GGZ 4: Inleiding docent Liesbeth Maeck studiegebied verpleegkunde graduaat verpleegkunde campus Brugge academiejaar 2022-2023
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
3
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn LEERDOELEN Na het bestuderen kan je: 1. De 6 pyschische functies opsommen. 2. De onderdelen van de psychische functies opsommen. 3. De stoornissen in de expressie en de motoriek uitleggen. 4. De stoornissen in het bewustzijn uitleggen. 5. De stoornissen in de waarneming uitleggen. 6. De stoornissen in het denken uitleggen. 7. De stoornissen in het geheugen uitleggen. 8. De stoornissen in het gevoel uitleggen. 9. De terminologie uit dit hoofdstuk onder de juiste psychische functie plaatsen. 10. De terminologie uit dit hoofdstuk verklaren.
3.1
Inleiding Symptomen zijn uitingen van een onderliggende problematiek. Wanneer er symptomen aanwezig zijn, weten we dat er iets aan de hand is met de persoon. In contact met de zorgontvanger kan de hulpverlener symptomen systematisch verzamelen. Hieronder zullen we de symptomen die kunnen voorkomen binnen de geestelijke gezondheidszorg schematisch ordenen. In de praktijk merk je bepaalde symptomen op, maar je zal merken dat de indeling kunstmatig is. Wanneer we deze schematisch voorstellen, kan het een hulpmiddel zijn om de enorme variatie in gestoord menselijk gedrag begrijpelijk te maken. Anderzijds maakt het schematische het mogelijk om niet alleen de symptomen te zien, maar ook de mogelijkheden van de zorgontvanger. De symptomen zullen worden onderverdeeld onder bepaalde psychische functies. Daarnaast zal je ook merken dat de symptomen in elkaar verweven kunnen zitten.
GGZ 4: Inleiding
48
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Binnen de geestelijke gezondheidszorg (en andere) kan je niet alles in vakjes zien, maar zie je de zorgontvanger in zijn totaliteit. Enkele psychische functies zijn direct waarneembaar, zoals psychomotoriek en bewustzijn. Andere psychische functies spelen zich af in het innerlijke van de zorgontvanger en worden pas bekend wanneer de persoon zelf of anderen er iets over vertellen. In contact met de zorgontvanger worden bijna steeds expressie en motoriek als eerste opgemerkt. Daarna krijgen we een indruk over het bewustzijn, daarna de waarneming, het denken, het geheugen en het gevoel.
3.2
Zes psychische functies De 6 psychische functies zijn:
Expressie en motoriek
Bewustzijn
Waarneming
Denken
Geheugen
Gevoel
Een tip om de betekenis van een aantal woorden te houden:
Kinesie = beweging
Tonie = spierspanning
Praxie = handelingen
Brady = vertraagd
Daarnaast kan je de terminologie en uitleg uitknippen en aan de hand daarvan oefenen.
Onderstaande tabel moet je kennen! Je moet kunnen aangeven onder welke psychische functie het symptoom valt en welk onderdeel!
GGZ 4: Inleiding
49
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Observeren van gedrag, indeling volgens psychische functies Psychische functie Onderdeel psychische functie
Motoriek en expressie
Het bewustzijn
De waarneming
Non-verbale expressie
Bewustzijnsverlaging
Stoornissen in gewaarwording
Symptoom of verschijnsel die kan wijzen op psychisch ziek zijn
OVERACTIVITEIT 1. Hyperkinesie 2. Hypertonie 3. Agitatie 4. Acathisie 5. Tics 6. Tremor 7. Convulsies ONDERACTIVITEIT 1. Bradykinesie 2. Hypokinesie 3. Akinesie 4. Hypotonie 5. Stupor 6. Kataplexie DISACTIVITEIT 1. Stereotypieën 2. Gemaniëreerd gedrag 3. Katalepsie 4. Apraxie 5. Echopraxie
Onderdeel psychische functie
Verbale expressie
Symptoom of verschijnsel die kan wijzen op psychisch ziek zijn
GGZ 4: Inleiding
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Afasie Logorroe Bradyfasie Stotteren Mutisme Echolalie echofrasie
1. 2. 3. 4. 5.
