GAC Magazine nr. 25 - september 2018

Page 1

Nummer 25 – september 2018

GAC MAGAZINE

Wandelen: de ideale gezondheidssport


Jaargang 83 Nummer 843/25 • Sept. 2018 Aan dit nummer werkten mee Saskia Bons, Sandra van den Beukel, Joost Huijsing, Carla van Lingen, Elmer van Krimpen, Edward Swier, Siebe Turksma, Stéphane Wienneke, Marc van Wees en Jolanda van Voorst Eindredactie Sandra van den Beukel Grafische vormgeving Ron Meijer & Jannie de Groot Huisstijl KentieDesign BNO` www.kentiedesign.eu Fotografie (tenzij anders vermeld) Wim Kluvers

8

Drukwerk Drukkerij Badoux, Houten Inleverdatum van kopij voor het magazine december 15 oktober 2018 communicatie@gach.nl Ledenadministratie Chris van de Kamp Chrysantenstraat 13 1214 BK Hilversum (035) 621 55 16 ledenadministratie@gach.nl

Alles wat je altijd al wilde weten over de trainersopleiding Hardlopen is een mooie sport en GAC is een mooie club, dus best veel mensen worden jaarlijks lid, al dan niet na het volgen van de startersclinic.

familieportret De invloed van een sport op een familie

Vertrouwenspersoon vertrouwenspersoon@gach.nl Aanmelden www.gach.nl/kennismaken/ lid-worden/inschrijven Of met formulieren in het clubhuis Lidmaatschapsduur Minimaal tot 31 december van het jaar van aanmelding Opzeggen Ieder kwartaal, uiterlijk 31 maart, 30 juni, 30 september of 15 december, schriftelijk of via e-mail bij ledenadministratie gemeld

Dit keer geen portret van een hele familie, maar van de drie broertjes Gisius: Senne, Thimo en Quinten.

Clubhuis GAC Arenapark 1, Arena 103 1213 NZ Hilversum GAC homepage www.gach.nl GAC e-mail info@gach.nl Dit magazine wordt gedrukt op 135 grams maxisatin

Verder in dit nummer

10

6 12-13 14 16-17 18-19 24 26 29 32

Column Joost Jeugd Achter de komma De plek van … De favoriete route van … GAC in veranderende tijden Van oud naar nieuw Gezocht Wat doen GAC’ers als ze niet hardlopen


Wandelen: de ideale gezondheidssport Mensen sporten om uiteenlopende redenen. Sommige mensen winnen graag. Je hebt er ook die zichzelf willen verbeteren.

20

Beste sportvrienden Het is alweer zo ongeveer najaar. Ik hoop dat iedereen tijdens deze hete zomer de batterijen weer flink heeft kunnen opladen voor een nieuw sportief studie- en/of werkseizoen. Voor mij liep het allemaal wat anders. In plaats van een rustige vakantiezomer in te gaan, ben ik in juli begonnen in een hele leuke baan bij een mooi sportkledingmerk waarmee GAC een erg goede samenwerkingsrelatie heeft ;-) Een bedrijf waarbij ik me helemaal thuisvoel. Ik mocht direct twee weken naar het hoofdkantoor, op een enorme sportieve campus in de VS. Ik ga voortaan op de fiets en in mijn spijkerbroek, T-shirt en gympen naar mijn kantoor aan de overzijde van onze baan. Nogal een verschil met de bankwereld, waarin ik lange tijd heb gewerkt. Ondanks de hitte gingen de wedstrijden deze zomer gewoon door. De Klaverblad Arena Games nieuwe stijl waren wat mij betreft een groot succes. In navolging van andere grote atletiekevenementen vonden de games deze keer aan het einde van de middag en in de avond plaats. Tot grote tevredenheid van velen. Het evenement was ook ontzettend goed georganiseerd, dankzij de evenementcommissie en natuurlijk de vele helpende handen. Dit werd ook opgemerkt door de aanwezige vertegenwoordigers vanuit hoofdsponsor Klaverblad Verzekeringen en de gemeente Hilversum.

4 Carla en Wim Zij nemen afscheid na jaren mooie artikelen en prachtige foto’s, Wij zullen ze missen , maar gelukktig hebben zich 4 fotografen gemeld die de plaats van Wim gaan innemen. Het kan dus zomaar gebeuren dat je de komende tijd belaagd wordt door fotografen.

Het nieuwe atletiekseizoen gaat weer beginnen. Er is hard aan gewerkt om de organisatie daarvoor rond te krijgen, en het is mooi om te zien dat er zo veel enthousiaste vrijwilligers klaarstaan om onze atleetjes en atleten weer te begeleiden. Ik hoop dat iedereen beseft dat dit niet vanzelfsprekend is, en dat onze trainers de aandacht en het respect krijgen dat ze verdienen. Ik wens iedereen een fantastisch nieuw seizoen, met mooie prestaties en heel veel plezier! Sportieve groet, Paul Maas, voorzitter GAC

3


Ze blijken beiden van ronde getallen te houden. Voor Carla was het niet meer dan normaal dat ze, als ze een halve marathon liep, netjes onder de 2 uur finishte. En Wim stopt ermee nu we exact 25 luxe nummers van het GACmagazine hebben gemaakt. ‘Ik bedacht het bij nummer 23 of zo, maar wilde het wel netjes volmaken.’ Daarbij komt dat ze allebei ook nog eens zo’n nette leeftijd hebben. Huisfotograaf Wim Kluvers (60) en hoofdredacteur Carla van Lingen (70) nemen beiden afscheid van ‘hun’ clubblad. Carla stopte afgelopen jaar al met haar bestuurswerk. En Wim houdt er zelfs helemaal mee op bij GAC. Hij gaat, meer nog dan voorheen, klimmen.

Het woord is nu aan de nieuwe generatie Ze willen niet achter de geraniums gaan zitten, welnee. Dat is geenszins de reden dat ze ermee stoppen. Carla heeft nog genoeg plannen, ze is met Joost nota bene net binnen Hilversum verhuisd. Naar de nieuwe wijk, onder aan de voet van de nieuwe berg. Anna’s Berg is Wim dan weer net even te weinig uitdagend. Zijn pijlen heeft hij, eenmaal hersteld van een flinke ingreep aan zijn schouder, gericht op het klimmen en klauteren in de Alpen, Jura of Pyreneeën bijvoorbeeld. Beiden blijven lopen, om in conditie te blijven. Carla bij GAC (‘Ik beloof dat ik binnenkort weer wat vaker zal komen.’) en Wim voor zichzelf (‘Je moet toch wat …’). Hoe zijn jullie eigenlijk ooit bij GAC terechtgekomen? Carla: ‘Het zal een jaar of 30 geleden zijn. Ik liep voor mezelf. Eerst een klein rondje, daarna wat langer achter elkaar. Joost was al wat langer lid; ik voelde dat het voor mij ook hoog tijd werd. Ik ben op het laagste

4

niveau ingestroomd. En kwam erachter dat je bij GAC eigenlijk als vanzelf je groepje waar je bij past daarna wel vindt. Destijds vond ik dat je door de trainers best stevig werd aangepakt, dat ze je echt stimuleerden om harder te gaan lopen. Dat beviel me heel goed. Zo leerde ik uiteindelijk hoe ik de halve marathon binnen twee uur kon lopen.’ Wim: ‘Ik ben 15 jaar geleden binnengekomen bij de club. Ik wandelde destijds al veel in de bergen, maar merkte dat ik daar altijd achter mijn vrouw aanliep. Om een beetje meer snelheid te krijgen ben ik toen toch maar bij GAC gaan lopen. Zal ik je eens wat eerlijks vertellen: ik heb dat hardlopen eigenlijk nooit leuk gevonden. Ik kan er niets mooiers van maken. Nee, ik deed het eigenlijk alleen maar voor mijn conditie, voor mijn tochten in de bergen. Het heeft me gewoon nooit gegrepen. Endorfine heeft het bij mij nooit losgemaakt.’

En bij het clubblad dan? Carla: ‘Tsja, het zat natuurlijk toch een beetje in mijn bloed. Ik werkte bij de VARA, voor het programma Vroege Vogels. Zo’n blad ligt in het verlengde daarvan. Destijds toen ik er bijkwam was het zelfs nog een maandblad, zo’n gestencild blaadje. Ik had wel wat meer ambities. Als je ervoor gaat, moet je het goed doen. En dus hebben we een opzet voor het huidige magazine gemaakt, wat natuurlijk toch wat duurder was, en is het GAC-magazine, met zijn themanummers, ontstaan.’ Wim: ‘Ik kende Carla al een beetje, vanwege haar omroepwerk. Toen dat nieuwe blad kwam, moest er natuurlijk wel goede fotografie in. Dus werd er bij mij aangeklopt. Of ik niet een keertje … Ik vond dat ook niet geheel onlogisch eigenlijk. Het ging daarna als vanzelf, je rolt erin. Ze vragen je een keertje en je houdt het jaren vol.’ Het veranderen van het gestencilde clubblad in een prachtig kleurenmagazine, met leuke


verhalen, dat had trouwens nog wel wat voeten in de aarde. Carla: ‘Ja natuurlijk. Er veranderde iets wezenlijks, daar moesten mensen aan wennen. Wij dachten dat we de actuele dingen wel via een digitale nieuwsbrief konden delen, en dat een mooi magazine – met goed fotomateriaal en een uitgediept thema – voor iedereen van toegevoegde waarde zou zijn. Het werd nota bene bijna een blad dat je in de winkel zou kunnen kopen, zo mooi. Maar, anderen zagen dat toch anders. Die wilden vasthouden aan het oude.’ Wim: ‘In dit geval was verandering ook echt wel een verbetering, maar de oudere leden waren hun clubblaadje kwijt. Blijft staan dat het wel leuk was om ermee aan de slag te gaan. Het kwam er toch op neer dat we in het begin veel konden experimenteren. Dingen die ik voor mijn gewone werk niet kon proberen, deed ik voor het magazine wel.’ En nu stoppen jullie. Wim: ‘Ja, omdat het de laatste tijd toch meer en meer op werken begon te lijken. Het moest de laatste nummers altijd nog even snel voor de deadline, het voelde alsof het minder vrijblijvend werd. Ik was blij als ik het plaatje had, en weer weg kon.’ Carla: ‘Ik vind het wel mooi geweest na zoveel jaar. Het is nu aan anderen. Dat is volgens mij ook helemaal niet verkeerd. Het is goed dat om de zoveel jaar met een andere kijk naar zo’n blaadje wordt gekeken. Ik heb toch mijn eigen ideeën, en daar houd je – al werd ik wel goed gecorrigeerd hoor – toch graag aan vast. Het is nu aan de nieuwe generatie.’ Wim: ‘Daarbij komt voor mij dat ik ook stop met lopen bij de club. Ik ga vaker klimmen, zal geregeld in de bergen zijn. En dat wat ik aan mijn conditie wil doen, dat kan ik zelf ook. Ik ga veel meer energie in de Bergsport Vereniging stoppen. Dat er zich spontaan een aantal nieuwe fotografen heeft gemeld, vind ik wel fijn. Ik heb al aangeboden een paar clinics te geven, maar daarna stop ik echt. Geloof me, iedereen is vervangbaar hoor. Ook na 18.643 foto’s. Ja inderdaad, zoveel heb ik er – voor de club, en dus niet alleen voor het blad – gemaakt.’ Groen is trouwens, voor jullie beiden, het sleutelwoord. Carla: ‘Nou ja, Vroege Vogels is natuurlijk een natuurprogramma. Dat gaat over alles wat fluit, groeit en bloeit. Ik ben dolblij dat ik in de omgeving van Hilversum kan hardlopen, dat we meteen vanuit de club naar het bos of de hei gaan. Je hebt hier zoveel mogelijkheden. Langs het Wasmeer, of bij Groeneveld, ik vind dat fantastisch. Hardlopen in een stad, dat vind ik – of er moeten een paar mooie

