RO N D O M D E N H E R D E N B E RG H Cold case: de moord op Frans van Os uit Slagharen
Schniederi-j, Wellehoek: van barnsteenriier, beek en sabel
2017 | 34 | 4
Kiek Antiek: meester Kruizenga
1
Inhoud
Colofon Rondom den Herdenbergh Kwartaaltijdschrift van de Historische Vereniging Hardenberg en Omgeving ISSN: 1380-3921
Lidmaatschap
Stephanoten Nieuws van het bestuur
3
Cold case: de moord op Frans van Os uit Slagharen Erwin Wolbink
4
e20,- per kalenderjaar. (Culturele ANBI: Aftrekbaar 125%)
Ledenadministratie Dhr. G. Wolbink | 0523-267036 | gerrit.dina@hetnet.nl
De gemeenteraadsverkiezingen Henk German
8
Dokter Willems
Bankrelatie IBAN NL07 RABO 0384 9478 24
Druk en vormgeving Olbo - intermediair in identiteit Handelsstraat 60 | 7772 TR Hardenberg info@olbo.nl | www.olbo.nl | 0523-266181
Historisch Informatie Centrum Beheerder: Wicher Dam Karel Doormanlaan 64a | 7772 AD Hardenberg Openingstijden | ma-di-wo-do-vr | 09.00-12.00 uur 0523-265624 (keuzemenu) Website | hardenberg.mijnstadmijndorp.nl | vechtdalmuseumhardenberg.nl E-mail | info@hvhardenberg.nl
Museum voor streekcultuur ‘t Stadhuus Voorstraat 34 | 7772 AD Hardenberg Tel. 0523-265624 (keuzemenu) Openingstijden: ma t/m za |13.30-16.30 uur Gesloten in de maanden november t/m maart.
Algemeen Bestuur Harry Hindriks (voorzitter) | 0523-231700 Fred Hamhuis (secretaris) | 0523-261433 Henk Nieuwenhuis (penningmeester) | 0523-263632 Grietje Bakker-Altena | 06-14348444 Piet van Weerden | 0523-260355 Hendrik Jan Olsman | 0523-231922 | 06-53787951 Jan Muis | 0523-681728
Redactiecommissie Roel Gritter | roelgritter@gmail.com | 0523-267297 Gerrit Hakkers | g.hakkers@planet.nl | 0523-260815 Henk German | henk.german@tele2.nl | 0523-251875 Harry Hindriks a.i. | h.w.hindriks@hetnet.nl | 0523-231700 Fred Hamhuis a.i. | hamhuisf@gmail.com | 0523-261433 Het overnemen van artikelen of gedeelten daarvan, zowel uit dit tijdschrift als uit de digitale publicatie daarvan op de website mijnstadmijndorp.nl, mag alleen na daartoe verkregen 2 schriftelijke toestemming van de redactie.
Gerrit Hakkers
11
Zandpaden veranderd in asfaltwegen Roel Gritter 13
Mijn onderduiktijd J. van Gogh
14
Schniederi-j Wellehoek: van barnsteenrivier, beek en sabel Aad van Meer
16
De Loozensche Linie door de eeuwen heen Enya Dorgelo en Meike Stoel
20
Mien herinneringen an oorlog en bevrijding Henny Reinders
22
Kiek Antiek: meester Kruinzenga Roel Gritter
25
De Groenedijkbrug Jan Reinders Foto voorpagina: C anadese bevrijders in Hardenberg.
26
Stephanoten
Van het bestuur
Activiteitenkalender 1ste halfjaar 2018 Op 26 januari hadden we onze jaarlijks avond voor vrijwilligers bij camping de Kleine Belties. Een gezellige avond voor onderlinge ontmoeting. Door de vereniging De Ommerschans werd een presentatie gegeven over hun toekomstplannen. Het kan zijn dat op het moment dat dit tijdschrift uitkomt de jaarlijkse ledenvergadering (15 maart) is geweest. Op de agenda stonden voor de pauze onder meer de financiën en het jaarverslag en na de pauze een lezing van Albert Metselaar uit Hoogeveen, die veel informatie heeft verzameld over de problemen rond de totstandkoming van de grens door het veengebied tussen Hardenberg en Hoogeveen. Op donderdag 19 april houden we onze voorjaarslezing in het LOC. Gerrit Kraa, oud-streektaalconsulent en docent, zal een lezing geven over het bekende verhaal van de Winterkraaien van A. van de Werfhorst. In de afgelopen jaren is hierover ook diverse keren een succesvolle theatervoorstelling gegeven, georganiseerd door Thea Kroeze. Thea zal deze avond ook aanwezig zijn.
Vrijwilligers gevraagd Onze verenging draait volledig op vrijwilligers waarvan er ongeveer 140 binnen de vele werkgroepen actief zijn. Door natuurlijk verloop en uitbreiding van onze activiteiten hebben we voortdurend nieuwe vrijwilligers en bestuursleden nodig. Als u hiervoor interesse heeft laat ons dat dan s.v.p. weten via: secretariaat@HVHardenberg.nl.
Kiekjesdagen Voorbijglijdende beelden uit de collecties met een uitvergroting.
Op 28 en 29 december zijn weer onder grote belangstelling de jaarlijkse Kiekjesdagen gehouden. Nog net op tijd voor deze dagen werd ons eerste interactieve touch screen geïnstalleerd waarop beelden uit al onze collecties op de website hardenberg.mijnstadmijndorp.nl werden getoond en ook een selectie van foto’s waarvoor door de werkgroep hulp werd gevraagd bij het beschrijven van wie en wat er op deze beelden staat. Wij proberen constant de kwaliteit van ons museum te verhogen en te moderniseren. Daarvoor is onder meer dit touch screen aangeschaft. Voor het begin van het museumseizoen in april zal nog een tweede scherm worden geïnstalleerd op de bovenverdieping van museum ’t Stadhuus. De beelden uit de collecties komen op het scherm voorbij, kunnen worden geselecteerd en vergroot en desgewenst worden verzonden naar een e-mailadres
of meegenomen worden op een mobiele telefoon. Wij verwachten dat een bezoek aan ons museum meer belangstelling zal trekken. De schermen zijn vooral interes-
voor het volgende nummer moet worden ingeleverd vóór 15 mei. Materiaal
sant voor de jeugd, gewend aan iPad en mobiele telefoon, en ook voor de schoolklassen van de basisscholen die elk jaar op bezoek komen.
3
Erwin Wolbink
Cold case: de moord op Frans van Os uit Slagharen Tachtig jaar geleden werd in Slagharen een bejaarde man vermoord. Zijn naam was Frans van Os, wonend op de Witman. De ‘enigszins zonderlinge’ vrijgezelle man was eerst een tijdje vermist, maar werd uiteindelijk dood aangetroffen in een sloot, niet ver van zijn woning. Een grondig politieonderzoek werd ingesteld en alles werd uit de kast gehaald om de dader of daders te vinden, maar er werd niemand veroordeeld. Uit dagrapporten van de brigade Hardenberg van de Koninklijke Marechaussee krijgen we een goed beeld van wat er in die dagen gebeurde. Ook de kranten deden uitvoerig verslag.
Het marechaussee-archief begint in februari 1935 met een brief van gemeenteveldwachter Theodoor Schuurman aan de burgemeester van Ambt Hardenberg. De veldwachter maakt melding van de vermissing van de alleenwonende Johannes Franciscus (Frans) van Os uit de buurtschap ‘De Witman’ in Slagharen. Sinds zondag 3 februari had niemand hem meer gezien. De laatste tijd was hij geestelijk in de war. Het was dan ook niet onmogelijk dat hem een ongeluk was overkomen. Frans was op 31 december 1866 te Slagharen geboren, als zoon van Petrus Paulus van Os en Maria Gezina Bouck. De veldwachter gaf aan dat het ook mogelijk was dat er Veldwachter Pisuisse. sprake was van een misdrijf. Het was algemeen bekend dat Van Os dikwijls veel geld bij zich droeg. In zijn woning was wel zijn portefeuille met enig geld, een tabaksdoos, pijp en rijwiel gevonden. Het signalement van Frans luidde: 1 meter 60 lang, smal en tenger, mager persoon, donker uiterlijk, grijzend haar en knevel, smal aangezicht, lang met ingevallen wangen, donkere ogen, vermoedelijk gekleed in een manchesterbroek en jas, grijze jekker, donker gestreepte of grijze pet, geel gekleurde of witte klompen. De laatste tijd had Van Os zich zonderling gedragen. Hij sprak althans tegen meerdere mensen over zijn geld, dat hij bijeen gespaard had. De man was een oud-militair die van zijn pensioentje kon leven en iets bijeen kon sparen door zijn zeer zuinige leefwijze.
4
Gevonden in een sloot Ruim een week later, op 12 februari rond 11 uur ’s ochtends, werd het lijk van Frans door een zekere H. de Boer gevonden in een waterleiding, op een afstand van ongeveer 400 meter van zijn woning. Voorlopig werd geconstateerd dat hij een tweetal schotwonden in zijn hoofd had (de kogel was aan de achterzijde het hoofd binnengedrongen en had het via het voorhoofd weer verlaten), terwijl een koe-touw om zijn onderlichaam was gebonden. De wonden waren waarschijnlijk veroorzaakt door een oud model trommelrevolver. Ook vertoonde het lijk sporen van slagen met een stomp voorwerp (later bleek dit een in de hooiberg gevonden hamer - met bloedsporen te zijn). De burgemeester, Herman Heinrich Weitkamp, die met behulp van de gemeenteveldwachter Cornelis Servaas Pisuisse het onderzoek leidde, nam het lijk in beslag en bracht het met een bestelauto over naar het ziekenhuis in Hardenberg. De schouw van het lijk had plaats door dokter Gouwe, die een hoofdwond alsmede een oogwond constateerde. Daags erna werd door dhr. Hulst uit Leiden, in het bijzijn van de officier van justitie uit Almelo, het sectieonderzoek verricht. Uit die onderzoeken kon niet vastgesteld worden of moord dan wel zelfmoord had plaats gevonden. Na het onderzoek door dhr. Hulst werd het lijk vrijgegeven en in een verzegelde kist in het baarhuisje op het R.K.-kerkhof in Slagharen opgebaard. Een vermoedelijke dader werd gauw gevonden. Naar aanleiding van een artikel over de moord in het Nieuwsblad van het Oosten reageerde ene G. Schuurhuis uit Enter die verklaarde
gen gezien. Op 17 april scheen er nog geen schot in de zaak te zitten. De opperwachtmeester schreef toen aan de officier van justitie dat het uitloven van een beloning in de moordzaak te Slagharen het beste geplaatst kon worden in de Zwolsche Courant en de Vechtstreek van drukker R.E. de Bruin in Hardenberg. Deze bladen werden het meest in de omgeving gelezen. Na plaatsing van het artikel, waarin een beloning werd uitgeloofd, werd in de krant melding gemaakt dat men algemeen van mening was dat het uitloven van een bedrag van 100 gulden weinig nut zou hebben. In augustus 1935 was de aandacht nog altijd gevestigd op Ruinemans. Verdere inlichtingen waren er niet en het resultaat was zeer gering. Tot zover de dagrapporten uit het archief van de marechaussee. In de kranten werd het nieuws wat anders gebracht. Bij de een wat zakelijker, bij de ander wat sensationeler. artikelen zijn onder meer te vinden in De Telegraaf, De Banier, Het Oosten en Het Nieuwsblad van het Noorden. Ook de lokale krant De Vechtstreek vulde vele kolommen over de moord. Zelfs nog 20 jaar na dato.
