten. Ze maakte daarom voor de groepen 7 en 8 een speciale les. Vind jij dat er op iedere school les gegeven moet worden over kindermishandeling? Tekst: Suzanne Huig

Edlir (10): ‘Ik vind dat er op school geen les over kindermishandeling moet worden gegeven. Kinderen die worden mishandeld, kunnen daardoor verdrietig of gekwetst worden. Ik vind dat de juf of meester één op één over thuissituaties moet praten.’ Foto's: Johannes Odé

Houda (10): ‘Ik vind dat er les gegeven moet worden over kindermishandeling. Je leert dan aan wie je hulp kunt vragen. En je leert mishandeling beter herkennen en meer begrip te hebben voor slachtoffers van kindermishandeling.’


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016

10 jaar wereldmuziek

ROTTERDAM - Vind jij het belangrijk om muziekles te krijgen? De Muziekcoalitie zorgt ervoor dat alle leerlingen in Rotterdam muziek kunnen maken. Grounds, SKVR en Codarts geven muzieklessen en organiseren concerten in het gebouw ‘World Music & Dance Centre’ (WMDC) op de Pieter de Hoochweg. Het gebouw bestaat deze maand 10 jaar. Cristiano (12) krijgt cavaquinholes in het gebouw. Tekst: Suzanne Huig ‘Het WMDC is een bijzonder gebouw. Je kunt er muziekinstrumenten leren bespelen uit de hele wereld. We vieren deze maand dat het gebouw 10 jaar open is’, vertelt Cristiano.

Half Kaapverdiaans

Cristiano: ‘Een cavaquinho is een soort kleine gitaar. Ik bespeel het instrument ruim 3 jaar. Ik ben half Kaapverdiaans. In Kaapverdië spelen veel mensen cavaquinho. Ik was daarom heel benieuwd naar het instrument en wilde op les.’

Oefenen voor een optreden

Cristiano: ‘Ik treed ongeveer één keer per maand op. Ik oefen de dag voor een optreden 2 uur achter elkaar de liedjes die ik moet spelen. Ik vind het belangrijk dat het goed gaat, zodat het publiek trots is. Ik vind het leuk om anderen blij te maken met mijn muziek.’

Les in het WMDC

‘Iedere zaterdag krijg ik samen met mijn vriend Bavo (8) les in het WMDC. Ik vind dat gezellig en fijn. Als we iets lastig vinden, helpen we elkaar. De snaren van een cavaquinho zijn van ijzer gemaakt. Ze snijden daardoor een beetje in je vingers. Aan het begin deed dat pijn, maar nu ben ik eraan gewend’, zegt Cristiano. Cristiano oefent op zijn cavaquinho. Foto's: Arjen Jan Stada

Wil jij meer informatie over het World Music & Dance Centre? Kijk op www.wmdc.nl

Kijk voor muzieklessen en muziekopdrachten op www.orenopen.nl

De Muziekcoalitie bestaat uit Music Matters, SKVR, kunsthogeschool Codarts Rotterdam, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Doelen en Grounds.

Wil je graag iemand anders spelen of optreden voor je ouder(s) of verzorger(s)? We leggen in 5 stappen uit hoe je een toneelstuk maakt. Van verhaal tot voorstelling.

Foto’s: kim ketting

Leer de tekst die jij moet zeggen tijdens het toneelstuk uit je hoofd.

Kies of schrijf een verhaal. Je kunt iets grappigs of avontuurlijks verzinnen of bijvoorbeeld een sprookje kiezen.

Verdeel de rollen. Wie spelen er mee in jouw toneelstuk? Een boze oma, verstrooide professor of een strenge juf of meester? En welke tekst uit het verhaal hoort bij welke rol?

Een oma beweegt bijvoorbeeld anders dan een piraat. Het is daarom ook belangrijk om de bewegingen bij jouw rol te oefenen.

Presenteer je verhaal aan het publiek. Laat zien wat jij kunt!

Vond je het leuk om op te treden? Kun je je goed verplaatsen in een andere rol? Dan is theater waarschijnlijk iets voor jou! Kijk op www.skvr.nl/theater voor meer informatie.

