Dorps-Courant Beers juli/augustus 2019 - 247

Page 16

In gesprek met Jos en Kees over hun gouden voetbalhuwelijk Jos Hendriks (69) en Kees Kuppeveld (69) voetballen al meer dan vijftig jaar samen in een team. Op hun twaalfde werden ze lid van HBV. Jos heeft de club een paar jaar verlaten om te gaan volleyballen, maar is op zijn negentiende opnieuw lid geworden. ‘’Nu voetballen we precies vijftig jaar aaneengesloten samen. En Kees maakt nog altijd dezelfde draaibeweging als vroeger.’’

Veranderingen In die vijftig jaar is er bij HBV veel veranderd. Vroeger was er

Jos en Kees maar één veld, dat veld is tegenwoordig het trainingsveld. Daar trainden ze met drie teams tegelijk. ‘’Als het ’s winters hard vroor gingen we even goed trainen. Allemaal in de korte broek, want we hadden nog niet eens trainingspakken. Dan gingen we gewoon in de kou het trainingsveld op, we keken nergens naar,’’ vertelt Jos. Ook was er geen kantine en hadden ze maar één kleedlokaal. ‘’Ons kleedlokaal was vroeger een houten hutje. Als we wilden douchen moesten we met een bak water uit de sloot halen, dan moesten we de pomp aanmaken en deden we een beetje de modder van de benen af.’’ Ook de mentaliteit is heel anders dan vroeger. ‘’Als je vroeger met 13 man was, had je eigenlijk al haast genoeg voetballers. Iedereen kwam altijd. Nu moet je er 23 hebben en dan kom je er nog tekort. Vroeger was het alleen maar voetballen,’’ legt Jos uit. ‘’Toen wij een kleine hadden

gekregen, werd die pas gedoopt als we eerst hadden gevoetbald. Dat was niet ’s middags om 1 of 2 uur, maar om 4 uur als we klaar waren met voetballen. En vroeger regelde de leider alles zelf. Nu hebben we 100 vrijwilligers en gaat het nog moeilijk.’’ Kees voegt hieraan toe: ‘’ Je raakt eraan gewend. Het is niet anders. Vroeger was ook niet alles beter.’’

Mooiste herinneringen In al die jaren hebben Jos en Kees een heleboel mooie herinneringen gemaakt bij de club. ‘’Zo zijn we een keer tegelijk met het eerste kampioen geworden. Wij zaten in het vijfde,’’ vertelt Kees. Ook de ‘Blauw-Wit’toernooien in Nijmegen, waar ze vijfentwintig jaar aan mee hebben gedaan, waren erg leuk. ‘’En we hebben daar maar één of twee keer gewonnen,’’ lacht Jos. Bij dit toernooi mochten ze een keer tegen een team van bekende Nederlanders spelen, dit team bestond onder andere uit zanger Albert West en acteur Maarten Spanjer. ‘’Die ‘Blauw-Wit’-toernooien waren altijd één groot feest. Altijd leuke optredens en goede muziek,’’ vertelt Kees. ‘’Dat we naar België zijn geweest was ook wel een hoogtepuntje,’’ zegt Kees. ‘’Onze sponsor Hans Pas had daar voor ons een vriendschappelijke wedstrijd geregeld. Toen we daar aan kwamen rijden was het allemaal heuvelachtig. Toen zei ik voor de gein: ‘Moet je dadelijk opletten, het veld loopt ook zo.’ En uiteindelijk lag het veld inderdaad op een helling.’’

Veel feesten Naast voetballen werd er altijd veel gefeest en gedronken. ‘’Als we een feestje hadden, ging onze leider Bert van Haren van dat heel goedkope bier halen bij

’t Wapen, tapbier noemden ze dat. En wij zopen maar. Op gegeven moment stond het geluid zo hard dat de box kapot ging en dat we geen muziek meer hadden. De volgende dag is er niemand gaan werken, alleen ik tot negen uur, toen kon ik het ook niet meer opbrengen,’’ vertelt Jos. ‘’We hebben wel eens rond een uur of twaalf ’s nachts de polonaise over het voetbalveld gelopen.’’

Minder vertrouwen Het voetballen houdt de heren gezond, maar ze merken wel dat ze een stuk minder snel zijn dan vroeger. ‘’Dat is zeker lastig, want je wil wel,’’ vertelt Jos. ‘’Je merkt ook dat je minder in het spel wordt betrokken,’’ zegt Kees. ‘’Omdat ze minder vertrouwen in ons hebben, wordt je minder aangespeeld. Alleen als ze niet anders kunnen krijg je een bal, dan is het vaak ook een moeilijke situatie. Als wij dan iets verprutsen, dan denken ze: oh, weer die ouwe. En als ze zelf iets verprutsen vinden ze het normaal,’’ legt Jos uit. ‘’Maar de laatste tijd mogen ze blij zijn dat ze ons erbij hebben, anders hebben ze gewoon spelers te weinig.’’ De mannen hebben gezegd dat ze in ieder geval het komende jaar nog door willen gaan, mits ze een team en competitie hebben waarin ze willen voetballen. Dit ligt eraan of ze genoeg spelers overhouden. ‘’Als ik in januari zeventig word zal ik er eens over nadenken of ik dan iets anders ga doen,’’ aldus Jos. Om af te sluiten wil Jos graag nog iets over zijn teamgenoot kwijt. ‘’Ik heb geen sportiever mens in mijn leven getroffen als

16

Kees,’’ vertelt hij, ‘’bij heel HBV niet en in ons team zeer zeker niet. Ik heb een voorbeeld: In Uden schopte ze Kees echt hard tegen de enkel, toen liep Kees achter die persoon aan en tikte hem op de schouder. Die man draaide zich om en Kees zei: ‘dat doe jij niet meer, mannetje!’’ Als student journalistiek heeft Juul ten Haaf bovenstaand interview gehouden met Jos Hendriks en Kees Kuppeveld. Wij willen nog graag een kleine reactie geven op de reünie van zaterdag 1 juni. Het was een super gezellige avond, waar veel anekdotes opgehaald werden. De avond begon met handjes schudden en met koffie/thee en cake van HBV. Maar er moest ook nog even gevoetbald worden; al wandelend trapten we tegen een balletje, genaamd Walking Football. De reacties waren eensluidend: Geweldig, gezellig, prima opzet. De verhalen over het Blauw-Wit toernooi in Nijmegen (25 jaar meegedaan), de kampioensjaren en niet te vergeten de vele bruiloften, waar wij als team duidelijk bij aanwezig waren met ons strijdlied. “En kijk die juffrouw, daar in het wit …”. Bert van Haren was onze leadzanger. Maar ook dankzij Bert, heeft de kern van het team zolang bij elkaar gevoetbald. Kees en Jos noemden Bert die avond, helemaal terecht, een geweldige vent. Wij kunnen terugzien op een super gezellige avond. De prima opzet is te danken aan HBV35+ en dan met name aan Richard ten Haaf, John Bardoel en Wim Broeren. jui/aug 2019


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.