De Vechtstreek van 9 februari 1935:
Herman Heinrich Weitkamp, burgemeester van Ambt-Hardenberg.
dat J. Kollen uit Brucht vroeger regelmatig bij hem was komen aanlopen, toen men nog in Vroomshoop woonde. Hij had meerdere malen voorgesteld om mee te gaan naar een zekere Van Os, om hem van zijn duiten te beroven. Toen Schuurhuis hem erop attent maakte dat dat zo maar niet ging, zou Kollen gezegd hebben: ‘als de oude het zo niet wil geven, heb ik nog wel een goede knakker-revolver’. Naar aanleiding van deze tip werd G. Kollen gearresteerd en overgebracht naar de marechausseekazerne. De man ontkende, maar stond alom ongunstig bekend en zou met behulp van een ander zeker tot een misdrijf in staat zijn. De opperwachtmeester Den Besten schreef op 5 maart aan notaris B.H. Kelder te Dedemsvaart dat hij bij huiszoeking in het pand van de overledene de volgende munten had aangetroffen: 1 zakje inhoudende 87 rijksdaalders en 138 guldens; 1 zakje inhoudende 1107 kwartjes; 1 zakje inhoudende 1872 dubbeltjes en 1 zakje inhoudende 58 centen (4 2½-centstukken en 48 centen). De guldens waren grotendeels oud en niet meer in roulatie. Twee dagen later schrijft de opperwachtmeester aan de officier van justitie dat hij een geschikte kracht aan het werk heeft gezet voor het verzamelen van inlichtingen en dat hij het nog te vroeg achtte om een beloning uit te loven in een dagblad. De aandacht was op dat moment gevestigd op een zekere J. Ruinemans, een ongunstig bekend staand persoon te Slagharen. De persoon was voorheen zeer arm, maar nu had hij zich nieuwe goederen gekocht en de laatste dagen was hij meerdere malen in herber-
“Slagharen. Verdwenen. De alleenwonende ongeveer 70-jarige Frans van Os, wonende in de buurtschap De Witman, is plotseling verdwenen. Een onderzoek heeft nog geen enkel definitief resultaat gehad. Zondag vonden de omwonenden de woning gesloten. Ze waarschuwden de veldwachter, die denzelfden avond een uitgebreid onderzoek instelde, hetgeen geen resultaat had. Maandagmorgen werd weer een onderzoek ingesteld, ook heeft men de wijken in de omgeving afgezocht, daar aan een ongeluk werd gedacht. Des maandags heeft ten overstaan van de politie de inventarisatie van de bezittingen plaats gehad en zijn uitgebreide maatregelen genomen. Het onderzoek duurt voort.”
De Vechtstreek van 16 februari 1935: “Beestachtige roofmoord te Slagharen. Reeds ruim een week lang was spoorloos verdwenen de 70-jarige Frans van Os. Sedert zaterdag 2 februari heeft niemand de alleenwonende man, die iets zonderling was, weer gezien. Pas zondagavond heeft de politie zich met deze zaak bemoeid en aanvankelijk besteedde men niet veel aandacht aan de zaak, aangezien er vermoedens bestonden dat hier een zelfmoordgeval had plaatsgevonden. Enkele bekenden van de man waren er echter van overtuigd dat zulks niet het geval was en het lijkt er ernstig op dat de man is vermoord om aan zijn bijeen gespaarde gelden te komen. Dinsdag heeft men zijn lijk gevonden in een waterleiding die loopt door de Westerslagen in onze plaats en weinig meer is te noemen dan een flinke sloot. Aan het hoofd waren enige ernstige wonden, terwijl om het middel een touw was gebonden op een zodanige wijze dat men daaraan gemakkelijk
5
zijn vrienden, een zekere familie Uitzetter, te bezoeken. Dit is een zeer eenzame weg. Op vrij grote afstanden staan de eerste woningen, zodat het heel goed mogelijk was dat hij hier te water was geraakt. Een zekere H. de Boer vond het lijk in de waterleiding. Deze stroomt op een afstand van circa 70 meter van de weg waar hij langs moest gaan. Het is dus zeer onaannemelijk om te vermoeden dat hij hierin ongelukkigerwijs is geraakt, terwijl het bovendien zeer onwaarschijnlijk moet worden geacht dat hij daarin zelfmoord heeft willen plegen, aangezien de sloot zeer ondiep is. Direct werden hier omvangrijke maatregelen genomen, opdat het onderzoek vanwege de justitie ongehinderd kon plaats vinden. De gedragingen van den man waren den laatsten tijd weliswaar iets zonderling te noemen. Hij sprak althans tegen meerdere mensen over zijn geld, dat hij bijeen gespaard had en er zijn aanwijzingen die doen vermoeden dat dit voor hem noodlottig is geworden. Het was algemeen bekend dat de man wel geld had en voor zover ons werd medegedeeld moet er in zijn woning niet veel geld zijn gevonden. De man zelf was een gepensioneerd soldaat, die van zijn pensioentje kon leven en iets bijeen kon sparen door zijn zeer zuinige leefwijze.
De lijkschouwing gebeurde door dokter Gouwe, 2e van rechts.
een lijk zou kunnen voortslepen. Het is niet aannemelijk dat iemand in een dergelijke sloot zelfmoord pleegt, terwijl het veel meer juist lijkt dat men hem daarheen heeft geworpen om vooral de eerste dagen den man onvindbaar te maken. De schouw van het lijk had plaats door dr. Gouwe uit Lutten die enkele aanwijzingen bleek op te merken die aan een gewelddadige dood deden denken. Er was een hoofdwonde, alsmede een oogverwonding. Omtrent dit onderzoek kon men ons geen nadere gegevens verstrekken, daar de politie blijkbaar in het belang van ’t onderzoek een en ander niet nader toe kon lichten. Het lijk werd voor nader onderzoek naar het ziekenhuis te Hardenberg vervoerd, waar men wel zal wachten op nadere instructies van de justitie. Men vond den man, daar de familie op onderzoek was uitgetogen, omdat men vermoedde dat hij in deze omgeving was verdronken. Deze weg ging hij zeer vaak om
6
Het onderzoek dat nu zal moeten worden ingesteld, is zeer omvangrijk. Het heeft alle schijn dat de eventuele daders in verschillende opzichten de schijn hebben willen wekken dat het hier een zelfmoord betrof. De daad zelve heeft men rustig kunnen voorbereiden en afdoen en wat de baten daarvan zijn geweest, zal wel zeer moeilijk zijn vast te stellen. Het onderzoek van het lijk zal naar we hopen nog enig licht opleveren, terwijl men voorts misschien zal kunnen zoeken in de richting van personen die met de leefwijze van den man op de hoogte waren. Woensdag werd door de deskundige dr. Hulst te Leiden het lijk onderzocht. Het parket van Almelo heeft zich naar Slagharen begeven. Het lijk is vrijgegeven en wordt op de R.K. begraafplaats ter aarde besteld. Na het onderzoek van dr. Hulst uit Leiden, is het lijk vrijgegeven en in verzegelde kist in het baarhuisje op het R.K. kerkhof opgebaard. De begrafenis van het slachtoffer was donderdagavond. De zaak heeft in onze plaats een niet geringe beroering gewekt. Hoewel de man een zonderling was, betreurt men het algemeen in hoge mate dat hij op een dergelijke wijze om het leven is gekomen. De medewerking van de inwoners dezer plaats is dan ook niet
gering en mogelijk kan dat nog wel opheldering brengen. Het onderzoek zal voorlopig nog wel gaan in de richting van de twee niet herkende personen die op de bewuste weg nabij de een-zame streek waar het lijk werd gevonden, zijn ontmoet. Het is erg jammer dat de gegevens daaromtrent zo vaag zijn, maar het is te hopen dat achteraf zal blijken dat niet de twee mannen van hier de enige zullen zijn geweest, die dit geheimzinnige tweetal hebben ontmoet.”
De Vechtstreek, 27 april 1935: “Slagharen. De moord op Frans van Os. Het besluit van den Officier van Justitie om een beloning van f. 100,- toe te kennen aan
degenen die dusdanige inlichtingen verstrekken dat men kan komen tot veroordeling van de dader(s) van den roofmoord op Frans van Os, heeft in onze plaats weinig waardering gevonden. Algemeen is men van oordeel dat een dergelijk bedrag heel weinig nut zal hebben. Hier is een daad gepleegd die toch zeer zeker ook in de ogen van de justitie een gruwelijke genoemd moet worden. Het was geen plotseling gepleegde gewelddaad, maar een daad die volgens weloverwogen plannen moet zijn volvoerd, waarbij alles er op wijst dat de oude Van Os op beestachtige wijze als het ware langzaam is afgeslacht. Onze plaatsgenoten zijn dan ook van oordeel dat een heel wat hogere prijs gesteld diende te worden op het (de) hoofd(en) van de dader(s), die zich aan dit vergrijp heeft (hebben) schuldig gemaakt.
De Vechtstreek van 14 december 1956: “De moord op Frans van Os te Slagharen. Kwetsende geruchten missen grondslag. De lugubere moord op Frans van Os te Slagharen, nu reeds meer dan twintig jaren geleden gepleegd, is de laatste week weer in het middelpunt van de belangstelling geplaatst. Geruchten doemden namelijk op dat een met name genoemde Slagharenaar in een zenuw-inrichting de moord zou hebben bekend. Van officiële zijde deelt men ons in dit geval mede dat hierover in het geheel niets bekend is. Alle geruchten blijven totaal onbevestigd en het is voor enkele personen buitengewoon pijnlijk dat deze zaak zo wordt opgeblazen. Als strafzaak is deze misdaad verjaard. Wel zou het van groot belang zijn dat de zo geruchtmakende moord eens zou worden opgehelderd, al was het in de eerste plaats dan maar om vele personen, die geheel ten onrechte in verband met dat droevige gebeuren zijn genoemd, te rehabiliteren.” Frans van Os werd begraven op het kerkhof van de Rooms-katholieke kerk in Slagharen.
7
Henk German
De gemeenteraadsverkiezingen (tussen beide wereldoorlogen) Ongeveer honderd jaar geleden, in 1917, werd het algemene kiesrecht voor mannen ingevoerd. Tot 1917 gold het censuskiesrecht, waarbij de kiezer een zekere welstand of een eerzaam ambt moest hebben. Voor het bepalen van de welstand werd gekeken naar het bedrag aan directe belastingen dat de kiezer betaalde. De lijst met kiesgerechtigden werd door de belastingambtenaar bepaald. In de grote steden was het bedrag duidelijk hoger dan in de landelijke gebieden, waar de norm lag tussen ongeveer twintig en vijftig guldens per jaar. Bijna de helft van de mannelijke inwoners van Ambt Hardenberg was stemgerechtigd. Gerechtigd èn verplicht! (getrouwde mannen vanaf 23 jaar en alleenstaanden boven de 25) Het gemeentehuis van Ambt Hardenberg in Heemse.
Verkiezingen kwamen toen regelmatig voor. Bij vertrek uit de gemeente, ziekte of benoemingen in een ander ambt werd ontslag genomen en moest er een nieuw gemeenteraadslid tussentijds worden gekozen. Er volgde de gebruikelijke procedure, ook als het slechts één gemeenteraadslid betrof. Van de kandidaatstelling tot en met het proces verbaal van de uitslag en een bericht aan de Gedeputeerde Staten, dat de zetel werd aanvaard door de gekozene. Zie verderop hoe gecompliceerd zo’n verkiezing was, en dat dus soms voor maar één gemeenteraadslid. De laatste verkiezingen volgens het censuskiesrecht werden in Ambt Hardenberg gehouden in mei 1917. Er moesten toen vier raadsleden worden gekozen. 279 stemmers uit Heemse, 348 uit Slagharen, 240 uit Brucht en 77 uit Radewijk. Totaal 944 stemmen, de 27 ongeldige stemmen - het grootste deel uit Slagharen - niet meegerekend. Het werd een afgetekende winst voor Bruins, Kleine Staarman, Nijhuis en Oostenbrink. Twee jaar later, in 1919, volgde de verkiezing van de hele gemeenteraad van 15 leden. Nu volgens het algemeen kiesrecht, maar nog alleen voor de mannen. Het totale aantal geldige stemmen was toen 2093. De nieuwe wet had dus gezorgd voor 1049 extra kiezers. De burgemeester kon op 4 augustus aan Gedeputeerde Staten melden, dat de volgende heren de benoeming
8
hadden aangenomen: G.Arends, H.Blokzijl, G.Bruins, A.R.M Geerdes, F.Herbers, GJ.Jonkhans, G.H.Kleine Staarman, J.Mulder, H.Olsman, A.A.Oostenbrink, J.Prenger, E.J.aan het Rot en J.van der Vecht.