Yvonne volgt dankzij het Jeugdcultuurfonds dansles bij Talentz Skool in IJsselmonde. Tekst en foto: Angelique van Tilburg

Yvonne (11): ‘Ik voel me vrij als ik dans. Ik vergeet dan alles. Als ik verdrietig, boos, of bezorgd ben, maak ik daar zelf een dansje of liedje over. Het rotgevoel gaat dan over. Ik wil later mijn talenten laten zien aan de wereld. Ik wil ook danslerares worden voor kinderen in Afrika. Ik geef die lessen dan gratis. Ik vind dat iedereen moet kunnen dansen.’

Wil jij dansen, muziek maken, toneelspelen of zingen, maar is er thuis geen geld voor lessen? Kijk dan met je ouders, verzorgers of leerkracht op www.jeugdcultuurfonds.nl/rotterdam


dE rotterdamse kinderkrant NOVEMber 2016 NOORD – Mevrouw Van As is geboren tijdens de Tweede

Wereldoorlog. Tijdens de Kinderboekenweek vertelde ze aan groep 8 van basisschool COS de Wereld hoe het vroeger was. ‘Ik wil graag meer leren over vroeger. Ik ben daarom blij dat mevrouw Van As hier is’, zegt Imane (11).

Tekst: Patricia Jaspers

Achraf (11): ‘Ik ben benieuwd hoe mensen leefden tijdens de oorlog.’ ‘Dat was geen leuke tijd hoor. Telkens als we een vliegtuig hoorden, ging mijn moeder met mij onder de trap zitten. De trap bleef meestal overeind staan tijdens een bombardement’, vertelt mevrouw Van As.

25 cent zakgeld per week

Sofanias (11) is benieuwd hoeveel zakgeld mevrouw Van As kreeg. ‘Ik kreeg 25 cent per week. Ik kocht daar meestal een ijsje van. Dat was nieuw in die tijd, net als de televisie. Niet iedereen had thuis een televisie. Ik ging altijd bij iemand anders televisiekijken.’ Imane: ‘Ik zou willen dat dat nu nog zo was. Het is veel gezelliger om samen televisie te kijken. Je bent dan niet alleen.’

Strafwerk Imane vond het leuk dat mevrouw Van As er was. ‘Ze vertelde heel goed en duidelijk.’ Foto's: Patricia Jaspers

Mevrouw Van As vindt dat de scholen nog hetzelfde zijn als vroeger. ‘Wij leerden hetzelfde als jullie en haalden ook kattenkwaad uit. Als we straf kregen, moesten we in de hoek staan.’ Stephanie (11): ‘Dat is anders dan nu. Wij moeten achterin de klas zitten en strafwerk schrijven.’

NOORD – Sommige kinderen beoordelen anderen op

hun uiterlijk of spullen. In sommige landen dragen leerlingen schooluniformen. Leerlingen kunnen elkaar dan niet pesten of buitensluiten om hun kleding. Stel, je moet op school een uniform dragen. Hoe zou jij dat vinden? Leerlingen van de Imeldaschool geven hun mening.

‘Ik vind het geen goed idee om een schooluniform te dragen. Ik kan mezelf niet zijn als ik een verplicht uniform aan moet. Dat lijkt mij heel vervelend. Met mijn kleding kan ik laten zien wat ik mooi vind.’

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik vind het niet leuk als kinderen elkaar beoordelen op hun uiterlijk. Je kunt iemand daardoor verdrietig maken. Ik vind het een goed idee om een uniform te dragen op school. Je kunt als iedereen hetzelfde draagt niets gemeens over een ander zijn kleding zeggen.’

‘Ik vind de meeste uniformen lelijk. Ik wil daarom geen schooluniform dragen. Ik denk dat leerlingen van andere scholen ons gaan uitlachen als we een uniform dragen.’

Nassim (11)

‘Ik zie soms dat klasgenoten elkaar beoordelen op hun uiterlijk. Ik vind dat niet leuk. Ik denk dat een schooluniform niet helpt. Iedereen heeft een andere huidskleur, haarkleur en een ander gezicht. Zelfs als iedereen hetzelfde uniform draagt, blijft iedereen verschillend.’

Hammad (11)

Khadija (9) ‘Ik vind het een goed idee om een schooluniform te dragen. We lijken dan allemaal meer op elkaar. Ik denk dat we daardoor meer begrip voor elkaar hebben.’

Siham (10)

Dounia (11)

Metehan (9)

‘Mijn opa moest vroeger een schooluniform dragen. Hij heeft mij verteld dat zo’n uniform niet lekker zit. Ik houd van kledingstukken die lekker zitten. Ik wil daarom geen schooluniform dragen.’