De wonderen van het dierenrijk
Een olifant, 1637 Rembrandt van Rijn (1606 – 1669)
In de zeventiende eeuw reisde de olifant Hansken met zijn eigenaar door heel Europa. Dit was – ook voor kunstenaars – een uitzonderlijke gelegenheid om zo een imposant dier te zien. Rembrandt tekende deze olifant enkele keren.
Kat en vogel, 1928 Paul Klee (1879 – 1940)
Paul Klee combineerde in zijn werk abstracte en figuratieve vormen met een bijzonder kleurgebruik. Dit werk toont een kat met een vogel op het voorhoofd. Misschien denkt de kat wel aan de vogel …
De dame met de hermelijn, 1490 Leonardo da Vinci (1452 – 1519)
Deze jonge vrouw, Cecilia, was de maîtresse van hertog Sforza uit Milaan. Ze houdt een hermelijn vast. Dit dier staat voor zuiverheid en wordt geassocieerd met de aristocratie. De hermelijn komt ook voor op het wapen van de Sforza’s.
10
dierenrijk
Agnus Dei, 1635 – 1640 Francisco de Zurbarán (1598 – 1664)
Dit werk is een Bijbelse toespeling. In het evangelie van Johannes omschrijft Johannes de Doper Christus als het Lam van God, dat de zonden der wereld wegneemt.
In de sneeuw liggende hond, 1910 - 1911 Franz Marc (1880 – 1916)
Franz Marc was een meester in het schilderen van gestileerde dieren. Zijn blauwe paarden zijn heel bekend. Dit schilderij is een intiem portret van zijn hond in de sneeuw.
Twee krabben, 1889 Vincent Van Gogh (1853 – 1890)
Theo Van Gogh stuurde zijn broer, tijdens zijn verblijf in Arles, Japanse prenten. Dit werk is hierop geïnspireerd.
Hoofd van een walrus,1521 Albrecht Dürer (1471 – 1528)
Albrecht Dürer was gefascineerd door ongewone dieren. Hoewel Dürer heel goed was in het tekenen van dieren, ziet de kop van deze walrus er eerder uit als een fantasiedier. Uit bronnen kan afgeleid worden dat Dürer in Zeeland een aangespoede walrus zag. Het dier was toen al in verregaande staat van ontbinding. Kunsthistorici vermoeden dat Dürer de walrus uit zijn hoofd tekende.
intro 11
