ENTER GENT - Beleidsverklaring sociaal-artistieke werkveld

Page 2

een creatieve samenleving en het belang van collectieve werk-­‐ en leerruimtes waarin mensen hun creatieve kracht kunnen ontdekken en zo hun wereld en hun leven herscheppen en herdenken. Dit sluit perfect aan bij de visie van Schiller2, waarin de esthetisch spelende mens als oplossing werd gezien voor het falen van onze samenleving –in zijn tijd de context van de Franse revolutie, maar zijn visie boet vandaag niet in aan relevantie. We leven in een tijd van nuttigheidsdenken, effectmetingen, strategische planningen en een grote resultaatsgerichtheid in alles wat we doen. Maar dit teleologische ingenieursdenken zal het niet halen van de complexiteit van de samenleving, waarin zeer veel factoren onvoorspelbaar zijn. Het artistieke perspectief kan hier voor een essentieel tegengewicht zorgen, en de veerkracht van zowel burger als samenleving vergroten. En laat dit net het doel zijn van de sociaal-­‐artistieke praktijk. Het geeft een stem aan kwetsbare burgers, via een niet-­‐talige vorm. Hun perspectief en leefwereld is tot op heden ondervertegenwoordigd in de kunsten, en daarom is het essentieel dat sociaal-­‐artistiek werk deel uitmaakt van het kunstenveld: omdat het de kunsten verrijkt, diverser maakt, en dus bijdraagt aan hun maatschappelijke legitimering. Daarmee is niet gezegd dat enkel sociaal-­‐artistiek werk deze verantwoordelijkheid draagt, maar wel dat sociaal-­‐artistiek werk de hele kunstensector kan inspireren om meer duurzame verbindingen aan te gaan met de samenleving in haar complexiteit. Ten tweede pleiten we voor de erkenning van de inbedding van sociaal-­‐artistiek werk binnen een brede sociale strijd en emancipatiebeweging. Er werd vandaag reeds op gewezen dat de sociaal-­‐ artistieke praktijken ontstaan zijn vanuit een reactie vanwege een middenveld ten aanzien van een doorgeschoten autonoom kunstenveld, en deel moeten blijven van de geschiedenis van de emancipatiebewegingen. Dit onderschrijven we, en hier valt zelfs meer over te zeggen: toen deze artistieke praktijken vanaf de jaren ’90 opgang maakten, had dit ook alles te maken met een verzanding van het geprofessionaliseerde sociaal-­‐culturele werkveld dat met haar geïnstitutionaliseerde werkvormen langzaam aan verdween als motor in de radicale bevraging van en de actieve strijd rond nieuwe sociale, economische, ecologische, territoriale en politieke uitdagingen van de 21e eeuw. De sociaal-­‐artistieke spelers zijn allen bewogen door een diep verlangen van transformatie van de samenleving, richting meer gelijkheid en duurzaamheid. Ze doen dit, in tegenstelling tot de sociaal-­‐culturele spelers, vertrekkend vanuit een doorgedreven confrontatie met de samenleving in haar diversiteit en complexiteit, en zonder de ambitie om die complexiteit te reduceren. In veel sociaal-­‐artistieke projecten is het opzetten van collectieve en participatieve processen dan ook een cruciaal gegeven, aangezien ze verplichten om samen met anderen te definiëren wat dat gedeelde project precies inhoudt, om confrontaties aan te gaan doorheen het verschil in achtergronden, referenties, competenties, meningen en zienswijzen, om over de eigen grenzen te gaan en gedeelde oplossingen te verbeelden. Geen gemakkelijke zaak, want het gaat in deze ook om het ontleren van een doorgedreven individualisme en het doorbreken van heersende dominante machtsposities. Deze processen hebben de ambitie om daadwerkelijke transformatieprocessen te zijn. Het gaat niet om representatiekunst, noch om sociaal-­‐culturele animatie. Wel om kunstpraktijken die gesitueerd zijn, die vanuit een leefplek of een concrete situatie of groep vertrekken. De complexe realiteit van het leven maakt inherent deel uit van het creatieproces en het artistieke resultaat. De sociaal-­‐ artistieke praktijken gaan bijgevolg graag op zoek naar verbindingen, transversaliteit en samenwerking. Ten derde en aansluitend is het van fundamenteel belang dat sociaal-­‐artistieke werkingen erkend worden in hun politieke betekenis, in de mens – en maatschappijbeelden die ze via hun praktijk uitdragen. Een eerste belangrijk punt hierin is dat sociaal-­‐artistieke werkingen opkomen voor meer kansen tot kunstparticipatie voor de meest kwetsbare mensen in onze samenleving, maar uiteraard gaat dit samen met het bestrijden van structurele uitsluitingsmechanismen die interfereren met

2 Schiller, F. (2009). Brieven over de esthetische opvoeding van de mens.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.