Somnolentie Sopor Subcoma Coma Delier
1. 2. 3.
de
Hyperesthesie Hypesthesie Anesthesie
Het denken
Het geheugen
Het gevoel
Gestoorde gedachtegang
Organische geheugenstoornissen
Stemmingsstoornissen
1. 2. 3. 4.
1. Amnestisch
5. 6. 7.
Stoornissen in het ik bewustzijn
Stoornissen waarneming
in
de
Perseveratie Geremd denken Versneld denken Blokkering in het denken Incoherent denken Verzanden in het denken Neologismen
Inhoudelijke denkstoornissen
syndroom 2. Amnesie Retrograde Anterograde 3. Hypermnesie
Psychogene geheugenstoornissen
1. Bewustzijnsvernau wing 2. Depersonalisatie 3. Derealisatie 4. Desoriëntatie en
1. Illusie 2. Hallucinatie
1. 1. Waan
2. 3.
Psychogene amnesie Versterkte herinnering Déjà vu
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Depressie Dysthymie Manie Hypomanie Euforie Cyclothymie
Affectstoornissen
1. Sterk affect 2. Affectvervlakking
Apathie Anhedonie 3. Emotionele labiliteit 4. Affectincontinentie 5. Ambivalentie
50
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
3.2.1
Expressie en motoriek Non-verbale expressie Overactiviteit (meer) Hyperkinesie
Overdreven snelheid van de bewegingen
Hypertonie
Een teveel aan spierspanning
Agitatie
Zenuwachtige onrust of onrustige bewegingen. Extreme toename van niet-doelgerichte handelingen of bewegingen
Acathisie
Het onvermogen enige tijd dezelfde houding te behouden vanuit een rusteloosheid. Bijvoorbeeld: Niet op een stoel kunnen blijven zitten.
Tics
Zich herhalende snelle, doelloze bewegingen, kreten of
(verbaal/motorisch) uitspraken, die men niet kan bedwingen. Tremor
Beven
Convulsies
Stuiptrekkingen. Het oncontroleerbare en onvoorspelbare samentrekken van spieren, waarbij contractie (samentrekking) en ontspanning elkaar
afwisselen.
Meestal
is
dit
gepaard
met
bewusteloosheid. Kunnen optreden bij een epileptische aanval,
maar
kunnen
ook
symptomen
van
een
conversiestoornis (uitvalsverschijnselen) zijn. Onderactiviteit (minder) Bradykinesie
Vertraagde bewegingen
Hypokinesie
Verminderde bewegingen
Akinesie
Afwezige bewegingen
Hypotonie
Verminderde spierspanning
Stupor
Zorgontvangers zijn bewegingloos, als verstard of verstijfd voor zich uit starend, zonder reactie op normale prikkels vanuit de omgeving. Het bewustzijn blijkt evenwel achteraf vaak niet gestoord, zoals bij sopor (zie later).
GGZ 4: Inleiding
51
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Dit beeld treedt typisch op na een overweldigende emotie of traumatische ervaring (een soort psychische ‘shock’, bijvoorbeeld bij rampen). Deze toestand gaat vaak gepaard met sprakeloosheid. Kataplexie
Een
plotselinge
vermindering
van
de
spierspanning
(hypotonie) waardoor men onverwacht en ongewild door de benen zakt, vaak bij een heftige emotie (woede, angst, lachbui). Komt eveneens voor bij narcolepsie (onbedwingbare slaapaanvallen). Disactiviteit Stereotypieën
Doelloze, zich steeds herhalende automatische bewegingen. Deze bewegingen hebben geen betekenis. Komen voor bij spanningen, schizofrenie, dementie, autisme en bij een organisch hersenletsel.
Gemaniëreerd
Stereotiep en kunstmatig gedrag, alsof de persoon een
gedrag
bepaalde rol speelt. Het kan voorkomen bij schizofrenie. Gedrag dat niet “echt” aanvoelt.
