Wascabi 2016

Page 26

In dat verhaal over intergemeentelijke of regionale samenwerking worden andere partners die in die gemeente of regio actief zijn wat vergeten. Er is weinig betrokkenheid van het midden­ veld en burgers. Terwijl professionals net op dat regioniveau lokale afdelin­ gen ondersteunen. Dat zijn interes­ sante professionals om mee samen te werken.

“ELKE ZATERDAG HUISBEZOEKEN”

Toen ik opkwam voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 in Gent, maakte ik een aantal opmerkelijke campagne­filmpjes. Ik heb die gemaakt tijdens mijn eerste campagne voor een verkiesbare plaats. Maar ik zou dat nu niet meer doen. Ik kom uit West-Vlaanderen, ik ben in Gent blijven hangen, maar mijn ouders wonen daar niet, ik heb daar niet op school gezeten, ik heb daar niet in de scouts gezeten. Je komt daar als een onbekende. Hoe bouw je daar een kiespubliek op? In een grotere stad als Gent is dat minder evident dan in een kleine gemeente. Je moet er uitspringen, en dat doe je met iets opvallends en creatiefs. Maar nu kan ik over twee jaar naar de kiezer stappen en die vragen om me te beoordelen op wat ik gedaan heb als gemeenteraadslid. Ik doe elke zaterdagvoormiddag huisbezoeken in Gent. Je moet weten waar mensen van wakker liggen. Als er uit die bezoeken een concrete vraag komt, dan stel ik een schriftelijke vraag aan de schepen of dan pak ik dat bilate­raal op. Je kunt mensen dan zeggen waar ze voor informatie terechtkunnen, je kunt iets meer betekenen.”

24

I

2016

Het is dus niet omdat je goed samen­ werkt met bepaalde gemeenten voor afval, dat je ook voor je cultuurcen­ tra naar dezelfde gemeenten trekt. Dreigt het dan niet onoverzichtelijk te worden?

“Onoverzichtelijker kan het volgens mij niet meer worden. Nu heb je plattelandsgemeenten, kleine steden, centrumsteden, grote steden, met dan ook nog eens de bestuurlijke verrommeling van alle intercommunales die daarrond hangen. Ik heb dat eens opgezocht. Er zweven minstens 550 organisaties rond die 308 steden en gemeenten, en je hebt dan ook nog provincies, Vlaanderen en België. Allemaal met apart verkozen organen. Ik wil de volledige verantwoordelijkheid geven aan die steden en gemeenten en aan de gemeenteraadsleden.”

verbindende “Het werk dat de provincies doen, en dat middenveld dat daar rond hangt, dat moet je meepakken

“Dat wordt inderdaad vergeten omdat iedereen kijkt vanuit zijn eigen kleine, lokale focus. Er is zeker behoefte aan dat regionale niveau, want de afstand, ook tussen de grotere steden en Vlaanderen, zal te groot zijn. Ik wil die interessante humus niet te veel gaan institutionaliseren, maar je moet die een belangrijkere rol geven.” Wat is in dit licht de meerwaarde van een apart decreet? Waarom geen regi­ onaal luik in elk decreet?

“Sectorale decreten zijn er om je sectoren te ondersteunen. Je kunt de regionale focus erin laten evolueren, maar dan heb je de kracht van de verbinding niet.” Vanwaar dan de beslissing om een regiodecreet te maken voor Cultuur, een regiodecreet voor Jeugd enzoverder?

“Daar hebben we lang over gepraat op het kabinet. Misschien evolueren we nog naar één decreet. Je ziet hoe steden en gemeenten sinds de beheers- en beleidscycli veel meer evolueren naar een geïntegreerd beleid. Het is niet meer Sport, Jeugd en Cultuur, maar vrije tijd. Vlaanderen moet ook geïntegreerder gaan werken. Maar wat we in het regiodecreet Jeugd willen doen staat niet haaks op wat we met Cultuur zullen doen. Ook als er geen afslanking van de provincies was geweest, dan nog hadden we een regiodecreet


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.