Naar de brugklas

Page 1

Brugpiepen doe je zo!


Dit boek is je aangeboden door:

www.hoofd 2


Voor wie is dit boek? Voor jou, omdat je bijna naar de brugklas gaat.

dstuk2.net Wat vind je in dit boek? Heel veel informatie over de brugklas EN heel veel mogelijkheden om je herinneringen aan de basisschool te bewaren EN heel veel doe-opdrachten om je voor te bereiden op de brugklas. Maar vooral is dit boek heel leuk!

Waar kun je dit boek gebruiken? Op je basisschool en thuis.

Hoe? Kijk maar!

3


6-7

Alles over mij

8

Op het VO zit het zo

9

De brugperiode en de onderbouw

10-11

De verschillende schoolsoorten

12-18

Wat is wat? Nieuwe vakken in de brugklas

Doen 1: invullen maar! Doen 2: wat hoort bij wat?

Doen 3: natuurkundeproefje Doen 4: scheikundeproefje Doen 5: welke taal is dit? Doen 6: mijn droomtoekomst

www.hoofd Doen 7: dit vak lijkt mij wel/niet leuk

19-20

Roosters

21

Wist je dat….

22-23

Even voorstellen!

24

Ook goed om te weten

25-26

Brugpieper zijn, hoe doe ik dat?

27

Vóór de eerste schooldag

28-29

Zoekplaatje

30

De eerste schooldag

Doen 8: wie doet wat?

Doen 9: wat hoort bij wat?

Doen10: zoek de schoolspullen

31 Groepsvorming in je nieuwe brugklasgroep 32-35

Nieuwe vrienden maken

36

Bruggers over de eerste schooldag

37

Tips voor in de brugklas

38

Boeken kaften

39

De eerste schoolweken

40

Bruggers over de eerste schoolweek

41

Interview met bruggers

42-43

Brugklas-abc

44

Ben jij klaar voor de brugklas?

4

Doen 11 en 12: over vrienden maken

Doen 13: interview

Doen 14: brugklastest


Doen 15: vragen aan jezelf

45-47

Leren doe je zo

48-49

Plannen

50-51

Uitstelgedrag

52-53

Huiswerk stap voor stap

54-56

Welke leerstijl heb jij?

57

10 Leertips

58

Naar de brugklas-quiz

59

Maak een collage

Doen 19: collage maken

60-61

Herinneringsfilmpje

Doen 20: maak een herinneringsfilmpje

62

Afscheidsrap of –gedicht

63

Interview

64

Reclameflyer

65

Brugklas-memoryspel

Doen 24: brugklasmemoryspel!

66-68

Mijn basisschoolltijd

Doen 25: jouw herinneringen

69

Beste vrienden

Doen 16: jouw eigen weekplanner

Doen 17: leerstijlentest

Doen 18: speel de brugklasquiz!

dstuk2.net Doen 21: rap of gedicht over de basisschool Doen 22: interview elkaar!

Doen 23: reclameflyer over de VO-school

Doen 26: plakken en invullen maar!

70 En hier schrijven je klasgenoten iets voor jou

Doen 27: invullen maar!

71

Kamp groep 8

Doen 28: invullen maar!

Jouw groep 8-musical!

Doen 29: invullen maar!

72

Meesters en juffen

Doen 30: invullen maar!

73

Woordenhusselaar

Doen 31: puzzel

74

Brugklaspuzzel

Doen32: puzzel

75

Dobbelspel

76

Hallo brugklas

77

Checklist naar de brugklas

78-80

Antwoorden

81

Webadressen en bronnen

82

Colofon

71

5

Doen 33: over jouw toekomst Doen 34: invullen maar! Doen 35: vink af wat je nodig hebt


www.hoofd

6


dstuk2.net

7


Wat hoort bij wat? Teken pijlen van de stippen naar het vak met de juiste school. Kijk naar de voorbeeldpijl.

Hier heb je niet zo veel huiswerk.

Hier zijn de schooltijden elke dag anders.

Hier zit je de hele dag in hetzelfde lokaal.

Hier blijf je over of lunch je thuis.

Hier heb je altijd dezelfde leraar.

Hier heb je af en toe een toets of repetitie.

Hier heb je les in meerdere talen, zoals Frans en Duits.

Hier krijg je scheikunde.

www.hoofd Hier heb je veel huiswerk.

Hier doe je gezellig spelletjes op het schoolplein.

Hier wissel je na elke les van lokaal.

Hier krijg je bijna ieder uur een andere docent.

Hier heb je les van meerdere docenten.

Hier heb je een mentor.

Hier heb je geen kluisje.

Hier krijg je soms wel drie repetities op een dag.

Hier heb je je eigen schoolboeken die je iedere dag mee naar huis neemt.

Hier eet je in de kantine. Hier heb je een meester of een juf.

Kijk achter in dit boek voor de antwoorden.

8


De brugperiode Waarom heet het eigenlijk brugperiode? Dit komt omdat deze periode een brug vormt tussen de basisschool en de middelbare school. De brugperiode duurt een of twee jaar. Hierin wordt duidelijk of je op de juiste plek zit en welke schoolsoort het beste bij jou past.

dstuk2.net Meestal zit je in de klas met kinderen die hetzelfde schooladvies hebben. Bijvoorbeeld: Brugklas vmbo Brugklas vmbo-havo Brugklas havo-vwo

De onderbouw Alle middelbare scholen beginnen met minstens twee jaar onderbouw. Iedereen krijgt voor een groot deel dezelfde vakken. Hoe moeilijk die vakken zijn hangt af van de schoolsoort waar je op zit. De onderbouw bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs in de bovenbouw.

9


In het voortgezet onderwijs zijn er verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Waar ga jij heen?

Praktijkonderwijs In het praktijkonderwijs wordt voor elke leerling apart een plan gemaakt. Je krijgt vakken die speciaal gericht zijn op het beroep dat je wilt gaan doen. Je krijgt veel praktijk en doe-lessen. Meestal duurt de opleiding 5 jaar.

(LWOO) Leerwegondersteunend onderwijs

www.hoofd Het lwoo is voor kinderen die extra hulp nodig hebben. Je krijgt dan in het vmbo les in bijvoorbeeld je eigen tempo, in kleinere groepen of met extra begeleiding. De lesstof blijft hetzelfde.

Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs In het vmbo heb je vier leerwegen: - de basisberoepsgerichte leerweg de kaderberoepsgerichte leerweg de gemengde leerweg de theoretische leerweg: mavo of mavo-plus

Met je vmbo-diploma kun je altijd naar het mbo. Soms kun je met de theoretische of gemengde leerweg naar de havo. Maar dan moet je wel voldoen aan de toelatingseisen.

Bij de eerste twee leerwegen, de basisen kaderberoepsgerichte leerweg, krijg je veel praktijk. Daar leer je dus veel door te doen. Dat is fijn als dat je sterke kant is, je hoeft dan niet zo veel te leren uit boeken.

Wist je dat veel scholen vmbo theoretische leerweg ook wel mavo noemen?

Bij de gemengde en theoretische leerweg moet je veel meer uit boeken leren. Je krijgt dus niet zo heel veel doelessen.

Havo - hoger algemeen voortgezet onderwijs De havo is weer wat moeilijker dan het vmbo. Na de havo kun je hbo gaan doen.

Mavo-plus is een goede voorbereiding op de havo.

10


vmbo duurt 4 jaar

Vwo - voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

Hoe lang zit je op school?

Als je vwo gaat doen, kun je op het atheneum of het gymnasium komen. Het atheneum is moeilijker dan de havo. Het gymnasium is het atheneum, met de extra vakken Grieks en Latijn erbij. Na het vwo kun je naar de universiteit, maar ook naar het hbo.

havo duurt 5 jaar

vwo duurt 6 jaar

Kies je profiel na de onderbouw

dstuk2.net In de eerste jaren van het voortgezet onderwijs krijg je veel informatie en praktijk over de te kiezen richtingen, zodat je na twee of drie jaar een keuze kunt maken uit een van de profielen.

Profielen vmbo

Profielen havo-vwo

Aan het eind van het tweede leerjaar – of eerder - kies je in het vmbo voor een van de tien profielen:

In havo en vwo kies je na twee of drie jaar uit vier profielen: - Natuur en techniek - Natuur en gezondheid - Economie en maatschappij - Cultuur en maatschappij

- Bouwen, wonen en interieur - Produceren, installeren en energie - Mobiliteit en transport - Media, vormgeving en ICT - Maritiem en techniek - Zorg en welzijn - Economie en ondernemen - Horeca, bakkerij en recreatie - Groen - Dienstverlening en producten

Weetje: ongeveer 20 procent van de leerlingen gaat naar de havo. Nog eens 20 procent gaat naar het vwo en de meeste kinderen (60 procent) naar vmbo of praktijkonderwijs.

LET OP: In de theoretische leerweg zijn er ‘maar’ vier profielen te kiezen: - Techniek - Zorg en welzijn - Economie - Landbouw (Groen)

11


Mentorles Een mentor is een moeilijk woord voor leerlingbegeleider. Bij je mentor kun je terecht met al je vragen en problemen. Dat kan in een een-op-een gesprek maar ook in de mentorles. In deze les praat je met de klas en je mentor over allerlei schoolzaken. Je leert hoe je je huiswerk kunt plannen, hoe je omgaat met je agenda en proefwerken. Soms worden er tijdens deze les leuke dingen georganiseerd, zoals een klassenfeestje.

Nieuwe vakken in de brugklas Spannend! Je krijgt op het voortgezet onderwijs veel nieuwe vakken. Welke vakken dat zijn, verschilt per school. Op het vwo krijg je bijvoorbeeld economie, in het vmbo verzorging. Lichamelijke opvoeding Gym en andere sportactiviteiten. Een beetje zoals op de basisschool, maar dan uitgebreider.

www.hoofd Economie Economie krijg je vaak vanaf het tweede jaar. Je leert hier bijvoorbeeld over geld, welvaart, de arbeidsmarkt en sociale zekerheid.

Verzorging Je leert hoe je moet koken en hoe je gezond kunt leven. Je leert over voeding, leefstijl en gezondheid, zorgen voor jezelf en anderen, relaties, seksualiteit en meer. Beeldende vorming Creatief bezig zijn, zoals tekenen en handvaardigheid. Je maakt mooie werkstukken met verschillende materialen, zoals klei, papier-maché en hout. Je leert ook over kunst.

Wiskunde Wiskunde lijkt een beetje op rekenen, maar is toch heel anders. Je rekent met formules en grafieken. Het is best moeilijk uit te leggen. Maar je gaat het meemaken!