parken zijn – eigenlijk maar niks. Ja, groen is voor mij wel de bindende factor, vroeger in mijn werk en ook bij de club.’ Wim: ‘Ik ben ooit begonnen met fotograferen door de NJN, de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie. Ik weet nog goed hoe ik daar compleet van de wereld raakte door een uitvergroot beeld van een parnassia. Ik ben kranten gaan lopen, heb van het gespaarde geld een toestel gekocht. Maar natuurfotograaf ben ik nooit geworden, daar is geen droog brood in te verdienen. Nou ja, er zijn een paar hele beroemde, die dat wel kunnen. Maar ik heb ook niet het geduld om een dag lang op één plekje stil te zitten, in de hoop dat die ijsvogel nu precies op die ene rietstengel voor je neus neerstrijkt. Maar, het is natuurlijk wel zo dat ik dol ben op de natuur. Ik vertel ook graag welk vogeltje je nu weer hoort. En lopen in het groen? Ja, prachtig natuurlijk. Een rondje Wasmeer, of de witte-paaltjesroute achter Paleis Soestdijk, het Pluismeer; ja, daar had ik altijd wel schik in. En de Maple Leaf Loop, die deed ik ook altijd graag.’ Hoe zien jullie de toekomst, van de club, van het blad, van de atletieksport in Hilversum, kortom van GAC? Carla: ‘Ik heb GAC altijd als een warm bad gevoeld. En dat verandert naar mijn gevoel ook echt niet. Nu ik door de verhuizing een tijdje minder vaak op de club ben, merk ik toch dat ik iets mis.’ Wim: ‘Wat ik jammer vind, en dat is ook echt een bron van zorg, is dat er steeds minder mensen na de training nog even naar boven gaan voor een drankje. Of ze nu thee nemen, of iets anders, maakt me niet zoveel uit, maar ik vind het ook belangrijk dat je na afloop gezamenlijk nog wat hebt. Maar het is klaarblijkelijk de tijd waarin we leven. Mensen hebben nog zoveel andere dingen na het lopen.’ Carla: ‘Het blad? Er is een groep nieuwe enthousiastelingen bijgekomen. Dat is heel fijn. GAC is een grote club, vergis je niet. We kunnen heel veel met z’n allen. En, zo’n grote club als de onze hoort ook een blad te hebben natuurlijk. Maar weet jij hoe de wereld er over vijf of tien jaar uitziet? We hadden toch ook nooit kunnen voorzien hoe digitaal alles zou worden.’ In koor: ‘Wat we, tot slot, wel allebei echt prachtig vinden om te zien: dat er zoveel jeugd bij de club rondloopt. Dat is echt een genot, die volle "speeltuin". Daar is zoveel fanatisme en enthousiasme. Dat overtuigt ons er ook van dat de club nog lang zal bloeien. Edward Swier

5


en wat was de mooiste? Elk magazine ben ik weer benieuwd naar de foto’s die Wim geschoten heeft. Elk magazine opnieuw zitten er pareltjes bij, vooral de middenpagina’s (De plek van …) zijn ware kunstwerkjes. Ik heb de afgelopen 25 magazines erbij gepakt en gekeken welke voor mij de mooiste waren, de plek van Wendy, prachtige spanning in een donkere werpkooi, Ashwin, eenzaam met de techniek, de vrolijk ronddwarrelende Siebe of de natuurfrons van Jaap? De allermooiste blijft voor mij Brigitte, een foto op eenzame hoogte, vanaf grote hoogte. Wim bedankt voor al die mooie plaatjes, daardoor zijn die magazines zo mooi geworden en was het voor mij elke keer weer een feestje er een mooi blad van te maken. Ron Meijer (vormgever GAC-magazine)

GAK

Nee. Ik wil echt geen naamsverandering voor deze mooie klup. Sorry: club. Het moet gewoon GAC blijven. Pupillen, junioren en zelfs senioren hebben geen weet van de rare spelling waar in de vorige eeuw mee werd geëksperimenteerd. Maar een beetje master kan het zich vast nog herinneren. Als je een ‘k’ hoorde, moest je een ‘k’ schrijven. Het zag er lelijk uit, maar dat vonden mensen ook toen de naam veranderde van Gooische Athletiek naar Gooise Atletiek. Bij Gak denk ik niet aan hardlopen maar aan hardvliegen. Nu we de herfst ingaan komt de vogeltrek immers op gang en de meest opvallende trekvogels zijn natuurlijk de ganzen. In prachtige V-formaties vliegen honderdduizenden ganzen uit de noordpoolregio naar ons in het zuiden. Tijdens die lange tocht hoor je ze steeds maar met elkaar praten, op de grond altijd goed te horen. Vooral grauwe ganzen roepen luidkeels gak-gak-gak. Dat doen ze als eerbetoon aan GAC, maar vooral ook om elkaar aan te sporen op snelheid te blijven. Het zijn de achterste vogels in de formatie die de voorste aanmoedigen. Ze vliegen dan met snelheden tot ruim 45 kilometer per uur! Een mooie vergelijking met sport, want ook bij atleten helpt het als je aangemoedigd wordt. Ooit rende ik in Schoorl de 30 kilometer. Een man uit de omgeving liep ongeveer even hard, maar als hij door een dorpsgenoot werd toegeschreeuwd met ‘Hup Bert!’, dan ging hij automatisch wat sneller en liep een meter of twintig uit. Ik haalde hem weer langzaam in tot een volgende ‘Hup Bert!’. En weer ging hij me voorbij. Terug naar de ganzen. Ze vliegen niet zomaar in die mooie V. Net als hardlopers en wielrenners maken ze gebruik van de slipstream

6

van hun voorgangers. Dat helpt echt. Weet je nog hoe kwaad Tom Dumoulin was toen Primoz Roglic achter een televisiemotor van hem wegreed in de Tour de France? Bij ganzen werkt het nóg beter, want de luchtwerveling veroorzaakt door de vleugelslag van een voorganger geeft de vogel erachter een extra lift. Dit bespaart de helft van de benodigde energie. Nog meer overeenkomsten tussen ganzen en sporters: het kopwerk eerlijk verdelen. Alsof het een ploegentijdrit is, zo wisselen ze elkaar in de vlucht af. Hoe meer je van die ganzen weet, hoe leuker het wordt om ze straks boven je hoofd in een groep te zien vliegen.

Illustratie: Huub Lamers GAC 1998

Joost

En maar gakken. De grauwe ganzen maken daar echt een feest van, want elke ochtend vliegen ze in formatie van slaapplek naar fourageergebied. En ’s avonds weer terug. Gak-gak-gak. Ik ben er trots op dat ze onze naam roepen. Joost Huijsing


7


Alles wat je altijd al wilde weten

over de trainersopleiding HARDLOPEN IS EEN MOOIE SPORT EN GAC IS EEN MOOIE CLUB, DUS BEST VEEL MENSEN WORDEN JAARLIJKS LID, AL DAN NIET NA HET VOLGEN VAN DE STARTERSCLINIC. MAAR HARDLOPEN IS HELAAS OOK EEN TAMELIJK BLESSUREGEVOELIGE SPORT, EN TRAINERS ZIJN OOK MAAR MENSEN DIE ELK JAAR EEN BEETJE OUDER WORDEN, SOMS VERHUIZEN, HET DRUK HEBBEN OP HUN WERK, OF ANDERE REDENEN HEBBEN OM TE STOPPEN MET TRAINING GEVEN. DAT ZOU NIET ERG ZIJN, ALS ER DAN UIT DIE NIEUWE LEDEN OOK MAAR WEER NIEUWE TRAINERS ZOUDEN OPSTAAN. EN HELAAS VALT DAT WAT TEGEN, MEDE DOORDAT MENSEN SOMS VERKEERDE IDEEËN HEBBEN OVER HET TRAINER WORDEN. TIJD DUS OM WAT MISVERSTANDEN UIT DE WERELD TE HELPEN EN MENSEN TE VERLEIDEN TOT HET TRAINERSCHAP … IN SAMENSPRAAK MET BERT LIST EN HENK VAN HEEMSTEDE, DE VORIGE ÉN DE NIEUWE COÖRDINATOR VAN DE TRAINERSOPLEIDING. door Saskia Bons

Bert List en Henk van Heemstede

Wie zijn jullie? Bert: ‘Ik ben 70 jaar, al 20 jaar lid van GAC, sinds 9 jaar trainer en daarvóór penningmeester in het bestuur. Momenteel ben ik onder andere opleidingscoördinator, maar daar wil ik mee stoppen, omdat ik heel druk ben met de boekhouding in het bedrijf van mijn schoonzoon.’ Henk: ‘Ik ben 66 jaar, 9 jaar lid en sinds 2 jaar trainer; daarvóór was ik begeleider bij de clinic van de City Run. Ik heb het ook druk met mijn eigen bedrijf, maar ik wil graag wat meer voor de club doen. Ik beschouw dat als pure ontspanning. GAC hangt samen van vrijwilligers, zonder vrijwilligers zou er geen club meer zijn.’ Saskia: ‘Ik ben 46 jaar, 18 jaar lid en 13 jaar trainer, en al een aantal jaren coördinator van de hardlooptrainers.’

