Verwond
Omgaan met trauma
Verwond
Omgaan met trauma
Onderwijs en behandeling voor jongeren
Praten over chronische ziekte
Hoe doe je dat?
“De natuur weerspiegelt iets van mijn karakter”
Voor mij, maar ik denk voor iedereen, is de natuur echt een plek om tot rust te komen. Wandelen in de natuur lost iets op in mijn hoofd. Het haalt de haast eruit. Mijn stressgevoel vermindert en mijn onrust verdwijnt. Heerlijk!
Naast dat de natuur ons rust geeft, hebben haar processen een metaforische betekenis die mensen kunnen helpen in hun herstel. Neem bijvoorbeeld een boom die in de winter kaal is, maar een paar maanden later volop in bloei staat. Dit kan symbool staan voor ons eigen leven. Ook al voel je je op dit moment misschien niet goed, dat betekent niet dat je niet (binnenkort) weer kunt opbloeien. Lees maar het verhaal van hoop, van Marieke, die PTSS overwon. Haar situatie leek uitzichtloos, maar toch lukte het haar weer om haar leven op de rit te krijgen.
Als het binnen niet lukt, ga dan naar buiten. Dit zinnetje dat ik recent las, werkt echt voor mij en geef ik u ook graag mee.
Ik wens u veel lees- én wandelplezier!
Colofon
Jaargang 24, nummer 1. Eleoscript is een uitgave van Eleos, specialist in christelijke ggz. Dit magazine wordt mogelijk gemaakt door Vrienden van Eleos. Gratis lid worden?
www.eleos.nl/eleoscript.
Redactie
Eleos: Gert de Heer, Anne Hulsbos-Voortman
BladenMakers: Redmar Smit
Concept, ontwerp en realisatie
BladenMakers, Nijkerk
Druk
Damen Drukkers, Werkendam
Adres
Zuiderinslag 4c, 3871 MR Hoevelaken
eleoscript@eleos.nl
088 - 892 12 13
www.eleos.nl
IBAN: NL63 ABNA 0929 7179 45 RSIN nummer 808370510
4 Verwond!
Omgaan met een traumatische ervaring
10 De Combi als keerpunt
Onderwijs en behandeling voor jongeren
13 Column Vliegende varkens
14 Ontdekkingen uit de wetenschap
16 “Delen is helen” Marieke overwon PTSS en depressie
20 Stoornis in beeld: bipolair
Van hoogte- naar dieptepunt
24 Omzien naar elkaar in de kerk
Diaconaat kan ggz aanvullen
“Denatuur geeftmijrust.”
26 Nieuws van Eleos Ontwikkelingen in de ggz
28 In gesprek over chronische ziekte Hoe doe je dat?
31 De mensen van Eleos Izak van Vuuren
32 Beste Aniek, ‘Ik durf niet zo veel. Wat kan ik (hieraan) doen?’
34 Steun door en voor familie in de zorg voor suïcidale naaste
Ontwikkelen van een interventiepakket
Omgaanmeteen
traumatischeervaring
Iedereen maakt in het leven dingen mee die moeilijk zijn. Sommige gebeurtenissen zijn heel ingrijpend en kunnen tijdelijk of voor langere tijd klachten veroorzaken. Er kan dan sprake zijn van een trauma of daarop volgende problematiek. Maar wat is een trauma nu eigenlijk en welke gevolgen heeft dat? In dit artikel gaan we daar dieper op in.
Trauma is het Griekse woord voor wond of verwonding. In de psychologie heeft het de betekenis van een zeer ingrijpende en schokkende gebeurtenis. Dat kan een plotseling overlijden zijn, mishandeling, verwaarlozing, een ongeluk of misbruik. Zo’n situatie heeft veel impact en kan zware sporen nalaten. Er kan sprake zijn van herbeleven en er kan weerstand zijn om nog aan de gebeurtenis te denken.
Abstract
Het is goed om nog wat dieper op de betekenis van een trauma in te zoomen. Het woord kan wat verwarrend zijn. Mensen roepen vaak: “Ik heb daar een trauma aan overgehouden.” In de psychologische praktijk komt het ook geregeld voor dat mensen iets heftigs meemaken, daar last van hebben en denken dat ze een traumabehandeling nodig hebben. Maar is dat wel terecht? En wat voor de één een schokkende gebeurtenis is, is die voor de ander niet. Een situatie wordt door alle omstanders verschillend ervaren. Trauma wordt daarmee een abstract begrip. Het is goed om te realiseren dat ‘trauma’ een term is en geen diagnose of een label voor een scala aan klachten. Feitelijk is een trauma dus alleen de wond, de gebeurtenis. Een trauma kan wel veel klachten veroorzaken. Dat is in eerste instantie heel normaal, want na een schokkende gebeurtenis kan het beeld van de wereld en van jezelf enorm veranderen. Als je je altijd veilig voelde, maar iemand doet jou wat aan, kan dat gevoel gaan wankelen. Of na een ongeluk kom je tot de conclusie dat je veel kwetsbaarder bent dan gedacht.
Klachten
Zo’n vijftig tot zeventig procent van de mensen maakt in zijn of haar leven een trauma mee. Als dat zich voordoet, wordt het angstnetwerk geactiveerd. Daardoor ben je geneigd het trauma niet onder ogen te komen. Je wilt er niet aan denken en het niet voelen, waardoor het trauma niet geïntegreerd wordt met andere herinneringen in je geheugen. Als het trauma niet goed verwerkt wordt, blijft het dus als het ware rondzingen in de hersenen, waardoor het makkelijk teruggehaald kan worden. Het is dan heel normaal dat je slechter slaapt, dingen herbeleeft of er veel over droomt. Dat is een natuurlijke reactie en zorgt
“Eentraumaiseenterm engeendiagnoseofeen labelvooreenscalaaan klachten.”
ervoor dat je het kunt verwerken. Daarnaast kan het zijn dat je hyperalert, prikkelbaar, schrikachtig en waakzaam bent. Of je ervaart spanningsklachten in je lichaam. Tijdens een herbeleving komt de gebeurtenis steeds opnieuw in je hoofd terug, zonder dat je daar controle over hebt. Het is dan niet dat je er even aan denkt, maar alsof je weer in de situatie en op de bewuste plek bent, inclusief het gevoel. In die periode wordt de gebeurtenis dus wel geïntegreerd met andere herinneringen en zo in je hersenen opgeslagen. De heftigste gevoelens rondom deze gebeurtenis worden dan niet meer zomaar opgeroepen. Het tegenovergestelde kan ook: je gaat in de overlevingsstand, vermijdt alles wat met het trauma te maken heeft en je wilt er niet over spreken. Vermijding zorgt er juist voor dat er PTSS-klachten kunnen ontstaan of, als die er al zijn, in stand worden gehouden. Het hoeft echter niet zo te zijn dat je klachten ontwikkelt na een trauma.
PTSS
De meeste mensen hebben voldoende veerkracht om het trauma als vanzelf te verwerken. De klachten nemen vaak automatisch af. Als dat na 4 weken nog niet gebeurt, of de klachten zelfs erger worden, kan er sprake zijn van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dat gebeurt bij zo’n zeven procent van de mensen. Vrouwen, kinderen of jongeren en mensen met een lagere intelligentie of sociaaleconomische status hebben een grotere kans op PTSS. Ook mensen met een zeer ernstig trauma, mensen met psychische problemen in de familie en zij die weinig sociale steun ervaren. Soms kan het heel lang duren voordat PTSS zichtbaar wordt. Jaren later kunnen er nog PTSS-klachten ontstaan. Iemand maakt een trauma mee, maar die gaat dan ondergronds. Het zit opgeslagen in je lijf en brein. Vroeg of laat kan het naar buiten komen. Meestal op momenten dat iemand tot stilstand komt of er iets gebeurt wat het trauma triggert. Je spreekt van PTSS als er klachten zijn van herbelevingen, vermijding, negatieve gedachten en stemming, en hyperactivatie. Er wordt ook gesproken over complexe PTSS (cPTSS) als een vorm van PTSS
die vaak het gevolg is van langdurige traumatisering in de jeugd, in combinatie met een gebrek aan bescherming en veiligheid. cPTSS is dus een stoornis die PTSS aanvult. PTSS en cPTSS kunnen gezien worden op een continuüm. Net zoals PTSS vereist ook de diagnose cPTSS de blootstelling aan een traumatische ervaring (of een reeks van dergelijke ervaringen) en functionele beperkingen. cPTSS betreft de kernsymptomen van PTSS, aangevuld met drie extra kenmerken. Dat zijn moeite met emotieregulatie, verstoring van relationele vaardigheden en de aanwezigheid van negatieve kernopvattingen.