Katalepsie
Standbeeldhouding gedurende bepaalde tijd.
Apraxie
Onvermogen om gerichte handelingen of gecoördineerde bewegingen uit te voeren. Fouten in eenvoudige dagelijkse handelingen.
Echopraxie
De zorgontvanger bootst de handelingen van een ander na.
Verbale expressie Afasie
Vermindering of verlies van het vermogen om zich uit te drukken door middel van spraak, veroorzaakt door hersenbeschadiging.
Logorroe
Versneld spreken, met allerlei woorden en zinsdelen, zonder dat daarin enig verband te vinden is. Spraakwaterval.
Bradyfrasie
Vertraagd spreken
Stotteren
Moeizaam praten met haperingen en herhalingen van het begin van de woorden.
GGZ 4: Inleiding
52
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Mutisme
Men kan niet speken.
Echolalie en
Het herhalen van woorden of zinnen van iemand anders
echofrasie
3.2.2
Het bewustzijn Het bewustzijn wordt onderverdeeld in het: Biologisch bewustzijn
Ik-besef
Bij normaal biologisch bewustzijn kan Het Ik-besef is een bewust zijn van de men:
eigen psychische binnenwereld in relatie
Actief bezig zijn
Zich goed oriënteren in tijd, plaats en persoon
Zijn omgeving goed waarnemen
tot de omgeving. Het Ik-besef is het weet hebben van zichzelf en van het feit dat hij weet, denkt, herinnert, voelt, waarneemt, en bestaat.
Wanneer het bewustzijn niet meer goed functioneert, maken we onderscheid tussen:
Bewustzijnsverlaging en
Stoornissen in het Ik-besef / Ik-bewustzijn
Bewustzijnsverlaging = een stoornis in de helderheid van het bewustzijn van de omgeving. Van minder ernstig naar ernstig: Somnolentie
Slaperigheid. De zorgontvanger is voor korte tijd te wekken, maar valt nadien direct weer in slaap. Hij kan, als hij wakker is, vragen beantwoorden, maar kan midden in het antwoord weer in slaap vallen.
Sopor
De soporeuze zorgontvanger is ver weg. Eenvoudige vragen hoort hij pas als hij met harde prikkels gewekt wordt (pijnprikkels of hard dooreenschudden). Hij reageert daarop alleen met brommen en knorren, maar is niet helemaal wakker te krijgen.
GGZ 4: Inleiding
53
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Het lukt dus ook niet om hem te laten eten of drinken. In zijn stoel zakt hij onderuit. Eenvoudige opdrachten, zoals 'steek je tong uit', voert hij nog wel uit, maar zeer traag. Subcoma
De zorgontvanger reageert niet meer op gewone opdrachten of vragen. Hij is niet wakker te schudden. Het lukt wel nog om met sterke pijnprikkels afweerreacties op te wekken, zoals slaan met de arm.
Coma
De zorgontvanger reageert niet meer op pijnprikkels. De wimperreflex is afwezig (wanneer de onderzoeker langs de wimper strijkt, knijpt de zorgontvanger het oog niet samen). Ook de pupilreacties zijn negatief.
Delier
Wisselend helder en verlaagd bewustzijn. Het denken is verward, de persoon is gedesoriënteerd, waant zich in een andere omgeving. Vooral bij koorts, na alcoholonthouding en bij vergiftigingen.
Stoornissen in het Ik-bewustzijn Bewustzijnsvernauwing
De persoon kan de gehele omgeving niet meer bevatten omdat het bewustzijn zich geheel richt op één ding of één gedachte.
Depersonalisatie
De persoon ziet zichzelf als vreemd en onwerkelijk. Vervreemding van eigen lichaam en geest of van het eigen gevoel. De persoon beleeft zichzelf niet als vertrouwd, maar als vreemd, eigenaardig en soms zelfs absurd. De persoon kijkt naar zichzelf als naar een vreemde. Hij verliest het gevoel dat men is wie men is, met een eigen naam, karakter, gewoonten, bezittingen en identiteit. Men voelt zich niet meer als persoon aangesproken en reageert niet meer met adequate gevoelens op andere mensen.
