Ezechiel

Page 95

ruiteren, en krijgs vergaderingen, en veel volks. 8. Hij zal uw dochteren op het veld Gelijk Ezech. 26:6. met het zwaard doden, en hij zal sterkten tegen u maken, Gelijk boven Ezech. 4:2; zie van het Hebreeuwse woord 2 Kon. 25:1. en een wal tegen u opwerpen, Zie 2 Sam. 20:15. en rondassen Dat is, tegen u strijden, of soldaten met rondassen, of rondassiers, op en tegen u doen aanvallen; want de schilden worden in het strijden opgeheven, of opgelicht, om zich daarmede tegen den vijand te bedekken. tegen u

opheffen. 9. En hij zal muurbrekers tegen uw muren stellen, Hebreeuws, zulk een krijgsinstrument, dat verdelgt wat voor, of tegen zich is. en uw torens met zijn

zwaarden afbreken.

Of, houwmessen, hakmessen, van den koning Nebukadnezar.

10. Vanwege de menigte zijner paarden Van Nebukadnezar. zal u derzelver stof bedekken; uw muren zullen beven vanwege het gedruis der ruiteren, en wielen, en wagenen, Of, raderen. als hij door uw poorten zal intrekken, gelijk door Of, gelijk men pleegt in te trekken in een doorgebroken, of gespleten, verscheurde stad; dat is, welker poorten zo verdorven en open zullen zijn door het geweld der belegeraars, dat zij er ruim genoeg en bij menigten, als door grote bressen, kunnen doortrekken; of, gelijk men stormenderhand door de gemaakte bressen invalt, zo zal hij tot u intrekken en alles ombrengen, zie Ezech. 26:15; de bressen zullen hem in plaats van poorten zijn. de

ingangen ener doorbrokene stad. 11. Hij zal met de hoeven zijner paarden Hebreeuws, klauw. al uw straten vertreden; uw volk zal hij met het zwaard doden, en elk een van de kolommen Hebreeuws, de kolommen, of pilaren uwer sterkte waardoor het schijnt dat sterke torens of andere vestingen verstaan worden, die zij tot

tegenweer hadden opgericht zullen nederdalen, te gronde gaan; dat is, elkeen van dien. Sommigen verstaan het van de prachtige beelden, triumftekenen, enz. tot ene vertoning hunner grootheid opgericht.

uwer sterkten zal ter aarde nederstorten. 12. En zij zullen uw vermogen roven, en uw koopmanswaren plunderen, en uw muren afbreken, en uw kostelijke huizen omwerpen; Hebreeuws, huizen uwer begeerte; dat is, kostelijke, gewenste, lieflijke. en uw

stenen, en uw hout, en uw stof zullen zij in het midden der wateren werpen. Hebreeuws, leggen, stellen. 13. Zo zal Ik het gedeun uwer liederen doen ophouden, Dat is, al uwe vrolijkheid zal uit zijn. Zie Jes. 24:8; Jer. 7:34, en Jer. 16:9. en het geklank uwer

harpen Anders: cithers. zal niet meer gehoord worden. 14. Ja, Ik zal u maken tot een gladde steenrots; Zie boven Ezech. 26:4,5. gij zult zijn tot uitspreiding der netten, gij zult niet meer gebouwd worden; Dat is, niet als tevoren; gij zult nimmermeer wederkomen tot uw vorigen wereldlijken bloei, staat en heerlijkheid, en metttertijd gans vergaan; vergelijk Jes. 23:15,17, en onder Ezech. 26:21, en Ezech. 27:36; idem Ezra 3:7; Neh. 13:16; Matth. 15:21; Mark. 7:24; Hand. 12:20, en Hand. 21:3,7. Men houdt dat zij onder den koning Cyrus wat weder gerezen is, en ten tijde van Alexander de Grote is het zeker dat zij van vermogen was, als hij haar zeven maanden belegerde en innam; maar ten huidigen dage betuigen velen dat er nauwelijks enige overblijfselen van de herbouwde stad Palae-Tyrus gezien worden; niettemin heeft zij geestelijke beloften gehad voor de uitverkorenen onder den Messias, Ps. 97:4; Jes. 23:18. God wien alles van eeuwigheid bekend is voegt hier gelijk elders dikwijls het begin en het einde tezamen. # Ac 12.20 21.3,7 Ps 97.4 Isa 23.18

want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.