









Scan de QR-code en meld je aan!
Vraag ons álles wat jij wilt weten tijdens onze inloopavonden op 26 september of 31 oktober!
De Hypotheker Maastricht Avenue Céramique 12 (043) 356 10 61
Scan de QR-code en meld je aan!
Vraag ons álles wat jij wilt weten tijdens onze inloopavonden op 26 september of 31 oktober!
De Hypotheker Maastricht Avenue Céramique 12 (043) 356 10 61
Heel veel positieve reacties kregen we op de eerste uitgave van de gedrukte De Nieuwe Ster afgelopen maand. Het was ook goed om te zien dat op bijna alle distributiepunten de krant snel weg was, een teken dat De Nieuwe Ster in een behoefte voorziet.
We blijven met groot enthousiasme het Maastrichtse nieuws brengen, zodat u altijd op de hoogte bent van wat er in onze mooie stad gebeurt. Naast deze krant doen we dat al bijna een half jaar op onze website www.denieuwestermaastricht.nl en sturen we zes keer per week een overzicht van het belangrijkste nieuws naar de mailbox van bijna 15.000 abonnees.
Onafhankelijke Stadskrant voor Maastricht. Jaargang 1, oktober 2024. Verschijnt elke maand. Oplage 20.000 exemplaren. De krant is gratis af te halen bij 50 distributiepunten in de stad.
KANTOORADRES
Wilhelminasingel 92 6221 BL Maastricht
UITGEVER
Maurice Ubags
06 53 70 26 38
HOOFDREDACTEUR
Peter Eberson 06 55 93 29 18
DIRECTEUR
Maurice van der Linden 06 51 50 57 44
SALES
Maarten Goes 06 36 50 12 84 verkoop@denieuwestermaastricht.nl
TIP DE REDACTIE redactie@denieuwestermaastricht.nl
Onze belofte vanaf dag één is: al het nieuws is gratis te lezen. Ik krijg regelmatig de vraag ‘hoe verdienen jullie dan je geld? Dat wil ik graag uitleggen. We maken net als elk ander bedrijf kosten. Personeelskosten, het drukken en verspreiden van kranten, huisvesting en ict-kosten om er een paar te noemen. De inkomsten bij De Nieuwe Ster bestaan volledig uit advertentie-inkomsten. Uit ervaring weten we dat adverteerders een groot bereik belangrijk vinden. Hoe meer mensen hun advertentie zien, hoe beter. De Nieuwe Ster biedt dat grote bereik. Omdat we inmiddels aardig wat adverteerders hebben, kunnen we met de advertentie-inkomsten alle kosten betalen. Dat is fijn voor ons en goed voor u, want dankzij de steun van veelal lokale adverteerders kunnen we onze belofte in stand houden: ons nieuws is en blijft gratis!
Heel veel leesplezier!
Peter Eberson, hoofdredacteur
LEES HET MAASTRICHTSE NIEUWS
OOK ELKE DAG ONLINE: WWW.DENIEUWESTERMAASTRICHT.NL
In de Stokstraat in Maastricht heeft kunstenaar Jack Liemburg nu definitief een mooie plek gevonden in de binnenstad voor zijn galerie. Na eerst een tijdje een pop-up galerie te hebben gehad, opende deze maand op nummer 11 in de sjieke Stokstraat Jacksart Gallery
De kunstenaar voelt zich thuis in Maastricht. Al vele jaren bezoekt hij de stad samen met zijn vrouw en toen hij op zoek was naar een plek voor een tweede galerie, naast zijn galerie in Apeldoorn, was de keuze voor Maastricht snel gemaakt.
Het werk van Jack Liemburg is bijzonder kleurrijk en vrolijk. Hij vertaalt alledaagse thema’s op grote linnen doeken op geheel eigen wijze. Als je naar een schilderij van Liemburg kijkt denk je hè dat is een foto? En dat kan kloppen, want de kunstenaar mixt fotografie met schilderkunst.
Stuk voor stuk unieke kunstwerken, heel vaak op verzoek gemaakt. Zijn werk hangt in galerieën in binnen- en buitenland, bij bedrijven en particulieren. Bekende Nederlanders als Gordon, Frans Duits en René Froger hebben een gepersonaliseerde Liemburg aan de muur hangen.
Veel van het werk van Jack Liemburg is ook online via zijn artshop te bestellen. Onder meer de serie Oude Meesters met een knipoog is daar te koop. De schilderijen zetten beroemde kunstwerken zoals De Nachtwacht en het Melkmeisje in een nieuw, modern jasje. De kunstenaar maakt daarbij veel gebruik van felle kleuren waardoor de Oude Meesters zeer kleurrijk worden.
Jacksart in Maastricht is van donderdag tot en met zondag open van 12.00 tot 17.00 uur. Het adres is Stokstraat 11.
www.jacksart.nl
Een bezoek aan de galerie in Maastricht is een aanrader!
In de businessruimte van MVV Maastricht staan vijf vitrinekasten vol met memorabilia uit het verleden van de voetbalclub. Op de kasten staan vijf shirts van de rood-witte. “Achter ieder stuk zit een verhaal”, legt Rob Beaumont uit. Samen met Léon Partouns, Yvon Prince en Paul van Grinsven maakt hij deel uit van de werkgroep historie. De vier zorgen ervoor dat de geschiedenis van de club in leven blijft.