Waarom is er elk jaar een trainersopleiding? Is dat niet wat overdreven? Om de continuïteit van de trainingen te kunnen waarborgen, moeten we jaarlijks nieuwe trainers opleiden, we streven naar minstens 10 per jaar. Op dit moment hebben we zo’n 100 hardlooptrainers, waarvan er

8

83 aan één, twee of zelfs drie vaste groepen zijn verbonden. De rest is reserve of oproepkracht, een aantal daarvan is geblesseerd. De afgelopen 6 jaar hebben we 57 trainers opgeleid, waarvan er nu 39 een vaste groep hebben. GAC zou aardig in de problemen zitten als die trainers de afgelopen 6 jaar niet waren opgeleid.

Waarom zou iemand trainer worden? Met ons drieën concluderen we: Het is leuk! Sterker nog, met dat magische T-shirt aan lopen we meteen lekkerder dan als ‘gewoon’ lid. Leuk is: zelf regelen, organiseren, voorbereiden. Verrassende routes en programma's bedenken. Maar ook flexibel genoeg zijn om bijvoorbeeld in verband met weersomstandigheden je training aan te passen. Omgaan met mensen, ze motiveren en enthousiasmeren. Kennis overbrengen, maar ook zelf leren en je grenzen verleggen. Zelf een groep kunnen oprichten als je een hiaat ziet in het aanbod (bijvoorbeeld een 1-uursgroep, een groep op woensdagochtend, een trailgroep). Tip: neem eens (een deel van) de training over en ervaar het zelf!


Wat zijn de nadelen? Het is soms moeilijk om je mond te houden als je als niet-trainer in een groep loopt … vooral als die trainer dingen volgens jou niet helemaal goed doet … Verder moet je wel tegen kritiek kunnen, sommige lopers zijn kritisch, zitten niet lekker in hun vel en zijn daardoor niet altijd even diplomatiek. (Maar daar staan vele dankbare lopers tegenover!)

Wie kan trainer worden, wat moet je kunnen? Iedereen met een normale intelligentie, verantwoordelijkheidsgevoel en wat humor kan trainer worden. Je moet wel iets positiefs uitstralen en wat empathisch vermogen is ook meegenomen. Belangrijkste is misschien wel: blijf jezelf, speel geen rol, en houd contact met je groep.

Wat leer je eigenlijk in de cursus? Je leert dingen over trainingsopbouw en variatie, looptechniek, blessures voorkomen, het belang van loopscholing. Oefeningen voor warming-up, cooling-down en loopscholing. Maar ook: veiligheid, omgaan met een groep. Je kiest of krijgt een stagebegeleider die je daarbij helpt.

Wat zijn de reacties van ex-deelnemers aan de trainersopleiding? Henk, welke dingen ga je veranderen? Bert heeft gemerkt dat de trainers van hogere niveaus erg geïnteresseerd zijn in fysiologie, de werking van spieren etc. In lagere groepen vinden ze dat minder boeiend en horen ze liever meer over soorten trainingen en de opbouw van een training. Misschien dat Henk daarom een verschil gaat aanbrengen in de opleiding voor verschillende niveaus. Verder vragen nieuwe trainers vaak om een paar handige trainingsroutes. Met wat rondjes van 10 km die je zelf kan uitbreiden met een lusje hier of daar zijn ze waarschijnlijk erg geholpen. Tot slot kunnen de stagebegeleiders wel wat beter in hun rol worden gezet: waar moeten ze bij helpen? Waar moeten ze op letten?

4. ‘Ik heb geen richtingsgevoel, ik verdwaal altijd’. Ten eerste: je bent geen natuurgids, maar trainer. Zelfs de Soestdijkerstraatweg op en af hollen is dus een serieuze optie (wie klaagt moet zelf trainer worden). Die kleine konijnenpaadjes tussen de struiken leer je op de langere duur wel kennen (of niet, ook geen probleem). Verder kan Saskia als ervaringsdeskundige de richtingmatig uitgedaagden de volgende tips geven: - Houd (in het begin) de grote fietspaden aan. - Zet de route uit op de kaart (papier of digitaal) of de app afstandmeten.nl en fiets de route voor (jaja, dat kost je in het begin even tijd). - Maak de route iets te klein en plan een optioneel lusje in voor als je te vroeg bent. - Vraag of kijk af waar andere trainers lopen en noteer dat voor jezelf. Binnen no time heb je een lijstje met mogelijke routes voor interval, vaartspel en duurloop bij warm weer, regen etc. Als je toch verdwaalt: - Er is altijd wel iemand in de groep die de weg kent. Zeker in het begin is er altijd een opgeleide trainer (stagebegeleider) bij. - De groep is doorgaans heel begripvol. Tenzij je keihard had toegezegd dat je om 10.30 uur terug zou zijn … dat kan je dus beter niet beloven … - Zorg dat je het clubhuis in je contacten hebt staan en laat je door Google Maps naar huis leiden. Misschien geen mooie route, maar wel de kortste … - Houd altijd met een stalen smoel vol dat dit de route is zoals je die gepland had … ;=)

Wil je meer informatie of je nu meteen opgeven voor de trainersopleiding volgend voorjaar? Mail dan naar Henk van Heemskerk: henk.van.heemskerk@gmail.com of Saskia Bons: saskia007@gmail.com.

Saskia heeft in haar eigen groep aardig gelobbyd om meer trainers te krijgen. Dit was de top 4 van redenen om geen trainer te worden. Wat vinden jullie ervan? 1. ‘Ik heb geen tijd / ik kan niet altijd’. Tja, waar wil je je tijd aan besteden? De cursus kost je vijf avonden, daarna heb je in het begin wel tijd nodig om een training voor te bereiden (voorfietsen), maar later doe je dat meer ‘op routine’. Het lopen zelf kost je natuurlijk geen tijd, je liep immers toch al … En juist als je in een groep een pooltje hebt met meer trainers hoef je je niet elke week vast te leggen.

2. ‘Misschien word ik dan bij een groep ingezet die ik niet ken’. Nee, dat gebeurt nooit. De meeste mensen worden trainer in de groep waar ze toch al liepen, en anders word je gevraagd voor een groep. Op je eigen niveau natuurlijk, je moet zelf ook lekker kunnen lopen.

3. ‘Ik loop niet goed genoeg’. Juist op de wat lagere groepen hebben we veel trainers nodig, want daar zitten ook de meeste (onervaren) lopers. Je hoeft zelf echt niet altijd voorop te draven of de beste te zijn, als je de snellere lopers maar de vrijheid geeft om eens weg te sprinten.

Tot slot: De wandel- en Nordicgroepen maken een enorme groei door, daarom zijn ook hier meer trainers nodig. Wat hierboven staat, geldt dus ook voor deze groepen. Liene Malsch verzorgt al jaren de trainerscursussen voor Nordic- en wandel groepen! Heb je interesse, mail dan naar: c.malsch@upcmail.nl

9


drie broertjes Gisius

De invloed van een sport op een familie

10


Familieportret

Door Sandra van den Beukel

Dit keer geen portret van een hele familie, maar van de drie broertjes Gisius: Senne, Thimo en Quinten. Drie broers die elke week vrolijk naar atletiek gaan, die echt genieten van hun sport en die daar ook nog talent voor blijken te hebben. Drie totaal verschillende jongens, maar duidelijk familie en met een grote passie en talent voor atletiek.

Senne (2006) is in mei 2014 begonnen als JPB met atletiek, nadat hij eerst andere sporten heeft geprobeerd. Hij heeft een tijd op voetballen gezeten, maar hoewel hij veel talent leek te hebben was het agressieve en ruwe van de sport niets voor Senne. Wel bleek dat hij erg snel kon lopen, waarop we besloten eens bij GAC te gaan kijken. Er was toen nog geen wachtlijst en hij kon direct beginnen. Senne heeft er nog geen dag spijt van gehad. Hij is dol op atletiek en toen bleek dat hij ook nog eens goed is in bepaalde onderdelen. Hij voelt zich helemaal thuis op de club en heeft een grote groep vrienden. Nadat zijn broer op atletiek begon, kon Thimo (2008) natuurlijk niet achterblijven. Tenslotte kon Thimo misschien nog wel sneller lopen dan zijn broer. Ook Thimo heeft korte tijd aan voetbal gedaan, maar hij was niet echt gemotiveerd. Nu voelt Thimo zich helemaal gelukkig bij atletiek. Hij denkt niet dat hij ooit nog een andere sport wil gaan doen, hij wil zelfs topatleet worden. Naar de Olympische Spelen gaan ĂŠn een gouden medaille winnen is zijn ultieme doel! Dat Quinten (2011) ook op atletiek zit is heel natuurlijk gegaan. Hij was altijd al op de club voor zijn broers en het leek hem wel leuk. Voor de grap deed hij een keer mee aan de Maple Leaf Cross en hij won. Toen wist hij helemaal zeker dat hij er ook op wilde, alleen moest hij nog wachten tot mei 2017. Kinderen mogen pas beginnen als ze 5 of 6 jaar oud zijn. Hij zit nu ruim een jaar met veel plezier op atletiek. Hij vindt het trainen met vriendjes heel gezellig, maar hij zal niet vrijwillig wedstrijden gaan doen. Hij traint nu nog 1 keer per week, maar vanaf oktober, als hij pupil C wordt, gaat hij 2 keer trainen per week. Daar verheugt hij zich op. Hoewel hij dan weer geen zin heeft in het winterseizoen, want dan moet hij hardlopen in het bos. En van rennen word je moe en daar heeft hij niet altijd zin in. Het leukst vindt hij het baanseizoen met alle verschillende onderdelen, vooral het vortexwerpen. Dat oefent hij thuis ook met zijn broers op de hei. En hij heeft zin in hoogspringen; dat krijgt hij volgend jaar pas, maar heeft hij al vaak gedaan met zijn broers op de club. Ook al is Quinten (nog) niet zo fanatiek bezig met zijn sport, dat neemt niet weg dat zijn talent al duidelijk te zien is. Hij was in oktober 2017 clubkampioen meerkamp en was clubkampioen cross in maart 2018.

v.l.n.r. Senne, Quinten en Thimo

Hij doet alleen mee aan de competitie en de clubkampioenschappen, andere wedstrijden wil hij nog niet doen. Hij gaat wel graag mee om te kijken naar wedstrijden van zijn broers of om te spelen met de andere kinderen rond de baan. Senne kwam als schuchtere negenjarige jongen op atletiek. Hij vond alles eng en was heel onzeker, dat zie je nu niet meer terug. Hij is nu een sterke, zelfverzekerde jongen die leeft voor atletiek en zijn vrienden. Hij weet nu waar hij goed in is en wil daar nog beter in worden. Hij is heel goed begeleid door zijn trainers, maar vooral de harmonieuze sfeer op de club heeft hem echt goed gedaan. Het maakt niet uit wie je bent en of je goed bent in atletiek, er is respect voor elkaar.