Derealisatie
Een gevoel waarbij de vertrouwde omgeving als vreemd of onwerkelijk wordt ervaren.
Desoriëntatie
GGZ 4: Inleiding
Verlies van besef voor tijd, plaats en persoon.
54
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
3.2.3
De waarneming Bij de waarneming maken we onderscheid tussen ‘gewaarwording’ en ‘waarnemen’. Gewaarwording = vanuit de 5 zintuigen: oren, ogen, neus, tong en huid. Men spreekt van gewaarwording als een bepaalde prikkel gestuurd wordt naar de hersenen en er een bewustwording is van de prikkel.
Muziek
Iets zien
Iets vies ruiken
…
Waarnemen = wanneer een persoon een betekenis geeft aan een bepaalde prikkel.
Ik hoor muziek
Ik zie een spin
Ik ruik rotte vis
…
We maken hier onderscheid tussen stoornissen in de gewaarwording en in de waarneming.
Stoornissen in de gewaarwording Hyperesthesie
Een verhoogde gevoeligheid voor prikkels, van de 5 zintuigen.
Hypesthesie
Een verlaagde gevoeligheid voor prikkels, vooral voor het tastgevoel.
Anesthesie
GGZ 4: Inleiding
Een afwezige gevoeligheid voor prikkels.
55
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Stoornissen in de waarneming Illusie
Een waarnemingsfout, waarbij de persoon een waarneming anders interpreteert dan het in werkelijkheid is, maar waarbij de verkeerde waarneming te corrigeren is door confrontatie met de werkelijkheid. De persoon kan ook zelf zijn illusie corrigeren door beter te kijken, te luisteren, te voelen, te ruiken of te proeven. Iemand die alleen thuis is, een geluid op de gang hoort en denkt dat er een vreemde in de gang is. Hij gaat kijken en ziet dat het geluid het klappen van de deur was.
Hallucinatie
Hallucinaties zijn een symptoom van psychose. Een waarneming die niet overeenkomt met de werkelijkheid en die niet te corrigeren is. De zorgvrager ervaart het als werkelijkheid en is er stellig van overtuigd. Omdat
de
hallucinatie
niet
te
corrigeren
is,
hebben
'tegenbewijzen' geen zin. Het aanreiken van tegenbewijzen kan de zorgontvanger zelfs verstoren. De zorgvrager voelt zich niet geloofd en onbegrepen. Hij kan ook angstig worden omdat je zijn werkelijkheid tegenspreekt. De hallucinatie bevestigen heeft ook geen zin, omdat je zo de zorgontvanger nog meer in zijn hallucinatoire wereld brengt. Het is belangrijk dat je de zorgvrager erkent in zijn wereld ('het kan zijn dat jij een zee voor je ziet, maar ik zie dat niet') en daarna met de feitelijke werkelijkheid in aanraking brengt. Hallucinaties kunnen aangenaam zijn, maar meestal zijn ze voor de zorgontvanger vervelend en bedreigend. De zorgontvanger vlucht voor ze of weert ze af met bepaalde gebaren. Hallucinaties kunnen voorkomen bij de 5 zintuigen:
Visuele hallucinaties
Auditieve hallucinaties
Olfactorische hallucinaties
Gustatoire hallucinaties
Tactiele hallucinaties
(De uitleg hiervan vind je terug bij ‘psychose’)
GGZ 4: Inleiding
56
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
3.2.4
Het denken Bij het denken maken we onderscheid tussen ‘gestoorde gedachtegang’ en ‘inhoudelijke denkstoornissen’. Bij de gestoorde gedachtegang gaat het om stoornissen in organisatie, vorm of verloop van het denken.
Gestoorde gedachtegang Perseveratie
De persoon valt telkens weer in herhaling in zijn denken en zodoende ook in zijn spreken. Hij komt niet tot een ander onderwerp. Dit kan veroorzaakt worden door: gebrek aan interesse, stemmingsstoornissen en diverse hersenziekten.
