Jg8nr2 januari 2005

Page 13

Bart en Geert Wellens over hun broederband en de cyclocross

Het Communiqué

In goede en kwade dagen Wereldkampioen Bart Wellens heeft een zeer moeilijke periode achter de rug. Daarin kon hij steeds terugvallen op zijn jongere broer en eveneens veldrijder Geert. Wij wilden eens checken hoe sterk hun broederband is. Natuurlijk dwaalden we af naar cyclocross, want dat is hun leven. MELISSA AERTS & JOKE VERRIJCKT e ontmoeten de gebroeders Wellens op een koude dinsdagmiddag in de chique Residentie in Lichtaart na hun training. Wereldkampioen Bart komt als eerste naar ons toe gestapt. “Onze Geert komt direct, hoor.” Voor de zekerheid stellen we de openingsvraag aan Geert. Want misschien krijgt de stilste van de twee in de loop van het interview niet veel kans om tussen spraakwaterval Bart door zijn zegje te doen.

W

Geert, hadden we jou ook als veldrijder leren kennen als Bart voetballer geworden was? Geert Wellens: “Ik denk het niet. Dan had ik misschien niks gedaan. Ik was eerst met judo bezig, maar die club is gestopt bij ons in het dorp. Dan heb ik van Bart een fiets gekregen als cadeau.” Bart Wellens: “Toen had hij geen keuze meer!” Geert: “Of ik moest een paar voetbalschoenen cadeau gekregen hebben, dan was ik misschien wel voetballer geworden.” Bart, bij de sponsorperikelen vond jij het heel belangrijk om een nieuwe sponsor te vinden voor de hele ploeg en weigerde je om alleen op een aanbieding van een andere ploeg in te gaan. Maar hoe belangrijk is het dat jij en Geert in dezelfde ploeg rijden? Bart: “Het was belangrijk dat Geert bij mij kon blijven. Ik was sowieso van het standpunt: ik wil de ploeg bijeen houden, omdat dat toch heel belangrijk was. We zijn heel goede kameraden, het ging heel goed en de sfeer was heel goed. Ik heb ook eerst overleg gepleegd met Geert. Wat ga jij doen? Wil je dat ik voor jou praat, ja of nee? Want je doet toch wel moeite om samen te blijven en dat is niet altijd even gemakkelijk. Voor mij is ook dat belangrijk.” Geert: “Dit jaar is eigenlijk het eerste jaar dat ik redelijk constant presteer in een seizoen. En dat heeft daar ook allemaal mee te maken. Ik ben er eigenlijk van ‘verschoten’ dat Bart de ploeg bijeen heeft gehouden en er ook al de moeite van de wereld voor gedaan heeft om mij erbij te houden. Dat heeft mij extra gemotiveerd om te trainen en ik doe het nu eigenlijk veel liever als pakweg een jaar geleden. Vorig jaar was het echt ‘van moetens’, om iedereen content te stellen, maar nu wil ik het zelf ook wel echt.” Bart, hoe belangrijk was jullie broederband in de moeilijke periode die je onlangs gekend hebt? Bart: “We gaan vrij veel met elkaar trainen en dan heb je wel veel aan elkaar. Zeker in de zware periode, zowel met de sponsorperikelen als met de kwetsuren, die ik achter de rug heb. Ik heb heel veel kunnen babbelen met hem, maar ook nog met andere mensen. Het is toch wel belangrijk dat je onder de training ook kunt praten. Als je altijd alleen op pad bent, dan train je goed, maar dan kan je tegen niemand babbelen. Of tegen ‘u eigen’, maar dan verklaren ze u ook gek.” Geert, over jou doet zelfs het gerucht de ronde dat je aan stoppen dacht. Geert: “Ja, ik had gedacht aan een betere seizoensstart. Ik reed dan direct een cross waar, zoals ze zeggen Janneke en Mieke aan de start stonden en

dan was ik nóg niet bij de tien eersten. Toen zag ik het al niet meer zitten, maar dat was direct na de meet.” Is het voor jou niet moeilijk om altijd te moeten opboksen tegen Barts palmares en om steeds met hem vergeleken te worden? Geert: “Ja, in het begin was dat moeilijk. Op mijn leeftijd had hij al twee wereldtitels en Superprestiges gewonnen. Ik heb nog geen wereldtitel. Ik heb al wel een Superprestige gewonnen, maar nog niet bij de profs. Hij is een talent en ik iets minder. Ik ben eigenlijk geen natuurtalent.” FOTO: MELISSA AERTS