Trauma kan ook zorgen voor dissociatieve symptomen. Dat betekent dat er veranderingen in het bewustzijn komen. Bepaalde heftige emoties of herinneringen worden afgesplitst en buiten het bewustzijn gehouden. Het kan zo zijn dat bepaalde zaken die met het trauma te maken hebben, niet meer herinnerd worden. Een gat in het geheugen dus. Of iemand krijgt het gevoel dat hij of zij in een droom zit of zichzelf van buitenaf ziet.
“Demeestemensen hebbenvoldoende veerkrachtomhettrauma alsvanzelfteverwerken.”
Niet meer goed weten wie je bent, het gevoel krijgen dat je vertrouwde omgeving vreemd is of dat zelfs je eigen lichaam vreemd aanvoelt, kunnen ook symptomen zijn. De kans op heftige klachten neemt toe als er sprake is van een langdurig trauma. Denk aan misbruik of verwaarlozing. Trauma’s kunnen ook zorgen voor persoonlijkheidsproblematiek. Zeker kinderen kunnen zich heel goed aanpassen aan een situatie. Ze gaan zich gedragen alsof ze het goed kunnen handelen. Wan-
Ik heb zo’n last van dieherbelevingen.
EMDR is een effectieve behandeling bij trauma. De therapeut zal je vragen aan de gebeurtenis terug te denken, inclusief de bijbehorende beelden, gedachten en gevoelens. Eerst gebeurt dit om meer informatie over de traumatische beleving te verzamelen. Daarna wordt het verwerkingsproces opgestart. De therapeut zal vragen de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen, maar nu gebeurt dit in combinatie met een afleidende stimulus (oogbewegingen door het volgen van de hand van de therapeut, geluiden of trillers). De combinatie van denken aan de traumatische gebeurtenis en de afleidende stimulus zal ertoe leiden dat de herinnering haar kracht en emotionele lading verliest. Ook exposure en cognitieve gedragstherapie stellen je bloot aan dat angstige beeld en zijn daarom goede therapievormen na een trauma. Kijk voor meer informatie op www.eleos.nl.
neer ze later uit de situatie zijn, blijkt dat ze zich bepaalde patronen hebben eigengemaakt die niet meer helpen in het leven dat “veilig” is.
Als er sprake is van (complexe) PTSS is het belangrijk dat deze wordt onderkend en er behandeling plaatsvindt. PTSS gaat niet vanzelf over en zorgt voor heftige klachten en veel lijdensdruk. Je stresssysteem staat altijd aan. Dat is heel uitputtend en heeft gevolgen voor je sociale en maatschappelijke leven. De kans op uitval is groot en je kunt niet meer met alles meedoen. Er is angst om te slapen, omdat je bang bent te gaan dromen. Doordat je zo waakzaam bent, kun je schrikken van de kleinste dingen. Het is lastig om met anderen om te gaan en moeilijk om volledig
deel te nemen aan het leven. Je voelt je continu heel onveilig. PTSS-klachten zorgen op den duur weer voor andere psychische klachten.
Zelfzorg
Hoe kun je ervoor zorgen dat je een trauma goed kunt verwerken? Je realiseren dat de klachten die je hebt normaal zijn, is al een goed begin. Zoals gezegd: die uit de weg gaan, werkt averechts. Als er een ramp is gebeurd, zijn er niet voor niets psychologen die naar die gebieden gestuurd worden. Dat is in eerste instantie vaak nog niet om hulp te bieden, maar om voorlichting te geven over wat er kan gebeuren. Als je weet dat alles wat je voelt erbij hoort, helpt dat bij de verwerking. Uit onderzoek is gebleken dat het niet helpend is om mensen die hetzelfde hebben meegemaakt bij elkaar te zetten. Soldaten die terugkwamen van een uitzending en gedebriefd werden, werden vaak bij elkaar gezet om hun ervaringen te delen. Dat bleek juist PTSS-klachten in de hand te werken. Je verhaal delen is echter wel belangrijk. Als je behoefte hebt om erover te praten, is het belangrijk dit te doen. Neem dan iemand in vertrouwen, ook al denk je dat het misschien niet groot genoeg is of als je denkt dat het jouw eigen schuld is. Zoek mensen op die je vertrouwt. Steun en erkenning zijn heel belangrijk. De kans op langdurige klachten wordt kleiner als je goed wordt opgevangen.
Zorgen voor je naaste
Voor de omgeving is het belangrijk dat ze vervolgens sensitief reageert op het verhaal dat wordt verteld. Neem hem of haar serieus, ook al is het in jouw ogen wat kleins. In therapie moet vaak veel hersteld worden van wat mensen verkeerd hebben gezegd of gedaan. Veel pijn wordt weggewuifd. Er worden dingen gezegd als: “Het zal wel een foutje zijn”, “Je zult het wel hebben uitgelokt”, “Het valt toch wel mee?” of “Waar maak je je druk om?” Daarmee maak je het klein, terwijl het voor die persoon heel groot is. Het trauma kan
daardoor erger worden of zelfs een soort tweede trauma veroorzaken. We noemen dit victim blaming. Je kunt situaties ook nooit met elkaar vergelijken. Iemand die aangerand is, kan net zo veel klachten ontwikkelen als iemand die langdurig is misbruikt. Geef de erkenning aan het trauma. Sla die arm om iemand heen, zorg dat je er bent
“Eentraumavergeetje nooit!Jemoetlerenleven methetfeitdatjouditis overkomen.”
en luister naar zijn of haar verhaal. Het taboe dat rondom trauma’s als misbruik of mishandeling heerst, zorgt voor schaamte en schuldgevoel. Dat weerhoudt iemand ervan om open te zijn, vaak uit angst voor de reacties. Dat kan heel nare gevolgen hebben. Psychische problematiek ten gevolge van een trauma komt vaak doordat mensen geen steun en emotionele nabijheid hebben
gehad, of dat er eerder in de voorgeschiedenis al moeilijke dingen waren en een veilige, stabiele basis ontbrak.
Behandeling
Een trauma vergeet je nooit! Je moet leren leven met het feit dat jou dit is overkomen. Vaak komt dat besef ook pas nadat de klachten weg zijn. Het is echt gebeurd en dat geeft verdriet, een blijvend litteken. Dat is helaas de rauwe werkelijkheid. PTSS-klachten kunnen echter goed worden behandeld. Je vergeet niet wat er is gebeurd, maar de heftige gevoelens van de herinnering slijten. Je weet verstandelijk nog dat het heel naar was, maar het voelt niet meer alsof het ter plekke gebeurt. Je kunt leren leven met wat er gebeurd is en weer verder.
Nemen je klachten na een traumatische gebeurtenis niet af en is er het vermoeden van PTSS of andere problematiek? Zoek dan hulp. Er zijn passende behandelingen die de klachten wegnemen of doen afnemen.
Zowel onderwijs als een deeltijdbehandeling volgen. Dát is wat De Combi in Ede biedt. Leerlingen met psychische problemen zitten vaak thuis, totdat er meer perspectief is. Dankzij de Combi lopen de achterstanden niet verder op. “De jongeren mopperen weleens, maar voor velen blijkt De Combi achteraf een keerpunt”, zegt psycholoog en regiebehandelaar Marije van der Have (43) enthousiast.
Sommige jongeren worden zó belemmerd door psychische klachten dat ze niet meer naar school gaan. “De leerplicht trekt de handen ervan af, omdat er eerst behandeling plaats moet vinden. Jongeren zitten vaak al lang thuis voordat er iets gebeurt. Wij vinden ook dat behandeling voorop staat, maar dat wil niet zeggen dat er niets aan onderwijs gedaan kan worden”, legt Marije uit. “Daarom begonnen we zes jaar geleden met De Combi. Eleos werkt hierin samen met De Hoop en het Reformatorische Samenwerkingsverband Voorgezet Onderwijs (RefSVO). Jongeren tussen de 12 en 19 jaar die thuis zitten of minimaal naar school gaan en psychische problemen hebben, zijn welkom. We richten ons met name op jongeren met internaliserende problematiek, zoals angst, depressie en ontwikkelingsproblematiek.”
Onderwijs
Een traject bij De Combi duurt drie maanden.
“Jongeren komen op schooldagen naar ons toe. ’s Ochtends krijgen ze onderwijs dat hun eigen school aanlevert. Onze docent en onderwijsassistenten kijken daarin mee, zodat het een haalbaar programma wordt. Alle jongeren werken zelfstandig en op eigen niveau. ’s Middags krijgen ze groepsbehandeling die gericht is op angst- en emotieregulatie. Daarnaast krijgen ze individuele behandelgesprekken waarin ze werken aan eigen doelen. Ook is er regelmatig psychomotorische en creatieve therapie. Veel jongeren houden minder van praten en meer van doen. Ze leren dan door te ervaren.”
Succeservaring
Marije is erg enthousiast over De Combi. “De samenwerking tussen onderwijs en het behandelstuk is een groot voordeel. We observeren de jongeren om te ontdekken waarom onderwijs volgen voor hen lastig is. Als we zien waarin ze vastlopen, nemen we dat meteen mee in de behandeling. Ook krijgen behandeldoelen soms plaats in het onderwijs. Zo maakte een meisje nooit toetsen, want ze wilde per se een 9 of hoger halen. Ze maakte toen toch een toets met de behandelaar
“Jongerenzittenvaak allangthuisvoordat erietsgebeurt.”Tekst Corina Schipaanboord Fotografie Mathijs Hanenkamp
en besprak die ’s middags tijdens de groepstherapie. Daarnaast is het positief dat jongeren duidelijk weten dat we hen op school verwachten. Dat lukt zeker 95 procent van de leerlingen. Dat is meteen al een grote succeservaring, want velen zaten al een jaar thuis. Wij richten ons sowieso erg op het opdoen van succeservaringen, want we geloven dat jongeren daardoor gaan groeien. Maar ook als ze gezien worden in wie ze zijn en wat ze nodig hebben, en merken dat er vertrouwen in hen is.”
Terugkeren
Een grote kracht van De Combi is de samenwerking met de school waar een jongere vandaan komt, merkt Marije. “We proberen het lijntje dat de jongeren nog hebben met school in stand te houden en de school te betrekken. Het doel is altijd terugkeren naar een vorm van onderwijs, het liefst naar de school van herkomst. Dat is niet voor alle jongeren haalbaar. Soms sluit speciaal onderwijs of een ander niveau beter aan, waardoor er van school gewisseld moet worden.”
“Weproberenhetlijntje datdejongerennog hebben met school in stand te houden.”
Maar als ze achteraf zien wat er veranderd is, kijken de meeste ouders er positief op terug.”
Niet té fijn
De sfeer op de Combi is goed, vindt Marije. “Als team hebben we het erg gezellig met elkaar. We proberen een positieve sfeer neer te zetten, oog te hebben voor alle jongeren en hen respectvol te behandelen. Zo proberen we het christenzijn uit te stralen, ook naar de jongeren bij De Combi die van huis uit niet gelovig zijn.” Glimlachend voegt ze toe: “We moeten er wel voor waken dat het bij De Combi niet té fijn wordt, want het doel is dat jongeren het op school straks weer redden. Het contrast met De Combi moet niet te groot zijn.”
Marije denkt dat de jongeren het over het algemeen goed naar hun zin hebben bij De Combi. “Al mopperen ze regelmatig”, lacht Marije. “Dat is ook logisch, want het is niet leuk als je moet aangaan wat je het meest spannend vindt. Dan is er weleens weerstand. Maar na afloop horen we regelmatig dat ze het hier fijn vonden. Onlangs was er een reünie voor jongeren die De Combi volgden. Veel van hen gaven aan dat De Combi een keerpunt in hun leven was. Dat is heel mooi om te horen!”
Niet alleen jongeren, maar ook hun ouders moeten aan de slag bij De Combi. “Ook van hen wordt verwacht dat ze dingen anders doen dan ze altijd deden. Elke week hebben ze een gesprek met een gezinstherapeut en ze worden drie keer verwacht op een ouderavond. Dat vraagt best veel van ouders en het kan pittig zijn.
“Hé, kom eens kijken.” Mijn vrouw wijst naar de overkant van de straat. “Ik zie het hoofd van een varken voorbijvliegen.” Mijn vrouw is 92 procent van het gezichtsvermogen van haar linkeroog verloren. Dat betekent dat ze veel minder ziet en de ontbrekende puzzelstukjes door haar hersenen worden aangevuld. Wat is er aan de hand? Een vrouw met een lange groene jas en roze oorwarmers loopt langs een met klimop begroeide schutting. De groene jas valt weg tegen de klimop. Dan zie je alleen roze oorwarmers. De hersenen van mijn vrouw maken hier dus een vliegende varkenskop van. Gelukkig is mijn vrouw gezegend met een optimistisch karakter. En gelukkig kunnen onze hersenen snel leren. Tegenwoordig weten haar hersenen de puzzelstukjes steeds beter in te schatten en op de juiste plek te leggen.
Een van de belangrijkste functies van onze hersenen is het aanvullen van ontbrekende informatie of informatie met elkaar vergelijken en dan een conclusie trekken. Maar dat gaat niet altijd goed. Dat geldt ook voor mensen met bijvoorbeeld een ernstige depressie. Dan kan er een enorme deken over je gevoelsleven liggen en lijkt de hemel
wel van koper. Alsof God niet luistert, ook al weten we eigenlijk dat dat anders is. Onze therapeuten helpen cliënten dagelijks hoe ze hiermee moeten omgaan. Iemand die daar ook last van had, heeft zijn eigen geloofsbelijdenis gemaakt en aan de muur gehangen: God is niet wat mijn hersenen mij soms willen laten geloven.
God is niet afwezig, ook niet als ik Hem even niet ervaar.
God is God. God is goed. Jezus is gekomen om ons te verlossen van onze zonde. En om deel te nemen aan ons lijden. Hij is er altijd. Ik mag altijd naar hem toe gaan.
God is liefde. Door Jezus ben ik een geliefd kind van Hem. Dank u God. Aan U alle eer!
Sinds kort hangt op mijn studeerkamer een eigen geloofsbelijdenis. Ook ik heb weleens last van een onevenwichtig of eenzijdig godsbeeld. Dan helpt zo’n geschreven belijdenis mij te herinneren Wie God echt is. God is liefdevol en genadig, groot van geduld en trouw (Psalm 103:8). Heb jij ook al zo’n geloofsbelijdenis ergens hangen? Dat is het beste recept tegen vliegende geestelijke varkens.
Tekst Abwin Luteijn Raad van bestuurOntdek de laatste bevindingen over onze geestelijke gezondheid
“Het leven is onzeker en als je moeite hebt om daarmee om te gaan, zul je ook moeite hebben om met het leven om te gaan”, zegt Michel Dugas, hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Quebec in Outaouais.
Tot voor kort leefden we in de overtuiging dat we controle over onze omstandigheden hadden, zeker als we ons concentreerden op het doen van de juiste dingen. We ver-
meden bovendien het omarmen van onzekerheid. Totdat we werden getroffen door de coronapandemie, die ons dwong de waarheid over onzekerheid onder ogen te zien.
Talrijke onderzoeken bewezen een toenemende gevoeligheid voor onzekerheid. Christopher Bader, een socioloog aan de Chapman Universiteit en een expert op het gebied van angsten: “Als mensen onzeker zijn, zien we hun angsten in alle opzichten toenemen.” Het lijkt erop dat veel mensen zich afvragen welke gevolgen oorlogen, negatieve verkiezingsuitslagen of een nieuw virus voor hen hebben. Angst kan daardoor de overhand krijgen en het leven gaan bepalen.
Volgens Maggie Jackson, auteur van het boek Uncertain, is het bespreekbaar maken van onzekerheden en angsten heilzaam. Het helpt mensen onder ogen te zien wat er in de toekomst nog meer zou kunnen gebeuren en te ontdekken waar ze zelf invloed op kunnen uitoefenen. Dat vermindert angst en versterkt de veerkracht om onzekerheden in het leven te omarmen.
Kicgbrengtnieuwboek uitoversuïcide
Het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg) doet onderzoek naar suïcide en geloof. In januari is het boek Suïcide: als leven een loden last wordt uitgekomen. Een boek van Hanneke Schaap-Jonker, Ewout de Jong en Matthias Jongkind.
We zien dat dit boek een handreiking kan zijn voor mensen die in aanraking komen met suïcide of suïcidale gevoelens. “Leven met suïcidale gedachten is vrij een -
zaam.” Met deze zin wordt het eerste ervaringsverhaal in het boek geopend. Een pastoraal boek over een beladen onderwerp, dat alleen maar zwaarder wordt wanneer er niet over gepraat wordt. Met dit boek hopen de auteurs het thema suïcide bespreekbaar te maken. Met de verhalen en inzichten van ervaringsdeskundigen en hulpverleners wordt erkenning en verbinding gecreëerd rondom suïcidaliteit. Het boek is verkrijgbaar bij de boekhandel.
12 januari was het Nationale Stoppersdag – de dag waarop de meeste mensen hun goede voornemens voor het nieuwe jaar opzeggen. Veel mensen houden hun goede voornemens dus nog geen twee weken vol.
Waarom is het zo moeilijk om gewoontes te veranderen? Elke gewoonte die we hebben en alles wat we doen, ten goede of ten kwade, heeft een reden. Hoe beter we het waarom achter onze gewoonten begrijpen, hoe beter we worden in het doorbreken van slechte gewoonten. Stel: je wilt gezonder eten. Je hebt diverse diëten geprobeerd, maar toch blijf je ongezond eten. Dan moet je kijken naar de onderliggende oorzaak van het eetgedrag. Is het bijvoorbeeld stress? Richt je dan op ander gedrag dat stress doet afnemen, zoals sporten of ontspannen.
Daarnaast zijn we ‘cognitieve gierigaards’, wat in feite betekent dat we lui zijn. Als iets handig is, is de kans groter dat we het doen. Als iets ingewikkeld is, is de kans kleiner dat we het doen. Als we een gewoonte willen veranderen, moeten we het onszelf gemakkelijker maken. Als je meer wilt lezen, laat je een boek niet in de boekenkast staan. Leg het op je bureau, zodat je eraan herinnerd wordt. Of je wilt meer water drinken: zet het flesje water in het zicht, in plaats van in je tas. Het zien van het boek of de waterfles is een extra duwtje.
“Ikdurfdenietover mijntrauma’ste praten,omdatikme ervoorschaamde.”
“Delen is helen”
Diverse trauma’s zorgden ervoor dat Marieke Otten (31) PTSS ontwikkelde en in een depressie belandde. Er braken moeilijke jaren aan waarin de situatie soms uitzichtloos leek. Toch lukte het Marieke om haar leven weer op de rit te krijgen, tegen alle verwachtingen in. Haar verhaal is er een van hoop! “Ik voel me nu zielsgelukkig.”
Wie Marieke nu ontmoet, ziet een vrolijke en energieke vrouw. Dat is niet altijd zo geweest. “Al jong kreeg ik te maken met trauma’s. Ik durfde er niet over te praten, omdat ik me ervoor schaamde. Het was mijn geheim. Het lukte me om mezelf overeind te houden, maar wel op een verkeerde manier. Vanaf mijn 14e begon ik met zelfbeschadiging om met mijn emoties om te gaan. Ook ontwikkelde ik een eetstoornis, schadelijke gedrags- en gedachtenpatronen en was ik suïcidaal. Voor de buitenwereld zette ik een masker op en hield ik me groot.”
Verbloemen
Marieke stort in als haar neefje op 15-jarige leeftijd overlijdt. “Dat was de druppel. Vlak daarvoor verloor ik mijn baan. Ik was kwaad, vooral op God. Mijn neefje wilde graag leven. Ik niet, maar ik moest! Ik kon niet meer en werd depressief. Ik werd opgenomen op ‘de fontein’ in Bosch en Duin. Ik had niet per se hoop op een beter leven, maar huisgenoten
zagen dat het niet langer meer kon. Ik lag maanden op bed en deed weinig meer. Op een gegeven moment hoorde ik ze overleggen wie er nu ging kijken of het goed ging met mij. Dat vond ik heftig. Wat veel indruk maakte, was dat mijn beste vriendin huilend aan mijn bed stond. Ze wist niet meer wat ze moest doen. Toen ik haar machteloosheid zag, besloot ik aan de bel te trekken. Vrienden en familie waren verbaasd dat de vrolijke Marieke opgenomen werd. Schrijnend eigenlijk, dat ik het zo goed kon verbloemen. Op ‘de fontein’ sprak ik nog steeds niet over mijn trauma. Er werden diagnoses gesteld en ik kreeg schematherapie. Ik bleef volhouden dat er niets aan de hand was en dat ik een goed leven had. Toen een systeemtherapeut een gevoelig punt aansneed, brak ik. Alles kwam eruit. Ik vertelde wat er echt aan de hand was. Vrienden en familie lichtte ik ook in. Mijn ouders en broertjes stonden altijd achter mij. Daar ben ik ze dankbaar voor. Al besef ik me dat het ze ook veel heeft gekost.”
Muur van gebed
God was voor Marieke de grote Afwezige in dit proces. “Ik ervaarde Hem niet. Anderen hoorde ik zeggen dat God hen helpt en erdoorheen leidt. Dat heb ik op dat moment niet gevoeld. Er was een moment dat ik bij mijn ouders was en ik met mijn vuist op tafel sloeg: ‘Als jullie God dan zo goed is, waarom
Tekst Redmar Smit Fotografie Mathijs HanenkampSoms heeft iemand zo veel last van psychische klachten dat het gewoon niet meer lukt. Je kunt dan terecht bij behandelcentrum ‘de fontein’ voor deeltijdbehandeling of klinische opname. Je wordt niet zomaar opgenomen. We kiezen alleen voor een vrijwillige opname als een minder intensieve behandeling jou niet verder helpt. Hoe lang je opname duurt, is afhankelijk van het type behandeling. Ons uitgangspunt is dat de behandeling zo kort mogelijk is, variërend van 1 week tot maximaal 3 maanden. Daarnaast bieden we een crisisopname of een time-out-opname.
laat Hij dit dan toe? Waar is Hij? Ik wil niks met Hem te maken hebben.’ Ik keerde God een paar maanden de rug toe, maar ik kon toch niet zonder Hem. Ik had die ruimte nodig om te ervaren wat ik aan Hem miste. Nu zie ik in dat God Degene is Die mij heeft hersteld en mij erdoorheen droeg. Wat bijzonder is, is dat er altijd een muur van gebed om mij heen was. Toen ik niet meer kon bidden, waren er altijd mensen die voor mij baden. Dat heeft me kracht gegeven.”
Confronterend
Na drie maanden opname krijgt Marieke nog zes maanden intern schematherapie en zes maanden ambulant. “Na zes maanden kon ik echt niet naar
huis. Ik zag dat niet zitten. Er werd gezocht naar mogelijkheden en ik kreeg een appartement bij de Regenboogh. Eerst had ik eens per week een gesprek, maar al vrij snel bleek dat dat te weinig was en ging ik beschermd wonen. Dat kon gelukkig ook bij de Regenboogh. Dat gaf me veel rust. Ik ben daar goed geholpen. Aan de andere kant was het ook heel confronterend. Ik voelde me heel slecht. Ik wist dat ik niet zelfstandig kon wonen, maar dat was moeilijk te accepteren. Ik vond dat ik door moest gaan. Maar dat ging niet. Het was moeilijk om structuur in mijn dag aan te brengen en mijn emoties vlogen alle kanten op. Ook had ik last van herbelevingen. Ik werkte zelf in de zorg en besefte me ineens dat ze over mij gingen rapporteren en overleggen. Dat vond ik afschuwelijk. En: ik had hier kunnen werken! Op een gegeven moment moet je je eraan overgeven en dacht ik: help me maar, alsjeblieft!”
Aan het werk
Wat Mariekes herstel enorm bevorderde, was
werken. “Ik heb altijd gezegd: ik ga niet thuiszitten. Ik ben ervan overtuigd dat dagstructuur heel belangrijk is voor je herstel. Ik begon op een zorgboerderij. Daar had ik het naar mijn zin, maar naarmate ik vorderde in mijn herstel, was dat niet meer de plek voor mij. Na kort bij een kringloopwinkel gewerkt te hebben, kwam ik bij Werkplek Vlijt. Dat was een nieuw opgerichte werkplek waar cadeauartikelen werden gemaakt. Toen ze begonnen, lag er een mooi plan. Er kwam een houtgroep, een bakgroep en er waren mensen nodig voor de pr. Dat leek me wel wat. De eerste paar dagen was het wennen, maar daarna vond ik het geweldig. Ze vroegen me of ik een cursus wilde doen. Dat was goed voor mijn eigenwaarde. Ik kon mezelf daar echt ontwikkelen. Keuzes maken vond ik moeilijk. Ik was bang dat ik het fout deed. Op een gegeven moment dacht ik: op de reguliere arbeidsmarkt moet ik ook zelf keuzes maken, dus ik ga het gewoon doen. Ik kreeg daarvoor de ruimte. Ook startte ik met een traject
lekker aan het werk is. Ik had weer verhalen te vertellen, ik telde weer mee.”
Geliefd
En meetellen doet Marieke zeker. Ze volgt een opleiding tot medewerker maatschappelijke zorg met ervaringsdeskundigheid en loopt stage binnen de ggz. “Ook ben ik in maart getrouwd. Ik voel me zielsgelukkig. Ondanks dat er ook nog lastige momenten zijn. Ik kan me moeilijk voorstellen dat ik zo diep heb gezeten. Met gemengde gevoelens kijk ik terug op die periode. Aan de ene kant was het zwaar en moeilijk. Aan de andere kant is er ook dankbaarheid. Ik dacht dat mensen niet van mij hielden. Nu besef ik me hoeveel mensen met hart en ziel voor mij hebben klaargestaan, ondanks dat ik zelf niets terug kon doen. Ik weet nu dat ik geliefd ben.”
Overwonnen
“Ikkanmemoeilijk voorstellendatikzodiep hebgezeten.”
om te onderzoeken of ik weer kon terugkeren op de arbeidsmarkt. Dat kon! Ik moest wel leren om in het ritme te komen van vroeg eruit en laat thuis. Dat oefende ik bij Werkplek Vlijt. Ik begon eerder en ging meer verantwoordelijkheid nemen. Deze plek heeft veel voor mij en mijn herstel betekend. Ik voelde me weer volwaardig mens, die meedraaide in de maatschappij. Bij Werkplek Vlijt was ik even uit de situatie. Ik was daar niet de Marieke met psychische problemen, maar de Marieke die
Over PTSS is nog veel onwetendheid, ziet Marieke. “Dat maakt me verdrietig. Een beeld ervan is dat je knettergek bent. Tijdens een herbeleving zwierf ik op straat. Een man die mij vond, zei: ‘Zulke mensen mogen niet loslopen op straat.’ Ergens snap ik het, maar het is de angst voor wat ze niet kennen. Een psychiater zei tegen mij dat ik chronisch psychiatrisch patiënt ben en niet van mijn klachten af zal komen. Kijk waar ik nu sta! Er werd tegen mij gezegd dat ik traumaverwerking niet aan zou kunnen, maar ik zit hier zonder herbelevingen. Mijn psychische problemen heb ik overwonnen. Als mijn studie is afgerond, wil ik iets doen met PTSS. Natuurlijk moet je nuchter zijn, maar ik ben het levende bewijs dat herstel wél mogelijk is. Laatst vroeg iemand aan mij: ‘Wat zou je tegen je jongere zelf willen zeggen?’ ‘Praten’, was mijn antwoord. Ik dacht dat ik de enige was met een probleem. Dat niemand mij zou begrijpen. Dat ik me moest schamen. Ik heb geleerd om te praten, al was het nog zo klein waar ik me druk om maakte. Die tip wil ik aan iedereen meegeven. Want: delen is helen. Daar geloof ik in!”
We zijn allemaal weleens extreem blij, gelukkig en vol energie. Dat is een heerlijk gevoel. Helaas kunnen we ons soms ook enorm somber voelen. Ook daarvan hoeven we niet direct te schrikken. Maar wat als die stemmingswisselingen vaak voorkomen en ook heftige vormen aannemen? Dan is er mogelijk sprake van een bipolaire stoornis.
Normaal gesproken is onze stemming redelijk hetzelfde. Soms een uitschieter naar beneden, soms een uitschieter omhoog. Daar is niks mis mee. Sommige mensen hebben echter last van een bepaalde kwetsbaarheid, waardoor de stemming doorschiet naar twee uitersten: de depressieve en de manische pool. Daartussen kan de stemming variëren. Naar schatting heeft ruim 1 procent van de Nederlandse bevolking een bipolaire stoornis. Om aan het criterium stoornis te voldoen, moet je er dermate last van hebben, dat het je functioneren belemmert. Tegelijk is het zo dat er periodes zijn waarin iemand prima functioneert. Maar omdat de kwetsbaarheid blijft, spreek je alsnog van een stoornis.
Symptomen
Tijdens een depressie denk je dat de wereld beter af is zonder jou, dat je niks kunt en dat niks lukt. Je kunt niet meer genieten, je concentratie is slecht, je voelt jezelf slecht, schuldig en waardeloos. Deze gedachten uiten zich bijvoorbeeld in somberheid, verdriet en angst. Een manie is precies het tegenovergestelde: alles is leuk en fijn, je leeft snel, je voelt jezelf fantastisch en je hoeft niet meer te slapen, want je bruist van energie. De wereld kan niet zonder jou, want je denkt dat je geweldige dingen gaat doen. Soms kun je denken dat je de wereld gaat redden of dat je zelf de redder van de wereld bent. Je denkt alles en iedereen aan te kunnen. Als je wordt tegengewerkt, kun je snel geprikkeld raken. Bij een bipolaire stoornis is er sprake van een of meerdere manische perioden,
Tekst Redmar Smit Eleos Marrita Harmannij, Psychiater volwassenenzorgafgewisseld met depressieve perioden. Mensen die geen bipolaire stoornis hebben, zullen nooit doorschieten naar een manie. Als je een bipolaire stoornis hebt, kan een depressie van de ene op de andere dag omslaan naar een manie. Vaak duurt die episode dan een paar dagen tot enkele maanden. Een manie is uiteindelijk heel vermoeiend voor je brein. Je loopt op turbo, maar de energie is ook snel op. De depressieve episode duurt vaak langer, soms wel maanden tot jaren. Binnen de bipolaire stoornis wordt er onderscheid gemaakt in twee gradaties: type 1 is als je naar de manie gaat, type 2 gaat over de hypermanie. Dat laatste type is milder, omdat je niet helemaal doorschiet naar de manie. Het is voor anderen minder zichtbaar en je kunt er redelijk mee functioneren. De depressieve episodes kunnen nog wel steeds heftig zijn.
Oorzaak
Er is nog veel onduidelijk over het ontstaan van een bipolaire stoornis. Bekend is dat als een van de ouders een bipolaire stoornis heeft, de kans 10 tot 15 procent is dat een kind die ook krijgt. Mogelijk speelt daarnaast trauma ook een rol. Bij 63 procent van de mensen met een bipolaire stoornis is er sprake van een trauma in de kindertijd. Ook maken mensen met een bipolaire stoornis meer van het stresshormoon cortisol aan. Mogelijk is dat een trigger voor een manie. Een andere mogelijke oorzaak voor het ontstaan van een bipolaire stoornis is dat het clock-gen minder goed werkt. Het clock-gen zit in alle cellen en is verantwoordelijk voor het ritme van de cel. In onze hersenen zit een biologische klok die al die cellen aanstuurt. Die biologische klok reageert op licht. Het laat je lichaam weten dat het tijd is om op te staan, dat je moet eten en dat het tijd is om te gaan slapen. Als dat clock-gen niet goed werkt, worden diverse processen in het lichaam niet goed op elkaar afgestemd, met ontregeling als gevolg. Je slaapt niet goed of juist heel erg veel. Als je niet automatisch kunt terugvallen op je biologische klok, is het extra belangrijk dat je je houdt aan de drieslag rust,
reinheid en regelmaat, zodat ontregeling zoveel mogelijk voorkomen wordt. Waarschijnlijk is er niet één oorzaak voor de bipolaire stoornis te vinden, maar gaat het om een combinatie van verschillende factoren die ervoor zorgen dat die kan ontstaan.
Impact
Als je worstelt met een bipolaire stoornis kan dat veel impact hebben. Als je in een depressieve episode zit, heb je geen energie om eropuit te gaan en mensen te ontmoeten. Dat houdt de eenzaamheid in stand. Tijdens een manische periode raak je het contact met de realiteit kwijt. Dat is heel ingewikkeld en het kan een hoop kapotmaken. Een manie heeft invloed op de relaties met de mensen om je heen. Ook kun je jezelf tijdens zo’n episode over-
“Eenmanieisuiteindelijk heelvermoeiendvoorje brein.”
schatten, waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Denk aan te hard rijden of het idee hebben dat je kunt vliegen. Wanneer je weer in een rustige stemming bent, komt vaak het besef welke schade er is aangericht. Dat is heel confronterend. Daarom mag je in mildheid naar jezelf kijken, omdat je hiervoor niet kiest. De volgende stap is wel: hoe voorkom je de volgende keer zo’n episode?
Behandeling
Een bipolaire stoornis is niet te genezen. Gelukkig zijn er wel behandelingen die helpen om minder snel in een depressie of manie te komen. Een van de belangrijkste behandelingen is medicatie. Die beschermt tegen een manie en depressie. Systeemtherapie en cognitieve gedragstherapie kunnen depressieve klachten verminderen. Ook het bijhouden van een zogenoemde lifechart is
een heel goed instrument. Je houdt elke dag bij of er belangrijke gebeurtenissen zijn geweest, of de medicatie is ingenomen, of je goed geslapen hebt en hoe je je voelt. Op deze manier wordt in kaart gebracht wat voorafgaat aan een stemmingsepisode en welke triggers er zijn. Je ziet bijvoorbeeld dat voordat iemand manisch wordt, hij of zij steeds minder gaat slapen. Dan is het belangrijk dat er slaapmedicatie gegeven wordt. Door de ervaring leer je hoe je met je stoornis kunt omgaan, wat wel werkt en wat niet. Je moet leren goed voor jezelf te zorgen. Helaas is soms een (gedwongen) opname nodig, bijvoorbeeld als iemand niet meer eet of drinkt of psychotisch wordt. Als een manie te lang duurt, wordt de schade aan het brein alleen maar groter en die kan maar deels herstellen. Daarnaast kan de situatie gevaarlijk zijn voor de cliënt en de naasten. Tijdens de opname wordt de medicatie goed afgesteld en met rust, reinheid en regelmaat wordt de stemming weer teruggebracht naar normaal.
Omgeving
Vaak is het de omgeving die het eerste in de gaten krijgt dat er iets niet klopt. De persoon in een manie heeft zelf het idee dat er niks aan de hand is en dat het fantastisch gaat. Naasten krijgen het dan ook geregeld zwaar te verduren. Daarom is het goed om in de neutrale episodes tijdens een systeemgesprek met elkaar om de tafel te gaan, om uit te leggen wat er gebeurt en waarom. Pijnlijke dingen kunnen worden uitgesproken. Dan kan heel helend zijn. Als naaste kun je je ook heel verantwoordelijk
Plusminus is de patiëntenvereniging van en voor mensen met een bipolaire stoornis en hun naasten. Kijk voor meer informatie op plusminus.nl.
voelen en een soort hulpverlener worden. Zeker als je eerder dingen doorhebt dan de cliënt. Toch mag je leren dat je gewoon partner, kind, vriend of ouder kan blijven. Daarom is bepaalde afstand belangrijk. Het maken van een stabiliteitsplan kan daarbij helpen. Daarin staat wie wat in bepaalde situaties moet doen. Dat document stel je samen op. Het helpt dan dat je kunt verwijzen naar het plan: dit is er aan de hand en we hebben afgesproken dat we dan dit en dat doen. De omgeving is ook belangrijk als het gaat om de behandeling met medicatie. Afbouwen ervan gaat vaak in overleg met de naasten. Zij zien vaak het beste hoe het écht gaat.
Geloof
Bipolaire stoornis en geloof is een ingewikkelde combinatie. In een depressieve episode voelt God vaak ver weg en ontstaat het beeld dat Hij je slecht en waardeloos vindt. Tijdens een manie zijn er vaak ervaringen met God. Hij geeft boodschappen door en je voelt Hem dichtbij. Eenmaal terug in de neutrale fase kan er gevoel van twijfel ontstaan. Is het echt geweest? En als mijn ervaring met God dan zo wisselt, bestaat Hij dan wel echt? Het is een zoektocht om daarmee om te gaan. Ook voor het pastoraat is dat een uitdaging. Komen met tegenwerpingen heeft geen zin. Het belangrijkste is dat je in de neutrale episode samen onderzoekt of het beeld dat je tijdens de depressie of manie had van God, strookt met hoe de Bijbel erover spreekt. En weet één ding: ondanks dat je stemming zo sterk kan wisselen, blijft God altijd Dezelfde.
Er is veel (psychisch) lijden, ook binnen de kerk. Nu de wachtlijsten binnen de ggz lang zijn en passende hulp soms niet direct beschikbaar is, kan de kerk een belangrijke rol vervullen. Thona Klaassen vertelt hoe door aanvullend bezoekwerk in de Hervormde Gemeente van Putten handen en voeten gegeven wordt aan dit stukje zorg. “Waar de ggz stopt of niet toereikend genoeg is, mag de zorg in de kerk verder gaan. Dat omzien naar elkaar is goud waard! Daartoe zijn we geroepen.”
“Mijn man en ik mochten 42 jaar God dienen in het onderwijs. Dat hebben we echt als roeping ervaren. Verschillende gebeurtenissen en omstandigheden zorgden ervoor dat we besloten eerder met pensioen te gaan. We geloofden dat we op andere plaatsen God kunnen dienen en mensen mogen helpen.”
Aanvullend bezoekwerk
Het aanvullend bezoekwerk had al langer Thona’s interesse. “Ik wil graag onder de mensen blijven en van betekenis zijn. Een ouderling heeft vaak niet de tijd voor langdurige pastorale begeleiding. Daarom is het aanvullend bezoekwerk in de gemeente heel waardevol. Mijn man en ik volgden de cursus tot psycho-pastoraal therapeut. De opgedane kennis mogen we gebruiken in het aanvullend bezoekwerk. Als er een hulpvraag binnenkomt, wordt er gekeken wie van het team deze op zich gaat nemen. De vragen zijn heel divers. Denk aan rouwverwerking, psychische problemen of eenzaamheid. Je mag dan een stukje meelopen op iemands levenspad. Het is bemoedigend om te ontdekken dat Gods Geest ook juist hier aan het werk is. We mogen veel van het gebed verwachten, we hoeven het niet in eigen kracht te doen.”
Diaconale hulp kan een steuntje in de rug geven bij het werken aan herstel. Diaconaat is heel breed en elk gemeentelid kan deze hulp bieden. Het kan gaan om steun bij activering, bijvoorbeeld een wandelmaatje. Maar ook om sociale, emotionele of praktische steun. Soms zijn er hiervoor binnen de kerkelijke gemeente al heel veel mogelijkheden. Regelmatig is dit ook niet of slechts gedeeltelijk het geval. Daarom heeft Eleos tools ontwikkeld. Deze tools kunnen het opzetten van een steunsysteem binnen de kerk/geloofsgemeenschap gemakkelijker maken. Kijk voor meer informatie op www.eleos.nl/diaconaat.
Praktisch
Aanvullend bezoekwerk kan heel praktisch zijn. “Ik ga weleens met iemand koken of iets bakken. Of we plukken in onze tuin een mooie bos bloemen. Al pratende ben je op een ontspannen manier bezig. Het is goed om iets te doen wat je samen leuk vindt. Samen wandelen is ook fijn. Investeren in de band is belangrijk. De diepere laag komt vanzelf wel. De gesprekken hoeven ook niet altijd zwaar te zijn. Dat er aandacht is, is het belangrijkste. Zorg ervoor dat het contact gelijkwaardig blijft. Als je in een andere setting contact hebt, krijg je ook andere gesprekken die heel waardevol zijn.”
Tips
Wat zijn belangrijke zaken als je het bezoekwerk wilt opzetten? “Zorg dat er een coördinator is bij wie de hulpvragen binnenkomen. Hij of zij kan dan de hulpvraag aan de geschikte persoon koppelen. De coördinator kan er ook op toezien of het allemaal lukt en of je het nog trekt. Zorg voor een vangnet wanneer een hulpvraag complexer is, of voor wanneer je er zelf niet bent.
Anders komt alles op jou aan. Daarnaast is het ook fijn om even te kunnen sparren. Stel ook duidelijk grenzen. Voorkom dat je met eigen oplossingen of je eigen verhaal komt. Stel de juiste vragen, zodat de persoon zelf met de oplossing komt. Jij bent ook niet de therapeut en jij kunt het probleem ook niet oplossen. Blijf nuchter, want het kan ook anders lopen. Dan is het fijn om je gevoelens met een vertrouwenspersoon te kunnen delen. Zie de ander als competent en verantwoordelijk. Blijf positief en denk in mogelijkheden. Wees eerlijk en oprecht. Blijf ook trouw: je begint ergens aan, dus investeer, ook op de langere termijn. Schaad de vertrouwensband niet.”
“Ikgenietervanals mensenstapjes maken.”
Thona ziet dat het de mensen met wie ze optrekt goed doet “Soms zit ‘m dat in de kleine dingen. Dat de ander even lacht, de ogen even oplichten, iemand weer een beetje moed krijgt. Dat is het grootste cadeau en dat motiveert. Ik geniet ervan als mensen stapjes maken. Het is een geschenk als mensen jou vertrouwen en dingen met je willen delen. Ik vind dat een eer. Hopelijk inspireert dat anderen ook.”
Ontwikkelingen in de ggz
Een depressie zorgt er vaak voor dat je weinig zin hebt om activiteiten te ondernemen. Het advies om weer dingen te ondernemen valt dan ook niet altijd goed. Wanneer je moeite hebt om activiteiten te ondernemen, is de Moodcamp misschien wel de oplossing voor jouw depressie.
De Moodcamp is een bootcamp voor je stemming. Het is een groepsbehandeling voor mensen met ernstige depressie, bij wie ambulante behandeling ontoereikend blijkt of het gewenste effect van de behandeling langer duurt dan verwacht. Op een gestructureerde manier worden mensen met een depressie ondersteund bij het vergroten van waardevolle activiteiten, krijgen ze hulp bij het verminderen van de activiteiten die een depressie in standhouden en worden
ze begeleid in het oplossen van problemen die het doen van activiteiten in de weg staan. Iedere twee weken start er een nieuwe groep. Lees meer over de Moodcamp op www.eleos.nl/ moodcamp.
Eleos is ontzettend blij met de Hervormde Gemeente Oldebroek! Het afgelopen winterseizoen heeft de gemeente verschillende acties op touw gezet voor onze cliënten, waaronder een sinaasappelactie voor ons behandelcentrum ‘de fontein’. En met resultaat. Hervormd Oldebroek heeft maar liefst € 8.126,- opgehaald! Heel veel dank daarvoor!
Het was eind maart een drukte van belang in Hoevelaken. Onze collega’s uit regio midden van specialistische begeleiding thuis werden getraind in Triple-C. Het doel van Triple-C is ‘het gewone leven ervaren’, met alles wat daarbij hoort: een plek waar je je thuis voelt, mensen waarop je kunt bouwen en een betekenisvolle invulling van de dag. Niet het probleemgedrag, maar de persoonlijke behoeften van de cliënt staan centraal. Met als resultaat meer zelfvertrouwen, meer vertrouwen in de ander, minder stress en uiteindelijk beter gedrag.
“Blijfmetelkaaringesprek doorelkaarregelmatig vragentestellen.”
Als een gezinslid chronisch ziek is, verandert er vaak veel in een gezin. Soms kost het jaren om te wennen aan de nieuwe situatie. Daarover met elkaar in gesprek gaan, is heel belangrijk. Anders liggen vervreemding, ruzies, depressiviteit en huiselijk geweld op de loer. Tegelijkertijd kan het gesprek daarover heel lastig zijn. Hoe pak je dat aan?
Vader krijgt tijdens een potje voetbal een bal op z’n oog en raakt blind. Of moeder krijgt een autoongeluk waardoor haar ruggenwervel beschadigd raakt en ze niet meer kan lopen. Dat is heel ingrijpend! Opeens is er een chronisch zieke in het gezin. Volgens onderzoeksbureau Nivel hadden ruim tien miljoen mensen in 2023 een chronische ziekte. Dat zijn zes op de tien Nederlanders. Je spreekt van een chronische ziekte als iemand langdurig last heeft van een aandoening en er geen uitzicht is op volledig herstel. Er zijn veel verschillende soorten, zoals harten vaatziekten, longziektes, oog- en oorproblemen, reuma en andere ziekten. Met sommige aandoeningen is goed te leven, vaak dankzij medicijngebruik. Andere aandoeningen hebben veel impact op het dagelijks leven en daarmee vaak op het hele gezin.
Waardeloze vader
Elk lichaamsdeel heeft belangrijke functies. Als daarvan iets niet goed werkt of anders gaat werken, heeft dat impact op het functioneren van
iemand. Vaak duurt het lang voordat degene die het betreft eraan gewend is om ermee om te gaan. Familieleden moeten dat ook leren. Dat duurt soms jaren en dat is heel ingrijpend en heftig. Stel dat een vader tijdens het schilderen van de ladder valt en blijvende rugproblemen houdt. Hij kan niet meer werken en zit hele dagen thuis. Hij voelt zich een waardeloze vader en partner. Wie is hij nu nog? En welk doel heeft hij? Dit is heel ingrijpend voor hem, maar ook voor de rest van het gezin. Moet moeder nu meer gaan werken voor de kost? Wat kan ze van haar man verwachten? En de kinderen kunnen niet meer met hun vader stoeien en voetballen. Bovendien is hij opeens veranderd in een stille, teruggetrokken man. De gevolgen zijn enorm. Als er dan ook nog een ander gezinslid is met een psychische of lichamelijke ziekte of aandoening, wordt het helemaal complex en nemen de spanningen extra toe.
Het is ontzettend belangrijk om hierover te praten in het gezin. Als je dat niet doet, geeft dat een verhoogde kans op depressieve klachten en gevoelens van eenzaamheid. Ook kan er dan eerder ruzie, onbegrip en vervreemding ontstaan en wordt het risico op partnergeweld, kindermishandeling of ander huiselijk geweld groter. Als mensen zich niet uiten, kunnen ze bijvoorbeeld ook hun heil gaan zoeken in alcohol om hun gevoelens te verdoven. Met alle gevolgen van dien.
Hoe is het voor jou?
Het kan heel moeilijk zijn om het gesprek aan te gaan, omdat het gaat over heftige en gevoelige thema’s. Een goede vraag is altijd: “Hoe is het voor jou?” Vraag dat bijvoorbeeld aan een kind, zodat het kan vertellen wat het met hem of haar doet dat vader zo veranderd is. Het kan ook helpend zijn om de situatie voor kinderen te ‘ondertitelen’. Beschrijf wat er gebeurt en welke impact het heeft. Kinderen en tieners snappen vaak niet wat er zich allemaal afspeelt in hun binnenste. Ze zijn bijvoorbeeld op school opeens heel uitgelaten of juist enorm teruggetrokken. Wat gebeurt er precies? Probeer dit samen uit te zoeken of vraag professionele hulp. Je kunt voorstellen om samen te tekenen over hoe het nu is en hoe het kind wil dat het zou zijn. Toon begrip en erken dat het een moeilijke situatie is. Dat is heel belangrijk. Geef ruimte om emoties te uiten. Is het boos? Zeg dan dat je snapt dat het boos is, want de situatie is heel erg naar. Neem de tijd om er voor elkaar te zijn.
Niet ontzien
Ga ook het gesprek aan met degene die chronisch ziek is. Soms wordt dat vergeten, zodat diegene wordt ontzien. Maar juist dan ontstaat er gemakkelijk verwijdering en nemen spanningen toe.
Vraag hoe hij of zij zich écht voelt en wat diegene fijn zou vinden. Vraag bij het maken van plannen altijd of degene met een aandoening erbij betrokken wil worden. Als je iemand erbij betrekt, is hij of zij onderdeel van het systeem. Dat is belangrijk. Breng in kaart wat nodig is en zoek samen naar mogelijkheden. Misschien kan iemand de was niet doen, maar wel emotionele steun bieden aan een kind. Hebben jullie extra hulp nodig? Helpt het als iemand eens in de week voor jullie kookt?
Of zou het goed zijn als jullie kind elke week gaat sporten, zodat het er even uit is?
Vraag als je zelf chronisch ziek bent ook aan je geliefde hoe het met hem of haar gaat. Wees
eerlijk naar elkaar toe en deel gevoelens. Blijf met elkaar in gesprek door elkaar regelmatig vragen te stellen. Dat helpt om in verbinding te blijven.
Wat niet werkt tijdens een gesprek, is schelden of boos worden. Degene die chronisch ziek is, kiest er zelf niet voor. Als je lelijk doet, voelt hij of zij zich vreselijk. Gemene opmerkingen en verwijten maken is schadelijk. Als er kinderen zijn, is het belangrijk om niet negatief over de andere ouder te praten. Een kind voelt loyaliteit naar zowel vader als moeder. De relatie van het kind met de ouder is vaak al wat ontwricht als er sprake is van chronische ziekte bij een ouder. Het is niet helpend voor een kind als dat verder ontwricht wordt. Een kind voelt bijvoorbeeld al dat vader geen ruimte voor hem heeft en het kan zich te veel voelen. Val vader niet af. Maar vraag hoe het voor het kind is. Wees er voor hem of haar in dit soort moeilijke processen. Het is ook mooi om iemand uit het netwerk te koppelen aan je kind, aan wie het z’n verhaal kwijt kan. Denk aan een buurvrouw, juffrouw of tante.
“Weeseerlijknaar elkaartoeendeel gevoelens.”
Met elkaar in gesprek gaan is dus belangrijk. Bovendien is het waardevol om alles (met elkaar) bij Jezus te brengen. Hij was bewogen met mensen, was er voor de kwetsbaren en ontfermde zich over hen. Soms gaan de moeilijkheden niet weg, zoals bij Paulus die een doorn in zijn vlees had. Maar God wil kracht geven om het te dragen. Bij Hem is troost te vinden!
Izak van Vuuren (30) begon bij Eleos als specialistisch begeleider thuis. Sinds januari wordt hij gecoacht om straks Rien Bogert als tuintherapeut op te volgen als Rien met pensioen gaat. “Tuintherapie is prachtig. Er zit zo veel helende kracht in Gods schepping.”
Op internet ziet Izak meerdere keren de vacature voor tuintherapeut voorbijkomen. “De zondag voordat ik ‘m weer zag, hoorde ik in een preek dat de natuur een tweede Bijbel is. Dat sprak me zo aan. In Gods schepping en Zijn grootheid die je daarin ziet, zit zo veel om mensen verder te helpen. Hoewel ik geen groenopleiding heb, besloot ik toch te solliciteren. Vanuit mijn hart stuurde ik een enthousiaste brief. Eigenlijk moest ik er wel om lachen dat ik die poging deed, want vanbinnen dacht ik dat het ‘m toch niet zou worden. Maar ik gaf me over aan God. En ik werd uitgenodigd. Daarna is het snel gegaan.”
Rust
De natuur is Izaks passie. “Ik houd ervan. Elke zondag zijn we als gezin wel in het bos te vinden. Weer of geen weer. Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen erin opgroeien. De natuur geeft mij rust. Daarom geloof ik dat die al helemaal goed is voor mensen die worstelen met psychische nood. Ik denk dat de natuur ook iets weerspiegelt van mijn karakter. Ze straalt kalmte en zachtheid uit. Eigenschappen die ik graag in mijn werk als therapeut inzet.”
Moestuin
Izak is nu een paar maanden in opleiding als tuintherapeut en ziet zijn passie ervoor toenemen. “Eerder had ik niet per se iets met tuinieren. Toen mijn vrouw vorig jaar vanwege de zwangerschap haar moestuin niet kon bijhouden, deed ik het. Ik ontdekte hoe leuk dat eigenlijk is. De tomaatjes zien groeien en onze dochter daarvan laten eten. Ik wil straks bij Eleos ook echt iets doen met moestuintjes. Het werken daarin vraagt geduld. Het begint klein en je ziet weinig. Maar onder de grond gebeurt er van alles. Zo kan het in de behandelingen ook zijn. Je voelt misschien niet direct iets, maar vanbinnen gebeurt er een hoop. Op een gegeven moment zie je het resultaat. Dit werk geeft me energie. Ik ben dankbaar dat ik mijn passie voor hulpverlening kan combineren met het werken in de natuur.”
“De natuur weerspiegelt iets van mijn karakter.”
Ik durf niet zo veel. Wat kan ik (hieraan) doen?
Groetjes, Peter
Beste Peter, Allereerst: goed dat je de vraag stelt, want dat betekent dat je iets doet, al is het voor je gevoel misschien maar iets kleins. Want dat is vaak precies wat helpt als het gaat om angst: in beweging komen.
The doorstep mile
Bij het lezen van je vraag moest ik meteen denken aan een boek van Alastair Humphreys: The doorstep mile. Humphreys is een Engelse avonturier die in vier jaar tijd de wereld rondfietste.
Bij aanvang merkte hij dat het overgaan van de drempel van zijn huis en de eerste mijl (de doorstep mile) het meest ingewikkeld waren. Wilde hij het wel echt? Waar was hij aan begonnen? Waar moest hij naartoe? Wat hield hem tegen? Hoe kon hij toch verder gaan? Naarmate hij doorging merkte hij: het gaat ook eigenlijk wel! Hoewel de ondertitel van zijn boek Live more adventurously every day wat anders doet vermoeden, is het principe ook zeer geschikt voor het leven van alledag wanneer je verlangt naar wat meer moed.
Als je aarzelt, groeit je vrees … Wat speelt er bij jou? Wil je bijvoorbeeld graag aanspraak op het schoolplein, maar durf je geen andere ouder aan te spreken? Moet je iemand je excuses aanbieden, maar durf je diegene niet onder ogen te komen, of wil je een probleem bespreken met je leidinggevende? Wat het ook is: de drempel kan heel hoog zijn! Allerlei gedachten maken die drempel alleen maar hoger: wat als het misgaat? Wat als ze me niet aardig vinden? Wat als ik het niet goed doe? Wat als ze boos worden? Wat als …?
… en als je waagt, groeit je moed (Ghandi) Maar ben je ook wel eens wél aan die presentatie begonnen of aan het inschrijfformulier van die ene opleiding? En toen? Misschien heb je wel gemerkt dat die eerste stap inderdaad het meest moeilijk is. Met wat er daarna komt, blijk je verbazingwekkend genoeg vaak wel te kunnen als je eenmaal begonnen bent.
Het maakt niet uit wélke stap je zet, áls je maar een stap zet
In de behandeling van angst bij Eleos werken we vaak met een angstladder met tussenstappen om je angst aan te kunnen gaan. Humphreys adviseert iets soortgelijks: maak het net zo lang net zo klein, totdat je die eerste stap wél durft te nemen. Durf je je fulltime baan niet
helemaal op te zeggen om voor jezelf te beginnen als timmerman? Geen probleem, begin eens bij één dag. Is die stap te groot? Prima, leg dan je idee eens voor aan een vriend om van gedachten te wisselen. Wees trots op jezelf als het gelukt is en neem dan de volgende stap.
Wat kan helpen?
- Voed jezelf met positiviteit
Zeg positieve dingen tegen jezelf en focus op positieve ervaringen. Plak berichtjes met complimenten op je koelkast, schrijf een bemoedigende tekst op de spiegel waar je elke ochtend in kijkt of zeg hardop tegen jezelf: “Je kunt het!”
- Vraag iemand om je te helpen Vraag iemand om met je mee te gaan, je moed in te spreken of stand-by te staan om even te bellen als het nodig is.
- Ontkracht je gedachten door ze uit te pluizen Gebruik vragen als: Wat is het ergste wat kan gebeuren? Wat is daar dan zo erg aan? Klopt mijn gedachte wel? Zou het ook wél goed kunnen gaan? Leer meer over gedachten en gevoelens in de zelfhulpmodule Angst overwinnen via www.eleos.nl/zelfhulp.
- Deel je zorgen met God en vraag Hem om hulp De Bijbel staat vol met verhalen van mensen die bang waren, die moed nodig hadden en niet wisten hoe het verder moest. Zij vertrouwden op God en God hielp hen. God wil ook jou helpen. Je hoeft het Hem alleen maar te vragen.
- Houd je doel voor ogen
Dat je ergens bang voor bent, zegt vaak ook iets over waar je graag naartoe zou willen of waar je nog iets te doen hebt. Het blijft terugkomen. Bedenk hoe je graag in het leven wilt staan en laat dat je inspireren om toch dingen buiten je comfortzone te doen.
Er een verschil is tussen niet durven en angst. Misschien heeft dit stuk je geïnspireerd om met wat meer moed in het leven te staan! Heb je meer hulp nodig omdat je in je dagelijks leven beperkt wordt door angst? Neem dan contact op met de huisarts. Er is namelijk hulp voor jou en er is een andere weg dan leven in angst.
Hartelijke groet, Aniek Meints-de Jonge, psycholoog
Ieder jaar doen tienduizenden mensen in Nederland een poging tot zelfdoding. Mensen met ouders, partners, kinderen, broers en zussen. Familieleden zien hun dierbare worstelen met het leven en ze worstelen zelf mee. Met overbelasting en mentale klachten tot gevolg. Familie speelt een belangrijke rol in suïcidepreventie en in de zorg voor hun suïcidale naaste. Deze zorg is belastend en raakt veel levensgebieden.
Onderzoek naar impact op familie
Door te onderzoeken en inzichtelijk te maken wat de impact is van suïcidaliteit op familieleden, zal er meer begrip en erkenning voor hen komen. Daarmee kan worden voorkomen dat familieleden overbelast raken of zelf mentale klachten ontwikkelen. Ook kan er dan passendere ondersteuning geboden worden, waardoor familieleden weer beter in staat zijn zorg te verlenen aan hun suïcidale naaste. Familieleden kunnen dan een bron van herstel zijn.
Ontwikkelen van een interventiepakket
Door familieleden te ondersteunen, kunnen suïcides worden voorkomen en kan de zorg
voor patiënten worden verbeterd. Het is daarom essentieel te onderzoeken wat de behoeften van familieleden en patiënten zijn en welke hulpmiddelen er beschikbaar zijn.
Op basis van deze kennis ontwikkelen we een interventiepakket om de samenwerking tussen de suïcidale persoon, familieleden en hulpverleners te verbeteren. Met behoud van de draagkracht van familieleden. Het uiteindelijke doel van het interventiepakket is het omlaag brengen van suïcides en het verbeteren van het welzijn van familieleden. Het onderzoek wordt gedaan door onze collega Christina Hennipman, onder begeleiding van prof. dr. Nynke Boonstra en prof. dr. Hanneke Schaap-Jonker.
Kosten voor het onderzoek
De totale kosten voor het onderzoek zijn € 12.794,-. De fondsen worden gebruikt voor het salaris van de onderzoekers en voor bedankjes voor deelnemers die meewerken aan het onderzoek.
Een van de projecten van Vrienden van Eleos was het Huis van herstel in Kampen. Iedere woensdagmorgen ben je van 9.30 tot 11.30 uur welkom in de Inloop van het Huis van herstel voor ontmoeting en een kop koffie of thee op de Voorstraat 89 in Kampen. Kom gerust langs!
Elke bijdrage waarderen we. U kunt uw gift overmaken op bankrekening NL63 ABNA 0929 7179 45 o.v.v. project suïcidale naaste, of online doneren via www.vriendenvaneleos.nl/doneren. Stichting Vrienden van Eleos heeft een ANBI-status, waardoor uw giften aftrekbaar zijn voor de belasting.
088-892 12 13
welkom@eleos.nl
www.eleos.nl
Dewereldisgroot
En ik voel me te klein
Dusikvliegenikren
Wantikmoetiemandzijn
Moetiemandzijn
Bangvoordestilte
Dedrukvandedag
Voor alles en niets
Voor wat er wordt verwacht
Vanmijverwacht
De mensen, ik voel dat ze denken
Zekijken,zepraten
Ik voel me verlaten
Enalisergeenreden
Zespokendoormijnhoofd
En is dit nu het leven, ik mis de momenten van rust
Devrijheid,deruimte,dekrachtendeliefde
Vanwaarikingeloof
Want als ik val, wil ik vertrouwen
Dat ik zal landen
Want als ik val, wil ik vertrouwen
Opeeuwigehanden
- Irma Dee