Ezechiel

Page 67

armenoht; dat is paleizen, 2 Kron. 36:19; of verlaten paleizen, gelijk Jes. 13:22; zie aldaar de aantekening en dat met dezen zin, dat Jojakim ook de goederen der mensen, ja der machtigen, die hij verdrukt had, aangetast en geroofd heeft, tot dien einde die beziende en kennis daarvan nemende. en hij

verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid Dat is, dat hetzelve vervult, of dat daarin is; alzo Ps. 24:1; Jes. 6:3, en onder Ezech. 32:15. ontzet werd Of, woest en eenzaam.

van de stem zijner

brulling.

Dat is, van zijn tirannieke woeding en verwoesting.

8. Toen begaven zich de volken tegen hem rondom Zie van deze volken en landen 2 Kon. 24:2. uit de landschappen, en zij spreidden hun net over hem uit; Zie boven Ezech. 19:4. in hun groeve werd hij gegrepen. 9. En zij stelden hem in gesloten bewaring met haken, Zie boven Ezech. 19:4. opdat zij hem brachten tot den koning van Babel; zij brachten Dat is, hun voornemen was hem te brengen; maar dit hebben zij niet kunnen uitvoeren, omdat hij op den weg gestorven is, gelijk Jeremia voorzegd had; Jer. 22:18,19, en Jer. 36:30. hem in vestingen, Dat is, naar Babel, dat zeer sterk was en grote vestingen had; Jer. 51:25,53. opdat zijn stem niet meer

gehoord wierde op de bergen Israels. 10. Uw moeder was als een wijnstok Zie boven Ezech. 9:2. in uw stilheid, Dat is, zolang als het koninrijk in vrede en bloei was; of, gelijk anderen, zolang als gij den koning van Babel gehoorzaam bleeft. Anders: in uw bloed; dat is, in uw geboorte en eerste voortkomst ter wereld; vergelijk boven Ezech. 16:6, en de aantekening. geplant bij

wateren; hij was vruchtbaar en vol ranken vanwege vele wateren. 11. En hij Te weten elke koning, die hier scepters der heersers genaamd worden. had Te weten de wijnstok. sterke roeden Of, takken, of stokken der sterkte. Versta door

deze de koningen en prinsen van koninklijken bloede, uit wie de koningen van Juda gemaakt werden. tot scepteren der heersers,

en de stam Hebreeuws, statuur, of hoogte, gelijk boven Ezech. 17:6. van elke roede werd hoog Te weten zolang als de zegen des Heeren over dien wijnstok was. tussen de dichte takken; Versta door deze de menigte van andere heren, vorsten en aanzienlijken des lands. en hij Te weten elke koning, die hier scepters der heersers genaamd worden. werd gezien Dat is,

door zijn hoogte, met de menigte zijner takken. Versta, het gehele rijk en de macht vermaard en wijdberoemd.

van het Joodse volk.

12. Maar hij werd door grimmigheid uitgerukt, Versta de rechtvaardige gramschap van God. en ter aarde geworpen, en de oostenwind Deze betekent hier den koning van Babel met zijn ganse heirleger, gelijk boven Ezech. 17:10.

heeft zijn vrucht verdroogd; zijn sterke roeden Zie op Ezech. 19:11. zijn afgebroken en zijn verdroogd; het vuur heeft ze verteerd. Te weten der goddelijke wraak.

13. En nu is hij geplant in een woestijn, Versta het land van BabyloniĂŤ, hetwelk, hoewel het in zichzelven waterrijk en vruchtbaar was, nochtans den gevangen Joden was als een dorre en verdrietelijke woestijn, gelijk hunnen vaderen was geweest de woestijn door welke zij reisden naar het beloofde land. Vergelijk onder Ezech. 20:35.

in een dor en dorstig land. 14. Daartoe is een vuur uitgegaan uit een roede zijner ranken, Dat is, uit den koning Zedekia, die met zijn rebelleren tegen den koning van Babel, over zich en het gehele Joodse volk een gruwelijk verderf gebracht heeft; 2 Kon. 24:20, en 2 Kon. 25:1. dat zijn

vrucht verteerd heeft; zodat aan hem geen sterke roede is tot een scepter, Zie boven Ezech. 19:11. om te heersen. Dit is een weeklage, en is tot een weeklage geworden.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.