DE ZEVENTIG JAARWEKEN

Page 65

DE ZEVENTIG JAARWEKEN 65 het beste wat er was, cederhout van de Libanon. “Daarom gaven ze geld aan de steenhouwers en de steenbewerkers, evenals voedsel en drank en olie aan de Sidoniërs en Tyriërs, om ceders van de Libanon over zee te vervoeren naar Jafo, overeenkomstig de toestemming die ze van Kores, de koning van Perzië, verkregen hadden” Willibrordvertaling, 1995. Ezra 3:7 SV heeft het begrip “vergunning” een term die we nu nog gebruiken in die zaken. Zoekfunctie “hout” in: SV77: 6 vindplaatsen in 6 verzen 1. Ezra 5:8: “De koning zij bekend, dat wij getrokken zijn naar het landschap Juda, ten huize van de grote God, dat gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en dat werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoedig door hun handen voort.” 2. Ezra 6:4: “Met drie rijen van grote steen, en een rij van nieuw hout; en de onkosten zullen uit het huis des konings gegeven worden.” 3. Ezra 6:11: “Voorts wordt bevel door mij gegeven, dat van ieder, die dit woord zal veranderen, een hout uit zijn huis zal gerukt en opgericht worden, waaraan hij zal worden opgehangen; en zijn huis zal om diens wil tot een drekhoop gemaakt worden.” 4. Neh.2:8: “Ook een brief aan Asaf, de bewaarder van de lusthof, die de koning heeft, dat hij mij hout geve om te zolderen de poorten van het paleis, dat aan het huis is, en voor de stadsmuur, en voor het huis, waar ik intrekken zal. En de koning gaf ze mij, naar de goede hand van mijn God over mij.” 5. Neh.10:34: “Ook wierpen wij de loten, onder de priesters, de Levieten en het volk, over het offer van het hout, dat men brengen zou in het huis van onze God, naar het huis van onze vaderen, op bestemde tijden, jaar op jaar, om te branden op het altaar van de HEERE, onze God, gelijk het in de wet geschreven is.” 6. Neh.13:31: “Ook voor het offer van het hout, op bestemde tijden, en voor de eerstelingen. Gedenk mij, mijn God, ten goede.” Haggaï krijgt een boodschap van God voor Zerubbabel. Wie is die man? We vinden in Mattheus 1:12 duidelijkheid over hem: “Na de Babylonische ballingschap verwekte Jechonja Sealtiël, Sealtiël verwekte Zerubbabel.” Zerubbabel is in zijn dagen de gouverneur van Juda. Dat was zijn “Babylonische naam.” Het was het gebruik van de Joden in die dagen een andere naam te krijgen, wanneer zij taken verrichten onder het bewind van Babylon of Perzië. Daniël, werd Belsassar genoemd door Nebukadnezar. Het koningshuis van Israël was NIET hersteld, maar het was tóch een nakomeling van David die “landvoogd” was. De profeet Haggai heeft een goddelijke boodschap voor hem: “Gij hebt op veel gerekend, maar zie, het liep op weinig uit, en toen gij het binnengehaald hadt, blies Ik erin. Waarom dat? luidt het woord des HEREN der heerscharen. Om mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl gij draaft, ieder voor ZIJN EIGEN HUIS. Daarom heeft de hemel over u de dauw ingehouden en de aarde haar opbrengst. Ook riep Ik een droogte over het land en de bergen, over het koren, de most, de olie en wat de aardbodem voortbrengt, over mens en dier en alle arbeid der handen. Toen hoorden Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, en al het overblijfsel des volks naar de stem van de HERE, hun God, en naar de woorden waarmede de HERE, hun God, de profeet Haggaï gezonden had, en het volk vreesde voor het aangezicht des HEREN. En Haggaï, de bode des HEREN, zeide, krachtens de boodschap des HEREN, tot het volk: Ik ben met u, luidt het woord des HEREN” (Haggaï 1:9-13). De


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.