12

Muziek Hoe muzikaal ben jij? Daar kom je tijdens deze les achter! Zingen, rappen of op je eigen instrument spelen, dat kan allemaal tijdens muziek. Je luistert ook naar muziek en bespreekt songs en muziekstukken.

Bijles of studie-uur Als je moeite hebt met een vak, kun je extra hulp krijgen bij je huiswerk.


Natuurkunde Je leert over natuurlijke verschijnselen, zoals de zwaartekracht, warmte, licht en magnetisme. Jullie doen ook proefjes in de klas. Hier alvast een voorproefje om in de klas uit te proberen:

Doen Natuurkundeproefje. Verken je zintuigen: het gevoel

Nodig 3 glazen 3 ijsblokjes water uit de kraan warm water

dstuk2.net Stappen 1. Zet de glazen voor je neer op tafel. 2. Doe in een glas de ijsblokjes en vul aan met kraanwater. 3. Vul het tweede glas met alleen kraanwater. 4. Vul het derde glas met warm water waar je nog net je vingers in kunt houden. 5. Houd nu één vinger van je linkerhand in het glas met het water met de ijsblokjes, en één vinger van je rechterhand in het warme water. 6. Houd je vingers drie minuten in het water. 7. Steek ze daarna direct in tweede glas met het kraanwater. Vraag 1: Wat voel je?

Vraag 2: Hoe zou dat kunnen komen?

Vraag 3: Wat heb je geleerd?

De antwoorden vind je achter in dit boek.

13


Scheikunde In de scheikundeles doe je onderzoek naar stoffen, zoals vloeistoffen en gassen. Je doet ook proefjes in de klas, zodat je kunt zien hoe de stoffen op elkaar reageren. Hier alvast een voorproefje om in de klas uit te proberen:

Doen Scheikundeproefje: geld wassen

Nodig munten van 5 eurocent drinkglas citroensap timer 15 minuten

www.hoofd Stappen 1. Vul een glas met een laag citroensap.

Vraag 1: Wat zal er gebeuren als je de munten in het glas met citroensap legt?

2. Leg de munten in het glas met citroensap. 3. Zet de keukenwekker op vijf minuten. 4. Wacht tot de keukenwekker afgaat. 5. Haal de munten uit het glas.

Vraag 2: Wat is er gebeurd?

Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt?

De antwoorden vind je achter in dit boek.

14


Maatschappijleer Je leert over maatschappelijke onderwerpen, zoals politiek, burgerschap, democratie en rechten en plichten, maar ook over het nieuws in de media. Levensbeschouwing Levensbeschouwing is de manier waarop je tegen het leven aan kijkt. Je kunt een godsdienst hebben, maar er zijn ook levensbeschouwingen zonder een geloof in God of goden. Je krijgt les over alle geloven en geloofsovertuigingen. Frans, Duits en Engels In de lessen Frans, Duits of Engels leer je de taal spreken en schrijven! Welke taal vind jij het leukst om te leren?

Biologie Biologie gaat over alles wat te maken heeft met levende dingen: dieren, mensen en planten. Je leert bijvoorbeeld over organen, cellen en andere zaken waaruit een mens is opgebouwd.

dstuk2.net Als je de basisberoepsgerichte leerweg doet, krijg je alleen Engels. Als je vmbo doet, krijg je naast Engels nog een vreemde taal.

Doen Wat staat hier? Welke taal is dit? Vul in!

Als je havo of vwo doet, krijg je niet alleen Engels maar nog twee extra talen. Dat kan Frans of Duits zijn, maar ook bijvoorbeeld Spaans. Als je gymnasium doet, krijg je ook nog Grieks en/of Latijn. Welke taal

Schrijf hier in het Nederlands wat het betekent

I am going to school J’adore les vacances Wie spät ist es?

De antwoorden vind je achter in dit boek.

15


Praktijkvakken (vmbo) Een aantal uur per week ga je aan het werk met de praktijkvakken. Zo bereid je je voor op de profielen die je na de brugperiode gaat kiezen. Je leert dus alle profielen goed kennen, zodat je weet welk profiel het best bij jou past.

Lob: Loopbaanoriëntatie en -begeleiding Hier oriënteer je jezelf op jouw toekomst. Je komt erachter welke beroepen je leuk vindt, waar je goed in bent en waar je blij van wordt. Kortom, je maakt plannen voor je toekomst en zoekt uit wie jou daarbij kan helpen.

www.hoofd Doen Bij Lob (loopbaanoriëntatie en -begeleiding) oriënteer je jezelf op jouw toekomst. Weet jij al een beetje hoe jouw toekomst eruitziet? Stel je voor dat alles mogelijk is. Wat is dan jouw droomtoekomst? Laat dit zien in het lege vlak op de pagina hiernaast. Dit kun je doen door:

een verhaaltje te schrijven over hoe jouw droomtoekomst eruitziet.

OF door een tekening/collage te maken, met plaatjes en woord en die iets te maken hebben me t jouw droomtoekomst.

16


dstuk2.net 17


Leergebieden en vakken Het onderwijs in de onderbouw moet voldoen aan eisen. Dat zijn de kerndoelen. Scholen bepalen zelf hoe ze het onderwijs inrichten. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen voor vak- of leergebieden, of projecten waar meerdere vakken onderdeel van zijn.

Voorbeelden van leergebieden, en de bijbehorende vakken:

Mens en maatschappij Je werkt aan leerdoelen die te maken hebben met geschiedenis, aardrijkskunde, economie en levensbeschouwing.

Mens en natuur Mens en natuur is een leergebied waarbij je de vakken biologie, scheikunde en natuurkunde volgt.

Kunst en cultuur Hier leer je alles wat te maken heeft met kunst, design, dans, muziek, drama, fotografie, film en vormgeving.

www.hoofd Wist je dat veel scholen een speciale klas aanbieden, zoals een sportklas, theater- kunstof dansklas?

Doen

Welke vakken lijken jou wel/niet leuk?

Vak

Dit vak lijkt mij wel/niet leuk, omdat

18


In groep 8 zit je de hele dag in je eigen lokaal met dezelfde juf of meester. In de brugklas zit je bijna elk lesuur in een ander lokaal, met steeds een andere docent. Je loopt dan wanneer de bel gaat van lokaal naar lokaal. Dat is wel even wennen, maar je bent niet de enige voor wie dit nieuw is. Samen met je nieuwe klasgenoten vind jij snel de weg in je nieuwe school. In je rooster staat welke les je hebt, op welk tijdstip, in welk lokaal. Indeling lesrooster Een lesuur duurt vaak vijftig minuten. Sommige scholen hebben lessen van zestig of zeventig minuten. Enkele scholen hebben geen vaste lesuren. Op die scholen werken de leerlingen aan praktische opdrachten of projecten. Op de meeste scholen verandert het rooster ongeveer elke drie maanden.

Blokuur Als je twee lesuren achter elkaar hetzelfde vak in het rooster hebt staan, heet dat een blokuur.

Middelbare scholen bepalen zelf op welke tijden ze les geven. En hoe lang de lessen duren. Ze moeten wel een verplicht aantal uren per jaar halen.

App en web De meeste scholen werken met een App waarin jij je rooster vindt en alle belangrijke informatie van school. Op de website van de school kun je als leerling inloggen in de leerlingomgeving waar je ook belangrijke info vindt.

dstuk2.net Welk lokaal?

Welke boeken mee? Heb ik huiswerk? Proefwerk?

SO?

Hoe laat moet ik op school zijn? Welk cijfer heb ik?

Lunchen op school Op alle middelbare scholen lunchen leerlingen in de kantine of in de aula. Je kunt je eten en drinken op school kopen of zelf meebrengen.

19


Voorbeeldrooster En zo kan een rooster er op jouw nieuwe school uitzien: Ma

Di

1MA Wo

Do

Vr

1

8:20 Zdm 9:10 AK

W28 Bwr WI

W31 Gsb DR

W03 Btr BI

W43

2

9:15 Hrs 10:05 EN

W23 Hrs EN

W13

Bwr

Gsb w31 DR

W03 Hrs EN

W17

3

10:25 Hrs 11:15 OZU

W12 Kre NE

W21 WI

Hrs OZU

W18 Lms GS

W31

4

11:20 Gks 12:10 FA

W23 Gks FA

W23 Bch LB

W27 Kre NE

W31 Goo MK

W29

5

12:15 Bwr 13:05 WI

W27 Hrs MZU

W12 Lms GS

W28 Goo MK

W29 Kre NE

W18

6

13:05 13:40

7

13:40 Btr 14:30 BI

8

14:35 15:25

9

15:30 16:20

www.hoofd W44 Zdm AK

W26

Gvr

BO

Gks W11 FA

W16

Pnx

W32

BV

Het kan ook anders Er zijn scholen die het op een andere manier aanpakken. Daar staan bijvoorbeeld keuzewerkuren op het rooster, waarin de leerlingen zelf mogen kiezen naar welke docent ze gaan. Of ze hebben huiswerkuren, blokuren van tachtig minuten of weken met vier lesdagen en één dag projectonderwijs. Hoe zal dat op jouw school geregeld zijn?

Leraar ziek? Dan krijg je soms een invaller, soms een roosterwijziging en soms heb je een uurtje vrij. De meeste scholen zorgen er dan voor dat je huiswerk kunt maken.

Tussenuur? Soms staan er tussenuren in je rooster waarop je geen les hebt. Meestal kun je dan in een ruimte onder toezicht werken.

20


…er jaarlijks zo’n 200.000 leerlingen naar de brugklas gaan? …er zo’n 1450 vestigingen van scholen voor voorgezet onderwijs zijn?

dstuk2.net …er per klas twee kinderen dyslexie hebben en dus veel moeite hebben met lezen en spelling? Gelukkig hebben de meeste scholen voor voortgezet onderwijs een dyslexiecoach.

…tot het schooljaar 2009/2010 ouders de boeken voor hun

kinderen in het voortgezet onderwijs moesten betalen? Nu hoeft dat niet meer. De school zorgt voor de aanschaf van boeken en ander lesmateriaal.

…leerlingen op het voortgezet onderwijs overwegend positief zijn over school? Een grote groep ervaart wel veel druk over schoolwerk. …pesten afneemt op het voortgezet onderwijs? In 2014 werd nog 11 procent van de leerlingen gepest, nu is dat 5 procent.

21


Een groot verschil met de basisschool is dat je op de middelbare school met heel veel verschillende mensen te maken krijgt. Even voorstellen! Directeur of rector Die ken je al van de basisschool. De directeur geeft leiding aan alle medewerkers van de school. Hij maakt ook plannen om een nog betere school te worden.

