Glas
De belangstelling voor weerbaarheid van planten groeit, zowel door microbiologie in het substraat of in de grond rond de wortels als door het stimuleren van de weerbaarheid in de plant zelf.
‘W
eerbare substraten’ met gunstig werkende microbiologie in het wortelmilieu, vormen een alternatief voor het gebruikelijke alleen maar zo schoon mogelijk houden van substraten. De ziektewering van ingebracht bodemleven kan heel algemeen zijn, door concurrentie aan te gaan met schadelijke organismen, maar ook heel specifiek, bijvoorbeeld door parasitering van ziekteverwekkers of door de productie van antibiotica of voor schadelijke organismen giftige stoffen. Hoewel er nog veel onbekend is over de werking van de bodem en het bodemleven, zijn er ook al concrete onderzoeksresultaten. Zo vertelde onderzoeker André van der Wurff van Wageningen UR Glastuinbouw onlangs op een bijeenkomst over gewasgezondheid, dat inmiddels een
uniek model is ontwikkeld dat de factoren aangeeft waarbij schade door Pythium en Meloidogyne-aaltjes in de grond toeneemt. “Het model moet nog wel getoetst worden, maar aan de hand van vier parameters kunnen we de gevoeligheid van grond voor Pythium en Melodoginae nu al redelijk voorspellen.” Die factoren zijn: bodemstructuur, bacteriële activiteit, organische stof en klei-gehalte. Aan de hand van zo’n model kan dan ook theoretisch teruggerekend worden wat de meest ideale grondsamenstelling zou moeten zijn om zo weerbaar mogelijk te zijn tegen bovengenoemde organismen. Van der Wurff: “We willen dat ook gaan uittesten, door kunstmatig precies zo’n grondsamenstelling te maken en dan te kijken of de weerbaarheid na besmetting dan inderdaad beter is.”
Substraten
Meetbaar Telers geven aan mogelijkheden te zien voor bodem- en substraatweerbaarheid, maar meetbare resultaten moeten dan wel onderscheid maken tussen bewezen functioneren en de bekende ‘kofferbakverkoop van allerlei middeltjes’. Onderzoekers geven aan dat activiteit van bodemleven vrij snel te meten is, maar dat het wel lastig is om bovengrondse waarnemingen, zoals stevigheid van cellen, te koppelen aan ondergrondse invloeden van organismen in de bodem.
Het plan is verder om via praktijkproeven een matrix-overzicht op te stellen, om voor de verschillende substraattypes (zoals bijvoorbeeld steenwol, perliet en cocos) aan te geven hoe ze op een aantal functies van het bodemleven reageren (zoals op predatie en parasitisme). Meer kennis daarover, met minder gewasbeschermingsmiddelengebruik tot gevolg, is volgens Van der Wurff een manier om de Nederlandse teelt internationaal beter te profileren ten opzichte van concurrenten zoals Spanje. Wessel Holtman van Fytagoras gaf aan dat het zinvol is om te monitoren wat de optimale condities zijn voor gunstige microbiologie om zich te ontwikkelen. “Dat kan voor een plant
en voor microbiologie verschillend zijn. Zo ligt bij een plant de optimale pH vaak tussen 5,5 en 6,0. Micro-organismen doen het vaak beter bij een pH van 6,5 tot 7,0. En plantenwortels functioneren suboptimaal bij een zuurstofgehalte onder de 8 procent, terwijl sommige schimmels dan nog steeds goed functioneren. Er zijn dus verschillen in behoeftes. Afhankelijk van de omgevingscondities, of van onderlinge verhoudingen tussen micro-organismen, kan de werking anders zijn. Over dat functioneren van bodemorganismen is nog weinig bekend.” Volgens Holtman vallen er echter al veel lessen te trekken uit andere sectoren, zoals de voedingsindustrie en brouwerijen. Toch zullen chemische middelen nodig blijven om schadelijke organismen op te ruimen als deze toch uit de hand lopen. Ook zijn sommige ziekteproblemen, zoals virussen, er naar alle waarschijnlijkheid nooit mee op te lossen. Lastig blijft dat een chemische ingreep schade toebrengt aan het bodemleven, zodat de aanpak met microbiologie en de toepassing van chemische correcties lastig te combineren zijn.