De grondwetswijziging van 1917 Bij de grondwetswijziging van 1917 (het algemeen kiesrecht) werd bepaald, dat alle mannen van 25 jaar en ouder mochten stemmen. Vrouwen mochten toen nog alleen gekozen worden (passief kiesrecht). Het actieve kiesrecht voor vrouwen werd geregeld in de initiatiefwet van Henri Marchant. Het toen zittende kabinet Ruijs de Beerenbrouck wees het vrouwenkiesrecht af en Marchant, politiek leider van de VDB (Vrijzinnig Democraten), kwam met een eigen voorstel. De vrouwen mochten stemmen vanaf 1 januari 1920. Het voorstel werd met grote meerderheid aangenomen, ondanks de bedenkingen van kamerlid Schokking, die het als volgt verwoordde: “De tijd die vrouwen zouden besteden aan de politiek, ging ongetwijfeld ten koste van het gezin”. Daar hadden de gezinnen in Ambt en Stad Hardenberg geen last van. Op geen van de kandidatenlijsten van voor de oorlog kwam ik een vrouw tegen.
H.H. Scheffer, beiden uit Heemse, mochten het doen.
Stemplicht Tot 1970 waren de kiezers verplicht te stemmen, althans in het stemlokaal te verschijnen, want stemplicht is eigenlijk geen goed woord. Door het stemgeheim was het niet mogelijk te controleren of er echt gestemd was. Verreweg de meeste kiesgerechtigden brachten er ook hun stem uit. Meestal waren er wel een paar honderd kiezers, die met kennisgeving en een geldige reden afwezig waren of waarvoor bij De gemeenteraad van Stad Hardenberg in 1922: P.Wamelink, B.Schuite, J.Zweers, R.E.de Bruin, volmacht werd gestemd. Alles werd goed J.Grooters, G.Peltjes, JR.Zweers, G.Draaier en Hamberg. geadministreerd en de namen van de weinigen, die niet aan de plicht voldeden werden doorgegeven aan De stemdistricten de ambtenaar van Openbare Zaken. Zij konden een boete verwachten. Of, zoals uit een brief van de burgemeester blijkt: “VolNa de grondwetswijziging werd het aantal stemdistricten snel gens opgave van het betrokken stembureau hebt gij aan de veruitgebreid. In Ambt Hardenberg van vier districten tot negen displichting op 18 mei jl. niet voldaan, waarom ik u ingevolge artikel tricten in 1919. In een brief van de provincie werd daarop aange149 van de kieswet uitnodig om schriftelijk of mondeling bij mij drongen: De kieswet heeft gebracht dat de vrouw tot het actieve kiesrecht is geroepen, het aantal kiezers ongeveer zal worden verdubbeld en dat in den regel een stemdistrict niet meer dan duizend kiezers omvat. De negen districten waren als volgt over de buurtschappen verdeeld: I. Heemse, Heemserveen, Diffelen, Rheeze, Collendoorn, Collendoornerveen. II. Slagharen. III. Schuinesloot. IV. Oud-Lutten, Lutten. V. Brucht. VI. Bergentheim. VII. Sibculo, Kloosterhaar VIII. Baalder, Radewijk, Venebrugge. IX. Rheezerveen. De burgemeesters van Ambt en Stad Hardenberg achterin de auto:
Van 1936 t/m 1939 werden door de bevolkingsgroei nog vier districten toegevoegd: extra stemlokalen in Heemse, Slagharen en Bergentheim en een nieuw district in Oud-Lutten. Totaal 13. Er zitten nog enkele verzoekschriften in het archief. Een groep bewoners van Baalder wilde stemmen in de eigen school, en zo niet, dan nog liever in het gemeentehuis van Heemse in verband met “den grooten afstand” naar Radewijk. Ook het Plaatselijk Belang Bruchterveld en kiezers uit Rheeze/ Diffelen stuurden brieven “voor ouderen van dagen en vrouwen zeer wenschelijk” en “bovendien bevorderlijk voor een trouwe vervulling van den stemplicht”. In al die extra stembureaus moesten natuurlijk ook stemhokjes komen. Aanvankelijk vier, later nog aangevuld tot 14 nieuwe hokjes, te maken volgens een uitgebreid bestek en tekening. Zelfs het kleine koperen schroefoogje voor het rode potlood was niet vergeten. De hokjes werden aanbesteed, het timmerwerk en het schilderwerk (in grijs) apart. Timmerman H. Hamhuis en schilder
H.H. Weitkamp en B.A. Schuite. (Voorin wethouder Prins en dierenarts Luten).
of de aangewezen ambtenaar ter zake van dit verzuim te verantwoorden.” De stemplicht was een zeer serieuze zaak. Bij bedrijven en instellingen kregen de stemmers twee uren vrijaf. De bewoners van andere gemeenten kregen volgens de Rijksinspectie, afhankelijk van de afstand, iets meer tijd, berekend naar de rijwielvergoeding: bij 50 cent vergoeding kreeg men twee-en-een-half uur en bij één gulden drie uren stemverlet. Arbeiders bij de werkverschaffing kwamen vaak uit West-Nederland en kregen voldoende dagen betaald vrijaf (tegen het basisloon). Binnen een bepaalde periode mochten de gemeentes de verkiezingsdag vaststellen en die verschilde dus plaatselijk.
Kandidaatstelling Na een bericht aan de Gedeputeerde Staten over de voorgeno-
9
men verkiezingen konden de lijsten met de kandidaat-gemeenteraadsleden worden ingeleverd. De lijst met kandidaten moest zijn ondertekend door (meestal) 25-27 kiesgerechtigden. Het aantal kandidaten per lijst (partij, alhoewel die naam niet werd gebruikt) wisselde van twee tot zeven kandidaten in Stad Hardenberg, waar zeven raadleden gekozen werden, en tot vijftien kandidaten in Ambt Hardenberg ten behoeve van vijftien zetels. De vier tot zes lijsten werden vrij standaard bepaald door het geloof of de politieke voorkeur. Zo werd de lijst met ondergetekenden bij de kandidaatstelling van Geerdes uit Slagharen aangevoerd door de bekende pastoor G. Vergouw. De lijsten bleken na de verkiezingen meestal toch wel minstens één zetel te hebben gewonnen. Het hoofdstembureau moest de kandidaatstelling controleren en eventueel voorzien van bemerkingen, zoals in 1939 bij de lijst Meijerink: in de naam van de tweede kandidaat (H. Hooiveld) een ij gedeeltelijk doorgehaald, zodat er de letter i is komen te staan; bij kandidaat H.J. de Bokx is tussen de o en x enigszins slordig de letter k geplaatst; bij Herms Eshuis vóór de voorletters Herms de letter J doorgehaald en tenslotte G. van den Belt, waar de letter J achter de G werd doorgehaald. Het hoofdstembureau eindigde laconiek: overigens gaf het onderzoek geen aanleiding tot opmerkingen.
De stemming Ieder stembureau had een voorzitter, twee leden en twee vervangende leden. Ze werden aangewezen en het was gebruikelijk,
dat ze die benoeming ook accepteerden. Het hoofdstembureau had één lid meer (meestal de burgemeester) plus een vervanger. Het stemmen begon ‘s morgens om acht uur en duurde tot ‘s middags vijf uur. De gevolmachtigden mochten pas na de middag stemmen. Het aangeleverde verzegelde pak met ruim voldoende blanco stembiljetten moesten vooraf worden geteld. De stembus ‘na onderzoek en volledig ledig bevonden te zijn’ werd gesloten met twee sleutels, één voor de voorzitter en de andere voor het oudste lid. Na de stemming werd de stembus weer geopend en de biljetten door-één-gemengd. De voorzitter opende de stembiljetten, las de naam van de kandidaat voor. Ook het oudste lid bekeek het biljet en beiden tekenden de stem op. Tenslotte werden de totalen geteld, per lijst en per kandidaat, en werd daarvan een proces verbaal opgemaakt. Ook de ingeleverde oproepkaarten, de niet-gebruikte stembiljetten, de biljetten van de teruggegeven, ongeldige en onbruikbaar gemaakte biljetten werden geteld. De geldige biljetten en de biljetten ‘van onwaarde’ werden ingepakt, voorzien van een lakzegel en de uitslag ‘onverwijld’ naar de burgemeester gebracht. Bij het hoofdstembureau kwamen alle uitslagen binnen en werd de uitslag vastgesteld. Die volgde enige dagen later. In Ambt Hardenberg waren er bij aanvang van het algemeen kiesrecht vier stembureaus, waarvan Heemse en Slagharen de grootste waren. Vanuit de bevolking werd gevraagd om meer stembureaus omdat er (verplicht) vrij grote afstanden moesten worden overbrugd. In 1927 werden 4.845 geldige stemmen uitgebracht en in 1935 waren er al bijna zesduizend kiesgerechtigden, die hun stem konden uitbrengen op deze negen locaties: Heemse – Gemeentehuis Slagharen – Openbare lagere school Schuinesloot – Bijzondere hervormde school Lutten – Oude openbare school Brucht – Openbare lagere school Bergentheim – Bijzondere gereformeerde school Kloosterhaar – Openbare lagere school Radewijk – Openbare lagere school Rheezerveen – Bijzondere lagere school In 1931 waren er in de gemeente Stad Hardenberg 1.249 stemgerechtigden. Aanvankelijk werd er gestemd in twee stembureaus: de oude school aan de Wilhelminastraat (v/h Achterstraat) en in de Openbare lagere school aan de Hoogenweg. Later kwam daar de Openbare school aan de Stationsweg nog bij. De leerlingen van de scholen met een stembureau kregen op de dag van de verkiezingen een dag vakantie. De heer J. Kampherbeek uit Radewijk was volgens dit briefje niet over-enthousiast over de benoeming als lid van het stembureau, maar het werd wel aangenomen.
10
De uitslag
Geloofsbrieven
Na het tellen en totaliseren werden verdelingslijsten gemaakt. Dit is een voorbeeld van de uitslag in Ambt Hardenberg uit 1927. De partijnamen ben ik nergens tegengekomen. Men stemde toen nog op een lijst en ook wel op een kandidaat. In dat jaar heeft iemand met potlood de partijnamen toegevoegd, zodat ik kon zien welk lijstnummer toen bij welke politieke partij hoorde. De 4.845 geldige stemmen werden gedeeld door de 15 raadsleden. De uitkomst (= de kiesdeler) was toen 323 stemmen.
Tenslotte moesten de aanstaande raadsleden hun Geloofbrieven afgeven. Veelal een envelop met hun acceptatie, een geboortebewijs, bewijs van ingezetenschap van de gemeente en een verklaring openbare betrekkingen.
1 2 3 4 5
Lijst Stemcijfer Quotiënt SD 398 1 RK 586 1 CH 1085 3 VB 963 2 AR 1813 5
Overschot 75 263* 116 317* 198*
De drie restzetels (*) werden toegewezen aan de lijsten 2, 4 en 5. De in potlood bijgeschreven afkortingen stonden voor: SD de Sociaal Democraten, RK de Roomsch-Katholieke Staatspartij, CH de Christelijk-Historische Unie, VB de Vrijzinnig Democratische Bond (progressief liberalen) en tenslotte de AR de AntiRevolutionairen, de grootste partij in Ambt Hardenberg. In de archiefstukken van 9 juli 1917 komt een afgescheurd kalenderblad voor. De stemuitslag werd genoteerd op de blanco achterzijde ervan. Het was de Eerste Wereldoorlog en er was gebrek aan van alles.
G. Prenger was bijvoorbeeld brievenbesteller bij ’s Rijks Posterijen, K. Vos werkte bij de Directe Belastingen en Accijnzen en R.E. de Bruin schreef: tenzij de functie van secretaris der commissie tot wering van schoolverzuim als zodanig wordt beschouwd. Opmerkelijke openbare betrekkingen had het bekende raadslid Jan Weitkamp. Hij was ook lid van de Tweede kamer der Staten Generaal, lid van de Provinciale Staten van Overijssel en voorzitter Hoofdingeland van het waterschap Radewijk en Baalder (de waterschappen waren nog heel erg klein). De familie Weitkamp was goed ingevoerd in het gemeentelijke bestuur; de oudste broer van Jan Weitkamp was de burgemeester van Ambt Hardenberg. (H.H. Weitkamp) Tot slot kregen de Gedeputeerde Staten en de directeur-generaal van de Statistiek nog een brief met de uitslag, de namen en de adresnummers (een soort postcode) van de gekozen raadsleden.
Bronnen - Het archief van de gemeente Hardenberg. - De foto’s komen uit het archief van de Historische Vereniging Hardenberg e.o.