Leraar of docent Daar heb je er dus heel veel van! Leraren geven niet alleen les maar hebben er vaak nog taken bij. Sommigen zijn mentor, anderen organiseren bijvoorbeeld het schoolkamp. Mediatheekmedewerker Op je nieuwe school is waarschijnlijk een mediatheek. Je kunt daar boeken inkijken en op computers werken. De mediatheekmedewerker helpt je daarbij en zorgt ervoor dat iedereen zich aan de regels houdt.

www.hoofd Adjunct-directeur of conrector Omdat er op een school best veel geregeld moet worden, kan de directeur dat niet alleen. De adjunct zorgt ervoor dat alle plannen ook echt werken. Hij of zij helpt de directeur. Samen pakken zij de taken op om alles op school goed te laten verlopen. Er zijn verschillende namen voor adjunctdirecteur, zoals conrector, brugklas- of onderbouwcoördinator. Amanuensis of technisch onderwijsassistent (TOA) De amanuensis of TOA helpt bij de proeven in de natuurkunde- of scheikundeles. Hij zet alles klaar en helpt bij het uitvoeren van de proefjes. Conciërge Die ken je vast al van de basisschool. De conciërge is het manusje-van-alles op school. Meestal is de conciërge ook de persoon bij wie je je moet melden als je ziek bent of te laat. Decaan Bij de decaan kun je met al je vragen terecht over opleidingen en beroepen. Hij of zij kan je begeleiden bij het kiezen van een studierichting of een vervolgopleiding.

Mentor of klassenleraar Op je nieuwe school krijgt je klas een mentor. Hij of zij legt alles uit over je nieuwe school. Met je mentor kun je alles bespreken. Als je bijvoorbeeld problemen hebt of als je iets niet begrijpt. Je mentor houdt jouw klas goed in de gaten. Maar ook volgt hij jou: hij kijkt hoe het met de cijfers gaat, en hoe jij je voelt op school. Je ouders kunnen ook contact opnemen met jouw mentor als ze dat nodig vinden, en soms neemt de mentor contact met je ouders op. Op veel scholen heb je een vast mentoruur op het rooster staan. In dat uur krijg je allerlei informatie en kun je vragen stellen. Systeembeheerder Zorgt ervoor dat alle computers werken. Vertrouwenspersoon Helaas hebben sommige leerlingen zulke grote problemen dat ze er niet met hun ouders, vrienden of mentor over kunnen of willen praten. Bijvoorbeeld omdat zij zich schamen. Dan is het heel belangrijk dat je het toch bespreekt. Dat kan met de vertrouwenspersoon op school. Samen kijken jullie hoe je jouw probleem het beste kunt aanpakken. Een vertrouwenspersoon zal nooit zomaar je probleem doorvertellen!

22


Wie doet wat?

Niet storen! Ik ben plannen aan het maken voor een nog betere school.

Zoek de juiste baan bij deze mensen.

Kom maar binnen! Welke informatie zoek je? Of wil je alleen rustig komen werken aan je werkstuk?

Ik ben ...

Ik heb een hele drukke baan! Ik coördineer en regel van alles voor de school, samen met de directeur en het team.

Ik ben ...

dstuk2.net Ik heb regelmatig gesprekjes met jou over hoe het met je gaat op school, maar ook daarbuiten.

Ik ben ...

Ik loop rond in de natuurkundeles om jou te helpen met proefjes.

Ik ben ...

Ik ben van alle markten thuis. Ik doe klusjes en geef een briefje als je te laat komt. En ik heb tijd voor een praatje met jou.

Ik ben ...

Niet iedereen komt bij mij voor een gesprek. Alleen als jij dat graag wil, sta ik voor jou klaar! En bedenk dat je mij altijd kunt vertrouwen.

Ik ben ...

Ik ben ...

Kijk achter in dit boek voor de antwoorden.

23


School en je ouders Het contact tussen je ouders en je nieuwe school is veel minder en anders dan ze gewend waren van de basisschool. Dat is voor hen en voor jou wennen. Voor jou betekent het dat je veel meer zelf moet regelen. Als iets niet goed loopt, of als je iets niet begrijpt, of als je problemen hebt met een leraar, ga dan naar je mentor. Of vraag een klasgenoot hoe hij of zij dat doet. Voor je ouders betekent het dat ze minder goed weten hoe het met jou gaat op school. Je kunt ze helpen door over school te vertellen

www.hoofd Het rapport Je krijgt drie à vier keer per jaar een rapport. Net als op de basisschool zijn er in de brugklas oudergesprekken waar je ouders met de docenten kunnen bespreken hoe het met je gaat. Ziek? Tandarts? Orthodontist? Als je niet naar school kunt, moeten je ouders dat doorgeven.

24


Het is zover, je eerste dag in de brugklas begint. Spannend? Ja natuurlijk. Dat vindt iedereen! Praat er gewoon over met de andere nieuwe brugklassers. Zo leg je makkelijk contact en zul je ontdekken dat je niet de enige bent die het spannend vindt. En, zo heb je steun aan elkaar. Gaan er klasgenoten van jouw basisschool naar dezelfde school? Spreek dan af om de eerste dag samen te fietsen. Samen onwennig een nieuwe school binnenstappen is net een beetje fijner dan in je eentje. En dan nog dit: trek je niets aan van al die stomme bijnamen: brugpieper, brugsmurf, brugmug. Iedereen op school is het geweest, of zit nu in hetzelfde schuitje!

dstuk2.net 25


De overgang van groep 8 naar de brugklas. Vul in: hoort het bij de brugklas? Of bij groep 8?

Brugklas of groep 8? Je kent iedereen: leerlingen en leraren. Je weet de weg in de school. Hier word je veel zelfstandiger. Je kent al je klasgenoten. Ze noemen je brugpieper of brugsmurf.

www.hoofd De hormonen gaan echt werken. Je gaat de pubertijd in. Je bent een van de oudsten.

De jonge kinderen kijken tegen je op en vinden jou heel groot.

Je kent nog niemand of misschien een paar mensen.

Je weet nog niet waar je moet zijn. Het gebouw is nieuw voor je. Hier ben je misschien al een beetje aan het puberen.

Je bent een van de jongsten. Waarschijnlijk kijk jij nu tegen de oudsten op. Hier kan je best vaak naar de meester of juf lopen om vragen te stellen. Je moet je klasgenoten nog leren kennen. Hier heb je een kluisje. Hier heb je een mentor. Al je schoolboeken liggen in je klas. Hier weet je welke regels er gelden. Hier heb je geen agenda nodig.

26

De antwoorden vind je achter in dit boek.


Leer je nieuwe klasgenoten alvast een beetje kennen Op bijna alle middelbare scholen is er voor de zomervakantie al een kennismakingsmiddag met je nieuwe klas. Nieuwe schoolspullen kopen Een agenda moet natuurlijk leuk zijn. Maar het is handig als je bij het openslaan van je agenda het overzicht van een hele week ziet. En niet van één dag. Let daarop bij het kopen van je agenda.

Tip: maak met de hele klas een WhatsAppgroep aan, zodat jullie al berichtjes naar elkaar kunnen sturen. Zo leer je elkaar alvast kennen. Of volg elkaar op social media. Als je elkaar dan na de vakantie weer in het echt tegenkomt, heb je gelijk iets om over te praten.

dstuk2.net Koop pas een rekenmachine, als de leraar gezegd heeft welke je nodig hebt. Vergeet niet: geodriehoek. passer.

Kies een goeie, sterke rugzak, niet te groot en niet te klein.

Maak je kamer brugklasproof Als brugklasser krijg je straks te maken met meer huiswerk dan je op de basisschool gewend was. Om je huiswerk een beetje leuker te maken, kun je nu alvast je kamer aanpassen. Zorg dat je een lekkere werkplek hebt. Een bureau en een stoel waar je lekker op zit, met voldoende plek voor je boeken en schriften. En misschien kun je er gelijk een make-over van maken? Een verfje of behangetje dat meer bij jouw nieuwe levensfase past? Pimp je agenda Heb jij je agenda al gekocht? Leuk om hem te versieren met plaatjes en letters enzo. Op Pinterest vind je vast inspiratie.

Oefen de route naar je nieuwe school Fiets de route naar je nieuwe school alvast, zodat je in ieder geval de weg niet kwijtraakt op je eerste schooldag. Oefen gelijk in de ochtendspits, zodat je daar ook al een beetje aan went. Vraag of je vader of moeder meegaat. Of een vriend of vriendin. Het is fijn om dat de eerste keer niet alleen te doen.

27


Deze spullen kun je goed gebruiken in de brugklas. Zoek de schoolspullen die je nodig hebt in de brugklas, en geef ze een kleurtje.

www.hoofd 28


dstuk2.net 29


De eerste schooldag is nooit een echte lesdag. Meestal haal je je boeken en je rooster op en kom je als klas bij elkaar met je mentor. In de eerste week is er meestal een introductie waarin je kennismaakt met je klasgenoten. Meestal maakt de mentor het gezellig met spelletjes en leuke opdrachten.

1.

Pak je rugzak de avond van tevoren in. Want je wilt ’s morgens niet nog zoeken naar je spullen.

2.

Ga op tijd naar bed. Als je niet kunt slapen, lees dan nog een boekje of luister naar muziek. Je rust dan toch uit.

3.

Trek je leukste kleren aan, dan voel jij je het lekkerst.

4.

Probeer iets te eten voordat je naar school gaat. Met een volle maag kun je je beter concentreren.

5.

Zorg dat je genoeg eten en drinken (of geld) bij je hebt. De dag is lang, en zo krijg je geen honger.

6.

Schrijf belangrijke informatie op in je agenda. Het nummer van je kluisje, de namen van je leraren en natuurlijk hoe laat je pauze hebt!

7.

Wissel telefoonnummers en emailadressen uit, dan kun je elkaar helpen met je huiswerk.

www.hoofd 30


Wennen in je nieuwe brugklasgroep Als jij straks naar de brugklas gaat, kom je in een nieuwe groep. Ook de andere kinderen kennen elkaar niet. Omdat iedereen nieuw is, moet de groep zich nog vormen. Sommige kinderen zullen stoer gaan doen, anderen wachten een beetje af, en weer anderen zullen zich misschien gelijk melden als klassenvertegenwoordiger. De groepsvorming verloopt volgens een paar fasen. Dus ook straks in jouw nieuwe brugklasgroep.