11


Senne zijn beste nummers zijn hoog- en verspringen. Hij springt nu 1.50m hoog en dat is in Nederland bij de Junioren D1 de 3e hoogte. Met verspringen staat hij bij de D1-junioren zelfs op de 1e plaats met een afstand van 4.90m. Hoogspringen is het leukste onderdeel; de spanning en adrenaline van een sprong, maar vooral het op de mat ploffen. Eigenlijk vindt hij elk onderdeel leuk, alleen de lange afstanden lopen hoeft van hem niet zo. Thimo heeft vooral veel geleerd van de clubkampioenschappen in 2016 die hij net niet won. Het hele seizoen merkte je al dat hij heel sterk en succesvol was, maar eigenlijk vond hij dat heel gewoon. Het was gewoon zo en hij hoefde er niet iets extra’s voor te doen … dacht hij … En toen kwamen de clubkampioenschappen van de C-pupillen. Thimo stond de hele dag op de eerste plaats, maar op de 600m lukte het allemaal niet zo goed. Hij verloor uiteindelijk op 1 punt en werd 2e. Ook hartstikke goed, maar zo voelde het natuurlijk niet. Hij was zeer verdrietig en het heeft zeker een half jaar geduurd voordat hij zijn focus weer terug had. Volgens zijn trainster Maaike van der Schoot was dit het beste wat hem kon overkomen. Van verliezen leer je immers meer dan van winnen. Dat vond Thimo heel moeilijk, maar het klopte wel. Hij heeft er heel veel van geleerd. Hij weet nu dat hij sterk is en dat hij een groot talent heeft, maar dat hij er wel hard voor moet werken. En dat doet hij nu dan ook. Hij traint serieus en concentreert zich tijdens wedstrijden en doet heel erg zijn best. Dat heeft er dan ook toe geleid dat hij veel meer wedstrijden heeft gewonnen en dat hij zelfs Nederlands kampioen indoor meerkamp is geworden in maart. Ook Thimo vindt hoogspringen het leukste onderdeel, maar hij vindt het wel moeilijk te kiezen omdat hij alles leuk vindt. Behalve het inlopen dan, dat is veel te saai. Afgelopen seizoen was zeer succesvol voor Thimo. Hij won de clubkampioenschappen, de clubkampioenschappen cross, en werd 2e bij de finale crosscompetitie. Hij is hier zeer trots op, maar weet nu ook dat hij er hard voor moet werken. En dan doet hij dan ook!

Interview met de tweelingbroers Arsh en Abhav Arsh en Abhav Sahu zijn 7 jaar en zitten samen op atletiek in de pupillen mini. Ze zijn allebei geboren op 27 april 2011. Dat ze samen op atletiek zitten vinden ze heel leuk. Maar ook al zijn het tweelingbroers, toch vinden ze andere onderdelen leuk. Arsh Sahu Hoelang ben je al lid van GAC? Wat vind je het leukst van atletiek? Wat is je favoriete onderdeel om te doen? Heb je veel vriendjes op de club? Waar ben je het meest trots op?

Heb je nog andere hobby’s? Wat is je lievelingseten? Abhav Sahu Hoelang ben je al lid van GAC? Wat vind je het leukst van atletiek? Wat is je favoriete onderdeel? Heb je veel vriendjes op de club? Waar ben je het meest trots op? Heb je nog andere hobby’s? Wat is je lievelingseten?

12

Minder dan een jaar Sprint Ik vind rennen het leukste om te doen Ik heb heel veel vriendjes op de club Op de manier waarop ik mijn tijden heb verbeterd met atletiek het afgelopen jaar Ja, ik vind basketbal ook heel leuk PIZZA!

Ongeveer een jaar Vortex werpen Rennen vind ik het leukste! Ja, ik heb veel vriendjes Dat ik goed ben in rekenen en lezen op school Ja, ik voetbal graag Indiaas brood, hmmmm


Jeugd

Iris Mackaaij Iris heeft een drukke agenda. Ze zit op atletiek en turnen en gaat in september naar de middelbare school, naar het ATC. Ze is al vierenhalf jaar lid van GAC en is nu junior D1. Drie keer per week traint ze met de D+-groep onder leiding van Tom Dankers. Ze is zich nu aan het specialiseren in werpnummers, waarvan ze speerwerpen het leukst vindt. Naast drie trainingen per week heeft ze elke maand ook nog twee wedstrijden, waaronder competitiewedstrijden en werpwedstrijden. Tijdens de laatste competitiewedstrijd in Hilversum heeft ze haar persoonlijk record kogelstoten verbeterd met 1.21m naar een afstand van 8.42m. Ze traint ook nog twee keer per week voor turnen en heeft per kwartaal ĂŠĂŠn wedstrijd. Ze is al meerdere malen clubkampioen geworden en ook bij de regionale kampioenschappen heeft Iris al veel gewonnen. Iris is heel sterk en lenig, dat moet ook wel met twee sporten die zo verschillend zijn. Ze vindt atletiek wel het leukst; de variatie, maar ook de gezelligheid op de club.

13


achter de komma

Stéphane

Mijn 3 zusters zullen op hun slaapkamers hebben gezeten, of bij vriendinnen, en mijn vader bij zijn vriendin, toen mijn moeder en ik ons klaarmaakten voor de afsluitende 10 kilometer op het NK, EK of WK Allround. Met warme chocomelk om de Bastognekoeken in te soppen – want te hard voor mijn wankel melkgebit – de gordijnen dicht tegen de laaghangende winterzon en de kladblokjes met pen gespannen op schoot. Klaar om elk rondje van Piet, Sten, Hans, Eric en Jan Egil voor eeuwig op papier en in het geheugen te griffen. Zelf schaatsten we niet. Mijn moeder en ik hielden allebei alle rondetijden, tussentijden en eindtijden van alle schaatsers bij, rondje na rondje, 25 ronden lang. Dubbelop. Dit deden we voor het geval een van ons naar de wc moest of wat lekkers uit de keuken ging halen. Of als we vergeten waren de hoorn van de haak te leggen. Dan konden we elkaar bijpraten na de interruptie. In de dweilpauzes vergeleken we de tijden en deden we voorspellingen of de Nederlanders konden winnen en mijn moeder hield knap voor zich, uit angst mijn Hollandse hart te breken, dat ze die Amerikaan toch wel echt een lekker ding vond. Maar niet zó knap dat ik het niet doorhad. De commentatoren in die tijd deden het precies zoals wij. Elk rondje van elke atleet, met de lijstjes van 10 kilometers eerder dat jaar, de wereldrecords en het algemeen klassement erbij. De elektronische tijdwaarneming ging tot op één tiende en er waren nog geen computers die van alles op het televisiescherm toverden. Als commentator zag je vrij weinig van het feitelijke schaatsen, want je was te druk met de chronometer in koeienletters rechts onderin, de rondeborden van de coaches en de lijstjes op de commentatortafel voor je. Over schaatstechniek werd nauwelijks gesproken, want daar was geen tijd voor. Wij wisten niks van kniehoeken, druk houden op de schaats of doorversnellen in de bocht. Het ging ons om de cijfers en qualitytime op de vrije winterzondag; niet om de sport. In de jaren die volgden zijn andere jongetjes – en misschien ook meisjes –, die net als ik met pen en papier naar schaatsen keken, groter geworden, gaan studeren en hebben ze de systemen uitgedacht die het nu mogelijk maken om lui achterover, als ware consument, het schaatsen tot op drie cijfers achter de komma te volgen. Je hoeft niks meer te doen, want alles wat je wil weten staat in HD en voorspeld in beeld. Ik moest aan mijn moeder denken, en rook vaag ergens achter in mijn brein de vreemde combinatie van chocomelk en erwtensoep, toen ik voor het eerst op de jurytrap van GAC zat bij een trainingswedstrijd voor pupillen. Mijn zoontje was bij toeval op atletiek terechtgekomen en omdat ik er toch altijd was (Niemand laat zijn eigen kind alleen, W. Alberti, red.), was ik gestrikt als jeugdtrainer en jurylid. Ik had de trainers- en jurycursus gedaan, dus wist wat er van me verwacht werd, maar had natuurlijk geen enkele ervaring met 2x op precies het goede moment een stopwatch indrukken. Ik was voetballer, verdorie. Daar stak je een vlag omhoog. Gelukkig bleek ervaring – zat ik daar net zo geconcentreerd als dat jongetje uit de vorige eeuw – helemaal niet nodig. Die 40 en 60 metertjes van die kleintjes gingen helemaal nergens over. Bij mijn eerste startje ging het al fout. Ik moest laan 5 in de gaten

14

houden en timen, maar mijn ventje was in geen velden of wegen te bekennen. Ik wist zeker dat ik hem in zijn startblok had zien zitten, maar ik had de starter in de gaten gehouden om het eerste moment suprême vooral niet te missen en daarna was ik hem kwijtgeraakt. Bij navraag bij het publiek en met hulp van de meer ervaren juryleden op de trap bleek dat het mannetje in laan 2 was gefinisht en direct doorgesprint was naar opa en oma die niet goed begrepen hadden waar de finish precies was en aan het eind van de volgende bocht stonden te wachten. Er werd na kort overleg met de leiding besloten om de atleet een nattevingertijd te geven. In alle volgende series heb ik me uitsluitend geconcentreerd op de laan 5-atleetjes en op goed geluk steeds de stopwatch ingedrukt. Er kwamen geen boze ouders, geïrriteerde trainers of stampvoetende atleten naar me toe, dus het zal allemaal wel ongeveer goed zijn geweest. Bij één meisje was ik zo afgeleid doordat ze onderweg naar een vriendinnetje langs de kant ging lopen zwaaien, dat ik helemaal vergat de stopwatch in te drukken toen ze juichend als laatste de finish passeerde. Ook zij kreeg een nattevingertijd. Wel zonder overleg met de leiding dit keer. Kort nadat mijn atleten junior werden heb ik besloten nooit meer met ze naar wedstrijden te gaan waar ze nog met handtijden werkten. Ik wist zelf immers hoe random dat kon zijn. Maar hoe random zijn handtijden nou precies? Op dat ene onervaren jurylid op de trap na. Goed, even snel voor Jip en Janneke: Bij elektronische tijdwaarneming (ET) begint, zodra de starter schiet (inderdaad vaak met een echt pistool met echte losse flodders en een wapenvergunning) de tijd zonder vertraging te lopen. Op de finishfoto wordt vervolgens op duizendsten nauwkeurig gekeken wanneer welke atleet met de borst de finishlijn passeert. Bij handtijden zitten er op de trap bij de finish per laan juryleden die de stopwatch indrukken als de starter, 40, 60, 80, 100 of 200 meter verderop schiet en nog een keer als het jurylid de atleet zo ongeveer met de borst de finishlijn ziet passeren. Oké, voor wie dit niet random genoeg is gaan we verder. Wetenschappers hebben samen met goed getrainde juryleden die op wereldniveau (EK’s, WK’s en Olympische Spelen) acteren onderzocht hoelang het menselijk brein erover doet om vanaf het zien van de lichtflits en/of de rookpluim van het startpistool een knopje op een stopwatch ingedrukt te hebben. Het oog registreert de rookpluim (bij moderne startpistolen de lichtflits), het brein interpreteert die informatie en stuurt een bevel naar de spieren van de duim om samen te trekken. Bij goed getrainde stopwatchmannen en -vrouwen duurt dat traject een kwart tel; 0,24 seconden om precies te zijn. Let op: dit is een gemiddelde, gemeten onder zeer ervaren juryleden over de gemiddelde afstand van 100 en 200 meter. Feitelijk doet de afstand er niet toe, want elke afstand op aarde is in relatie tot de snelheid van het licht verwaarloosbaar. Testen met een lichtknop vlak voor je neus geven hetzelfde resultaat. Alleen omdat licht op 150 meter meer afleidende impulsen in de omgeving kent dan licht dichtbij doet het brein er langer over en past men bij de start en finish op dezelfde plek – aka de 400m – een correctie toe van een tiende minder; namelijk: 0,14.