Gerrit Hakkers
Dokter Willems, geliefd huisarts en promotor Slagharen (1927-1972) Op de ochtend van 29 september 1972 dringt het langzaam tot de inwoners van Slagharen en de omgeving door dat hun geliefde huisarts, dokter Piet Willems, in de voorafgaande nacht plotseling is gestorven, nog maar 45 jaar oud. Een schok van verdriet en ontzetting gaat door het dorp.
Sinds 28 december 1954 is Petrus Wilhelmus Maria Willems er werkzaam. Hij werd geboren in Nijmegen op 28 mei 1927 en is 27 jaar oud als hij zich in Slagharen vestigt als opvolger van dokter Renaud. Hij oefent zijn beroep uit met grote passie, allerwegen dwingt hij veel respect af. Henk Bemboom, stichter van het ponypark en een persoonlijke vriend, schrijft in Het Noordoosten een indrukwekkend In memoriam. “Dokter
Willems, 18 jaar heeft hij in Slagharen voor ons gewerkt, zowel voor zieken als voor gezonden. Dag en nacht stond hij klaar voor eenieder die hem nodig had. Niets was hem te veel en voor iedereen had hij klaarblijkelijk een zee van tijd, waardoor een rust van hem uitging, die voor velen al genezend werkte wanneer ze een gesprek met hem hadden.” >>>
11
>>> Naast zijn werk als huisarts is hij op vele maatschappelijke terreinen actief. De bejaarden, Het Rode Kruis, de plaatselijke EHBO-afdeling, allen kunnen op zijn steun en inzet rekenen. Als de inwoners van het dorp een beroep op hem doen om de belangen van Slagharen op gemeente- Uit Het Noord-Oosten van 2 december 1966. lijk niveau te dienen aarzelt hij niet. Namens de lokale partij Gemeentebelangen neemt hij op 6 september 1966 als fractievoorzitter plaats in de gemeenteraad. Hij laat tijdens de debatten vaak van zich horen. Scherpzinnig, geestig, maar ook altijd openstaand voor gezonde argumenten van tegenstanders. Geen plaatselijk chauvinisme, altijd wel het groter verband voor ogen. Op 2 december 1966, enkele maanden na zijn aantreden, bericht Het Noord-Oosten in het verslag over de algemene beschouwingen (een raadsvergadering die duurde van 10.00 uur tot 18.00 uur!) dat er gebrek was aan enige pittigheid bij het debat, veroorzaakt door de afwezigheid van dokter Willems. Zijn naam is al gevestigd, hij is die dag helaas verhinderd door de ziekte van zijn vrouw.
alsmede een zeker gevoel voor humor daarbij zelden ontbraken’. Slagharen vergeet Willems niet. Als Bemboom in 1978 in het Shetland Ponypark als nieuwe attractie een filmtheater in gebruik neemt verricht mevrouw Jowilly Willems-Bruggenwirth de openingshandeling, het theater wordt naar de dokter vernoemd. Begin jaren ’80 verrijst achter de R.K.-kerk een nieuwe woonwijk, een van de straten krijgt de naam van de dokter. Vele jaren speelden de straatvolleyballers op Slagharen om de dokter Willems-trofee. En nog altijd wordt eens per jaar door de ponyclub en rijvereniging Slagharen een wedstrijd gehouden met dressuur en springen, waarbij wordt gestreden om de dokter Willemsbeker.
Op de ochtend van de begrafenis op dinsdag 3 oktober ligt het openbare leven stil in Slagharen, de winkels blijven gesloten. Kinderen vormen een erehaag met bloemstukken langs de weg als de kist met het stoffelijk overschot de enkele honderden meters tussen het woonhuis en de kerk overbrugt. De rooms-katholieke kerk zit tjokvol als pastoor Noordmans de afscheidsdienst leidt, waarbij vrijwel elk gezin wel vertegenwoordigd is. Geen toespraken, maar een overweldigende bloemenzee als laatste groet aan de overledene. Noordmans noemt Willems ‘een godsgeschenk voor ons allemaal’. “Hij heeft veel mensen geholpen en als vriend kon men met hem spreken over moeilijkheden”. Na de dienst vindt de teraardebestelling plaats op de nabij gelegen begraafplaats. Willems laat een vrouw en drie kinderen achter. Burgemeester L.A. van Splunder herdenkt hem in de volgende raadsvergadering o.a. met de woorden: ‘Hij had hart voor de publieke zaak, hij was een goed democraat en had een grote kennis van zaken. Het ging hem altijd om de zaak, die hij zeer wel van de persoon wist te scheiden”. En: “Hij had de gave door veel paperassen en ambtelijke bemoeiingen heen de positie van de individuele burger in het oog te houden. Zijn optreden, ook wanneer de standpunten uiteenliepen, dwong bij politieke vriend en tegenstander respect af, omdat mildheid en vriendelijkheid,
12
Met de dank aan het Streek Historisch Centrum Slagharen voor het beschikbaar stellen van de foto’s.
Roel Gritter
Zandpaden veranderd in asfaltwegen De werkloosheid was in 1958 in de gemeente Hardenberg hoger dan het jaar daarvoor. Niet een beetje, maar aanmerkelijk hoger, vertelde burgemeester De Goede tijdens zijn Nieuwjaarsrede. En dat was eigenlijk opvallend, omdat er 125 arbeidsplaatsen waren bijgekomen in de industrie en dankzij rijksgeld voor zo’n 200 arbeiders tijdelijk werk was geregeld in de aanleg van riolering en wegverharding.
De groeiende werkloosheid was voor een deel veroorzaakt door de toenemende mechanisatie en rationalisatie in de landbouw, waardoor veel boerenknechten ontslag hadden gekregen. Een ander deel was veroorzaakt door verlies van arbeidsplaatsen in Twente. De textielarbeiders die daardoor in werklozenprojecten terecht kwamen verdrongen de Hardenbergers. De derde oorzaak was de bestedingsbeperking. Het laatste kabinet Drees besloot dat er binnenlands minder geld uitgegeven mocht worden om de export te bevorderen, waardoor naar verwachting de Nederlandse economie zou verbeteren. Er was dus minder geld beschikbaar voor publieke werken zoals wegenverbetering.
toen nog werd genoemd. Op de achtergrond is de watertoren nog zichtbaar. Hieronder het resultaat van alle inspanningen: een hobbelig zandpad dat was veranderd in een strakke asfaltweg.
Bronnen 1. Salland’s Volksblad 1958 en 1959 2. Fotocollectie Nederlandse Heidemaatschappij/Nationaal Archief
Toch was er in 1958 nog wel wat gebeurd. Hardenberg was dat jaar ingegaan met 100 kilometer verharde en 160 kilometer onverharde weg. Aan het eind van het jaar bleek dat de verhouding was gewijzigd, doordat 43 kilometer aan zand- en grindwegen was verhard. Dat project was uitgevoerd door de Heidemij, die de grondstoffen aanvoerde per schip. Op de bovenste foto uit augustus 1958 is te zien dat de lading van een schip wordt geleegd in Lutten aan de Dedemsvaart, zoals het dorp
13
J. van Gogh
Mijn onderduiktijd Zomer 1943 - 5 april 1945 De schilder Vincent van Gogh werd in zijn levensonderhoud gesteund door zijn broer Theo. Deze Theo was de opa van Johan van Gogh. Johan woont met zijn vrouw Anneke in Wassenaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat hij ondergedoken in de omgeving van Kloosterhaar. Hij is de vader van de in 2004 vermoorde filmmaker en columnist Theo van Gogh. Voor het Dorpsarchief Kloosterhaar heeft hij zijn onderduiktijd beschreven.
Johan van Gogh in 2013. © Dick Biewenga
naar de dominee zijn gegaan met de vraag wat ze daar mee moesten. De dominee heeft hen geantwoord dat als ik de kinderen maar niet probeerde van hun geloof af te brengen en niet vloekte, dat ze mij dan verder konden huisvesten.
“In de zomer van 1943 kreeg ik een oproep me te melden voor de Arbeitseinsatz, dat wil zeggen: te gaan werken in Duitsland. Iets wat als het maar enigszins kon, vermeden moest worden. Via een familielid van textielfabrikant Ten Cate uit Almelo kreeg ik het adres van boer R. van Veen aan de Tonnendijk in Vroomshoop. Daar hielp ik, als student uit Amsterdam, mee bossen te binden van haver en tarwe, achter de maaimachine. Na korte tijd verhuisde ik naar Smeenk aan de Kloosterdijk. Dit was tevens een doorgangshuis voor de mensen van het verzet, die o.a. distributiekantoren voor bonkaarten voor eten, kleren, schoeisel overvielen. Na een paar weken bij Smeenk ging ik naar Kassies die op de boerderij Repos Ailleurs aan het Overijssels kanaal in Geerdijk bij Vroomshoop woonde. Kassies had vier kinderen tussen de vier en tien jaar. De villa van Biewenga.
14
Er werd op turf gestookt. De nette kamer werd alleen gebruikt als er bezoek was. Er zat een echte bedstee in en dat werd mijn slaapplaats. De boerderij was 20 bunder (hectare) met één paard en één koe. Eén van de eerste vragen was of ik mee ging naar de kerk. Van Veen, Smeenk en Kassies waren gereformeerd. Mijn antwoord dat ik nooit naar de kerk ging moet hen ernstig verontrust hebben. Later heb ik vernomen dat ze
In de 1e helft van 1944 kwam ik via de eerder genoemde R. van Veen bij de familie Biewenga terecht. Toen D125 te Kloosterhaar, nu Kloosterstraat 16 in Sibculo, tegenover het Engbertsdijksveen. Een boerderij van 45 hectare, met een grote korenschuur één kilometer het land in, en daarvoor het huis van de familie Bokxem. Toen ik er kwam waren er drie paarden, één koe voor eigen gebruik en één varken voor eigen slacht. Naast Bokxem waren er drie vaste arbeiders, Jan Hendrik Schipper, Hendrik Mollen, Jan Dragt en wat ‘losse arbeiders’. Weer werkte ik er gewoon mee op het land. Je zag er altijd wel een aantal patrijzen en in februari begonnen de eerste leeuweriken
Op de foto hierboven, voor het huis van Biewenga, v.l.n.r.: evacué Gerrit Veerman uit Amsterdam, dochter Edy Biewenga, onderduiker Johan van Gogh, zoon Dick Biewenga, evacué Henk van de Heuvel en onderduiker Karel de Bruin (hoofdredacteur bij Nieuwsblad van het Noorden). ©Dorpsarchief Kloosterhaar.
met hun jubelzang. In tegenstelling tot bij Kassies hadden we hier zaterdagmiddag vrij. Verschillende personen vonden in de loop van het jaar nog onderdak bij de familie Biewenga. Zo was er een tijd ‘oom stroop’, een leraar Frans die ook moest onderduiken. Hij had het werk niet uitgevonden en dat irriteerde mevrouw Biewenga. Hij moest toen suikerbieten op een turfvuur koken en daar stroop van maken. In de winter 1944/1945 waren er ook nog twee jongens (Gerrit Veerman en Henk van de Heuvel), van ongeveer twaalf jaar oud, die over het IJsselmeer naar Friesland gebracht waren en van daaruit verder verspreid. Bij andere gezinnen domineerden deze westerse jongens soms het hele huishouden. Mevrouw Biewenga had er terecht de wind flink onder! Nieuw voor mij was het dorsen van koren met echte dorsvlegels. Ook kunstmest strooien met een zware zak voor je borst lopend hoorde erbij. Mensen uit onder meer Enschede kwamen in een lange rij om aardappelen vragen. Ieder kreeg max. 15-20 kilo voor een redelijke prijs.
8 maart 1945 was een hele zwarte dag. Na een mislukte aanslag op Rauter, de hoogste SS-officier in Nederland, namen de Duitsers op de Woeste Hoeve wraak door 117 mensen te fusilleren. Onder hen bevond zich ook dokter Post uit Bergentheim. Op deze datum werden in heel Nederland meer dan 200 gevangenen geëxecuteerd. Ook Johan’s oudere broer Theo, (geboren 5 november 1920) werd slachtoffer van deze represaillemaatregel. Hij was een paar dagen eerder als verzetsstrijder gearresteerd en werd op die achtste maart bij Rozenoord Amsterdam gefusilleerd. Een nicht van Johan in Almelo had dit op een ingewikkelde manier per telefoon te horen gekregen en kwam op de fiets naar Kloosterhaar om het te vertellen.
gedoken heeft gezeten. Diep respect voor de ‘magies’ Alie en Fenna Prenger en hun broer Frits de bakker, dat ze al die tijd, zonder dat iemand het geweten heeft, dit echtpaar hadden gehuisvest! Zeker als men bedenkt dat hun kruidenierswinkel het trefpunt van de hele omtrek was. Op zaterdag kwam iedereen daar zijn boodschappen doen en nieuwtjes uitwisselen.