Verkennen van de groep In de eerste fase kennen jullie elkaar nog niet. Het is belangrijk om elkaar te leren kennen. Iedereen doet nog een beetje voorzichtig en probeert erachter te komen hoe jullie op elkaar reageren.

dstuk2.net Fase 1:

Fase 2:

Fase 3:

Fase 4:

Contact leggen en je plek in de groep veroveren Tijdens de tweede fase zijn jullie vertrouwd met elkaar, en weet je wat je van elkaar kunt verwachten. De leiders komen naar voren en er worden subgroepjes gevormd. Dit kan zorgen voor spanningen en conflicten. Dat is niet erg, want het hoort erbij. Het is wel belangrijk om het op een goede manier op te lossen.

Iedereen weet wat zijn plek is in de groep In de derde fase weet iedereen wie de leiders zijn en wat er wel en niet gewenst is in de groep. Je bent gewend aan de manier waarop jullie met elkaar omgaan. Ook weet je wat jouw plek is in de groep en die van anderen. Jullie zijn een groep en horen bij elkaar! In de vierde fase kennen jullie elkaar goed en weet je wat je aan elkaar hebt. Het wordt rustiger in de klas. Jullie kunnen goed samenwerken en houden rekening met elkaar.

31


Een nieuwe klas met nieuwe mensen is natuurlijk erg spannend. Op je nieuwe school zul je nieuwe vrienden maken. Maar hoe doe je dat? Stap je gewoon op iemand af en ga je kletsen over je hobby? Of wacht je tot iemand op jou afstapt? Zo doen andere brugklassers dat:

www.hoofd “Als ik iemand tegenkom met wie het klikt, dan is het makkelijk om een vriendschap te beginnen. Het moet dus wel klikken. Bijvoorbeeld omdat we dezelfde humor hebben.” “Vaak begin ik gewoon een beetje tegen iemand aan te kletsen en dan vraag ik later of hij of zij meegaat naar de kantine in de pauze.”

32

“Doe tijdens de introductie goed mee, zo leer je je klasgenoten snel kennen.”


“Probeer samen met je klasgenoten leuke dingen te doen. Als er een klassenfeest is, wees dan van de partij!”

“In het begin is alles een beetje schijn. Nieuwe klas, nieuwe mensen. Dan ben je nog een beetje bang om te laten zien hoe je echt bent en denkt. Na een tijdje zie je hoe iedereen is en weet je beter met wie het klikt.”

dstuk2.net “Ik maak heel moeilijk vrienden. Ik kijk graag eerst de kat uit de boom.” “Je moet niet overdreven gaan doen, want dan lukt het niet. Bijvoorbeeld door te gaan opscheppen. Dat vinden ze niet leuk en dan willen ze niet met je omgaan.”

“Wacht niet tot mensen naar jou toe komen, maar stap zelf op ze af.”

33

“Ga in de pauze gezellig bij je klas zitten. Je hebt dan genoeg tijd om over allerlei dingen te kletsen.”


Doen Praatplaat vrienden maken Kies om de beurt een praatplaatje met een tip of een sta-in-de-weg. Vertel nu hoe dat voor jou is. Praat met elkaar over wat je er moeilijk of makkelijk aan vindt, en hoe je het aanpakt. Het is goed om te horen dat je niet de enige bent en leerzaam om te horen hoe anderen het aanpakken. Zo voel je je een beetje gesteund en leer je van elkaar!

Tips

Sta-in-de-weg

Jezelf voorstellen

Ik ben verlegen

www.hoofd Begin een gesprekje

Ik krijg buikpijn als ik iets nieuws moet doen

Ontspan

Ik word een beetje hyper

Wees niet te stil

Ik ben onzeker

Luisteren naar anderen

Ik doe iets te populair

Namen zijn belangrijk

Ik ben te stil

WhatsApp & Instagram

Ik durf niet op iemand af te stappen

Wees aardig

Vind een fietsmaatje

Ik blijf liever op de achtergrond

Ik kom arrogant over als ik iets spannend vind

Ga naast verschillende mensen zitten

Ik ben slecht in namen onthouden

Afspreken met je nieuwe vrienden

Jezelf zijn

34


Doen Top 5: onderwerpen waarover je een praatje kunt starten Bedenk nu met elkaar een top 5 van onderwerpen waar je een praatje over kunt beginnen met je nieuwe klasgenoten.

dstuk2.net Nu ben jij er helemaal klaar voor om nieuwe vrienden te maken! Bedenk ook dat het voor iedereen spannend is en dat het best goed komt als je een beetje meedoet met alles.

35


Dit zeggen Rosemarijn, Tom en Jelle over de eerste dag

www.hoofd Jelle

“Ik vond de eerste schooldag wel grappig, maar ook jammer dat de vakantie voorbij was. Ik vond het niet eng omdat we al een kennismaking gehad hadden. Er zaten leuke en minder leuke leraren bij, maar dat heb je altijd. Het grootste verschil met de basisschool vond ik dat je meer afwisseling hebt.”

Rosemarijn

“Ik vond de eerste dag raar, omdat ik de basisschool gewend was. Ik vond het wel leuk dat ik gelijk het eerste uur vrij had. Het zoeken naar de lokalen is wel spannend. Het grootste verschil met de basisschool vind ik de drukke pauzes. Een tip: ga niet op het laatste moment naar je lokaal zoeken en vraag de weg aan leraren of oudere kinderen.”

36

Tom “De eerste dag naar de brugklas was spannend en leuk. Je kent niemand maar toch is het weer superleuk omdat je nieuwe mensen ontmoet. Ik was toe aan iets nieuws, want je wordt zo kinderachtig behandeld op de basisschool. Onze school had aan het begin een wenmiddag en daar kregen we allemaal info, zoals wat je moet kopen enzovoort. O ja, vergeet je agenda niet! Er worden de eerste dag echt heel veel datums opgegeven.”


Nu ben jij nog de oudste van de school en de baas op het schoolplein. Maar als brugpieper is dat wel anders! Met deze tips overleef je de brugklas wel.

dstuk2.net Goed idee!

Geen goed idee!

Blijf jezelf. Gedraag je niet stoer als je dat eigenlijk niet bent. Dat houd je nooit lang vol! Doe ook nooit iets tegen je zin (zoals roken) om erbij te horen. Vaak heb je een mentor. Bij hem of haar kun je terecht met vragen en problemen. Je staat er niet alleen voor! Houd je agenda goed bij. Schrijf al je huiswerk op. Als je iets af hebt, streep je het door. Dat geeft een lekker gevoel. Je kunt ´s avonds al veel doen, zoals je tas inpakken of je lunch klaarmaken. Dat scheelt ‘s ochtends weer wat tijd. Accepteer moeilijke momenten! Soms baal je of heb je een rotdag. Dat hoort er gewoon bij. Bedenk wat je kunt doen om het weer leuker te hebben, en weet dat het weer goed komt!

Wees niet bang voor kinderen uit hogere klassen. Zij hebben ook ooit in de brugklas gezeten! En als ze je uitschelden voor brugpieper, negeer je ze gewoon. Doe je tas niet op je rug, als je naar school fietst. Doe hem achter op je fiets. Het staat misschien niet zo stoer, maar rugpijn is nóg minder stoer! In de pauze leg je een paar boeken in je kluisje. Zo hoef je er niet de hele dag mee te slepen. Voor goede cijfers hoef je je niet te schamen. Als mensen je een stuud noemen, zijn ze gewoon jaloers! Laat geen boeken in je kluisje liggen die je nodig hebt voor je huiswerk! Schrik niet als je niet meteen goede cijfers haalt. Leren moet je leren. Grote kans dat het steeds beter gaat. Pest niet! Ga niet mee in negatief groepsgedrag en laat iedereen in zijn waarde.

Bedenk tot slot: brugpieper ben je maar een jaar! 37


Nieuw voor brugklassers zijn de schoolboeken die je elke dag mee moet nemen. Die boeken krijg je gratis te leen van school. Omdat jouw boeken volgend jaar weer aan nieuwe brugklassers worden gegeven, moet je de boeken netjes houden. Daarom is het op veel scholen verplicht om je boeken te kaften. Houd je niet van boeken kaften, weet dat er ook rekbare boekenkaften zijn. Dat is een handige en leuke oplossing waarbij je je boek in tien seconden kunt kaften.

Hoe kaft je boeken?

www.hoofd Leg je boek opengeslagen op het kaftpapier. Knip het papier op maat. Let erop dat je rondom het boek vijf centimeter extra knipt.

Met plakband plak je de omgevouwen hoeken aan elkaar. Niet aan het boek, want dan gaat het niet meer goed open en dicht!

Vouw het papier om de voor- en achterkant van het dichte boek.

Vouw de boven- en onderkant schuin in, en dan naar binnen.

Knip het papier bij de rug in.

Vouw de ingeknipte stukjes naar binnen.

Klaar!!! Plak er een etiket op en schrijf daarop het vak en je naam.

38


De eerste schoolweken zijn best pittig. De meeste bruggers zeggen dat ze de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs erg groot vinden. En dat bedoelen ze niet altijd negatief, maar meer als ‘erg anders’. Ze geven aan dat ze vooral moeten wennen aan het vele huiswerk. Veel scholen besteden in het mentoruur aandacht aan het plannen van je huiswerk, en aan hoe zo’n grote school werkt. Dat is fijn. Natuurlijk is het best spannend. Echt alles is nieuw als je naar de middelbare gaat. Je denkt misschien ‘als ik maar aardig geworden word’ of ‘als ik de weg maar kan vinden’. De middelbare school is ook een eerste stap op weg naar adolescentie. En een nieuwe fase in je leven betekent onzekerheid en spanning. Het hoort erbij en maakt dat je steeds een stapje verder komt in je leven.

dstuk2.net Waarom is de brugklas zo zwaar de eerste weken?

Het is nieuw, je moet nog wennen. Je puberbrein groeit en de hormonen gieren door je lichaam. Je krijgt veel huiswerk. Je slaapt misschien minder of slechter.

Na een week of zeven hebben de meeste brugklassers hun draai gevonden. De ergste vermoeidheid is dan voorbij.

Wat moet je doen als het niet goed gaat? Praat erover met je mentor.

Als je problemen hebt met huiswerk maken, zoek dan hulp bij je ouders, mentor of klasgenoot.

39


Tom

Dit zeggen Rosemarijn, Jelle en Tom over de eerste schoolweek.