Goed, wat gebeurt er nu met minder ervaren juryleden bij huistuin-en-keukenwedstrijden ergens in ons minder wereldniveau kikkerlandje? Er zijn verschillende mogelijkheden: - Het jurylid ziet de rookpluim en drukt het knopje in. Het jurylid is een vrijwilliger van de organiserende club of een verplichte vrijwilliger van een bezoekende club en heeft minder geoefend. Wie zit er nog ’s avonds op de bank 3000 keer een stopwatch in te drukken? Het jurylid doet daar zeker meer dan 0,30 seconde over. De atleet heeft een snellere tijd op de klok dan de werkelijke tijd. - Het jurylid ziet de pluim niet, maar luistert naar het schot (dat alleen bedoeld is voor de atleten, die de starter niet kunnen zien) en drukt. Geluid doet er langer over dan licht om 100/200 meter te overbruggen, dus de tijd van de atleet is nog sneller dan de werkelijke tijd. Dan gaan we al snel richting de 0,40 seconde. - Het jurylid anticipeert, net als veel atleten, op het schot en drukt te vroeg. Als een atleet dat doet, dan wordt-ie gediskwalificeerd, maar een jurylid mag door. De tijd van de atleet is dan langzamer dan de werkelijke tijd. Dat kan een tiende of twee schelen. - En dan de finishbeoordeling. Dat gaat vaak zo snel en hectisch. Was het het hoofd, de schouder, de borst, de buik, de knie en van wie? Had ik überhaupt de goeie te pakken? De juryleden vragen niet voor niets direct na de finish: ‘Wat had jij?’ Nog veel eerder dan atleten dat doen. Inmiddels zijn we weer een paar jaar verder en wordt overal met ET gewerkt, ook bij de kleinere wedstrijden en bij de kleinere clubs. Soms zit de jury nog op de trap als back-up bij calamiteiten, maar ook dat wordt minder. Prestaties met handtijden worden niet eens meer opgenomen in ranglijsten en worden niet meer geaccepteerd bij kwalificatie voor de grotere wedstrijden of als record. Ze komen nog wel eens voor – als de ET het laat afweten of iemand op een verkeerd knopje heeft geklikt – maar je komt ze eigenlijk alleen nog maar tegen in allertijdenlijsten en tussen de clubrecords. We zijn op de junioren A-competitie vorig jaar in Haarlem. Het is lekker weer voor de maand mei en de wind staat goed. Voor de sprinters, welteverstaan. De organiserende vereniging heeft net een ET-installatie overgenomen van een failliet bedrijf en die doet het goed. Tot en met de 2e serie van de jongens op de 200 meter. Bij competitie is trapjury als back-up nog verplicht en vandaag nodig. Ze zitten al de hele dag pal in de wind maar zijn in hun nopjes omdat ze misschien belangrijk worden en gaan vol 20ste-eeuws enthousiasme aan de slag. Gabriël loopt een strakke 200 in de 4e serie en finisht overtuigend als eerste in wat voor zijn gevoel misschien zijn beste prestatie ooit is en misschien wel een clubrecord met +1.5 geldige meewind. De ET blijkt inderdaad gefaald te hebben dus – gelukkig bestaan ze nog, vrijwilligers die grotendeels om des keizers baard op een trapje in de wind willen zitten – de trapjury maakt de uitslag op: Gabriël komt als 4e over de finish. Huh? In een tijd een halve seconde langzamer dan de nummer 2. Huh? Ruik ik erwtensoep?

De scheidsrechter wordt om hulp gevraagd, getuigen langs de kant worden gehoord en de trapjury gaat in beraad. ‘Wat had jij?’ Er wordt gewikt, gewogen, geplust en gemind: Bij 10 meter per seconde is een tiende seconde een meter, een honderdste een decimeter, een duizendste een centimeter; de nummer 2 liep de 200 in 23 seconden min 1,4 seconde opstartverliescorrectie = 9 meter per seconde = 90 centimeter per tiende op de meet. Gabriël kwam zo’n 2 meter voor de nummer 2 over de finish, en uiteindelijk komen ze met een nattevingertijd van 22,6, handgeklokt. En dat is een clubrecord … Ware het niet dat nieuwe handgeklokte clubrecords niet meer meetellen. En precies om die reden. En gelukkig maar, want we wisten allemaal dat Gabriël nóóóit 22.77 had gelopen. De baanklok deed het namelijk wel gewoon en die gaf 23 laag aan. Achteraf berekend, en niks ten nadele van de vrijwilligers op de trap, had het jurylid verantwoordelijk voor Gabriël het goed gedaan en hadden die andere vijf veel te laat gedrukt aan het begin of veel te vroeg aan het eind, of beide. Nu was het fris daar op die trap in mei, stond er een frisse wind en de start van de 200 meter is precies aan de overkant op het verste punt en de zon stond nog best laag. Natuurlijk, het blijft mensenwerk. Maar de belangrijkste reden van er een halve seconde naast zitten was uiteraard dat, juist omdat de techniek voortschrijdt, steeds goedkoper en toegankelijker wordt voor verenigingen, de ervaring bij de juryleden alsmaar verder afneemt. Wanneer heb ik voor het laatst op de trap gezeten? Als ik nu een stopwatch indruk, dan sta ik op de baan en heb ik zelf start geroepen. Dat is niet zo moeilijk. En als mijn atleten dan over de finish komen, gaan ze echt niet zeuren om een paar tienden. Op een verlaten winterdinsdag, met een kopje koffie zonder koek, struin ik voor dit stukje de clubrecords op de GAC-website af, op zoek naar prestaties met maar 1 cijfer achter de komma en een h'tje erachter. Ik klik, ik scroll, ik typ. En typ en scroll en klik. Ik probeer terug in de tijd te reizen naar augustus 1968 in Groningen. Wat voor weer zou het zijn geweest? Was er een hittegolf, was er storm, stroomde het van de regen daar op die jurytrap toen GAC-legende-in-de-maak Trudy Ruth 12.1 op de 100 bij de meisjes Junioren A liep? Zondag 4 augustus was een druilerige zomerdag in Groningen, een graad of 18. Er stond een zwakke wind en er was geen zon. De trapjury heeft de rookpluim van het startschot zonder zonreflectie goed kunnen zien en er was zeer waarschijnlijk geen ongeldige wind. Trudy liep vast en zeker flink vooraan, dus over de finish zal ook wel geen twijfel zijn geweest. In die tijd waren alle juniorenwedstrijden handgeklokt, dus de jury was ervaren. Maar toch hè … Plots voel ik een uiterst frisse bries op mijn gezicht en ik kijk naar denkbeeldige doorlopers onder mijn schoenen. Ik kluun ermee naar de keuken en zoek in de keukenkastjes naar erwtensoep of rookworst. Ik vind alleen een zakje noodles. Chinese Chicken. Ik denk dat ik straks mijn moeder even ga bellen.

15


De plek van Bea Alma

De plek van Bea is haast on-Nederlands … De Gooi- en Eemlander bracht haar bij GAC. Ze vindt het mooi dat je met Nordiccen harder gaat dan met wandelen. Bij GAC vindt ze het training geven en de jaarlijkse wandeltocht over het Voetstappenpad het leukste. Haar plek heeft prachtige gebouwen en imposante brede lanen, maar het meest bijzonder is een eenvoudig paadje. Bea Alma-Otten las ongeveer zes jaar geleden in de Gooi- en Eemlander een advertentie over een cursus Nordic bij GAC. Dat was het startschot voor een actieve sportcarrière. Zij hield altijd al van wandelen en wilde graag iets toevoegen. Het Nordiccen beviel al snel goed en ze volgde de trainersclinic voor Nordic bij Liene Malsch. De Nordicgroep bestaat uit ongeveer zeven trainers, vier groepen en 75 lopers. Het Nordiccen wordt in Nederland vaak gezien als een sport voor ouderen, maar in Scandinavië en de Alpen is het een actieve sport voor jongeren. Het Nordiccen is een geweldige sport, want naast je benen gebruik je ook je hele lijf. Door het afzetten met de stokken ga je ook nog eens stukken sneller. Bea is naast trainster ook nog op een ander terrein actief bij GAC. Ze zorgt met een groepje voor het uitzetten van de GAC-loopjes en de organisatie van de jaarlijkse wandeltocht over het Voetstappenpad. Deze laatste loop is standaard op de derde zondag in mei en de opbrengst is voor het Goois Natuurreservaat. Met 250 deelnemers was het dit jaar een bijzonder geslaagd evenement. Volgend jaar wil ze graag nog meer deelnemers werven door een goede tekstschrijver en socialemediacampagne (vacature). Bea's plek is haar achtertuin. In het voorjaar is het in de ochtend het mooist met de groene frisse varens. Er zijn veel kleine paadjes, net als in het Smithuyserbos. Het doet er haast een beetje on-Nederlands aan. Voor Bea is de kracht van GAC de gemoedelijkheid bij de club en in de loopgroepen. Graag zou ze de jaarlijkse wandeltocht over het Voetstappenpad en de interesse van jongere mensen voor het Nordiccen willen uitbreiden. Haar favoriete plek is het terrein van Zonnestraal. Maar het allermooiste is toch het kleine paadje naar het amfitheater … Elmer van Krimpen

16



[Advertenties] Voor de duurlopers onder ons is Einde Gooi geen onbekend bos. Toch lopen er weinig GAC’ers hard en veel wandelaars zie je ook niet in dit mooie bos dat in het verlengde ligt van de drukke Hoorneboegse Heide. Een rondje Einde Gooi (uitbreiden kan altijd) is een aanrader om hardloopgrenzen en -gebieden te verleggen door op een andere plek te starten. De Noodweg biedt meerdere plekken waar twee- of vierwielers geparkeerd kunnen worden.