Weerbare planten Behalve de weerbaarheid rond de wortels is ook de weerbaarheid van de plant te verhogen. In een proef heeft Wageningen UR Glastuinbouw bij komkommer de weerbaarheid proberen te verhogen door stoffen toe te dienen die de plant aanzetten (induceren) tot een afweerreactie tegen plagen. Bij de met biologische resistentie-inducerende bacteriën, Harpine-eiwitten of plantenextracten behandelde planten ontwikkelde spint zich wat trager. De daarna ingezette Phytoseiulus kreeg daardoor een voorsprong, zodat de biologische bestrijding beter verliep dan in de controle-afdeling. Ook bij laboratoriumproeven, met bladmonsters van de behandelde planten, verliep de spintontwikkeling trager dan bij de controle-toets. Uit vervolgonderzoek moet blijken of
FOTO: WAGENINGEN UR GLASTUINBOUW
Plant weert zich tegen belagers
Proeven tonen aan dat er duidelijke verschillen zijn in bodemweerheid tussen verschillende gronden.
er verschil is tussen rassen in gevoeligheid op deze reacties, en hoelang de inductie van de weerbaarheid duurt. Mogelijk is al bij de plantenkweker een behandeling uit te voeren, zodat planten al met meer weerstand op de teeltbedrijven komen. Bij trips was minder zilverschade op bladmonsters te zien, maar ging de ontwikkeling van deze plaag als negatief effect juist iets sneller. Bij wittevlieg waren de resultaten evenals bij
spint positief. Resistentie tegen zowel spint als witte vlieg hangt samen met de aanmaak van flavonoïden (natuurlijke antioxidanten). De proeven duurden te kort om uitspraken te doen over effecten op de opbrengst, onder invloed van de aanmaak van weerbaarheid bevorderende stoffen. Door Peter Visser Peter.Visser@reedbusiness.nl
Tussenplanten komkommer houdt afzet flexibel Door tussen te planten bij de teeltwisseling kunnen komkommertelers nog enige flexibiliteit in hun aanvoer houden. Maar tussenplanten is niet voor iedereen weggelegd. De ziektedruk, het weer en de stand van het gewas zijn daarin de bepalende factoren.
tussenplanting prima mogelijk. Vorige week vrijdag hebben we de laatste komkommers van de oude planten geoogst.”
10
het hangt ook af van de prijs, je arbeidsfilm en je gewas en of het gezien gewasstand en ziekten uit komt.”
Inspelen op de prijs Tussenplanten biedt telers in ieder geval nog enige mogelijkheid om op de prijzen in te spelen, bijvoorbeeld door het gewas van de eerste teelt iets langer aan te houden om zo lang mogelijk aan de markt te blijven, tenminste als de prijzen daar aanleiding voor geven. “De tussenplanting heeft voor ons goed uitgepakt”, vertelt teler Han van der Helm uit Nootdorp. “Prijstechnisch trok het allemaal wat aan en het goede weer maakte de
Een alternatief voor tussenplanten is wisselen in blokken. Daarmee voorkomt de teler dat hij bij eventuele aantrekkende prijzen tijdens de teeltwisseling niet helemaal van de markt is af is. Het voordeel van overschakelen in blokken is dat het nieuwe gewas in een leeg blok wat sneller op gang komt dan bij tussenplanten. Ook de kosten voor extra piekarbeid voor het leegoogsten van het oude en het omhangen van het nieuwe gewas bij een tussenplanting moet opwegen tegen de eventueel betere prijs. Door Erik Honkoop Freelance journalist
FOTO: PETER KRINS
Wisselen in blokken Deze weken hebben veel komkommertelers hun eerste teelt afgesloten. Een teelt die vooral bij de start dramatische prijzen liet zien. Komkommertelers die de tweede teelt tussenplanten, konden op het eind van de teelt nog profiteren van de iets hogere prijzen doordat ze tijdens het wisselen aan de markt bleven. “Alleen als je tussenplant kun je nog een beetje inspelen op de markt van dat moment”, aldus Piet van Adrichem, adviseur bij DLV Plant. Zijn de prijzen niet de moeite waard, dan kan de teler op dat moment besluiten het oude gewas te ruimen. “Voor sommige telers is tussenplanten standaard, maar
“Alleen als je tussenplant kun je nog een beetje inspelen op de markt van dat moment”, aldus Piet van Adrichem, adviseur bij DLV Plant.
groenten fruit
11GFA021_pag10glas 10
5/20/2011 11:21:34 AM