“Wij kregen een rondleiding en een toetsje wat je allemaal al weet. Dat was wel leuk. Bij ons heb je in de brugklas nog geen tussenuren, en mag je in de pauze naar de mediatheek om computerspelletjes te doen. Soms is het huiswerk wel veel. Je kunt wel twee schriftelijke overhoringen op een dag krijgen. Na school neem ik eerst een half uurtje pauze en dan doe ik mijn huiswerk. ’s Avonds oefen ik nog een beetje. De leraren leggen soms veel uit en het is handig om aantekeningen te maken. Hoe de leraren zijn verschilt per bui. Mijn ouders vragen of ze moeten helpen met overhoren enzo. Soms is dat wel handig maar soms heel irritant. Wat ik niet leuk vind zijn de lange wachtrijen in de kantine.”

www.hoofd Jelle

“Het reizen naar school was best wennen. Naar de basisschool was maar een klein stukje. Nu moet ik eerst fietsen, dan met de metro en dan nog lopen. Het viel mij op dat je best snel gewend bent aan de nieuwe school. De eerste week vond ik een juf heel raar, maar later bleek ze heel leuk te zijn. Het huiswerk valt best mee. Ik werk er ’s avonds en in het weekend aan. De mentorles vind ik het leukst en gezellig.”

Rosemarijn “We deden een speurtocht door de school, dat vond ik wel handig omdat ik dan een beetje wist waar alles zat. Ik heb nog geen tussenuur gehad en de pauzes vind ik erg druk. Bij ons mag je in de pauze naar de muzieklokalen. Daar mag je op instrumenten spelen. Ik krijg best veel huiswerk maar ik kan het meestal in de les maken. De meeste lessen worden goed uitgelegd. Je mag meestal wel vragen stellen. Mijn ouders vragen veel hoe het gaat op school. Soms word ik daar een beetje gek van. Ik zou wel willen dat de pauzes minder druk zijn.”

40


Doen Nodig een paar meisjes en jongens uit die nu in de brugklas zitten. Vraag aan de juf of meester of zij een paar oud-leerlingen willen uitnodigen. Of misschien hebben jullie broers en zussen die al in de brugklas hebben gezeten? Je neemt een interview af met de brugklassers door de vragen te stellen die je van tevoren hieronder opschrijft. Hun antwoorden schrijf je eronder.

Deze vragen wil ik graag stellen over hoe het is om op de middelbare en in de brugklas te zitten.

Vraag:

dstuk2.net Antwoord:

Vraag:

Antwoord:

Vraag:

Antwoord:

Vraag:

Antwoord:

41


Aula Tijdens de pauze kun je in de aula eten of chillen. In de aula worden ook bijeenkomsten gehouden.

Absentie Absentie betekent afwezigheid. Jouw absentie wordt door de school bijgehouden. Als je je ziek meldt, maar ook als je je niet afmeldt!

Bel Op de basisschool ben je gewend dat je naar huis mag als de bel gaat. Op de middelbare school betekent de bel dat het tijd is voor de volgende les. Als de bel gaat, pak je dus wel vaak je spullen. Niet om naar huis te gaan, maar naar de volgende les!

www.hoofd Blokuur

Je volgt twee dezelfde lessen achter elkaar, bijvoorbeeld twee lesuren Engels.

Bobo

Een bobo is een bovenbouwer. Iemand die in de hogere klassen zit. Over een paar jaar ben jij er een!

CKV CKV betekent Culturele en Kunstzinnige Vorming. Tijdens dit vak maak je kennis met allerlei soorten kunst: van dans tot tekenen.

Faalangst Heb je het ook wel eens meegemaakt: je hebt heel hard voor Heb je het ook wel eens meegemaakt: je hebt hard voor een toets geleerd en op het moment dat je hem krijgt, ben je ineens alles vergeten. Sommige kinderen zien zo tegen een toets op dat ze hier altijd last van hebben. Dit heet faalangst. Denk je dat jij last hebt van faalangst? Vertel het dan aan je mentor. Jullie kunnen dan samen nadenken over oplossingen.

Geo driehoek Als je naar de middelbare school gaat, moet je er een aanschaffen. Het is een driehoekige liniaal en je gebruikt hem speciaal voor wiskunde.

42


Kluisje Als je op school bent, hangt jouw jas nu nog gewoon aan de kapstok. Op de middelbare school kun je vaak een kluisje huren. Dat is niet alleen handig om je jas veilig in op te bergen, maar ook als je een zware tas hebt.

Lio Lio betekent ‘leraar in opleiding’. Een lio is dus iemand die op de lerarenopleiding zit en bij jou voor de klas kan staan.

Multiple choice Op de middelbare school krijg je soms te maken met een multiple choice-toets of -overhoring. Multiple choice betekent ‘meerdere keuzes’. Je kunt dus uit meerdere antwoorden kiezen. Denk niet dat de overhoring daardoor makkelijker is. Er kunnen soms echt misleidende vragen tussen zitten.

dstuk2.net Passer

Een passer heb je nodig bij wiskunde. Je kunt er cirkels mee tekenen.

Proefwerk

Een proefwerk is de naam van een grote toets/overhoring. Een proefwerk telt vaak zwaarder mee dan een mondelinge(m.o.) of schriftelijke overhoring (s.o.). Goed leren dus!

Rekenmachine Hoofdrekenen hoef je niet meer zo vaak te doen, want op de middelbare school mag je een rekenmachine gebruiken. Je leert ook wat alle geheimzinnige knopjes betekenen. Rooster In de eerste week op de middelbare school krijg je een rooster. Hierop staat welk uur je in welk lokaal moet zijn, welk vak je krijgt en wie de les geeft. Zorg dat je je rooster elke dag bij je hebt, want zonder rooster weet je niet waar je naartoe moet. Roosterwijziging Soms verandert er iets in je rooster. Dit noemen ze een roosterwijziging. Dat kan voor langere tijd zijn: voortaan heb je op maandag het derde uur les in een ander lokaal. Maar een roosterwijziging is ook wel eens eenmalig: je leraar Nederlands is ziek, dus vallen zijn lessen die dag of week uit. 43


Doe de test!

Exacte vakken zijn: A. Vakken waar je heel precies moet zijn B. Acteervakken C. Wiskunde, natuurkunde en scheikunde D. Zanglessen

Wat betekent vmbo? A. Voor Moeilijke Brugklassers Opleiding B. Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs C. Voor Mijn Brugklas Opleiding D. Vereniging Met Brugklas Overblijvers

Een geodriehoek heb je nodig bij: A. Muziek B. Maatschappijleer C. Wiskunde D. Frans

www.hoofd Wat is een goeie proefwerktip? A. Leer op het laatste nippertje, dan zit het vers in je geheugen B. Kijk af bij je buurman C. Begin met de makkelijke vragen D. Vraag de leraar tijdens de toets naar het antwoord

Overhoren is goed voor: A. Je moeders humeur B. Je geheugen C. Je oren D. Je agenda

Wat is een vertrouwenspersoon? A. Dat is iemand die mensen trouwt B. Dat is iemand waar je terecht kunt met je problemen C. Dat is iemand die zelfvertrouwen heeft D. Dat is iemand die personen vertrouwt

Een schooldirecteur heet soms ook: A. Rector B. Hector C. Mector D. Sector

Wat is een s.o.? A. Dat is een ziekte B. Dat betekent SlachtOffer C. Schriftelijke overhoring D. Samen overhoren

Faalangst betekent A. Dat je bang bent om het fout te doen B. Dat je angst hebt voor de vierdeklassers C. Dat je bang bent om tienen te halen D. Dat je angst hebt voor het schoolplein

Als ze brugsmurf naar je roepen, wat kun je dan het beste doen? A. Jezelf blauw verven B. Heel hard gaan huilen C. Om hulp schreeuwen D. Negeren en lekker laten kletsen!

CKV betekent A. Centrale Kinder Vereniging B. Culturele en Kunstzinnige Vorming C. Centrum KampeerVereniging D. Combi Kunst Vorm

Kijk voor de antwoorden en de uitslag achter in het boek.

44


Hoe voel jij je? Denk positief, dat helpt! Zit je lekker in je vel? Dan gaat het leren beter! Baal je en denk je alleen maar aan dat ‘rothuiswerk’, dan gaat het leren zeker niet lekker! Wetenschappers hebben op hersenscans gezien dat als jij negatief denkt, je hersenen ook minder actief zijn om te leren.

Mindset: hoe denk jij over jezelf? Ben jij vaak bang om fouten te maken? Geef je gauw op? Of denk je dat het jou toch nooit gaat lukken? Dat noemen we een vaste mindset. Je hersenen worden niet actief. Het leren zal moeizaam gaan.

dstuk2.net Vind jij het juist niet erg als iets moeilijk is? Geef jij niet op? Je weet dat je van moeilijke momenten kunt leren? Dan heb je een groei-mindset. Je wilt graag leren! Jij gelooft erin dat je jezelf steeds kan blijven verbeteren. Je hersenen groeien daarin mee. Met een groei-mindset sta je open voor dingen en wil je van alles leren, ook al is dat met vallen en opstaan. Je kunt een groei-mindset aanleren of vasthouden! ‘Alles is moeilijk voor het makkelijk wordt’

45


Groei-mindset Wat kan ik tegen mijzelf zeggen om die groei-mindset te vergroten?

In plaats van

Denk liever

.

Ik ben hier niet goed in.

Wat wil ik doen om beter te worden?

Dit doe ik niet. Het lukt toch niet.

Ik probeer het zo lang totdat het lukt. Dit kost tijd en moeite. Ga ik doen!

Dit is te moeilijk. Ik ben slecht in wiskunde.

Ik ga wiskunde oefenen.

Ik heb een fout gemaakt.

Wat kan ik van mijn fouten leren?

Alsof jij het beter weet….

Wat een goede tip!

www.hoofd Ik ga plan B proberen.

Plan A werkt niet.

Lastig….hoe ga ik dit aanpakken?

Dit is saai. Ik stop ermee

Misschien kan jij mij dat leren?

Ik weet niet hoe dat moet…

Wat heb ik nodig om het wel te begrijpen?

Ik snap er niks van.

De leertrap

Welke stap heb jij vandaag genomen?

46


Doen Groeivragen over het verleden, heden en je toekomst.

Voor deze doe-opdracht denk je na over wat je geleerd hebt op de basisschool, en hoe je dat hebt aangepakt. Vul de vakjes in! De vragen gaan ook over de toekomst. Als je alle vakjes hebt ingevuld, ben jij weer een stukje verder gekomen in je groei-mindset! Je kunt het ook eerst in de klas bespreken.

dstuk2.net 47


Hoe plan ik mijn huiswerk? Op de middelbare heb je meer huiswerk. Het komt zelden voor dat je thuis niets voor school hoeft te doen. Het is goed om een planning te maken. Je hebt dan een duidelijk overzicht van wat je moet doen en hoeveel tijd je daarmee kwijt bent. Ook niet onbelangrijk: zo houd je meer tijd over om leuke dingen te doen!