Evjdeern m o o Bluur een zioeket H men b bloe l vanaf . a 0 p.w € 3,5

UNIEK

IN

ZIJDEN

BLOEMEN

Havenstraat 18c - 1211 KL Hilversum - tel: 035-6230920 - www.meanderbloemsierkunst.nl Openingstijden: donderdag, vrijdag en zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur

Hennipman Bouwbureau To make things happen Tijmen Hennipman (06-22242726) hennipman@wxs.nl

Nw. Loosdrechtsedijk 69 1231 KN Loosdrecht

Tel 035-5825502 fax 035-7440045

Bedrukte kleding voor je loopgroep? Bij ThisWay kun je terecht voor een mooi bedrukt shirt, met logo of tekst. Van running shirt tot t-shirt en... ook leverbaar per stuk! ThisWay kledingbedrukking Pr.Frederik Hendriklaan 41, Naarden www.thisway.nl | info@thisway.nl | 035- 6560186,

18

Einde Gooi is een bosgebied (Natuurmonumenten) van ruim 150 ha tussen Hilversum, Loosdrecht en Hollandsche Rading. Deze buitenplaats is in de negentiende eeuw aangelegd in een voormalig heidegebied. In het midden van het landgoed staat een landhuis met een boerderij (1860). Het landhuis werd van 1925 tot 1930 gebruikt als een hotel- pension met caférestaurant en theetuin. Als je het rondje van René te lang vindt, kun je beginnen bij de plek waar het Tienhovens kanaal (inmiddels een dichtgeslibd slootje) de Noodweg oversteekt. De ‘Groentjes’ onder de GAC-lopers herkennen dassensporen, het uitgehakte nest van de zwarte specht en enkele indrukwekkende mierenhopen waar het krioelt van de mieren. Dassen zijn hier in hun element: ze hebben hier maar liefst vier indrukwekkende burchten gebouwd, dicht bij de plekken waar ze ’s nachts op zoek gaan naar voedsel. Het is een mooi stil bos, afgezien van laagvliegende sportvliegtuigjes op weg naar het vlakbij gelegen vliegveld. In de oude hoge beuken en eiken zoeken zwarte, groene en grote bonte spechten hun voedsel. Grote pruikzwammen dwarrelen in de herfst uit de bomen omlaag. Het ruim honderd jaar oude bos wordt doorsneden door lange rechte lanen … Als je hier loopt kun je de ster waar zeven lanen kruisen niet missen midden in het bos. De route loopt langs de boerderij van Eric van der Woude waar de Limousin vlees- en fokkoeien ongeduldig wachten tot ze de wei in kunnen. Naast de boerderij ligt het fraai gerestaureerde landhuis. Natuurmonumenten heeft dit landgoed inclusief de twee boerderijen en het herenhuis in 1976 gekocht, omdat het een grote rol speelt als schakel tussen hoger gelegen zandgronden en de lager gelegen veengebieden.


De favoriete route van RenĂŠ Klarenbeek Waarom een rondje Einde Gooi: Via het Wasmeer richting Hollandsche Rading. Net na het Wasmeer heb je links het oude clubhuis (1). Dat stukje natuur vind ik veel op Denemarken lijken. Als je daar naar links gaat wil het soms wel gebeuren dat je een ree ziet oversteken. In Hollandsche Rading heb je de mogelijkheid (zeker bij warm weer) om bij het kraantje wat water te drinken. Daarna ga je Einde Gooi in. In Einde Gooi heb je, net buiten het parkoers, de mooie 7-sprong. (2) Vervolgens steek je de Noodweg over en ga je via de Hoorneboeg terug richting clubhuis.

(1)

(2)

19


SiebeDe Commissie over atletiek en techniek

Wandelen: de ideale gezondheidssport Mensen sporten om uiteenlopende redenen. Sommige mensen winnen graag. Je hebt er ook die zichzelf willen verbeteren. Dan heb je het pure genot om te bewegen. De indruk die je maakt op potentiĂŤle partners. Het gezellig samen bezig zijn. De volledige lijst van dingen die mensen drijven om te sporten is lang. Te lang voor dit stukje. Er is echter ĂŠĂŠn reden om te sporten die niet vergeten mag worden: het sporten om gezond te worden en te blijven.


Gezondheid door sport is echter niet vanzelfsprekend. In de topsport (maar ook in de recreatiesport) worden soms grote risico’s met de gezondheid genomen. Het is ook al niet simpel te zeggen wat gezondheid precies is. Ben je gezond als je nu geen ziekten hebt, of ben je pas gezond als je ook de komende tien jaren geen ziekte krijgt? WANDELEN KUN JE ZO ZWAAR MAKEN Of moet je praten over de kans om ALS JE WILT. een ziekte te krijgen? Wellicht moeten we helemaal niet over ziekte praten. Je zou ook kunnen zeggen dat je gezonder bent naarmate je fitter bent. En fit wil zeggen dat je gemakkelijk een trap oploopt, of dat je vlot 1500 meter kunt rennen. Je zou dan kunnen zeggen dat je gezonder bent, naarmate je fitter bent. Dat zou betekenen dat topsporters gezonder zijn dan normale stervelingen. Nee, een definitie van gezondheid op basis van fitheid is niet wat we zoeken. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zoekt het in termen van ‘welzijn’: Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken. Van de WHO moet er ook maatschappelijk en geestelijk welzijn zijn. Gezond zijn is niet gemakkelijk. Nou vraag ik me gelijk weer af wat ‘welzijn’ eigenlijk is? Is het hetzelfde als ‘welbevinden’. Zo ja, dan kan iemand van 200 kg perfect gezond zijn, zolang er maar ‘welbevinden’ is. Of is ‘welzijn‘ objectief door een derde vast te stellen en hoef je bij welbevinden slechts de betrokkene te vragen of hij zich goed voelt?

WANDELEN LEENT ZICH UITSTEKEND VOOR TECHNIEKTRAINING. Ik dwaal af. Dit stukje heet ‘Wandelen: de ideale gezondheidssport’. Wat ik dus moet ‘bewijzen’, is dat a) wandelen een sport is en dat b) wandelen een bijdrage aan de gezond-

heid levert en dat c) wandelen deze beide zaken beter doet dan menig andere bezigheid (en ja, ik zou eerst nog weer even moeten nagaan wat een sport eigenlijk is … en ook het woord ‘ideaal’ is een valkuil).

wandelen is een echte sport

Sport is al net zo’n lastig begrip als gezondheid. Als je opzoekt wat een sport is, zul je ook nogal wat verschillen van inzicht tegenkomen. Het is ook heel lastig om een bondige definitie van sport te maken die ervoor zorgt dat dammen ook een sport is. Het hangt ook af van de taal die je spreekt, wat je een sport vindt. In het Engels is het heel normaal om het over ‘sport and exercise’ te hebben. Voor iemand die met Engels is opgegroeid is fitness een vorm van exercise, maar geen sport. Nederlanders kunnen volstaan met ‘sport’. Lichamelijke oefening valt voor ons onder het sporten. Voor veel mensen is wandelen een vorm van lichamelijke oefening en daarmee automatisch een sport. ‘Maar’, hoor je jezelf vragen, ‘is het ook een echte sport?’ Een sport waarbij je moet afzien en hijgen, maar vooral een bezigheid waarbij je kunt winnen? Ik durf te garanderen dat dammen niet onder de sporten zou worden gerekend wanneer het geen competitie-element zou hebben. Dammen blijft echter een buitenbeentje. Zweten en competitie zijn nodig om iets tot een echte sport te maken. En zweten wil bij het wandelen erg goed. Hoe wrang het ook is … De doden die af en toe vallen bij het wandelen maken het tot een echte sport. Want, hoewel rustig wandelen niet erg veel van je lichaam vraagt, vraagt snel wandelen juist heel veel van je. En dan hebben we het

WANDELEN-GERELATEERDE BLESSURES ZIJN ZELDZAAM. nog niet over snelwandelen. Je kunt wandelen zo intensief maken als je wilt. Als je als hardloper eens een keer echt je best wilt doen, moet je in je loopgroep gaan wandelen, terwijl de rest van de groep blijft hardlopen. Niet alleen moeten je hart, longen, bloedsomloop en een groot deel van je spiermassa vreselijk hard werken … Je zult jezelf ook enorm moeten concentreren om je tempo vast te houden. Het is een enorme uitdaging voor je hersenen. Het vergt veel oefening om langdurig snel te wandelen zonder dat je daar voortdurend je aandacht bij moet houden. Wandelen is voor de gemiddelde mens betrekkelijk gemakkelijk tot zo’n 7 km/u, daarboven wordt het onredelijk zwaar.

21


Verzeker jezelf, steun de club

Sluit een verzekering af bij Klaverblad en de club ontvangt minimaal â‚Ź 10

klaverblad.nl/clubkasactie kla verblad.nl//clubkasactie

22


wandelen is technisch heel uitdagend

week een fanatieke wandeltraining met hoge tempo’s. Maar je kunt ook combineren met allerhande andere sporten. Het aardige van wandelen is dat dat wandelen nagenoeg altijd kan. Mensen ontwikkelen snel een persoonlijke hardloopstijl. Ik denk dat Wandelaars ondervinden weinig blessures van het wandelen en dit het gevolg is van de beperkte hoeveelheid keuzes die je als als je bij een andere sport een blessure hebt hardloper hebt. opgelopen, kun je meestal nog wel wandelen. BLESSURE IN EEN ANDERE SPORT OPGELOPEN? Je lijf, je snelheid Maak wandelen de kern van je trainingsproen de ondergrond WANDELEN KAN MEESTAL NOG WEL. gramma. dwingen een Neem ook techniektraining op in je wandeltrailoopstijl af. Je kunt maar beperkt bijsturen. (Het beetje dat je kunt ning. Daarmee word je niet alleen een betere wandelaar, je brein bijsturen is wel belangrijk.) gaat ook langer mee. Vernieuw en varieer je oefenstof.

