Folia32_63

Page 15

Alie Oostenrijk-Verschuur bij ‘haar’ Anna Hoeve

ze vijf jaar lang onderdak gaf aan twee jonge mannen die zich schuilhielden voor de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling in Duitsland voor arbeiders uit bezet gebied. Bioloog Jack Groot weet hoe zijn tante stiekem met een kannetje bij echtpaar Oostenrijk-Verschuur aanklopte. De bioloog herinnert zich ook dat hij in de winter van 1947 met een slee van de dijk raasde. Hij was toen zeven jaar. Groot: ‘Precies op de plek waar de UvA in 1992 de Matrix-gebouwen neerzette voor startende bedrijven, gleed ik de polder in.’ Toen wist hij nog niet dat hij twintig jaar later elke dag over diezelfde Ringdijk zou fietsen. Tegen de wind in en door de donkere tunnel, waar zich nog steeds potloodventers schuilhielden, over staalplaten om zijn nieuwe werkplek te bereiken. ‘Dierfysiologie zat eerst aan het Jonas Daniël Meijerplein in een prachtig oud gebouw met krakende houten vloeren. We

moesten verhuizen voor de aanleg van de IJtunnel en de gedachte leefde toen om naar Watergraafsmeer te gaan.’ Van oudsher zaten de biologen verspreid in en rond Artis en de Hortus. Het gemeentebestuur, dat toen nog een stevige vinger in de pap had, vond dat te kostbaar en wilde meer gaan clusteren. Na de koop in 1963 van 36 hectaren polder begon de universiteit met de bouw van vier laboratoria voor de biologische faculteit. Aan de andere kant van de Kruislaan zat het NikHef (kernfysica) en CWI (wiskunde en informatica). Andere wetenschappelijke instituten als Sara (rekenkunde) en FOM (atoom- en molecuulfysica) volgden. Groot: ‘We bleven liever in de stad, maar protesteerden niet. De Maagdenhuisbezetting moest nog komen. We waren behoorlijk gezagsgetrouw.’ De verhuizing in 1968 naar de nog nauwelijks ontsloten kale vlakte werd gecompenseerd met de

nieuwe inrichting. ‘We hadden een eigen mechanische werkplaats, een bibliotheek, een dierenstal met verzorgers. Elk instituut vormde zo een eigen koninkrijk. Als kandidaat-assistent kreeg ik een ton aan guldens om een laboratorium in te richten waar we met radioactief materiaal konden werken. Maar in het begin vond ik het vreselijk ongezellig. In de stad zaten we veel dichter op elkaar, was er onderling meer contact.’ Whizzkids De familie Oostenrijk-Verschuur zat niet te springen om de komst van die whizzkids naar de polder. Dat betekende immers een einde aan de pachtrelatie. Waar moesten ze nu wonen en werken? Ze boerden goed. Er liepen vijftig koeien rond die per jaar voor zo’n 120.000 liter melk zorgden. Oostenrijk-Verschuur: ‘Wij konden prima leven van vijftig koeien.

Daar moet je nu niet meer mee aankomen.’ De universiteit stelde het echtpaar schadeloos en Klaas Oostenrijk ging op zoek naar een ander boerenbedrijf. Boerderij Voorheen van buurman Ter Beek werd gesloopt. Maar de Anna Hoeve niet. Sterker nog, het boerenechtpaar heeft nog 31 jaar gratis op de hoeve kunnen wonen. Zo’n vaart liep het uiteindelijk allemaal niet met de plannen van de universiteit, lacht Oostenrijk-Verschuur. Het contact dat zij en haar man in de loop der jaren met de biologen opbouwden, was zo goed dat ze ook in de wetenschappelijke polder een plek verwierven. ‘Hoe vaak we niet in de Lutherse kerk zijn geweest om een promotie bij te wonen. Iedereen kreeg standaard een ingelijste foto van de boerderij cadeau.’ Proefdier Hun eerste beschermheer was professor

Folia 15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.