Geremd denken
De gedachtegang is vertraagd (bijvoorbeeld bij depressie)
Versneld denken
Dit uit zich in een gedachtevlucht. Er is weinig samenhang. Het denken is chaotisch, alles wat hem te binnen valt, zegt hij. (Bijvoorbeeld bij manie)
Blokkering
van
denken
het De gedachtegang breekt plotseling af. Soms midden in een zin. Dit wijst op verlies van innerlijke samenhang. (Bijvoorbeeld bij psychose)
Incoherentie
Onsamenhangend denken. Er is geen logica voor de buitenstaander. (Bijvoorbeeld: ‘Je zal moeten oppassen voor de bommen als je gel in je haar hebt.’)
Verzanden gedachtegang
van
de Een redenering komt niet op een eindconclusie uit, omdat ze niet doelgericht is. Vaak is er verzanding van de gedachtegang wanneer men te veel uitweidt over details. (Bijvoorbeeld: ‘Ik logeerde in een hotel met een prachtig zwembad en ik gaf de bloemen water die achteraan in onze tuin bloeiden.’)
Neologismen
Nieuwgevormde, niet bestaande woorden. Alsof hij een geheimtaal spreekt. (Vooral bij schizofrenie, zoals ‘lefen’, ‘friljoenen mensen’, ‘blauw vinnenbeest’, …)
GGZ 4: Inleiding
57
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Inhoudelijke denkstoornissen Waan
Is een gedachte of overtuiging die de persoon heeft, het wordt als absoluut werkelijk ervaren. Toch is het geen werkelijkheid. Het is niet corrigeerbaar. Wanen kunnen een symptoom zijn van psychose. Er bestaan verschillende vormen:
Achtervolgingswaan
Vergiftigingswaan
Betrekkingswaan
Jaloersheidwaan
Grootheidswaan
Armoedewaan
Nihilistische waan ('ik ben niets', 'ik besta niet meer', …)
Hypochondrische waan
Godsdienstwaan
Betrekkingswaan
…
(uitleg bij thema ‘psychose-schizofrenie’)
3.2.5
Het geheugen Het geheugen kunnen we onderverdelen in het ‘kortetermijngeheugen’ (KTG) en het ‘lange termijngeheugen’ (LTG). Het kortetermijngeheugen = dit gaat over het tijdelijk opslaan van recente informatie.
GGZ 4: Inleiding
Een telefoonnummer die je net hebt gehoord
Een stukje tekst die je net hebt gelezen
Een boodschappenlijst
…
58
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Het lange termijngeheugen: = Dit gaat over gebeurtenissen die langer geleden zijn gebeurd.
Bij welke kleuterjuf je vroeger zat
Welke kleur je eerste fiets had
Waar je op kamp bent geweest
…
Bij het geheugen wordt onderscheid gemaakt tussen:
Oranganische geheugenstoornissen en
Psychogene geheugenstoornissen
Organische geheugenstoornissen = De geheugenstoornis wordt veroorzaakt door een lichamelijke verstoring.
Hersenziekte (trauma, tumor, ontsteking, …)
Vergiftiging door alcohol, medicatie, drugs,..
Tekorten aan stoffen die noodzakelijk zijn voor een optimale hersenfunctie (zoals vitamine B tekort)
Het amnestisch syndroom
Het syndroom bestaat uit:
een inprentingstoornis verminderd vermogen om nieuwe informatie te leren
een desoriëntatie in tijd, plaats en persoon
een korte- en lange termijn geheugenstoornis
confabulaties: tekortkomingen in het geheugen worden
opgevuld
met
verzinsels!
(niet
doelbewust; de zorgvrager gelooft er zelf in) Het amnestisch syndroom wordt bij mensen met een alcoholafhankelijkheid
het
Korsakoff
syndroom
genoemd.