Hoe stel je een werkplan op? Een goed werkplan maak je aan de hand van de volgende vier vragen: Wat ga ik doen? Wanneer ga ik het doen? Wat heb ik nodig? Wanneer is het af?

Week: Wat moet ik doen?

Tijd

Wanneer ga ik dat doen?

www.hoofd Maandag

Nodig: Af: ma di wo do vr

Dinsdag

Nodig: Af: ma di wo do vr

Nodig: Af: ma di wo do vr

Nodig: Af: ma di wo do vr

Woensdag

Donderdag

Nodig: Af: ma di wo do vr Vrijdag Nodig: Af: ma di wo do vr

Nodig: Af: ma di wo do vr

Ben je klaar? Vink het huiswerk af! Dat geeft een goed gevoel!

48


Doen Maak nu je eigen digitale weekplanner die je wekelijks kan invullen als je straks in de brugklas zit.

Maak nu je eigen digitale weekplanner die je wekelijks kunt invullen als je straks in de brugklas zit. Maak er wat leuks van! Print het uit en hang ze op in de klas. Schrijf hieronder op wat er allemaal in jouw weekplanner aan bod moet komen.

dstuk2.net Van uitstel komt afstel Welke smoesjes gebruik jij om je huiswerk zo lang mogelijk uit te stellen? Hoe verder je iets voor je uitschuift, hoe moeilijker het is om te beginnen. Ondertussen voel je toch de druk, want je moet nog iets. Dat is een vervelend gevoel. Het is duidelijk dat dat niet goed is voor je.

Is de huiswerkopdracht groot? Kijk of je het in blokjes kunt hakken en verdeel het over de week.

Doen Stel een tijdstip vast waarop je begint, en begin dan ook! Ga gewoon aan het werk, zin of geen zin. Sluit iedere taak af met een beloning. Iets leuks doen dus!

Niet doen Morgen begin ik want, nu… Ik heb nu niet zo’n zin, dus... Voortdurend twijfelen of je dit wel kunt.

49


Eerst moet ik rustig worden. Anders krijg ik nooit wat op papier! Maar eerst moet ik een begin hebben. Anders word ik nooit rustig!

Op wie lijk jij het meest?

Eerst gaan we de taken verdelen. Als jij nou deel een van het verslag maakt, en jij deel twee, dan zal ik het verslag printen.

www.hoofd Eerst moet ik mijn kamer opruimen,

zodat ik lekker rustig kan werken. Het zal vast helpen als ik mijn boeken op alfabetische volgorde sorteer.

Eerst nog een aflevering…

Eerst even een snack pakken. Met een volle maag leer ik vast beter. Eerst even kijken hoe laat het is. Oh jee! Dat ga ik nooit meer redden vandaag. Nou ja, dan kan ik er net zo goed morgen aan beginnen.

50


Eerst even een lijstje maken. Wat moet ik allemaal doen? - computer opstarten - lesboek pakken - inloggen - pen pakken - papier pakken - opdracht lezen

Eerst even dit kattenfilmpje afkijken. Het kan best nog eens van pas komen bij dat wiskundeproefwerk.

dstuk2.net Eerst nog een potje. Ik was er bijna! Deze keer haal ik zeker het volgende level!

Eerst begin ik aan de opdracht van scheikunde die over drie weken af moet zijn. Want die lijkt me zo leuk! Als ik dan nog tijd over heb, ga ik leren voor de SO Engels die we morgen hebben.

Eerst maar eens online zetten hoeveel huiswerk ik moet maken vandaag.

51


Over je brein Wist je dat je hersenen na een uur leren vol zitten? Als je dan toch verder leert, past er niets meer bij. Doe tien minuten iets anders. Dan is er weer plek vrijgekomen in je brein. Wist je dat je hersenen ’s nachts doorwerken? Alle info wordt dan geordend. Dat gaat onbewust, daar hoef je lekker niets voor te doen.

www.hoofd

52


dstuk2.net

53


Ben jij een doener, denker, dromer of beslisser? Iedereen pakt een leertaak op zijn eigen manier aan. De een begint met denken, de ander met doen. Een leerstijl is de manier waarop iemand gewend is de leertaak aan te pakken.

Leerstijlentest Kies steeds het antwoord dat het beste bij jou past.

Vergelijk het met de gebruiksaanwijzing van een nieuwe mobiele telefoon. De een leest eerst de gebruiksaanwijzing van begin tot eind. De ander leest alleen de belangrijkste stukken. Weer een ander haalt de tekst niet eens uit de verpakking. Hij gaat aan de slag en ziet wel of hij eruit komt. Uiteindelijk lukt het iedereen om het apparaat te laten werken. Zo is het ook met leren, iedereen heeft zijn eigen leerstijl.

www.hoofd Je wilt leren zeilen. Hoe pak je het aan? Ik stap direct in de boot en probeer te zeilen.

Ik blijf eerst op de kant staan en kijk hoe een ander het doet.

Ik kijk eerst in een boek hoe je moet zeilen.

Ik vraag iemand om het mij voor te doen en doe het dan na.

Je krijgt een nieuwe computer. Je wilt hem meteen gebruiken. Hoe ga je te werk? Ik probeer direct alles uit.

Ik denk eerst na wat je er allemaal mee zou kunnen doen.

Je vraagt eerst precies na wat er allemaal op zit en wat je ermee kunt doen.

Ik lees eerst de gebruiksaanwijzing goed door.

Je krijgt een toets over hoe een democratie in elkaar zit. Hoe bereid je je voor? Ik leer alles wat ik voor die toets moet weten.

Ik schrijf de belangrijkste dingen even op.

Ik probeer alles rond democratie te begrijpen.

Ik leer, omdat het nou eenmaal moet.

Je hoort op de radio een spannend verhaal. Je wilt het straks navertellen. Wat doe je? Ik vind het verhaal geweldig en wil het meteen zelf ook navertellen.

Ik doe net of het verhaal zich nu afspeelt, alsof ik erbij ben.

Ik wil eerst weten of het verhaal wel klopt

54

Ik vertel het verhaal gewoon na.


Je moet een werkstuk maken bij techniek. Wat doe je? Ik begin meteen te werken.

Ik denk er eerst over na wat de bedoeling is en hoe je het moet aanpakken.

Ik lees eerst de opdracht helemaal door en bekijk de tekening goed.

Ik kijk eerst waar ik het werkstuk voor kan gebruiken.

Je gaat op vakantie. Je mag kiezen uit twee landen. Wat doe je? Ik denk er niet zo lang over na. Je moet er gewoon het beste van maken.

Ik probeer me voor te stellen wat je allemaal in die landen kunt doen. Ik vind het moeilijk om te kiezen.

Ik probeer zoveel mogelijk over die landen te weten te komen. Daarna maak ik een keuze.

Ik kijk wat ik het leukst vind. Ik kan snel kiezen.

Je gaat een nieuwe fiets uitzoeken. Hoe ga je te werk?

dstuk2.net Ik wil direct proberen hoe hij rijdt.

Ik wil precies weten wat er allemaal op die fiets zit, wat de beste is en hoe duur hij is.

Ik denk na waar ik allemaal met die fiets naartoe zou kunnen gaan en hoeveel plezier ik ervan zal hebben.

Ik kijk welke fiets het meest geschikt is voor mij.

Je staat op het punt een nieuwe bijbaan aan te nemen. Hoe beslis je? Ik ga werken en merk vanzelf wel of het mij bevalt.

Ik wil eerst precies weten hoe hard ik moet werken en hoeveel ik verdien.

Ik probeer me voor te stellen hoe het voor me zal zijn om dat werk te doen.

Ik wil precies weten wat het werk inhoudt en hoe het bedrijf werkt.

Je mag kiezen hoe je les krijgt in een vreemde taal. Wat wil je? Ik wil graag duidelijke opdrachten krijgen.

Ik wil graag dat de leraar verhalen vertelt.

Ik wil graag werkstukken maken.

Heb je vooral blauw, dan ben je een doener. Heb je vooral groen, dan ben je een dromer. Heb je vooral rood, dan ben je een denker. Heb je vooral geel, dan ben je een beslisser.

55

Ik wil graag weten waar de opdrachten voor nodig zijn.

Op de volgende pagina kun je lezen wat dat betekent.


Doener Jij leert door te doen en probeert alles uit. Je houdt van aanpakken, maar doet dingen wel graag op jouw manier. Je durft ook risico’s te nemen. Je doet graag dingen samen met anderen en bent een echt groepsmens. Een uitdaging ga je graag aan, want dan moet je snel kiezen en veel uitproberen.

Dromer Je hebt een grote fantasie en probeert je altijd in situaties in te leven. Hierdoor zie je veel goede oplossingen, maar vind je het moeilijk om er één te kiezen. Daarom heb je vaak tijd nodig. Je wilt eerst weten hoe iets in elkaar steekt. Je bent een creatieveling en komt altijd met de origineelste ideeën.

Tips voor de doener Ga niet te gauw aan de slag. Denk ook na over andere mogelijkheden. Werk ook eens samen met een dromer of een denker. Jullie vullen elkaar aan.

Tips voor de dromer Vraag hulp bij het nemen van besluiten. Werk ook eens samen met een doener of beslisser. Jullie vullen elkaar aan.

Beslisser Jij wilt stap voor stap naar het juiste resultaat. Je wilt weten hoe het zit en wat het belangrijkste is. Ook ga je graag zelf op onderzoek naar de beste oplossing. Dat doe je door te proberen en aan de slag te gaan. Je durft besluiten te nemen maakt graag een lijstje met de plussen en de minnen.

Denker Je kijkt naar wat er gebeurt en denkt daarover na. Je werkt het liefst zelfstandig en je vraagt niet snel om hulp. Je blijft liever op de achtergrond. Je bent altijd benieuwd naar het waarom, maar dit ontdek je het liefst wel zelf. Je houdt van een uitdaging en je werkt nauwkeurig.

Tips voor de beslisser Neem niet te snel een beslissing. Zijn er nog andere oplossingen? Werk ook eens samen met een dromer of denker. Jullie vullen elkaar aan.

Tips voor de denker Blijf niet te lang nadenken voor je iets gaat doen. Je hoeft niet alles te weten. Werk ook eens samen met een doener of beslisser. Jullie vullen elkaar aan.

www.hoofd 56


1. Schrijf op Schrijf al je huiswerk op in je agenda, zodat je niets vergeet! 2. Tijdstip Begin op tijd, zodat je alle tijd hebt en niet in de stress hoeft te schieten. 3. Werkplek Maak het gezellig om te werken, maar ook weer niet te gezellig. Want dan komt er niks van leren.

dstuk2.net 4. Wissel af Wissel maak- en leerwerk af. Het afwisselen tussen taken maakt dat jij geconcentreerd blijft. 5. Ontspan Als je veel huiswerk hebt, doe dan iets leuks tussendoor. Maar ga wel terug naar je huiswerk!