Paarden werden door de Duitsers nog gevorderd. Biewenga had ze veilig in de witte schuur 1 km achter het huis staan. Op 5 april werd 1945 werden we hier bevrijd door Canadezen in Jeeps. Uit de winkel van Prenger (nu familie Soeten, Kloosterstraat 25) kwam een Joods echtpaar tevoorschijn dat daar jaren onder-
Theo van Gogh 1920-1945. © Dorpsarchief Kloosterhaar.
15
Aad van Meer
Schniederi-j, Wellehoek: van barnsteenrivier, beek en sabel De werkgroep archeologie werd attent gemaakt op het restant van een sabel, dat ruim vijftig jaar geleden aan de Nederlands-Duitse landsgrens in een sloot gevonden werd door een medewerker van Gerrard Johan Iemhoff. Als een stuk oud ijzer verdween het in de schuur, totdat zoon Bert het onlangs tegen kwam in de gereedschapskist op de werkbank. Hoe kwam die sabel in Radewijk terecht?
Bij de boerderij en de bewoners De vindplaats is op een steenworp afstand van de grens aan de Wellebeekweg 1 bij de boerderij waar Bert, volledige naam Albertus Hendrik, in 1946 is geboren. Het is een plaats met nogal wat historie. Op de oudste kadasterkaart van omstreeks 200 jaar geleden was de boerderij eigendom van Harm Snijders. Eeuwenlang heeft deze familie hier geboerd. De moestuin was behoorlijk groot en even groot als de helft van de oppervlakte van het huis met erf. Als de oude tekening klopt, had de boerderij rond 1830 geen onderschoer. Er was toen heel wat hooiland, grasland en akkerland. Buren waren destijds o.a. Harm Roelofs, Jan Jonkhans en Berend Welleweerd. Ook Lubbert Ymhoff uit Radewijk had er akkers in de buurt. Hij is de laatste die nog vernoemd is naar
Fragment kadasterkaart Radewijk circa 1830.
16
de oudst bekende boer, die zich in 1604 op de Imhoff in Wielen vestigde en waar het boerengeslacht Iemhoff van afstamt. ‘Iem’ kan honingbij betekenen, maar de samentrekking van het Duits ‘in dem’ is waarschijnlijker. Op de kaart uit omstreeks 1830 zien we ’t Snijders’ staan, wat in spreektaal ‘de sniederieje’ werd. De naam verwijst mogelijk naar een kleermakerij als nevenactiviteit. Eeuwenlang werd de boerderij zo genoemd. In 1907 betrok Willem Iemhoff (17.5.1881-29.5.1910) na zijn huwelijk met Berendina Kieft (17.9.83-7.9.53) de ‘Sniederije’. Hij is de halfbroer van Gerrit Jan Iemhoff die getrouwd was met Johanna Hermina Zwijze uit Duits Wielen, die de eeuwenoude boerderij de ‘Iemhoff’ bestierden. Dit bedrijf kwam vanaf 1516 voort uit de ontginningsinspanningen van het welbekende klooster in Sibculo. Tijdens het beheer van
Gerrit Jan is de eeuwenoude boerderijnaam jammer genoeg veranderd van ‘Iemhoff’ naar de toenmalige, meer eigentijdse naam ‘Linquenda’, wat ‘eens moet ik het verlaten’ betekent. Opvallend is dat op de meest recente Nederlandse topografische kaart met schaal 1:25.000 de boerderij in Wielen abusievelijk na een eeuw nog steeds ‘Iemhoff’ wordt genoemd. Willem op de ‘Sniederije’ overleed jong, waarna Berendina trouwde met Albertus (19.12.1884-12.3.1963), de bijna drie jaar jongere neef van Willem. Het was Albertus die omstreeks 1920 aan de rijksgrens achter het eikenbosje bij de boerderij twee urnen vond, die wegens gebrek aan belangstelling van Nederlandse zijde, in Duitsland terecht gekomen zijn. Beide potten bevatten crematieresten en stammen uit de Late Bronstijd of IJzertijd. De ouderdom is omstreeks 2900-2500 jaar. Dat wordt nog een klusje voor onze werkgroep om die op te sporen.
Een urn uit de Late Bronstijd, ca. 2700 jr.
Bij grenspaal 111, 40 m. vanaf de Beltweg in het bouwland, zijn in 1956 scherven gevonden van een standvoetbeker met touwversiering. Dat aardewerk was in de mode tussen 4900 en 4300 jaar geleden. Dit was een kookpotje en werd destijds in graven meegegeven. Toen werden mensen op hun zij in hurkhouding bijgezet. Een gewoonte die er bijna duizend jaar was en al begon in de eindfase van de hunebeddentijd. Verder zijn er ook nog resten van loopgraven, die ten tijde van de eerste wereldoorlog zijn aangelegd.
Baltisch riviersysteem Eridanos.
Lapland en oostelijker. Omstreeks een miljoen jaar geleden was de lengte meer dan 3000 km en was er in het huidige Noordzeebekken een reusachtige delta, die 11 miljoen jaar heeft bestaan. 700.000 jaar geleden, geologisch gezien eergisteren, werd het riviersysteem geblokkeerd door gletsjers uit het noorden. Een nieuwe ijstijd begon. In 2001 is deze oerrivier pas duidelijk in kaart gebracht door een Nederlandse aardkundige. Toen dit ter sprake kwam op de Vrijwilligersavond in EmmerErfscheidenveen, werd auteur dezes gewezen op een zeldzaam grote barnsteen die gevonden is in Westerhaar bij Steenappie.
Een touwbeker uit het Vechtdal, 4900-4300 jr.
De barnsteenrivier en de beek Niet alleen de menselijke historie van deze locatie is bijzonder. De natuur doet ook een duit in het zakje. Ten oosten van de boerderij ter hoogte van grenspaal 109 II is een bijzondere landschapsvorm te zien. Hier liggen de restanten van een reliëfrijke stuwwal. Heel kenmerkend is het zuivere witte zand dat in metersdikke lagen aanwezig is en waarop zich een dunne zwarte, humusrijke bodem heeft gevormd. Vele tonnen zand werden hier gewonnen voor de baksteenfabricage. Waar kwam dat zand vandaan? Lang geleden was er een riviersysteem actief, dat enorme hoeveelheden verweringsmateriaal vanuit het Oostzeegebied aanvoerde. Deze Baltische rivier, uiteindelijk met een stroomgebied half zo groot als de Amazone, ontsprong in de omgeving van
De bovengenoemde Baltische rivier heeft, afgezien van wit zand, onder meer ook barnsteen aangevoerd met een ouderdom van 44 miljoen jaar. Deze halfedelsteen, bestaande uit versteend hars, was vanaf circa 7.000 jaar van grote betekenis voor prehistorische mensen. De Oude Grieken zullen mogelijk van Noord-Europese handelaren gehoord hebben dat hun geliefde barnsteen in lang verdwenen rivierbeddingen gevonden werd, want zij bedachten de naam Eridanos, wat barnsteenrivier betekent. Het was erg waardevol en men zal zich destijds ook al verwonderd hebben over de insluitsels van soms complete insecten, die trouwens wel zeldzaam zijn. Archeologisch dus van groot belang. Vandaar dat werd besloten om een extra stukje aan dit artikel toe te voegen en op visite te gaan. We werden uiterst vriendelijk ontvangen bij de groeve van de fam. Aalderink. Ongeveer veertig jaar geleden zag de vader van Bertus, Gerrit Hendrik, de steen liggen. Hij riep: ‘Dit is wat bijzonders Bertus, raap op!’ Het gewicht is 580 gram. Het is dus niet verbazend dat de toenmalige directeur van Natura Docet met een fototoestel langs kwam. Meestal zijn de barnsteentjes niet groter dan een cm. Dat is geen wonder, gelet op de geringe hardheid en de rivierreis van duizenden kilometers uit het Oostzeegebied.
De grote barnsteen uit Westerhaar.
Insect in barnsteen, modern sieraad 6.200 jr.
17
160.000 jaar werd de stuwwal overreden toen het ijs zich verder uitbreidde tot in Montferland. Desondanks heeft het landijs met een dikte van honderden meters de gehele hoogte niet kunnen wegwalsen, want 500 meter ten zuiden van de boerderij, die op 22 meter boven NAP ligt, is de hoogte nog 46 meter. In combinatie met de keileemlagen, die Oude barnsteenvondst, graf te Swifterbant, 6.200 jr. ontstonden in de stuwwal door het vermalen van grint, stenen, klei en zand onder de enorme druk van het bewegende landijs, kon hier een tweede bijzondere landschapsvorm ontstaan. Regenwater uit de stuwwal verzamelt zich tussen ondoorlatende klei- en keileemlagen in een reservoir, bestaande uit smeltwaterafzettingen, dat het water makkelijk doorlaat. Vervolgens komt dat grondwater onder druk door zwaartekracht en lager aan de voet van de stuwwal tevoorschijn. Een bron is geboren. Op de kadasterkaart uit omstreeks 1830 is de Wellebeek te zien als de grens met het Hannoversche grondMooie barnsteenvondst, kralensnoer van gebied. Waar de bron destijds precies Exloo, 3.300 jr. was is niet zeker. Dat geldt ook voor de aftakkingen. Alleen archeologisch onderTerug naar de aardkunde bij de ‘Sniedezoek kan uitkomst bieden, maar in zo’n rije’. Naast het zgn. Baltische witte zand waardevol gebied is graven volstrekt en grind valt daarin ook doorzichtig onaanvaardbaar. Voorlopig blijft dus kwartszand op. Typisch voor Eridanos. alleen zeker dat deze bron de meest Het materiaal van de Rijn/Maas is veelal noordelijke in Nederland is waar water op bruin. Twente en Salland vormden één plek zichtbaar en hoorbaar aan de destijds het grensgebied tussen oosteoppervlakte komt. Dat heet een puntlijke en zuidelijke rivieren. Vanaf 250.000 beek. De steen van de Welleweerd in jaar volgt de op één na laatste ijstijd, die de beek markeerde de grens. Hier stond genoemd is naar het riviertje de Saale. later grenspaal 110 en er werd een Circa 180.000 jaar geleden werd het beukeboom geplant. Bij de Wellebeekwarmer en kwam het landijs niet verder weg staat een informatiepaneel. dan de Wielense stuwwal, die voornamelijk bestaat uit schuin gestelde oostelijke rivierafzettingen. Van Eridanos dus. Smeltwater zal enorme hoeveelheden grind en grof zand aan de voet van de stuwwal hebben afgezet. De ‘Sniederije’ ligt op de flank van de stuwwal, gevormd door het landijs, dat zich vanuit het noordelijke Baltische rivierbekken zuid- en De sabel. westwaarts uitbreidde. Vervolgens rond
18
De sabel Uit deze inleiding blijkt onder meer dat deze plek zeer bijzonder is en dat er al duizenden jaren wordt gewoond, begraven en gewerkt. De sabel hoort daarbij tot de meer recentere voorwerpen. Wat kan dit wapen ons vertellen? De greep, het handvat, en de bijzondere vorm van de pareerstang, de afweerstang tussen greep en kling om hand te beschermen bij gevecht, dienden als uitgangspunt voor de datering. Greep en stang zijn van messing en zijn in één vorm gegoten. De greep is aan de ene zijde glad en aan de andere zijde geribbeld. Daaruit blijkt dat deze greep voor rechtshandigen was ontworpen, want die droegen de sabel links. De geribbelde kant hield men in de handpalm en de gladde kant werd door de vingers omklemd. De ribbels dienden een vastere grip, maar waren ook een versieringselement, zichtbaar tijdens de dracht. De S-vormige pareerstang was dubbel tegengesteld gekromd, wat niet veel voorkomt bij sabels. Het bleek dat dergelijke wapens vanaf 1849 in Solingen werden gemaakt. Er waren daar minstens drie bedrijven (Kirschbaum, Luneschloss en Gebr. Weyersberg), die deze zogenoemde ‘Faschinenmesser’ vervaardigden. De functie was tweeledig. Het kon als kapmes in struikgewas en als steekwapen in gevecht worden gebruikt. De eenzijdig scherpe kling had een schede van leer die boven en onder was afgezet met messing. Aanvankelijk ontworpen voor de cavalerie, maar al snel ook aangewend voor de infanterie-man-