Wandelen laat je meer keuzes. Bij je armbeweging heb je bijna volledige vrijheid. Bij het wandelen kun je in telgang gaan. Probeer dat maar eens bij het hardlopen. Zo’n keuze voor telgang is niet erg nuttig, maar het laat wel zien dat de wandelaars onder ons meer te kiezen hebben. De mate waarin je je heupen draait en kantelt is belangrijk voor de hoogst haalbare snelheid (je haalt geen 15 km/u zonder de wonderbaarlijke heupbeweging van de snelwandelaar). De breedte van het spoor waarin je loopt is ook een keuze die je bewust kunt maken. En het aantal passen per minuut dat je maakt, kan heel sterk variëren. De wandelaar heeft veel meer reële keuzevrijheid. De wandelaar kan door serieus op techniek te trainen met sprongen … oops … met grote stappen vooruitgaan. Je kunt van wandelen een heel technische sport maken. Als je dan bovendien nog stokken ter hand neemt, zijn de mogelijkheden onbegrensd.

wandelen is goed voor je

De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat veel zitten minstens zo gevaarlijk is als overgewicht. Als je niet genoeg beweegt, worden de kansen om allerhande vervelende en vaak chronische aandoeningen te krijgen groot. Voor een goede gezondheid moet je matig stevig bewegen. Iedere dag!! Bovendien moet je regelmatig intensief bewegen. Iedere dag een stevig wandelingetje van 30 minuten is onvoldoende voor het beste effect. Twee keer per week intensief trainen en de rest van de week niet bewegen werkt ook niet. Vijf keer per week stevig wandelen en twee keer per week intensief werkt prima. En hoe dan met zeven MAAK WANDELEN DE BASIS keer per week intensief? VOOR JE GEZONDHEIDSTRAINING. Dat blijkt weer te veel van het goede te zijn. Er moet minstens één dag per week zijn dat je niet meer dan matig stevig beweegt.

WANDELEN IS GOED VOOR LIJF EN BREIN.

nabranders Stap over je zielige vooroordeel heen dat snelwandelen stom is. Daar denken ze in de meeste landen anders over. Het is niet voor niets een Olympische sport. En ja: hardlopen gaat sneller dan snelwandelen; maar borstcrawl gaat sneller dan vlinderslag, rugcrawl en schoolslag. Wandelen stimuleert het sociaal welbevinden (menige scharrelpartij startte bij GAC) en laat volop ruimte voor individuele expressie. Ik heb geen enkel bezwaar tegen gezellig keuvelende groepen GAC’ers in het mooie Gooi, maar ik zou het ook wel mooi vinden als ik wat vaker wandelaars zag bij wie het schuim op de kin stond, het zweet langs het aangezicht droop en wiens gehijg het gekwetter van de vogels overstemde.

Wandelen is een prima middel om je beweegdoel voor je gezondheid te halen. Vijf keer per week een stevige wandeling en twee keer per

23


Wat wil de loper? GAC in veranderende tijden door: Mark van Wees

In vergelijking met andere individuele sporten (fitness, wielrennen, zwemmen en turnen) heeft hardlopen de grootste groei gekend de afgelopen jaren. De helft van de hardlopers loopt daarbij in verenigingsverband bij een atletiekclub. Maar hoe kan het dat de belangstelling voor de GAC-startersclinic terugloopt en dat we moeilijk nieuwe leden werven? Weten we wel goed wat (beginnende) hardlopers nodig hebben? Passen onze loopactiviteiten en begeleiding bij de vraag? Is onze marketing goed genoeg? We denken daar al lang intern over na, maar het is goed ook naar andere vormen van georganiseerd en begeleid hardlopen te kijken. We vragen het aan Laetitia Ouillet. Zij biedt beginnende hardlopers persoonlijke (online) coaching aan en heeft het al druk, ook met klanten in Hilversum (www.ikbeginvandaag.com).

Ze zegt: ‘Veel beginnende hardlopers hebben persoonlijke aandacht en ondersteuning nodig om de eerste drempels en de eerste teleurstellingen te overwinnen. Een luisterend oor dus.’ Naast motivatie geeft zij basisloopscholing, maar ze houdt het verder simpel: ‘Je hoeft geen nieuwe spullen te kopen. Begin lekker op je ouwe gympies.’ Een tweede categorie van ‘concurrenten’ zijn de grotere (semi-) commerciële organisaties die soms een heel pakket van diensten en producten aanbieden. Voorbeelden zijn www.prorun.nl, www.loopwijzer.nl, en www.mindfulrun.nl. ProRun biedt loopclinics aan, maar verdient het geld waarschijnlijk voornamelijk door advertenties en productverkoop. Loopwijzer noemt zich een hardloopschool. Het zweverige Mindful Run ten slotte koppelt hardlopen aan

24

persoonlijke ontwikkeling en gebruikt daartoe allerlei flauwekultheorieën, zoals neusademhaling. Wat kunnen we van Laetitia, van Pro Run en van Loopwijzer leren? We laten Mindful Run buiten beschouwing, omdat hier een andere doelgroep wordt aangesproken. GAC moet verre blijven van zweverigheid. Goede marketing Het loopaanbod van GAC is geweldig! Je kunt bij ons op je eigen niveau hardlopen met goede begeleiding. Bovendien loop je in prachtige natuurgebieden. We kunnen ook het belang van beweging voor de gezondheid meer aan de man brengen (denk aan vele mensen met overgewicht). Ik ben er echter geen voorstander van om dan ook de voedingsadviezen te gaan geven. Ons aanbod kan beter simpel blijven. Ook wordt flexibiliteit in vrijetijdsbesteding voor velen steeds belangrijker. Vaak wordt namelijk gedacht dat je bij een vereniging vastzit aan ‘verplicht’ trainen, maar dat valt in de praktijk bij GAC reuze mee. Als je wilt, kun je switchen van groep of voor jezelf trainen als je minder tijd hebt. Maar al deze positieve kanten zijn op onze huidige website nog niet te vinden. Onze website is meer als interne informatiebron ingericht. Vergelijk onze GAC-site eens met die andere loopsites. Dus maak een nieuwe homepage, gericht op de buitenwereld. Maak een centrale marketingboodschap en gebruik deze consequent op website en sociale media. Meer differentiatie naar individuele wensen? Er zijn grote verschillen tussen (beginnende) lopers. Aan de ene


kant de gezondheids- of gezelligheidslopers, voor wie het belangrijk is dat ze regelmatig op pad gaan; aan de andere kant de ambitieuze lopers die zo snel mogelijk voortgang willen boeken. Laetitia merkt bij haar trainingen dat er hierbij grote verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Zien we dat ook op onze club? Zij is bezorgd dat in een club beginners soms te veel druk ondervinden om te presteren: ‘Wanneer ga je nu je eerste 10 km lopen?’ Onze startersclinic is gericht op deelname aan bijvoorbeeld de City Run, maar willen of kunnen beginnende lopers dat wel? Er is vast een categorie die wil bewegen zonder daarbij ooit een prestatie neer te zetten. Kan GAC misschien twee trajecten aanbieden voor beginners? Persoonlijke aandacht en individuele looptechniek Erik Clabbers, GAC-lid, zegt hierover: ‘Mijn ervaring is dat er bij de vereniging weinig wordt gedaan met individuele doelen (los van de clinics waar een gezamenlijk hoofddoel is). Na de afronding van de marathonclinic in het voorjaar ben ik nu voor mezelf aan het trainen voor Chicago (najaar). Persoonlijke begeleiding zou voor mij een waardevolle toevoeging kunnen zijn. Natuurlijk kun je met vragen altijd terecht bij medelopers of trainers, maar persoonlijke begeleiding is naar mijn idee echt wat anders.’ Als GAC kunnen we natuurlijk niet iedereen 100% persoonlijke aandacht geven. Misschien zijn er wel GAC-trainers die het als team leuk vinden om een online persoonlijke begeleiding op te zetten in aanvulling op de vaste looptraining. Dat kan heel simpel zijn (via WhatsApp bijvoorbeeld). Verder is individuele looptechniek belangrijk, zeker bij beginners. Loopwijzer biedt bijvoorbeeld aan: ‘Gratis videotraining om te stoppen met droevig sjokken’. Dit wordt natuurlijk al erkend bij GAC. Kunnen we dat nog versterken binnen onze mogelijkheden? Samenwerking met loopcoaches Laetitia ziet kansen voor samenwerking: ‘Ik kan een beginnende loper die bij mij een goede start heeft gemaakt doorverwijzen naar een club, als hij/zij zin heeft in meer groepsverband’. Andersom kan GAC een beginner die veel persoonlijke aandacht nodig heeft naar een loopcoach doorverwijzen.

[Advertenties]

Elektrotechniek & Beveiliging

• Sterk- en zwakstroom • Verlichting • Telefoon • Brand- en inbraakbeveiliging

Coehoornstraat 201222 RT Hilversum Tel. (035) 683 33 20

FURSTER van TELLINGEN

Al met al zijn er dus genoeg kansen voor GAC om aantrekkelijk te blijven voor de vele mensen die om welke reden dan ook willen beginnen met hardlopen. Daarnaast (en dat is ook een groot voordeel van een club!) zijn er genoeg vrijwilligers die dit kunnen ondersteunen.

Notities: • Bron: Brancherapport Sport ; 04 Atletiek • Voor wie twijfelt over neusademhaling bij het hardlopen: iedereen die hardloopt kan aan den lijve ondervinden hoe onzinnig dit is. Deze theorie is gebaseerd op de ideeën van een zekere Konstantin Buteyko, die meende dat iedereen met diepe mondademhaling chronisch aan het hyperventileren is. Volgens hem hangen tal van ziekten samen met een te laag kooldioxidegehalte in het bloed, dat door hyperventilatie zou ontstaan. Dit is nooit aangetoond.

# $ # "

!

$

De nieuwe startersclinic start op zaterdag 1 september 2018 en loopt door tot eind april 2019. Aanmelden via starters@gach.nl .

uitgesport? kom mode spotten in de gooische brink hilversum 25


Van oud naar nieuw

Geschreven door: Sandra van den Beukel

ALS EEN BIJNA VOLLEDIG NIEUWE COMMUNICATIECOMMISSIE DE OPDRACHT KRIJGT OM EEN NIEUWE WEBSITE TE ONTWIKKELEN VOOR DE CLUB, DAN IS DAT WEL EVEN SLIKKEN. MAAR GAANDE HET PROCES BLEEK HET OOK EEN GROOT VOORDEEL. ALS NIEUWE LEDEN HEBBEN WE NAMELIJK GEEN LAST VAN BAGAGE EN KUNNEN WE ONS VOLLEDIG RICHTEN OP HET ONTWIKKELEN. EN NU IS HET EINDELIJK ZOVER: NA VELE HOBBELS EN UITDAGINGEN, IS DE NIEUWE WEBSITE LIVE SINDS 1 SEPTEMBER.