6. Overhoren Overhoren is goed voor je geheugen! Laat je overhoren, dan herinner je de stof beter tijdens een proefwerk. Je kunt ook jezelf overhoren. 7. Lukt het niet? Blijf niet te lang een opgave proberen die toch niet lukt. Ga dan verder met een andere opgave. 8. Kijk vooruit Kijk ook een paar dagen vooruit. Wat moet dan af zijn? Zo kom je niet voor een verrassing te staan op het laatste nippertje. 9. Vraag hulp Vraag hulp als iets niet lukt. 10. Leer in stukjes Leer niet maar één keer voor een proefwerk, maar doe het in stukjes en herhaal het een paar keer.

57


Je maakt een brugklas-quiz. Als hij af is, spelen jullie de quiz met elkaar.

Verdeel de klas in vier groepjes.

Groepje 1 maakt 10 quizvragen over de pagina’s 5 t/m 18 uit dit boekje.

Groepje 3 maakt 10 quizvragen over de pagina’s 33 t/m 46 uit dit boekje.

Groepje 2 maakt 10 quizvragen over de pagina’s 19 t/m 32 uit dit boekje.

Groepje 4 maakt 10 quizvragen over de pagina’s 47 t/m 60 uit dit boekje.

www.hoofd Je mag ook zelf vragen verzinnen.

Vergeet niet de antwoorden op te schrijven!

Zijn alle vragen en antwoorden klaar? Speel de quiz! Alle groepjes zijn om de beurt de quizleider. De groepjes die geen quizleider zijn, krijgen om de beurt een vraag. Je mag met elkaar overleggen over het antwoord. Bij een goed antwoord krijgt het groepje 1 punt. Als het antwoord niet goed is, mag het volgende groepje antwoord geven. Als alle groepjes quizleider zijn geweest, worden de punten opgeteld.

58

Wie heeft er gewonnen?


Je maakt een collage met alle dingen die jou leuk lijken in de brugklas. Zoek plaatjes, knip letters en woorden uit. Plak alles op een leuke manier in het kader hieronder. Je kunt er ook bij tekenen en kleuren. Maak er iets moois van! Maak een kopie van je collage en hang ze op in de klas.

dstuk2.net 59


Je maakt een filmpje als herinnering aan de basisschool. Laat juffen en meesters iets zeggen, film de school, het schoolplein, de gymzaal enzovoort. Je mag in groepjes werken of individueel.

Taken verdelen Spreek met elkaar de volgende dingen af. Wie filmt er? Wie neemt de interviews af? Wie spreekt de teksten in bij de shots? Wie is de regisseur? De regisseur heeft de leiding, geeft aanwijzingen en zorgt dat er een besluit komt bij meerdere meningen.

www.hoofd Filmen: een stappenplan

Brainstorm Brainstorm met elkaar over wat er in het filmpje moet komen. Noteer alles wat er gezegd wordt.

Selecteren Kies nu wat er van de brainstorm wel en niet in je filmpje komt.

Storyboard Kies welke informatie je wilt laten zien, en zet het in je storyboard hiernaast. In het vakje schrijf je wat je wilt laten zien, dus wat je gaat filmen. Dit kan een shot zijn van bijvoorbeeld de school. Of een shot van alle leerlingen die de school ingaan. Of van iemand die geïnterviewd wordt. Op de schrijfregels onder de vakjes schrijf je de tekst die je bij het beeld wilt gebruiken. Bijvoorbeeld: wat wil je inspreken bij het schot van de school? Of je schrijft hier de interviewvragen die je aan de conciërge wil stellen.

60

Filmen en monteren Film nu de shots van je storyboard. Let op! Film horizontaal met je smartphone en niet verticaal! Ben je handig in monteren? Dan kun je dat ook nog doen. En eventueel aan elkaar leren!

Filmvertoning Nodig je medescholieren, juffen en meesters uit voor de première en toon jullie filmpjes.


Storyboard

Titel van de film:

Shot #: Omschrijving/dialoog

Shot #: Omschrijving/dialoog

dstuk2.net Shot #: Omschrijving/dialoog

Shot #: Omschrijving/dialoog

Shot #: Omschrijving/dialoog

Shot #: Omschrijving/dialoog

61


Je maakt met een groepje een afscheidsrap of -gedicht.

Denk terug aan je schooltijd op de basisschool. Wat heb je allemaal meegemaakt? Wat heb je geleerd? Wat vond je leuk? Wat ga je missen? En wat ga je niet missen? Verwerk alle ervaringen in de afscheidsrap of -gedicht.

www.hoofd Presenteer jullie rap of gedicht aan de andere groepen van de school. Schrijf hier jullie tekst op:

62


Je interviewt elkaar over de basisschooltijd en over de toekomst op de middelbare.

Schrijf eerst de vragen op die je wilt stellen. Hieronder vind je een aantal voorbeelden. Maar misschien weet jij nog meer vragen? Wat vond jij leuk aan de basisschool?

Wat ga je het meest missen? Leg uit waarom.

dstuk2.net Wie ga je missen? Denk aan de leerlingen, maar ook aan de juffen en meesters.

Wat ga je het meest missen aan deze personen?.

Naar welke school ga je?

Wat lijkt jou leuk aan deze school?

Vind je het spannend om naar je nieuwe school te gaan?

Wat vind je het meest spannend? Leg uit waarom.

Wat wil je later worden? Wat is je leukste herinnering aan de basisschool?

63


Je maakt een flyer waarop je reclame maakt voor de school waar jij naartoe gaat.

Zoek op internet voorbeelden van

www.hoofd reclameflyers. Kijk ook eens hoe scholen reclame maken voor hun open dag.

Ga naar de website van de school waar jij naartoe gaat. Hier vind je informatie die jij

nodig hebt om in de flyer te verwerken. Je mag de flyer digitaal maken of op papier.

Klaar? Maak een kopie van je flyer en hang ze op in je school. Zodat iedereen kan zien naar welke school jullie gaan.

64


Je maakt een memoryspel over de brugklas.

Volg de stappen. Stap 1. Maak een lijst met onderwerpen Maak een lijst met onderwerpen die bij de brugklas horen. Haal de onderwerpen uit dit boek of van de website van de school waar jij naartoe gaat. Van internet kan natuurlijk ook.

dstuk2.net Stap 2. Zoek plaatjes van de onderwerpen Zoek nu plaatjes bij de onderwerpen die je hebt gevonden. Het moeten steeds twee plaatjes zijn van hetzelfde onderwerp. Bijvoorbeeld van een agenda of van een liniaal. Haal de plaatjes uit tijdschriften en folders, of teken ze zelf. Printjes van internet kan natuurlijk ook.

Stap 3. Woorden mogen ook Je mag ook woorden gebruiken in plaats van plaatjes. Bijvoorbeeld twee keer het woord ‘wiskunde’. Dat schrijf je dan twee keer op een kaartje. Stap 4. Plak de plaatjes op vierkante kaartjes Plak de plaatjes of woorden op vierkante kaartjes. Precies zoals bij een memoryspel. Stap 5. En spelen maar! Het spel gaat zoals een memoryspel. - Leg alle kaartjes door elkaar op tafel met de afbeelding naar beneden. - Probeer twee dezelfde plaatjes om te draaien. - Gelukt? Dan mag je nog een keer. - Niet gelukt? Dan is de ander aan de beurt.

Wie heeft de meeste kaartjes? Die heeft gewonnen! Je kunt het spel zo vaak spelen als je wilt.

65


Alles wat je wilt onthouden van de basisschool kun je hier opschrijven.

Plak hier een foto van groep 8.

www.hoofd Dit wil ik nooit vergeten van de basisschool:

66


Zo zag ik eruit in groep 1.

Plak hier een foto.

dstuk2.net Als kleuter deed ik dit graag op de basisschool:

Dit deed ik graag in de pauze:

Mijn juffen en meesters:

67


Het leukste schoolreisje was naar…

www.hoofd Leukste vakken:

Stomste vakken:

Hoogste cijfer: Mijn hoogste cijfer was voor: Vak

Cijfer

Laagste cijfer: Mijn laagste cijfer was voor: Vak

Cijfer

68


Foto

Naam:

Naam:

Adres:

Adres: Foto

E-mail:

E-mail:

Mobiel:

Mobiel:

dstuk2.net Naam:

Naam:

Adres:

Adres:

Foto

Foto

E-mail:

E-mail:

Mobiel:

Mobiel:

Naam:

Naam:

Adres:

Adres: Foto

Foto

Foto

E-mail:

E-mail:

Mobiel:

Mobiel:

Naam:

Naam:

Adres:

Foto

Adres:

E-mail:

E-mail:

Mobiel:

Mobiel:

69


www.hoofd 70


Wat hebb en Waar gingen we na

artoe?

we allema

al gedaan

?

Welke juffen en meesters gingen mee?

dstuk2.net Het verhaal:

Titel:

Jouw rol:

Leukste liedje:

71


www.hoofd 72


Alle woorden zijn in je rugzak door elkaar gehusseld! Schrijf het woord goed op. Zet dan de eerste letters van de woorden achter elkaar. Wat staat er?

OTCEND= GEDANA= MYG= DEOGOERIHEK=

dstuk2.net STERORO=

HERENOVOR= MAXNEE= ZAUPE=

DRAADKUNRIJKSE= TULCUUR= RUIKHESWE=

RUSSENUUT=

Schrijf nu hier de eerste letter van elk woord:

De antwoorden vind je achter in dit boek.

73


Vul de juiste woorden in.

www.hoofd 1 Je rugzak is niet licht maar... 2 Plek waar je onderwijs volgt 3 Dit gebruik je bij het vak wiskunde 4 Deze leraar is speciaal voor jóuw klas 5 Hoe noem je dubbele lesuren? 6 Laat iemand jou voor een repetitie… 7 Eerste klas van de middelbare school

8 Hier berg je je spullen in op 9 Grote ruimte in het schoolgebouw 10 What language is this? 11 Weekschema waar je vakken op staan 12 Voor dit vak heb je een geodriehoek nodig 13 Hoe noem je een toets ook wel?

Maar nu eerst:

(De oplossing vind je in de rode kolom)

Kijk achter in dit boek voor de antwoorden.