schappen. Oorspronkelijk was de totale lengte 78 cm met een kling van 64 cm. Voor de infanterie werd de kling verkort tot 62 cm, maar dat bleek toch nog te lang om te voorkomen dat men er mee tussen wielspaken geraakte en zich verwondde. Vanaf 1880 werd de klinglengte teruggebracht tot 43 cm. Hoewel de rechte stalen kling van de gevonden sabel ten dele is weggeroest, schatten wij in dat de totale lengte 67 cm is geweest. De datering van na 1880 is daarop gebaseerd. Dergelijke sabels zijn tot in de Eerste Wereldoorlog op het slagveld gebruikt. Het laat zich aanzien dat er voor deze sabel geen roemrijk verleden was weggelegd. Het wapen is niet gebruikt in de krijgsmachten van Duitse koninkrijken of van het Duitse keizerrijk. Op de pareerstang ontbreken de inslagen, die verwijzen naar het konings- of keizershuis, het troepenstempel, het regimentsnummer, het persoonlijke nummer van het wapen en dat van de wapeninspecteur. Spijtig is ook dat zelfs de naam van de fabrikant en de letter G van Guss-Stahl (gietstaal) ontbreekt. Dus geen bloedige actie in 1864 tijdens de Duits-Deense oorlog, de bezetting van het Koninkrijk Hannover door de Pruisen in 1866 of een veldslag
was je trouwens als soldaat in de 19de eeuw beter af in het vredige Nederland dan in de roerige Duitse koninkrijken. Onderaan de pareerstang zijn twee lettercombinaties ingeslagen: CM en RN. Ook met hulp van specialisten hebben we nog geen zekerheid, wat deze afkortingen betekenen. RN zou voor regimentsnummer kunnen staan, maar op militaire sabels uit Duitsland werd dat vermeld met een grote sierlijke letter R. Bovendien ontbreekt het nummer. CM zou kunnen staan voor wapenhandelaar C. Mouwen en Zn., hofleverancier te Breda. Zij kochten sabels in bij smederijen in Solingen en zetten ze af in Nederland. Afkortingen van namen, die verwijzen naar gebruikers, werden van rijkswege niet ingeslagen. Niet uitgesloten is dat de sabel voor de Nederlandse markt is gemaakt of zelfs in Nederland door Duitse wapensmeden uit Solingen, die in de 19de eeuw zich tegen aanlokkelijke bedragen hier vestigden. Welke opties blijven dan nog over om te verklaren hoe de sabel in Radewijk terecht kwam? Hierbij moet mogelijk gedacht worden aan de grensbewaking in de buurt van de vindplaats, die vooral ten tijde van de Eerste Wereldoorlog
1914-1918 een strenge grensbewaking was en dat de schuren rondom het geboortehuis door Nederlandse en door Duitse grenswachters als schuilgelegenheid werden gebruikt. Daarmee is nog niet verklaard waarom de sabel in een sloot lag. In de familiegeschiedenis van het geslacht Iemhoff, beeldend beschreven in 1988 door Gerrard Johan Iemhoff, Berts vader, zijn er twee familieleden die tussen 1914 en 1916 hun militaire dienstplicht vervulden. Willem uit Wielen, de oudste oudoom van Bert, werd als Duits soldaat naar het Oostfront gestuurd en Berts opa Albertus moest als Nederlands landweerman in Noord-Brabant en Naarden dienen. Ook zij kunnen niet in verband worden gebracht met de vondst in de sloot. Zullen we als het ware verhaal aannemen, dat een Duits burgerman, belast met de functie van grenswachter in 1917 en bevreesd dat hij zou worden opgeroepen voor de Noord-Franse loopgraven, zijn wapen weggooide en zijn heil zocht in ons onpartijdig vaderland? De sabel is te bezichtigen in het museum ’t Stadhuus. Met dank aan de fam. Aalderink, de fam. Iemhoff en aan mevr. J. Luisman-de Jonge. Dank ook aan Henk Brink voor de foto’s. De werkgroep is Bert Iemhoff zeer erkentelijk voor de schenking van de sabel.
Bronnen:
Detailfoto van letterinslagen CM.
tijdens de Frans-Duitse oorlog in 1870-71. Afgaande op deze oorlogshandelingen
werd opgevoerd. Bert en Henriëtte Iemhoff weten uit overlevering dat er in
- Brinkkemper, O. e.a., 2011, Cultuurhistorische atlas van de Vecht, uitgeverij Wbooks - Iemhoff, G.-J., 1988: Vier eeuwen Iemhoff, kroniek van een boerengeslacht, uitgeverij Seinen’s grafische bedrijven, De Krim, Hardenberg - Overeem, I. e.a., 2001, The Late Cenozoic Eridanos delta system in the Southern North Sea Basin, in: Basin Research, vol. 13, issue 3 - Wagner, E., 1985, Hieb- und Stichwaffen, Verlag Werner Dausien, Hanau - www.sabelsnet.nl
19
Enya Dorgelo en Meike Stoel
De Loozensche Linie door de eeuwen heen Leerlingen van het Vechtdal College in Hardenberg hebben in 2017 gewerkt aan een opdracht om de veranderende wereld te beschrijven. Die verandering moest een binding hebben met de lokale geschiedenis. Enya Dorgelo uit Hardenberg en Meike Stoel uit Venebrugge (beiden vwo-5) hebben de veranderende Loozensche Linie onderzocht. Hieronder staat de weerslag van hun onderzoek.
In de omgeving van Hardenberg is de Loozensche Linie een bekend fenomeen; de aan de Hardenbergerweg gelegen historische plek is gemakkelijk te herkennen aan de imposante kunstwerken en de Franse en Overijsselse vlag die duiden op een militair verleden. Over de Loozensche Linie is veel te vertellen, dus we stellen onszelf de vraag: hoe is deze verdedigingslinie door de eeuwen heen veranderd?
In den beginne De Loozensche Linie is nog vrij jong ten opzichte van de geschiedenis van Hardenberg, die al voor onze jaartelling begint. De omgeving rondom de Linie blijft lange tijd een woest landschap dat vooral uit moeras bestaat. In de prehistorie werd het gebied waarschijnlijk vaak voor de jacht op dieren gebruikt, maar toen die periode voorbij was, gebeurde er gedurende een aantal eeuwen vrij weinig.
Franse invasie De historie van de Loozensche Linie begint pas echt aan het einde van de zestiende eeuw; het was een zeer onrustige tijd. In 1769 wordt Napoleon Bonaparte geboren en 30 jaar later pleegt hij een staatsgreep waarna hij zichzelf als consul installeert. In 1704 laat hij zich zelfs uitroepen tot keizer van Frankrijk. In de tussentijd gebeurt er veel in het land. In 1793 wordt koning Louis XVI onthoofd en Napoleon slaagt erin om in het eind van dat jaar Toulon over te nemen, dat in handen was van royalen en gematigde revolutionairen. Vanaf dat moment escaleert het en begint Napoleon meer delen van Frankrijk en andere landen in Europa aan te vallen en in te nemen. In maart 1796 krijgt hij de leiding over het Italiaanse leger en wordt aan hem het bevel gegeven om Oostenrijk aan te vallen. Het leger van Italië was nogal verwaarloosd maar Bonaparte wist het defensief gedisciplineerd en getraind te krijgen. In datzelfde jaar nog versloeg hij de Oostenrijkers mocht intreden in Milaan. Nadat hij twee belangrijke slagen had gewonnen, de slag bij de brug van Arcole en de slag bij Rivoli, kon hij tot wel 120 kilometer vanaf Wenen Europa indringen. Dit hadden de Nederlanders natuurlijk wel door en voelden het gevaar al aankomen. In 1799 besloot men om vlak aan de grens van Duitsland een linie aan te leggen om de Bataafse Republiek te beschermen tegen de
20
Franse tiran. Deze legden ze aan op het winterbed van de Vecht, tussen Hardenberg en Gramsbergen, in het buurtschap Loozen. Zo komt de linie dus aan zijn naam: de Loozensche Linie. Door middel van deze Linie kon men controleren wat er richting Hardenberg ging via de toegang die de Slingenberg gaf. Hierover schreef men het volgende: Om de passage van Emblicamp voor Coevorden, langs den linker oever van de Vecht over Gramsbergen en van Radewijk komende, te verhinderen, is men genoodzaakt geweest, links van de Veenebrug nog een capitaal werk aan te leggen bij ‘t gehugt van Loozen, ter plaatze alwaar alle die wegen zig verenigen en door de Vecht een kronkel geformeerd word, waarvan men nuttig heeft gebruik gemaakt, om de linker vleugel van dien post te apuyeeren, een flanq vuur voor ‘t front te verkrijgen; den aldaar te leggen dam tot opstopping van de Vecht, en in alle geval de retraite naar de overzijde van dat riviertjen te dekken; zijnde deze post ook met twee redoutes en één fleche aan de Vecht in de keel gedekt geworden...
Vanaf de Loozensche Linie kon de weg van Hardenberg naar Gramsbergen gecontroleerd worden.
Bouwen en graven Voor de bouw van de Linie werden twee stukken grond aangekocht van Gerrit Prenger uit Loozen en Roelof Huurink uit Anevelde, waarvoor ze beide 642 guldens en 8 stuivers kregen. In deze tijd vormt de Linie samen met de Venebruggerschans en Fort de Haandrik één geheel, als versterking van de Emslinie (wat nu de A31 in Duitsland is).
De Loozensche Linie in 1863.
De Loozensche Linie bestond uit geprofileerde aarden wallen met een lengte van ongeveer duizend meter waarachter de verdediger veilig was voor inslaande kanonskogels. Het in de meander gelegen bastion werd aan de achterzijde verdedigd door een klein open verdedigingswerk bestaande uit twee rechte aaneensluitende en een scherpe hoek vormende aarden wal, ook wel een fleche genoemd. Dit bastion was door de liniewal verbonden met het tweede bastion dat bij de weg lag. Voor de liniewal lag een natte gracht, terwijl de keelen (de achterkant) van de linie werd beschermd door een houten palissade. Dit is een rij met aaneengesloten houten palen die in de grond zijn geslagen en als omheining of bescherming dienen. Aan de achterzijde van de liniewal lagen twee redoutes en een fleche om een omsingeling te voorkomen. Een redoute is een van aarde of steen opgeworpen verschansing die aan elke kant even sterk is. Er waren batterijen (geschutsopstellingen op een platform) op de liniewal, de bastions en de redoutes. Tussen de natte gracht en de liniewal was een doornhaag geplant als natuurlijke prikkeldraadversperring en dit hielp in de vredestijd om beschadigingen door grazend vee te voorkomen. Er lag een wachtpost met een officierskwartier waar de weg naar Gramsbergen de linie kruist en werd omgeven met een ander palissade.
Na de storm Zowel in Loozen als in Venebrugge werden de verdedigingslinies niet of nauwelijks gebruikt. Al vrij kort na de aanleg ervan werden de bouwwerken weer buiten gebruik gesteld en werd het weer aan mensen uit de omgeving verpacht. Het officierskwartier werd naar Coevorden verplaatst. In 1863 werd de Loozensche Linie openbaar geveild en werd voor 5300 gulden opgekocht door Albert Zwijze uit Loozen.
De afgelopen eeuw
er veel veranderd in het gebied. De rivier de Vecht werd tussen 1910 en 1920 gekanaliseerd, de woeste gronden gecultiveerd en het kanaal Almelo-Gramsbergen werd aangelegd. De steden Hardenberg en Gramsbergen zijn inmiddels fors uitgebreid, er kwamen meer wegen en er volgde een spoorlijn. Veel natuur is verdwenen en het karakteristieke onderscheid tussen de verschillende landschapstypen is helemaal vervaagd. In 2008 is de oorspronkelijke Loozensche Linie deels hersteld. Dit is gecombineerd met de totstandkoming van het zorgcomplex ‘De Zwieseborg’ in een samenwerkingsproject van het waterschap, het Staatsbosbeheer, de provincie en de gemeente en het werd gesteund door de Europese Unie. Alhoewel de linie nu vooral een verdedigingswerk tegen het water is geworden, is de linie cultuurhistorisch ook deels hersteld. Bezoekers kunnen zich opnieuw een voorstelling maken van de verdediging tegen een uit het oosten komende vijand en kunnen tegelijkertijd genieten van een mooi stukje natuur, door gebruik te maken van de rolstoeltoegankelijke paden, de uitkijktoren en het pontje waarmee de meander kan worden overgestoken.