De oude site was mooi, maar hij paste eigenlijk al niet meer in de huidige tijd. Hij was traag en het aanpassen en plaatsen van content werd steeds ingewikkelder. De site was bijvoorbeeld niet adaptive; dat betekent dat de site zich niet automatisch aanpaste aan de schermgrootte. De site was bijvoorbeeld lastig te raadplegen op een mobiele telefoon. Daarnaast werd het steeds duurder om de website te onderhouden.

kijk op de geheel vernieuwde websi 26


Dus ontwikkelden we een nieuwe website. En dat heeft nogal wat bloed, zweet en tranen gekost: ruim 350 uur vrije tijd van de commissieleden, meer dan 476 mails, vele honderden appjes, en liters water. Maar, en daar zijn we best trots op, we zijn binnen het budget gebleven! Eind april hebben we een presentatie gehad van verschillende websitebouwers, waarna we hebben besloten met leverancier MEO door te gaan. MEO helpt bedrijven met het professionaliseren van de communicatie, maar heeft ook een maatschappelijke missie. De eerste sessie met MEO was op 28 mei. De communicatiecommissie besloot om het project in eigen beheer op te pakken.

sponsorovereenkomst metrun2day De sponsorcommissie heeft er voor gezorgd dat er een nieuwe 3-jarige sponsorovereenkomst met Run2Day is getekend. De overeenkomst is tot stand gekomen onder leiding van onze sponsorvoorzitter Ben Bus. Hierbij is veel werk verzet door Caro Baumeister. Zij heeft grotendeels het contract opgesteld. Michiel van Dijk heeft ervoor gezorgd dat alles juridisch goed is geformuleerd. Het contract is getekend door Louran van Keulen – Run2Day – en onze voorzitter Paul Maas en secretaris Pieter Wilhelmus.

Leden hadden inspraak via de enquête die is rondgestuurd door de ledenadministratie. De input die via de enquête binnen is gekomen, hebben we direct verwerkt. We hebben de basis gelegd, vanaf nu gaan we bouwen. De content wordt bijvoorbeeld pas na 1 september geredigeerd. Commissies schrijven zelf de inhoud, maar er wordt geredigeerd op eenduidige stijl. Dat gaan we de komende maanden doen. Als we nu terugkijken, zijn we vooral trots. Trots op de doorlooptijd, en zeker ook op de nieuwe website. We denken dat het een site is die aan alle wensen van de leden kan voldoen. Maar we zijn ook trots op elkaar. De sfeer in de commissie is goed, we vullen elkaar goed aan en zijn in staat om met elkaar in korte tijd een project succesvol af te ronden. En natuurlijk horen we ook graag van onze leden wat zij van de website vinden! Sandra van den Beukel

De communicatiecommissie bestaat uit: Robert Fey, Robert Brekelmans, Esther Gross, Annette Marcelis en Sandra van den Beukel (niet op foto)

te: www.gach.nl 27


[Advertentie]

Zin

in Zon

$//( %$1.(1 $//( $ //( % %$1.(1 $1.(1

½ ½ ½

( (UJROLQH ]RQQHEDQNHQ UJROLQH ]RQQHEDQNHQ 0 HGFRV GHÀQLWLHI RQWKDUHQ , 3 / JHHQ ODVHU

0HGFRV GHÀQLWLHI RQWKDUHQ , 3 / JHHQ ODVHU

66SUD\ 7DQQLQJ EUXLQ ]RQGHU ]RQ

SUD\ 7DQQLQJ EUXLQ ]RQGHU ]RQ

&ROODJHHQ OLFKWWKHUDSLH KXLGYHUEHWHULQJ HQ YHUMRQJLQJ

&ROODJHHQ OLFKWWKHUDSLH KXLGYHUEHWHULQJ HQ YHUMRQJLQJ

7DQGHQ EOHNHQ 7 DQGHQ EOHNHQ

/DUHQVHZHJ ‡ &- +LOYHUVXP / DUHQVHZHJ ‡ &- +LOYHUVXP 7HO ‡ 0RELHO 7 HO ‡ 0RELHO (PDLO LQIR#]RQQHVWXGLREDUEDUD QO ( PDLO LQIR#]RQQHVWXGLREDUEDUD QO ,QWHUQHW ZZZ ]RQQHVWXGLREDUEDUD QO ,QWHUQHW ZZZ ]RQQHVWXGLREDUEDUD QO GDJHQ SHU ZHHN JHRSHQG GDJHQ SHU ZHHN JHRSHQG

PD[ PLQXWHQ PD[ PLQXWHQ

(- . ,& "-)4 + / ( ( / +% +, ) ( " - . & -, & )*! &)* ( #$ / +" & ( ( ' (, . , " #$ ' /))+ ) -, &, "

+#$ , )(! / & (,*+ % &#$% / +1 % + +

( /+#$ &#$/ ( ! ,*+ % )(- - ' - )(, )* /# %#$% )* 000 & -, &, " " -!))# (& 2- ))# 3 &5 ( 3 3 #( ) & -, &, " " -!))# (&

#&/ +,.'

Schoonmaakdiensten Enkhuizerzand 43 - 1274 Huizen

VOOR ALLE VORMEN VAN SCHOONMAAKWERKZAAMHEDEN

ARNO OCKELOEN

28

STEPHAN HENDRIKS


VACATURES EN MEER … Secretaris van de LSC

Stukjesschrijvers

De loopsportcommissie is op zoek naar een secretaris.

Het GAC-magazine is op zoek naar vrijwilligers die vier keer per jaar een bijdrage willen leveren voor het blad.

In beginsel vergaderen we iedere eerste dinsdagavond van de maand. In de winter om 20.30 tot ongeveer 22.00 uur en als de NW/ SW weer in het bos starten, vergaderen we vanaf 20.45 uur. De taken • Het in samenwerking met de voorzitter opstellen van de vergaderagenda • Het informatie verzamelen over de agendapunten en via de website reserveren van vergaderruimte • Het opstellen van notulen. (Dit is minder uitgebreid en/ of juridisch zoals bij een bedrijf.) • Het samenstellen van het jaarverslag met verwerking van door de diverse teams aangeleverde teksten • Het bijhouden van een besluitenlijst Belangstelling? Meer info bij Kees Tabak: lsc@gach.nl

Vele honderden volwassen en jeugdige hardlopers, Nordiccers en wandelaars verspreiden zich meerdere dagen per week door de Gooise natuur. Daar moet toch iemand bij zijn die onze clubbladredactie wil komen versterken? Wij verwachten geen bestsellerschrijver. Je mag gewoon een enthousiasteling zijn. Iemand die het leuk vindt stukjes te schrijven over de club, jezelf, de training, kortom alles wat met (hard)lopen en GAC te maken heeft. Het blad verschijnt vier keer per jaar. Dat betekent dat we ook vier keer per jaar een gezellige redactievergadering hebben. Belangstelling? Meer info bij Sandra van den Beukel: communicatie@gach.nl

Filmmaker De communicatiecommissie is op zoek naar een vrijwilliger die filmpjes zou willen maken en editen voor de nieuwe website en de schermen in de kantine. Vele honderden volwassen en jeugdige hardlopers, Nordiccers en wandelaars verspreiden zich meerdere dagen per week door de Gooise natuur. Daar moet toch iemand bij zijn die filmpjes kan maken en editen? Wij verwachten geen topcameraman. Je mag gewoon een enthousiasteling zijn die een goede camera heeft en een programma om films te editen. Iemand met een goed oog en creatieve ideeën. Belangstelling? Meer info bij Esther Gross: communicatie@gach.nl De Obstacle Run op vrijdag 28 september wordt speciaal georganiseerd voor alle mensen die werkzaam zijn bij de bedrijven op het Arenapark en de leden van de Gooise Atletiek Club. SCHRIJF JE HIERVOOR GRATIS IN OP ARENAPARKHILVERSUM.NL Zaterdag 29 september is de Klaverblad Obstacle Run en kan iedereen deelnemen met een team van 4 deelnemers. Het GAC-terrein is dan omgetoverd tot een Festival Plein met foods & drinks. Inschrijven kan via info@obstaclerunhilversum.nl

SCHRIJF JE NU IN OP ARENAPARKHILVERSUM.NL

29


[Advertenties]

10% korting op de hele behandeling

De Knipperij Hilversum Oosterengweg 84, Hilversum Riebeeckgalerij TEL: 035 6854342 Openingstijden: Maandag - Donderdag 08.30-18.00 Vrijdag 08.30-20.00 Zaterdag 08.30-14.00

30


viert 5 jarig bestaan 5 jaar trouwe sponsor van GAC Daarom geven we alle GAC-leden een cadeautje Deze maand bij besteding boven de € 100,een hardloopveiligheidshesje cadeau. Natuurlijk behoud je de 10% kassakorting als GAC-lid

Specialisme: Hardloopprodukten Trailschoenen Wandelschoenen Kinderschoenen SpikesVoeding Op maat gemaakte zooltjes

r e g e o r v e i d k s a a a w m s n o e o D zo gew Hudsondreef 38 3565 AV Utrecht I 030 243 61 38 I info@zeldenrijksnacks.nl I www.zeldenrijksnacks.nl

Zangers gezocht Op de achterpagina van het GAC-magazine staat de rubriek ‘Wat doen GAC’ers als ze niet hardlopen.’ Voor het decembernummer ben ik op zoek naar GAC’ers die naast hardlopen, ook zingen in een koor. Ik denk dat er tientallen zangers/zangeressen bij GAC rondlopen.

Dus loop, spring, wandel of Nordic je bij GAC, en zing je ook nog in een koor, het maakt niet uit waar - van pop tot klassiek, van kerk tot shanty - geef je op bij Ron Meijer: ron@starttofinish.nl Ik wil proberen half oktober een groepsfoto te maken en wie weet ontstaat er ook nog wel een GAC-koor.

31


Wat doen GAC’ers als ze niet hardlopen?

Zoals je wel vaker ziet, was het besluit van Piet om te gaan fietsen het gevolg van een hardloopblessure. Eerst met GAC-fietsmaatjes, vanaf 1986 ook bij De Adelaar. Tot een ongeval hem dwong te minderen reed Piet tussen de 200 en 300 km per week. Dit terwijl hij looptrainer was. Piet is van 1939 en zij die hem kennen, weten dat hij nog steeds bloedfanatiek is. Daar paste zeker ook zijn voorliefde voor de Spanderswoudloop bij. Destijds dé manier om te zien hoe je er als GAC’er bijstond. Voor Piet is iedere fietstocht weer een nieuwe topbeleving.

Piet Doorn


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.