74


Op weg naar je toekomst

Dit spel doe je in tweetallen of in kleine groepjes. Gooi met de dobbelsteen. Kijk naar de gespreksonderwerpen bij het door jou gegooide cijfer en beantwoord een van de vragen. Vink het hokje af als je klaar bent met je antwoord. Ga door tot jullie alle onderwerpen hebben afgevinkt. Wat doe jij over tien jaar? Wat ging goed dit schooljaar? Wat hoop je volgend schooljaar te leren?

dstuk2.net Wat lijkt jou het leukst van de brugklas? Wat doe jij over twintig jaar?

Wat zijn je goede voornemens?

Waarom wordt dit een goed schooljaar? Wat vind je nog moeilijk?

Wat vind je spannend in de brugklas?

Met wie werkte je dit schooljaar goed samen? Waar ben je goed in? Waar houd je het meest van? Wat neem je jezelf voor? Waar ben je trots op? Welk compliment wil je volgend jaar krijgen?

Waar krijg jij stress van en hoe wil je daarmee omgaan? Met wie ga je zeker contact houden? Waar word je blij van? Waarin wil je beter worden? Kun je drie nieuwe vakken in de brugklas noemen? Wat vond je het leukste dit schooljaar? Welke vijf woorden passen goed bij jou? Wat is je grootste droom? Wat doe je absoluut niet volgend schooljaar?

75


Hoe ziet het volgend schooljaar er voor jou uit? Vul maar in! Naam:

Vul hier in naar welke school jij gaat en denk alvast na over hoe dat zal zijn.

Naar deze school ga ik In de brugklas kom ik in deze klas:

Naam: Adres:

www.hoofd Wie gaan er nog meer naartoe?

Dit lijkt mij leuk aan deze school:

Deze mensen die ik ken zitten al op deze school:

Dit lijkt mij niet leuk:

Mijn mentor heet:

Wat vind je spannend?

Wat wil je het volgende jaar meemaken?

Dit wil ik veranderen als ik in de brugklas zit: Dit jaar wordt een goed jaar omdat: Welke hulp kun je gebruiken en van wie? Wat wens jij jezelf toe?

76


En dit heb je nodig in de brugklas. Dus misschien moet je nog even naar de winkel?

Vink hier af wat je al hebt. Schriften 24 lijnen Schriften ruit (10 x 10 mm)

dstuk2.net Groot lijntjesschrift

Blanco tekenschrift Snelhechters

Ringband 23-rings

Insteekhoezen 23-rings Tabbladen

Balpennen Schrijf-/tekenpotloden USB stick Gum Puntenslijper Kleurpotloden Markeerstiften Etui Passer Geodriehoek Agenda Rekenmachine

77


Pagina 8 Op het VO zit het zo. Wat hoort bij wat? Hier eet je in de kantine – Voortgezet onderwijs Hier krijg je bijna elk uur een andere docent – Voortgezet onderwijs Hier heb je niet zoveel huiswerk – Basisschool Hier krijg je scheikunde – Voortgezet onderwijs Hier heb je soms wel drie repetities op een dag – Voortgezet onderwijs Hier heb je de hele tijd dezelfde leraar – Basisschool Hier heb je les in meerdere talen zoals Frans en Duits – Voortgezet onderwijs Hier doe je gezellig spelletjes op het schoolplein – Basisschool Hier heb je veel huiswerk – Voortgezet onderwijs Hier blijf je over of lunch je thuis – Basisschool Hier heb je een mentor – Voortgezet onderwijs Hier zit je de hele dag in hetzelfde lokaal – Basisschool Hier heb je een meester of een juf – Basisschool Hier heb je af en toe een toets of repetitie – Basisschool Hier zijn de schooltijden elke dag anders – Voortgezet onderwijs Hier wissel je na elke les van lokaal – Voortgezet onderwijs Hier heb je les van meerdere docenten – Voortgezet onderwijs Hier heb je je eigen schoolboeken die je iedere dag mee naar huis neemt – Voortgezet onderwijs Hier heb je geen kluisje – Basisschool

www.hoofd Pagina 13 Natuurkundeproefje Vraag 1: Wat voel je? Je vinger die je in het water met ijsblokjes hield, voelt nu warm aan. De vinger die je in het warme water hield, voelt nu koud aan! Vraag 2: Hoe zou dat kunnen komen? Alle antwoorden zijn goed! Vraag 3: Wat heb je geleerd? Je gevoel is geen goede manier om te meten of de temperatuur hoog of laag (warm of koud) is. Pagina 14 Scheikundeproefje Vraag 1: Wat zal er gebeuren als je de munten in het glas met citroensap legt? Alle antwoorden zijn goed! Vraag 2: Wat is er gebeurd? Toen je de koperen munten in het glas deed, waren ze donker en dof. Toen je de koperen munten uit het glas haalde, waren ze lichter en glanzend geworden. Vraag 3: Hoe denk je dat dit komt? Munten van vijf eurocent krijgen een donkere kleur door de lucht. Dit donkere laagje kan oplossen in een zure stof. Omdat dat het citroensap heel zuur is, verdwijnt de donkere kleur en worden de munten weer schoon en glanzend.

78


Pagina 15 Wat staat hier? Welke taal is dit? I am going to school – Engels – Ik ga naar school J’adore les vacances – Frans – Ik houd van vakantie Wie spät ist es? – Duits – Hoe laat is het? Pagina 23 Even voorstellen Directeur. Niet storen! Ik ben plannen aan het maken voor een nog betere school. Adjunct. Ik heb een hele drukke baan! Ik coördineer en regel van alles voor de school samen met de directeur en het team. Amanuensis/ TOA. Ik loop rond in de natuurkundeles om jou te helpen met proefjes. Conciërge.Ik ben van alle markten thuis. Ik doe klusjes, geef te-laat-briefjes en heb tijd voor een praatje met jou. Mediatheekmedewerker. Kom maar binnen! Welke informatie zoek je? Of wil je alleen rustig komen werken aan je werkstuk? Mentor. Ik heb regelmatig gesprekjes met jou over hoe het met je gaat op school, maar ook daarbuiten. Vertrouwenspersoon. Niet iedereen komt bij mij voor een gesprek. Alleen als jij dat graag wil, sta ik klaar voor jou! En bedenk dat je mij kunt vertrouwen.

dstuk2.net Pagina 26 Groep 8 of brugklas? Groep 8

Brugklas

Je kent iedereen. De leerlingen en de leraren.

Hier word je veel zelfstandiger.

Je weet de weg in de school.

Ze noemen je brugpieper of brugsmurf.

Je kent al je klasgenoten.

De hormonen gaan echt werken. Je gaat de pubertijd in.

Je bent een van de oudsten. De jonge kinderen kijken tegen je op en vinden jou heel groot.

Je kent nog niemand of misschien een paar mensen.

Hier ben je misschien al een beetje aan het puberen.

Je weet nog niet waar je moet zijn. Het gebouw is nieuw voor je.

Hier kan je best wel veel naar de meester of juf lopen en vragen stellen.

Je bent een van de jongsten.Waarschijnlijk kijk jij nu tegen de oudsten op.

Al je schoolboeken liggen in je klas.

Je moet je klasgenoten nog leren kennen.

Je weet aan welke regels jij je moet houden.

Hier heb je een kluisje.

Hier heb je geen agenda nodig.

Hier heb je een mentor.

79


Pagina 44 Brugklastest B,C,B,C,D,C,C,B,A,A,B Heb je 6 tot 10 goede antwoorden: Goed zo! Je bent er helemaal klaar voor. Heb je 0 tot 5 goede antwoorden. Niet getreurd! Je gaat het allemaal meemaken. Pagina 73 Dit is de oplossing van de woordenhusselaar. 1. Docent 2. Agenda 3. Gym 4. Geodriehoek 5. Rooster 6. Overhoren 7. Examen 8. Pauze 9. Aardrijkskunde 10. Cultuur 11. Huiswerk 12. Tussenuur Als je alle eerste letters achter elkaar zet staat er: Dag groep acht.

www.hoofd Pagina 74 Brugklaspuzzel 1. Zwaar 2. School 3. Rekenmachine 4. Mentor 5. Blokuur 6. Overhoren 7. Brugklas 8. Kluisje 9. Aula 10. Engels 11. Wiskunde 12. Repetitie De oplossing in de rode kolom is: Zomervakantie

80


De staat van het onderwijs 2019. Houdt toezicht op het onderwijs en zicht op trends en ontwikkelingen. www.onderwijsinspectie.nl Alles over het voortgezet onderwijs. Hoe zit het in elkaar? Wat zijn de kosten? En meer info. www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voortgezet-onderwijs Vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs www.vo-raad.nl

dstuk2.net Centraal Bureau voor de Statistiek www.cbs.nl

‘Onderwijs in cijfers’ geeft de belangrijkste cijfermatige informatie over het onderwijs in Nederland. www.onderwijsincijfers.nl Expertisepunt Loopbaanoriëntatie en - Begeleiding www.expertisepuntlob.nl Hier vind je informatie over werkstukken, keuzes, actuele onderwerpen en andere handige info. www.scholieren.com Websites van diverse VO-scholen Begrippen Tuckmans stadia van groepsvorming Dit model beschrijft de stadia die een groep doorloopt om tot een goede samenwerking te komen. De mindset-theorie van Carol Dweck Hoe je over jezelf denkt en wat je tegen jezelf zegt met betrekking tot je capaciteiten, je intelligentie, je kwaliteiten en je talenten. Leerstijlen van Kolb Leerstijlen zijn verschillende manieren van leren. Er worden door Kolb vier leerfasen en leerstijlen in het leerproces onderscheiden.

81


Naar de brugklas is een uitgave van: Hoofdstuk 2, Rijswijk 06-57591711 info@hoofdstuk2.net www.hoofdstuk2.net

Druk 2024

www.hoofd Redactie:

Sylvia van Woudenberg Eindredactie:

Vormgeving:

Illustraties:

Jessie Hoefnagel

Sylvia van Woudenberg

Jessie Hoefnagel

Mariëlle van Bussel

w Druk: elfgau D , t in r NIVO p

ISBN 978-90-79597-27-7

De inhoud van deze gids is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Voor eventuele onjuistheden in de tekst aanvaarden de auteurs en medewerkers geen aansprakelijkheid. Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur/uitgever.

82


dstuk2.net 83


Naar de brugklas.

Voor wie is dit boek? Voor jou, omdat je bijna naar de brugklas gaat.

Brugpiepen doe je zo!

Wat vind je in dit boek? Heel veel informatie over de brugklas EN heel veel mogelijkheden om je herinneringen aan de basisschool te bewaren EN heel veel doe-opdrachten om je voor te bereiden op de brugklas. Maar vooral is dit boek heel leuk!

Waar kun je dit boek gebruiken? Op je basisschool en thuis.

Hoe? Kijk maar!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.