Bronnenlijst - De Koppel. (z.j.). Naar Loozensche Linie. Geraadpleegd van http:// www.dekoppel.com/resources/image/pdf/gebiedsfl er4-6.pdf - Provincie Overijssel. (2014, 17 november). Loozensche Linie. Geraadpleegd van http://www.overijssel.nl/thema’s/ruimtelijke/ruimtelijke/voorbeeldenbank/voorbeelden/loozensche-linie/ - Waterschap Vechtstromen. (z.j.). Loozensche Linie - Napoleontische waterberging. Geraadpleegd van https://www.vechtstromen.nl/water-beleven/mooie-plekjes/projecten/loozensche-linie/ - Wolbink, F., & Pullen, A. C.A. (2008). Monumenten in de Gemeente Hardenberg. Hardenberg, Nederland: Stichting Historische Projecten
Tussen de tijd waarin de Loozensche Linie is aangelegd en nu is
21
Henny Reinders
Mien herinneringen an oorlog en bevrijding Ik bin geboren veur 1940 in Boalder, en heb de oorlogstied bewust met emaakt. Vroeger gung ie in mei noar schoele, en ik was er nog maar een paar dagen noar toe ewest toen op 10 mei 1940 de oorlog uutbrak. ’s Mörgens um 4 uur wörn ik wakker deur schieten en vliegtugen die lege overvleugen. De oorlog is uutebrökken zeden va en moe. Ik kreeg een angstig gevuul. Tegen 9 uur die mörgen kwam een oom bi-j oes om de toestand met mien va te besprekken. Ok ik deed een duit in ‘t zakkie deur te zeggen: ‘ik hoef vandage mooi niet noar schoele, want ‘t is oorlog’. ‘Foi, kind toch’, zee hi-j, ‘hoe ku’j dat toch zeggen, maar i-j weet niet better’. En dat was ok zo. Wat wus ie in die tied, op die leeftijd now van oorlog. Televisie was er nog niet.
Ien van de eerste gevallenen hier in de buurte was sergeant Eilander uut Zwolle. Hi-j reed zittend achter op een motor op de Gramsbargerweg toen ze bi-j Mulder in Boalder beschötten wörn deur Duutsers. De motorrieder gaf gas, maar wat verderop wörn ze opni-j beschötten deur een patrouille die zich doar in een sloot had verstopt. Sergeant Eilander wörn hierbi-j zwoar gewond, maar zag nog kaans um zien geweer kapot te sloan tegen een boom en zien munitie te vernietigen. Hij wörn over-ebracht noar een ziekenhuus in Nordhorn woar hi-j is overleden. An de Gramsbargerweg hef een gedenkstien veur hum estoane, die later verplaatst is noar de Professor Waterinkschoele. De eerste joaren van de oorlog gung ‘t nog wal, maar alles wörn schaarser en levensmiddelen kwamen op de bon. Veur textiel kreeg ie punten. Ondanks de beparking bleef de humor bewaard: kocht ie een zakdoek, ‘kreeg ie veer punten toe’. Echte honger leden wi-j niet op ’t plattelaand, hoewel alles geregistreerd en gecontroleerd wörn. D’r wörn nog wel is
22
een varkentie niet op-egeven en stiekem eslacht en met dörsen een paar zakken graan achterover e-drukt, wat ’t oge van de controleur ontgung. De rogge en tarwe wörn emalen en brood van ebakken, en van de geplette haver havermoutse pap ekokt. Sukerbieten waren goed veur stroop en jappel veur jappelmaal.Van melk wörn botter ekarnd. Heel wat burgers uut Harnbarg kwamen clandestien melk halen bi-j boeren in de umgeving.
’s middags um 12 uur liek boven oes. De schoele was net uut toen wi-j een angeschötten braandend vliegtuug op oes of zagen kommen. Wi-j vluchtten bi-j de buren noar binnen. Opiens heurden en vuulden wi-j dat e neerkwam. Ik keek doar deur het raam noar buten en zag tot mien grote schrik dat oes huus in mekaar lag. In mien onwetendheid dacht ik dat het vliegtuug ertegenan was evleugen,
In de loop van de tied kwamen er hongerkinder uut de stad bi-j pleeggezinnen in Boalder, die ok met oes naar schoele gungen. Met sommigen is het contact blieven bestoan. Hoe langer de oorlog duurde hoe akeliger as het wörn. ’s Nachts wörn ie vake wakker, umdat er heel völ vliegtugen vanuut Engeland overvleugen met een lading bommen bestemd veur de industriesteden in Duutsland. Later gebeurde dat ok overdag. Soms kwamen er Duutse jachtvliegtugen tussen die probeerden de bommenwarpers neer te schieten. Een bom van een Amerikaans vliegtuig
Op 24 februari 1944 gebeurde dat ok,
vernielde het huis van de familie Reinders.
maar ien van de twee bommen was ontploft tussen de boerderi-je en de schure. De aandere kwam noast de mulo an de Gramsbargerweg terechte. De rest van de bommen ‘de blindgangers’ lagen verspreid in ‘t ronde. Twie van de zeuven bemanningsleden hebt het overleefd. Iene kwaamp bi-j Van den Poll an de Eugenboersdiek neer en de aandere bi-j Pullen an de Allemansweg in Collendoorn. Deur toedoen van verzetsmensen bint de twee vliegeniers weer in Engeland terug-ekeerd. Pullen is doarveur op-epakt en weg-evoerd noar een kamp in Duutslaand. Noa de bevrijding kwam e weer terugge, maar is nooit weer de man e-wörn die hij veur die tied was. Bi-j mien vriendinnegie leek het of hun huus in braand stund, maar d’r was een stuk van het braandende vliegtuug neer ekommen. Hulend bint wi-j noar huus e-rend. Gelukkig waren ze er allemoale goed of-ekommen. Maar bi-j oes zat het huus zo in mekaar dat het niet weer op-ebouwd kon wörn. Bi-j familie hebt
wi-j onderdak ekregen. De hele Boalder bevolking hef ehölpen met het ofbrekken van het huus. Het riet van het dak wörn er of-ehaald en in bossen emaakt, de stiene ebikt en al zowat meer. De materialen wörn gebroekt veur de bouw van de noodwoning din in juni weer zoverre kloar was veur bewoning. Bi-j mien vriendinnegie woar dat stuk van het vliegtuug lag te braanden, was een z.g. blindganger deur de rieten kappe en de zolder op de cementen delle terechte kommen. Het gezin wörn geëvacueerd want het was niet veilig thuus. Een paar dagen later wörn die blindganger onschadelijk emaakt, maar alleen as ien van de huusgenoten bi-j kon lichten met een zaklanteern, zo niet dan leuten ze de blindganger liggen en konden ze niet terugge noar huus. ‘Ik bin nog nooit zo bange west as toen’, zee de persoon die bi-j mos lichten later, ‘ik had an ieder spier hoar wel een zweetdruppel hengen’. Later wörn het kruut uut alle blindgangers op de Boalderes, woar now
De Bree is, tot ontploffing ebracht met as gevolg dat van verschillende huzen de ramen sneuvelden. In september van dat zölfde joar wörn er een trein din vanuut Gramsbargen richting Harnbarg reed deur vliegtugen beschötten. Wi-j zaten op schoele in Boalder, din kört an de stroate en spoorlijn stund. Van de meester mussen wi-j onder de baanken goan liggen. Een jongen lag noast mi-j, en van hum heurde ik later dat ik vreselijk ehuuld had, zodat hi-j dacht, Henny huult dan zal het wel arg ween, dan mut ik het ok maar doen, en zo ha’j de heleboele an de gange. Deur die schietparti-je stund de boerderi-je van de familie Boerrigter in braand. Ok die bint er goed of-ekommen. Was de trein een paar honderd meter eerder ter heugte van de schoele beschötten, dan was het misschien niet zo goed of-elopen. De schoele wörn eslötten, het wörn te gevoarlijk. Later kwamen er Duutse sol-
23
doaten in. Wi-j kregen huuswerk met om toch nog iets te leren. 10 Februari 1945 was het weer raak. Er lagen schepen in het kanaal en de Vechte, die beschötten wörn. Een verdwaalde kogel tröf de 15 joarige Albert Ravenshorst (Appie van de meester) die met zien buurjongen veur zien huus stund, dodelijk. Zien vrienden uut Boalder hebt hum de leste eer bewezen deur hum noar het graf te dregen. Heel Boalder was in rouw. Op een nacht kregen wi-j huuszuking van de SS noar een onderduker. Din kon net op tied in zien schoelplaatse kommen. De SS’ers hebt met een revolver in de haand veur mien moe estoane of ze de onderduker had loaten ontsnappen. Ze kwamen ok bi-j mi-j in de sloapkamer. Gelukkig heb ik doar niks van emarkt. Doarnoa heulden de SS’ers in Harnbarg een razzia op veuranstoande burgers um as gijzelaar te gebroeken. Een leraar van de landbouwwinterschoele hef net op tied kunnen vluchten achter een paar struken in de tune. Deur en deur kold kwam e ‘s mörgens zo tegen 6 uur bi-j oes. Mien va en moe waren net op e stoane, en hij deuk zo hun nog warme bedde in um bi-j te kommen. Een stuk of wat bint wel op-epakt, maar toch later weer vri-j ekommen.
of-eschötten deur de geallieerden, zodat de wagens better te zien waren um ze te kunnen beschieten. Ok dan mus ie ow bedde uut want ie wussen niet hoe het of zol lopen. Op 5 april 1945 kwaamp de buurman, een politieagent, bi-j oes met de mededeling dat de bevrijders eran kwamen. Het kon wal spannend wörn, want er waren nog Duutsers in de buurte. In de kelder van het gebombardeerde huis, die nog intakt was, hebt wi-j met de buren in spanning of-ewacht wat er zol gebeuren, maar dat vul met. Toen kwaamp het geweldige bericht van die politieagent: ‘Wi-j bint bevrijd’. Van opluchting sprongen oes de troanen in de ogen. Mien grote breur en de buurjongens gungen noar Harnbarg, maar ik mocht niet met, want ik was te klein, vunden ze.
En doar waren ze dan, oeze Canadese bevrijders met hun legervoertugen bi-j de karke an de Veurstroate! Wat een feest, bevrijd! Een dag later kwamen de tanks onder gejuich Boalder binnen. Wi-j kregen repen chocola van oeze bevrijders, iets wat wi-j in joaren niet epruufd hadden. Ok witbrood dat wi-j hoast niet meer kenden, umdat wi-j lange tied dat grieze kleffe brood mossen etten. Sigaretten wörn uut-edeeld en dat was toch heel wat aanders dan een ‘sjekkie’dreien van eigenverbouwde tabaksbla. Maar het belangriekste was dat wi-j vri-j waren en dat we zonder angst weer naar schoele konden goan. We vuulden oes zo vri-j as een veugeltie in de lucht. En loate wi-j die vri-jheid blieven waarderen.
De leste moanden van de oorlog kwamen er hele colonnes ettenhaalders uut het westen disse kaante op. Meestal op olde fietsen met massieve baanden, of vrouwen met kinderwagens. Het etten was heel schaars in ’t westen. Ze leefden hoofdzakelijk van tulpenbollen en sukerbieten. In ’t begun kregen ze royaal wat met, maar hoe langer het duurde hoe kleiner de porsies wörn. Ze overnachtten in de schure in het heuj onder dekkens veur de warmte. De leste paar wekken van de oorlog trökken ’s nachts colonnes landverroaders en Duutsers met peerd en wagen richting Duutsland, want ze zagen het hier niet meer zitten. Er wörn lichtkogels
24
Een carrier van het Canadese leger rijdt bij de bevrijding over de Gramsbergerweg in Baalder.