GGZ 4: Inleiding
59
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Amnesie
Een geheugendefect voor een bepaalde gebeurtenis of voor een bepaalde tijdsperiode. Het betreft hier dus niet het gehele geheugen, zoals bij het amnestisch syndroom. We onderscheiden:
Retrograde amnesie
Retrograde amnesie
Anterograde amnesie
De persoon kan zich de gebeurtenissen vlak vóór een bepaalde
gebeurtenis
of
trauma
niet
meer
herinneren. Anterograde amnesie
De persoon kan zich de gebeurtenissen valk na een bepaalde
gebeurtenis
of
trauma
geheugen
voor
niet
meer
herinneren. Hypermnesie
Versterkt geheugen. Een
sterk
bepaalde
interessegebieden. Komt bijvoorbeeld voor bij mensen met autisme, mentale beperkingen,…
Psychogene geheugenstoornissen = geheugenstoornissen veroorzaakt door een psychologische factor. Psychogene
Geheugenstoornis
voor
een
bepaalde
gebeurtenis
amnesie
tijdsperiode, veroorzaakt door een psychische factor.
of
Verlies van een geliefd persoon.
Versterkte
Vooral in situaties van angst of grote stress.
herinnering Bij het concentratiesyndroom komen de herinneringen aan de oorlog later heftig naar boven in het geheugen; de persoon herinnert zich voorvallen uit de oorlog versterkt.
Déjà-vu
De persoon heeft een ervaring nu, maar beleeft die alsof hij het als eens eerder heeft meegemaakt.
GGZ 4: Inleiding
60
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
3.2.6
Het gevoel Het gevoel is een combinatie van stemming en affect. Affect = hevige, kortdurende emotie. Stemming = een langdurige emotionele toestand. Het is een continue aanwezige emotionele toestand die bepalend is voor de manier waarop de persoon zichzelf, zijn wereld, zijn verleden en toekomst ervaart. Vandaaruit wordt het gevoel onderscheiden tussen ‘stemmingsstoornissen’ en ‘affectstoornissen’.
Stemmings stoornissen Depressie
Een van de symptomen van stemmingsstoornissen. Een toestand van sombere stemming waarbij een gevoel van hopeloos zijn, van diep somber zijn, samen met lichamelijke 'vitale' symptomen.
Dysthymie
Een sombere stemming, die langdurig aanwezig is (veelal meer dan 2 jaar)
Manie
Ziekelijke opgewektheid die niet overeenstemt met de werkelijke situatie. Een behaaglijk welbevinden en een zorgeloosheid die blijft, ook als er tragische omstandigheden plaatsgrijpen.
Hypomanie
Een mildere vorm van manie.
Euforie
Een stemming waar ‘alles wel meevalt’.
Cyclothymie
Een
langdurige
bestaande
toestand
van
stemmingswisselingen, waarbij periodes van depressieve stemming afwisselen met periodes van hypomanie.
Affectstoornissen Sterk affect
Overaffectiviteit. Een te grote gevoeligheid voor stemmingen en emoties.
GGZ 4: Inleiding
61
Symptomen die kunnen wijzen op psychisch ziek zijn
Affectvervlakking
De persoon is nauwelijks aangedaan door gebeurtenissen die bij anderen wel emoties oproepen.
Apathie
Helemaal gevoelloos zijn, lusteloos, onverschillig zijn.
Anhedonie
Het niet meer kunnen ervaren van plezier.
Emotionele labiliteit
Een stoornis in de stabiliteit van de affecten. Positieve en negatieve gevoelens wisselen elkaar snel af. Er is een onevenwicht, onstandvastigheid in de emoties.
Affectincontinentie
Een gestoorde beheersing van de gevoelens. De persoon kan de gevoelens niet meer afremmen.
Ambivalentie
Leven met 2 tegengestelde gevoelens. Bijvoorbeeld: men wil op weekend gaan, maar ook niet, wat spanning creëert.
3.3
GGZ 4: Inleiding
Terminologielijst Terminologie
Uitleg
Brady
Vertraagd.
Kinesie
Beweging.
Praxie
Handelingen.
Tonie
Spierspanning.
62