8 minute read

Lustrumvakantie 2007, Thüringerwald, Duitsland

Lustrumvakantie Thüringer Wald

De lustrumvakantie werd gehouden van vrijdag 24 augustus tot zondag 2 september enwel in voormalig Oost-Duitsland op de camping am Stausee in Oberhof. Deze camping ligt op enige hoogte in het Thüringer Wald. Aangezien Marten Ton, Jan en ik wegens verplichtingen pas later weg konden besloten we op zondag te vertrekken. De zaterdag ervoor was er een BBQ bij ons in de tuin met 2 zangkoren. Ik was bang dat het laat zou worden en wilde eigenlijk pas om 10:00u vertrekken, maar de andere 3 wilden graag eerder weg en dan binnendoor rijden. Zodoende verzamelden we om 08:00u bij mij thuis en dronken eerst nog koffie. We werden uitgezwaaid door Greet en Marten reed voorop met zijn Tom-Tom. Bijna de gehele heenreis zouden we de snelwegen vermijden. Om een uur of elf gingen we koffie drinken en lieten we ons verleiden om een stukje taart erbij te nemen. De Kásetorte was echter van die omvang, dat Ton en ik er de rest van de dag op konden teren. In het Ruhrgebied pakten we even een stukje snelweg om er wat verder op weer af te gaan en verder ging het helemaal binnendoor. Ondanks dat het een dikke 500 km was schoten we toch flink op. Er werd stevig doorgereden, maar dat kun je wel aan Marten overlaten. De omgeving werd, naarmate we in de buurt van het einddoel kwamen ook steeds mooier en de wegen waren prima met prachtige bochten. Om een uur of zes stonden we boven bij Oberhof en zochten de precieze plek van de camping. Hij bleek een stukje naar beneden te liggen. De kortste weg naar beneden, was een grintweg, die toch wel wat lastig te berijden was, zeker met de volle bepakking. Beneden aangekomen was het nog even zoeken naar onze clubgenoten Ada, Gerard, Nico en Patty met de sleurhut en Dick, die er al enkele dagen stonden. Harrie, die zijn dochters Annabel en Barbara had meegnomen was ook die zondag aangekomen. Na een welkomstbiertje zetten we snel de tenten op en gaan we naar het restaurant om een hapje te eten. De restaurant-eigenaar is bang, dat de kinderen zich vervelen en hij komt daarom met vragen over de hoofdsteden van alle Nederlandse provinciën enzo. De meiden vinden het best wel leuk, maar kunnen het ook goed vinden met Jan en de rest van het gezelschap. We laten ons het eten lekker smaken en drinken nog wat biertjes. Ook nemen we nog wat mee om bij de tent op te drinken. De volgende ochtend ontbijten we gezellig samen in de zon, waarbij iedereen de meegenomen eieren en spek gaat zitten bakken. Er worden plannen gesmeed om wat te gaan toeren. Marten wil graag de BMW-dealer in Erfuhrt bezoeken voor wat motorolie enzo. Ton en ik besluiten mee te gaan. We rijden een flink stuk over een eigenaardig hobbelige weg, die toch recent geasfalteerd lijkt te zijn. Bij de BMW-dealer aangekomen zie ik tot mijn verbazing een oude Guzzi in de etalage staan. Het moet niet veel gekker worden, maar er staat ook nog een Gas-Gas off the road. Het is echt een ontzettend groot opgezette showroom met veel ruimte voor zowel auto’s als motoren. Als ik daar wat foto’s maak blijkt ineens het geheugen van de camera vol. Ik heb de memory-card thuis in de reader laten zitten. Zodoende besluiten we om de stad maar eens in te rijden, wat niet al te gemakkelijk is. Na ene aantal keren tegen het verkeer in komen we toch op een centraal plein en kunnen we rondkijken en zoeken naar een SD-card. Zodra ik de card heb maak ik nog een aantal foto’s van de mooie gebouwen van Erfuhrt. Aangezien Ton nog niet zo veel kan lopen, besluiten we nog een stukje om te rijden op de terugweg. Natuurlijk met “vermijd snelwegen” en dat hebben we geweten. Na een tijdje wordt de weg steeds slechter en eindigt in een soort karrenspoor, waarbij af en toe grote plassen opduiken. Na een grote plas omzeilt te hebben lijkt het toch beter om terug te gaan. Ton rijdt er weer omheen, maar Marten besluit er dwars doorheen te rijden. (zie filmpje op Topshare) Ik kan natuurlijk niet achterblijven en rijd er ook dwars doorheen. We nemen een weggetje linksaf en deze eindigt na weer een aantal plassen in een soort grasveld onder bomen met een smalle weg heuvel af. Het valt me 100 procent mee hoe goed het humeur van Ton blijft. Marten en ik zijn wel wat modder gewend maar Ton met zijn BMW RT kent dat eigenlijk niet. Daar beneden moet ergens de weg zijn die we moeten hebben, zegt Marten. We lopen nog een stuk verder en komen dan bij een uitzichtspunt. De weg naar beneden is een uitgehakte trap. Geen sprake van om verder te gaan. Dan maar terug. Marten rijdt vast vooruit en dan volg ik. Na een tijdje valt het me op, dat Ton niet meer volgt en ik rijd terug. Bij een plas, waar ik mijn voorwiel ook al voelde glijden ligt Ton’s BMW op een oor. Gelukkig is het allemaal erg rustig gegaan en is er geen schade, maar Ton heeft wel tot de knieën in de plas gezeten. Samen tillen we de motor overeind en inmiddels is ook Marten teruggekeerd.