Hoe ontspannen jullie je om met jullie gedachten eens niet bij de fiets te zijn? Bart: “Ter ontspanning doen wij heel veel samen met de ploeg. We gaan bijvoorbeeld paintballen of eten bij de Japanner. Dus indirect zijn wij altijd met fietsen bezig, maar ik zit daar zelf niks mee in. Fietsen is mijn leven. Voor mij telt er op dit moment maar één ding, maar vanaf het moment dat ik dit moe word, stop ik er ook mee. Bij mij, en ik denk bij Geert ook, is het gewoon 24 op 24 de fiets.” Geert: “En af en toe de liefde (lacht).” Na je superseizoen werd je derde in de Kristallen Fiets en was je niet eens genomineerd voor Sportman van het Jaar. Wordt het veldrijden ondergewaardeerd? Bart: “Ik zeg al jaren dat cross meer respect verdient en dat wij ondergewaardeerd zijn, maar wat doe je eraan? Wij kunnen niet meer doen dan hard fietsen. Tom Boonen verdient de Kristallen Fiets evenzeer, daar heb ik helemaal geen kritiek op. Maar waarom Axel Merckx, die één keer derde is geweest? Daar heb ik het wel moeilijk mee. Ik win tenslotte bijna alles wat er te winnen valt op een seizoen en dan is dat wel moeilijk. Gelukkig moeten we onze kost niet verdienen met uitreikingen.” Moeten jullie trouwens nog altijd jullie startgeld cash incasseren? Bart: “Vroeger moest je na de cross je enveloppe gaan halen. Maar voor de toppers is dat toch al direct een behoorlijk bedrag en ze hoeven ons maar eens in onze nek te slaan en ze zijn er mee weg. Via onze manager hebben wij nu een regeling kunnen treffen dat de organisatoren het al van tevoren storten. Je komt dan met een veiliger gevoel op de cross aan.” Wat vinden jullie zelf van de nieuwste trend om door de VIP-tent te rijden? Bart: “Zo lang dat maar een meter of vijf is, is dat niet zo heel erg. Maar natuurlijk is dat een enorm temperatuurverschil, zeker nu het zo koud is. En dan nog de dranklucht en de ‘smoor’ die er binnenhangt. Maar als dat bijdraagt tot het spektakel en als daardoor honderd man meer naar de cross komt Pagina 13

kijken, dan is dat goed voor mij.” Geert: “Dat is misschien wel zo.” Naast ons zit Erwin Vervecken een gesprek te voeren over mental coaching met de camera’s van het VT4programma ‘Wellens en wee’ erbij. Plots komt die man aan Bart vragen of het nog lang gaat duren bij ons, want ze horen zijn stem te luid. Bart antwoordt dat ze daar dan maar harder moeten ‘klappen’, want die ‘meiskes’ zaten hier eerst. Het siert de wereldkampioen. Hoe populair zijn jullie eigenlijk? Bart: “Mijn mailbox zit dagelijks bomvol en ik krijg heel veel post. Ik word ook vrij vaak herkend. Maar daar leer je mee leven. Dat is dan wel de keerzijde van de medaille. Ik kan nergens komen zonder herkend te worden. Als je eens ergens iets wilt uitsteken hebben ze het altijd gezien.” Geert: “Ik krijg af en toe ook wel mailtjes, maar dat zijn er geen tien per dag. Ik ben nu ook niet echt supersociaal, of toch niet zo sociaal als hem. Hij zal op de cross, als ze om handtekeningen roepen, sneller stoppen dan ik. Ik hecht daar minder belang aan, maar ik probeer daar wel verandering in te brengen. Soms als ik echt slecht gezind ben, dan mag dat de koning zijn, dan stop ik nog niet (lach).” Wat willen jullie nog zeker bereiken in jullie carrière? Bart: “Ik heb het hoogste bereikt in de veldritsport. Ik ben wereldkampioen geweest, ik ben Belgisch kampioen geweest, ik heb ooit de wereldbeker gewonnen, Superprestige gewonnen, GVA-trofee gewonnen en ik heb al ooit eerste gestaan op de UCIranglijst. Wat prestaties betreft, heb ik alles al kunnen winnen wat er te winnen valt. Maar nu wil ik ook kunnen zeggen dat ik in elke gemeente waar ik ooit gecrosst heb, gewonnen heb. Er zijn nog heel veel wedstrijden waar dat nog niet het geval is, dus dat is elke keer nog een uitdaging.” Geert: “Ik kan nog niet ‘klappen’ over wereldkampioen worden bij de profs. Ik moet een beetje realistisch blijven. Mijn doelstelling is gewoon proberen twee jaar prof te zijn. Als ik na die twee jaar niet profwaardig ben en ik moet gaan werken, dan zal ik daar echt niet mee in zitten. Dan kan ik toch ook zeggen dat ik prof ben geweest en ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken.”

FOTO: MELISSA AERTS

Als jullie ooit samen als eerste aan de meet komen in een belangrijke wedstrijd, wie wint er dan? Bart: “Als we allebei op het hoogste niveau zitten, echt

de wereldtop?” Geert: “Dan zullen we nooit samen over de meet rijden.” Bart: “Misschien dat ik op een wereldkampioenschap, dat ik tegen dan misschien al een vijftal keren gewonnen heb, wel eens iets kan gunnen. Maar dat is een beslissing die je op dat moment moet nemen en waar je van tevoren nooit over kunt nadenken.” Geert: “Misschien binnen 30-40 jaar als we oud en gepensioneerd zijn. Op het wereldkampioenschap voor veteranen kan ik hem misschien volgen.”


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.