Roel Gritter
Kiek Antiek: meester Kruizenga De huidige bewoners van de woning Gramsbergerweg 48 in Hardenberg kunnen misschien nog de kast en de plek waar ooit de kachel stond herkennen op deze foto. Hierop is de eerste eigenaar te zien, meester Jan Kruizenga. Hij liet het huis bouwen in 1925, drie maanden nadat hij zijn functie als hoofd der school van openbare lagere school en Ulo aan de Stationsstraat had neergelegd.
De aanbesteding werd gehouden in café De Bruin, van de joodse caféhouder, winkelier, drukker en wethouder Ru de Bruin. Dat café stond op de hoek van de Voorstraat en de Fortuinstraat. De laagste inschrijver voor de bouw van het woonhuis was de firma G. Zweers & Zn. voor een bedrag van 5.690 gulden. Kruizenga heeft er gewoond tot zijn overlijden in februari 1941. Dat was ruim 16 jaar nadat hij gestopt was met zijn
baan. Tijdens de viering van zijn 70e verjaardag schreef de Provinciale Overijsselse en Zwolse Courant dat Kruizenga van 1915 tot eind 1924 hoofd der school was, maar dat hij wegens gezondheidsproblemen zijn functie moest neerleggen. “Bij zijn afscheid werd hij op grootse wijze gehuldigd. Hij bleef hier wonen en gelukkig nam zijn gezondheidstoestand een gunstige wending, waardoor het hem mogelijk was zijn krachten te blijven geven ten bate van het algemeen.” Meester Kruizinga heeft na zijn afscheid maar ook daarvoor al veel maatschappelijke functies bekleed. Hij was in 1917 een
van de oprichters van de plaatselijke VVV, de verenging die het toerisme in Hardenberg en omgeving wilde bevorderen. Verder was hij lid van een commissie die zich bezig hield met schoolverzuim, kerkvoogd van de Hervormde kerk en hij was redacteur van de lokale krant De Vechtstreek en correspondent van de Provinciale Overijsselse en Zwolse Courant. Die schreef bij zijn overlijden: “De ontslapene was zacht van aard en leefde met al zijn medemensen in volmaakte harmonie. Met hem is een bekwaam, ijverig, en nauwgezet onderwijzer en een achtenswaardig burger heengegaan.” Ook over zijn artikelen was ‘de Zwolse’ zeer te spreken. De inhoud was verantwoord, bovendien waren stijl en taal tot in de puntjes verzorgd. “Jarenlang is hij een onzer meest gewaardeerde medewerkers geweest. Het was een voorrecht de heer Kruizenga te hebben leren kennen”, zo besloot de redactie de lofzang. Meester Kruizenga is begraven op de begraafplaats aan de Bruchterweg in Hardenberg.
De onthulling van het straatnaambord.
25
Jan Reinders
De Groenedijkbrug Mobilisatie 1939 - 1940 Toen Oostenrijk zich in maart 1938 aansloot bij Duitsland, het Duitse leger Oostenrijk binnentrok en Sudetenland in Tsjechoslowakije bij Duitsland werd ingelijfd, vond de Nederlandse regering het tijd worden om de oostelijke grenzen te bewaken. In 1914 - 1918 was ons land neutraal en wilde ook nu neutraal blijven, maar of onze neutraliteit gewaarborgd zou worden was nog maar de vraag. Op 11 april 1939 werd de mobilisatie van 28 grensbataljons gelast en op 11 augustus volgde de algehele mobilisatie.
rauss, wo sind die Engländer?’’. Maar er waren helemaal geen Engelsen. De grenswachten, zo’n 20 man, werden ontwapend en later afgevoerd naar Duitsland. Hendrik Kuiper mocht bij de Het werkkamp Kloosterhaar is in 1938 gebouwd om werklozen onder te brengen die zwaargewonde Veldscholten blijven voor verzorwerden ingezet om woeste gronden te ontginnen. Tijdens de mobilisatieperiode ging. Ze werden door enkele Duitse wachtposten ‘39/’40 diende het als onderkomen van soldaten van een grenswacht detachement. bewaakt aan de poort. Ondertussen trok een stoet van wagens met paarden, soldaten op de fiets of De verhouding tussen Frankrijk en Engeland met Duitsland en lopend, over de Groenedijk. Bij de kerk sloeg men linksaf richde zorg om Polen verhoogde de spanning. De spanning liep ting Sibculo en over de Boerendijk ging het richting het kanaal. hoog op toen op 9 mei 1940 soldaat Jan Doorneweerd, die op patrouille was, aan de overkant van de grens veel verkeer van Hendrik Kuiper verzorgde zo goed als mogelijk de zwaargewonwagens en paarden hoorde. Dat was op de Striepe bij grenspaal de en zo wachtten ze beiden op hun transport. Maar Veldschol99. Hij gaf dit bij terugkeer onmiddellijk door. De bruggen ten wilde helemaal niet op transport, hij wilde naar huis. ‘’Maar gingen omhoog en de nacht kwam met veel onrustige spanning. dat lukt je nooit jong. En ’t is de vraag of we er wel uitkomen.” Die vrijdagmorgen om 4 uur stonden de wachtposten Kivits en Maar hij wilde, ondanks z’n strakke verband en hevige hoofdKorblet volgens rooster bij de brug op wacht. Ze wisten niet dat pijn. Het lukte Hendrik uiteindelijk met de tang van Veldscholten ze al enige tijd bespied werden door Duitse verkenners in de om het draad van de omheining door te knippen en zo glipten ze nabijgelegen sloot aan de overkant van de brug. Dan, plotseling, er allebei stiekem tussenuit. Veldscholten achterlangs naar worden de wachtposten door de Duitsers met de wapens in de Potgieter bij de brug, met burgerkloffie en op de fiets van Kivits, hand bedreigd en worden ze gesommeerd de brug te laten op weg naar Denekamp. En Hendrik als de gesmeerde naar de zakken. Ze konden door deze bedreiging niet anders dan Oude Vaart naar Janna Rosink, die later zijn vrouw is geworden. gehoorzamen. Het zakken van de brug werd in het kamp opgemerkt. Daarna begonnen de beschietingen over en weer. Veldscholten kwam heelhuids aan in Denekamp en kwam onder doktersbehandeling maar zat de volgende morgen al weer De ordonnans spoedde zich op zijn motor richting Ommen. In onder de koe te melken, wel met zijn hoofd goed in het verband. de loopgraven naast het kamp werd hevig geschoten, maar de Hij bleef zijn verdere leven aan de ene kant van zijn hoofd Duitsers kregen versterking van de cavalerie. Vanuit de slaapstokdoof. Hendrik Kuiper en Janna kwamen later te wonen aan kamer van Mans Lensen werd met de mitrailleur op de loopde van Roijensweg in Kloosterhaar, waar ze een nieuw huis graven geschoten. Soldaat Veldscholten werd aan het hoofd lieten bouwen. Daar heeft Hendrik, naast zijn werk, op zijn terrein geraakt en raakte bewusteloos. Hendrik Kuiper, de hospik, uit zaad van verschillende soorten naaldbomen, heel veel verbond hem zo goed mogelijk. Hierna werden ze van alle kanstekjes opgekweekt en uitgeplant waaruit met de jaren een ten omsingeld en is het afgelopen. Bevelen klinken: “Rauss, prachtig naaldbos is verrezen.
26
Werkgroepen en bijbehorende contactpersonen 6. Genealogie 1 Archeologie Grietje Bakker-Altena Henk Brink geneaologie@hvhardenberg.nl h.brink1946@vodafonevast.nl 06-14348444 0523-263793 of 06-54972081 7. ICT 2. Beeldmateriaal Martha Steenwijk-Vinke/ Henk Drenthen Siem Bakker fotoherkenning@hvhardenberg.nl info@hvhardenberg.nl 0523-265624 (studiezaal) 0523-265624 (studiezaal) Marie Hekman 8. Kerkhof Nijenstede marie.hekman@gmail.com Freek Dorman 0523-747102 f.dorman@planet.nl 3. Begraafplaatsen 0523-260058 Gerrit Willem Grimmerink 9. Kleppertoer g.w.grimmerink@hetnet.nl Bertus Kremer 0523-232185 4. Bibliotheek a_kremer@online.nl 06-53879932 Boeken en AVM 10. Museale Objecten Ria Hindriks Gerrit Hakkers ria.hindriks@hetnet.nl g.hakkers@planet.nl 0523-231700 0523-260815 Documenten 11. Onderwijs Hennie Meier Vacant 5. Dialect 12. Redactie Rondom Janny Luisman-de Jonge den Herdenbergh j.jonge6@kpnplanet.nl Roel Gritter 0523-260620 roelgritter@gmail.com 06-24966556
13. Stads- en dorpswandeling Piet van Weerden pvanweerden@ziggo.nl 0523-260355 of 06-15379224 14. Suppoosten museum Piet en Thea van Weerden pvanweerden@ziggo.nl 0523-260355 of 06-15379224 15. Tentoonstellingen Hendrik Jan Olsman hendrikjan.olsman@gmail.com 0523-231922 16. Textiel, Mode en Kleding Ria Hindriks ria.hindriks@hetnet.nl 0523-231700 17. Verteld verleden Geert Hans familiehans@gmail.com 0523-232281 18. PR Gerrit Hakkers g.hakkers@planet.nl 0523-260815 Roel Gritter roelgritter@gmail.com 06-24966556
De Historische Vereniging Hardenberg e.o. bedankt onderstaande sponsors. Mede door hen is het mogelijk dit blad uit te geven. HARDENBERG 0523 26 61 81 info@olbo.nl w w w. o l b o. n l
inter m ed iair in i d entiteit
De Schans 7773 AA Hardenberg Tel. 0523-280 880
Voorstraat 41, Hardenberg 0523 – 267171
INTERIEURVERZORGERS SINDS 1952 Handelsstraat 3 - 7772 TS Hardenberg
Totaal regionaal! DESKUNDIG ADVIES, EXCELLENTE SERVICE! Zwedenweg 17, 7772 TC Hardenberg
www.detoren.net
Vrieling Adviesgroep
Juwelier Barnard
Stelling 5, Hardenberg Tel. 0523 282 726
Oosteinde 13/15, Hardenberg Tel. 0523 261 786
T 0523-272095 F 0523-272097 E pullen-wonen@planet.nl
Admiraal Helfrichstraat 35
Onderdelenspecialist Keep
Derks Elektra
7772 BV Hardenberg
Europaweg 9, Hardenberg Tel. 0523 267 520
Bruchterweg 55, Hardenberg www.derkselektra.nl
T 0523-260476
27
Beeldmateriaal HV98359
HV05687
HV09712
De foto’s van de vorige keer: HV05687 (50 reacties) Het echtpaar Jan Nijland en Gea (Dien) Nijland-Bouwmeester. Ze staan voor de schuur bij hun woning aan de Kerkdijk 5 in Collendoorn. HV9712 (40 reacties) Roel en Fenniggie Hilbrink uit Bergentheim. Zij woonden aan het Overijssels kanaal, bij de afslag naar het kerkhof. De naam van de woning is Schapenvonder. HV98359 (geen enkele reactie)
Dit keer twee foto’s die met onderwijs te maken hebben. HV100698 is gemaakt tijdens de opening van de openbare lagere school Het Hazenbos in Heemse op 1-12-1972. Wie staan erop? Wie weet iets over deze gebeurtenis?
HV100698
HV100592 laat een kleuterklas zien van de christelijke kleuterschool in Het Welgelegen aan de Scholtensdijk in Heemse. Herkent u kleuters? Weet u wanneer de foto is gemaakt? Hebt u misschien op deze kleuterschool gezeten en weet u daar nog iets over te vertellen?
HV100592
De werkgroep Beeldmateriaal zou erg blij zijn met de antwoorden op deze vragen. U kunt telefonische reageren op werkdagen tussen 09.00 en 12.00 uur op nummer 0523-265624 (vragen naar Henk Drenthen) of per e-mail: fotoherkenning@hvhardenberg.nl Denkt u het antwoord te weten, maar bent u niet geheel zeker, dan bent u natuurlijk van harte welkom in de studiezaal aan de Karel Doormanlaan 64A in Hardenberg. Hier kunt u de originele gescande foto nog eens in alle rust bekijken. De studiezaal is geopend op 28 werkdagen van 9.00 tot 12.00 uur, behalve op woensdag.