Advertisement

Samen rijden we verder terug en besluiten terug te keren naar de camping. Helaas staat de hobbelweg weer op het programma, maar dat houdt je alleen maar scherp in de bochten. Op de camping natuurlijk sterke verhalen bij een lekker biertje en dan weer naar het restaurant. Harrie heeft een glasblaasmuseum op het programma staan voor de volgende dag en we besluiten er een gezamenlijke activiteit van te maken. De nacht is trouwens bitter koud, hoewel een aantal er geen last van schijnt te hebben. Dan moet je je hoofd ook maar in de slaapzak steken, maar dat is ook geen pretje als je de avond tevoren hevig uien hebt zitten eten. De volgende dag met zijn allen naar het glasmuseum. We krijgen een leerzame rondleiding met twee glasblaas-demonstraties. In dit stadje werden ook de eerste röntgenbuizen geblazen.

Na het museum maken we buiten een groepsfoto en nemen we Kaffee mit Kuchen ter ere van het lustrum. Natuurlijk gaan de motorrijders samen nog wat toeren. Op de terugweg haakt Harrie met zijn Scenic aan en blijkt, dat hij ons eigenlijk best aardig bij kan sloffen. De meiden bij hem achterin vinden het allemaal prachtig. Dat had nooit gemogen met moeders erbij. De woensdag gaat een aantal naar Buchenwald, maar Dick en ik gaan naar Tsjechié. Tom-Tom wijst de weg en dus gaat Dick voorop met zijn Guzzi en volg ik met mijn Guzzi. We rijden een prachtige tocht en zijn eigenlijk maar even in Tsjechië. De grens is een commerciële bedoening met allemaal kramen, waar ze je van allerlei zgn. merkkleding proberen aan te smeren. Dick koopt een behoorlijk aantal sigaretten, omdat ze daar zo voordelig zijn en het is best prettig, dat we een onbewaakte grensovergang over gaan. Er staat wel een slagboom, maar motoren rijden er zo langs. Helaas brengt zijn Tom-Tom ons ook het laatste stuk over dezelfde hobbelige weg terug. Aangezien ik niet in een dag terug wil rijden, maar liever weer binnendoor rijdt, besluiten we met zijn vijven om de donderdag al te vertrekken richting Winterberg. Die avond is er een vuurbak geleend en zitten we na het eten heerlijk bij een kampvuur nog wat biertjes te drinken. Het is die nacht echt wel koud, maar met het hoofd in de slaapzak en wat meer kleren aan gaat het best. Als ik ’s nachts er even uit moet om te plassen zie ik ijs op de motoren en de tenten zitten. We pakken met zijn vijven op en ook Harrie met de meiden gaan weer terug. De weg binnendoor is weer prima, maar hoe dichter we bij Winterberg komen hoe slechter het weer wordt. Het waait ook hard en dat is niet leuk op een camping zonder restaurant. Daarom gaan we in een hotel, dat ook nog door Nederlanders wordt gerund. We kunnen de motoren mooi achter zetten achter een slagboom en eten ’s avonds heerlijke rollade met rode kool en ijs met warme kersen toe. Als Jan ziet, dat er nog wat over is van die rollade eet hij het allemaal op. De volgene ochtend hebben we voor het eerst in de vakantie wat miezer-regen. We nemen afscheid van Marten, want die gaat nog via een treffen in Luxemburg naar Zuid-Europa. Wij vieren kiezen nu toch wel voor de snelweg en we zijn dan ook op een redelijke tijd in de middag al weer thuis. Zo komt er een einde aan een prima motorvakantie, die toch wel wat meer deelnemers had mogen hebben.

Frans

This article is from: