Boek Geneesheren

Page 42

ven (…) Het raadslid Van Bernebeek antwoordt hierop: Paijens vertrekt in 1919. De aanleiding en financiële gevolgen pas genotuleerd in ‘dat er na het vertrek van Paijens geen dokter was voor de armenpraktijk. de raadsnotulen van 1 maart 1929

42 |

Geneesheren v Groesbeek.indd 42

De gemeentegeneesheer Paijens ontvangt in 1916 nog steeds een Jaarwedde van ƒ. 1000,- en de bij hem in dienst zijnde vroedvrouw A.M. Koen een Jaarwedde van ƒ. 445,-. In 1917 en 1918 ontvangt Paijens ƒ. 1000, - plus ƒ. 445,voor een niet met naam genoemde door hem aangestelde vroedvrouw. Na hier zeven jaar werkzaam te zijn geweest vraagt Paijens begin november 1919– voor het gemeentebestuur volkomen onverwachts- ontslag aan ingaande 1 december 1919; wegens ziekte. Zijn verzoek komt aan de orde in de raadsvergadering van 18 nov. 1919 en veroorzaakt daar enige ophef. De voorzitter heeft er niets op tegen, raadslid Leenders echter acht de ontslagaanvrage nogal kras daar Paijens de gemeente zonder verloskundige hulp achterlaat en daarboven de gemeente op grote kosten brengt. Hij stelt voor het ontslag een maand uit te stellen, zijn voorstel echter wordt niet aangenomen. Paijens’ verzoek wordt ingewilligd en er zal eervol ontslag verleend worden. Uit de notulen van de raadsvergadering van 19 dec. 1919 blijkt dat dokter Koning te Uden de enige sollicitant is. Waarschijnlijk omdat hij een dokterswoning verlangd, wordt zijn naam daarna niet meer genoemd. Zoals raadslid Leenders al voorzag kwam het vertrek van Paijens de gemeente duur te staan. Uit het Jaarverslag over 1920 namelijk blijkt dat aan zijn opvolger een ‘bezoldiging’ van 4000,- gulden, kosten van versterkte geneesmiddelen inbegrepen, is betaald. De gang van zaken wordt verklaard in de notulen van de raadsvergadering van 1 maart 1928: ‘Het raadslid Schoenmakers herinnert aan het ontactisch optreden van de Gemeenteraad voor enige jaren terug, toen Dr. Paijens, die 1000 gulden salaris genoot en 500 gulden verhoging vroeg, dit laatste werd geweigerd, terwijl een jaar later 4000 gulden werd gege-

Er is toen tijdelijk eerst een ‘andersdenkende’ dokter geweest, wat veel geld kostte’. De naam van de betreffende geneesheer wordt niet genotuleerd, waarom de Jaarrekening over 1920 geraadpleegd moest worden. Onder ‘Uitgaven’ staat dat aan de gemeentegeneesheer W. Beekhuis de Jaarwedde van 1000, -is uitbetaald, plus een ‘bijbetaling’ van ƒ. 2983,33 ½. Totaal ƒ. 3983,33 ½ (rond de ƒ. 4000,-, een groot bedrag, drie jaarsalarissen.)

Deze notitie was de aanleiding de toenmalige notulen van de raadsvergaderingen nog eens goed te bestuderen. Opheldering brachten de aantekeningen van de ‘spoedeisende’ raadsvergadering van 12 jan. 1920. Deze is belegd naar aanleiding van het schrijven van de waarnemend gemeente-geneesheer Dr. Beekhuis, die zijn ongenoegen heeft te kennen gegeven over de handelswijze van het Gemeentebestuur te zijnen opzichte, door de plaatselijke geneesheer Dr. Beijnes de tijdelijke voorziening in de geneeskundige hulp na 15 januari op te dragen. Beekhuis wil weten of na die datum nog van zijn diensten gebruik zal worden gemaakt. Tijdens het voorlezen van de brief door de secretaris, begint de voorzitter te protesteren tegen een ongepaste uitdrukking van Beekhuis aan het adres van de Gemeenteraad en licht enige onjuistheden nader toe. Na de voorlezing merkt de voorzitter op, dat zijnerzijds is gehandeld overeenkomstig het Raadsbesluit van 19 dec. j.l. en dat thans met dokter Beijnes een regeling is getroffen voor de tijdelijke voorziening in de geneeskundige hulp. Hij stelt voor dokter Beekhuis hiervan melding te doen met het bericht, dat na 15 januari geen verlenging voor een tijdelijke geneesheer aan het betrokken Informatie -Bureau zal worden aangevraagd. Raadslid Van Bernebeek vraagt nader omtrent het contract met het

06-03-18 14:56


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.