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN DE NIEUWE STER
Geen herinneringen
Rob Beaumont is geen onbekende in de club. In 2010 werd hij secretaris van de Vereniging MVV. In 2014 volgde hij Frans Erens op als voorzitter. In die bestuursperiode werd mij de vraag gesteld waarom we eigenlijk nauwelijks iets zien van de geschiedenis van een club die al meer dan een eeuw bestaat. Uiteindelijk heeft dat geleid tot deze vijf vitrinekasten vol met mooie voorwerpen. Maar daarvoor moest er wel eerst wat water door de Maas stromen.
Gift of bruikleen MVV had natuurlijk spullen die tentoongesteld kunnen worden. Zo is er de kampioenschaal uit het seizoen 1996/1997. De enige keer dat de club kampioen werd in het betaalde voetbal sinds de invoering van het betaalde voetbal in 1954. De ploeg stond toen onder leiding van voormalig MVV-keeper Frans Körver. MVV promoveerde vaker naar de eredivisie, maar dat was steeds via de nacompetitie. De meeste memorabilia zijn echter vaak privébezit. “Daar zijn we als eerste naar op zoek gegaan”, vertelt Rob. “Mensen konden dan kiezen uit twee opties. Of ze geven het voorwerp als een gift aan de club of we krijgen het in bruikleen. Alles wordt dan keurig op papier vastgelegd, zodat er nooit misverstanden ontstaan wie nu de eigenaar is. Alle stukken staan nu dus tentoongesteld in vijf vitrinekasten die zijn ingericht door diverse etaleurs van Maastrichtse bedrijven.”
Vondst in Zeeland
Ook alle vragen die mensen stellen over de geschiedenis van MVV komen bij Rob terecht. “Ook daar komen wel eens pareltjes voor de verzameling uit naar voren. Zo kreeg ik een brief van een oudere man uit Zeeland dat hij een bijzonder object in huis had met de opdruk MVV. Het bleek een kleine stoof te zijn met een witte deksel waarop MVV stond. Ik vroeg hem om met de mobiele telefoon een paar foto’s te maken om die op te sturen, maar dat bleek te ingewikkeld voor de man. Even naar Zeeland rijden voor iets wat je niet gezien hebt, doe je ook niet
direct. Voor hetzelfde geld stelt het niets voor. Uiteindelijk ben ik toch een keer bij hem op bezoek geweest. Anderhalf uur aan de koffie met daarbij zijn hele levensverhaal.” Er is geen bewijs dat het stuk echt van MVV is. In de vorige eeuw werd in Duitsland onder de naam MVV Co porselein gemaakt. Maar er is ook geen bewijs dat het daarvan afkomstig is. “Dit is toch een prachtig mysterie in onze vitrinekast”, vertelt Rob enthousiast.
Emotionele waarde
“Verhalen daar gaat het om”, zegt Rob. “Financieel hebben deze spullen geen waarde, maar de emotionele waarde is onbetaalbaar. Neem nu het clubembleem van de onlangs overleden clubicoon Jo Toennaer. Zijn moeder moest dat destijds nog zelf op het kostuum naaien. Nee, geen kostuum van de club zoals dat tegenwoordig gaat, maar een zelf gekocht pak. Dat embleem pronkt hier nu in de kast, evenals het officiële opstellingenformulier van de wedstrijd PSV – MVV met Hans van Breukelen op het doel, en de voetbalschoenen van Roberto Lanckohr.” Achter ieder stuk zit een bijzonder verhaal.”
Op de vijf vitrinekasten pronken ook vijf shirts uit het MVV-verleden. Eentje is door Bert van Marwijk gedragen en eentje uit de laatste periode dat MVV in de eredivisie speelde. Twee zijn carnavalstenues van de ploeg uit Maastricht.
Het opmerkelijkst is wellicht het shirt met drie banen in de kleuren geel, blauw en wit. “Dit zijn de drie kleuren uit de Limburgse vlag”, legt Rob uit. “Het is gedragen in de periode 1969 tot 1973. MVV was toen de enige Limburgse ploeg in de eredivisie.”
Dik Bruynesteyn
Het brandt en je mag maar één stuk uit de kast meenemen. Op die vraag blijft het heel lang stil bij Rob. “Daarop is nauwelijks een antwoord te geven. Ieder stuk heeft waarde. Maar als het echt moet, kies ik voor de kwartetkaarten die door Dik Bruynesteyn voor het seizoen 1957/1958 zijn gemaakt. Albert Ummers, Johan van Bun, Fons van Wissen en Harry Verdonschot zijn getekend op de karakteristieke ‘Bruynesteyn-manier’.
Wie helpt mee?
Om alle stukken toegankelijk te maken voor een breder publiek, wil de werkgroep alles digitaliseren en ook alle verhalen achter de voorwerpen publiceren. Rob: “Hier kunnen we nog wat vrijwilligers bij gebruiken die verstand van moderne technieken hebben. Wij zijn van de oudere generatie en kunnen daar nog wel wat hulp bij gebruiken. Hetzelfde geldt voor het samenstellen van het jubileumboek 125 jaar MVV Maastricht. Op 2 april 2027 is het zover. We hebben boeken over het 25, 50, 60, 75 en 100-jarig jubileum. Als we dat ook bij 125 jaar willen hebben, moeten we nu beginnen.”
Geïnteresseerden kunnen zich melden via secretariaatverenigingmvv@gmail.com of info@mvv.nl
Waar kun je als je in steentjes doet beter je geld investeren dan in Maastricht? Een compacte stad waar iedereen wil studeren, wil wonen, wil winkelen en op een terrasje wil zitten, waar iedere toerist geweest moet zijn. Voor de investeerders die altijd op zoek zijn naar gegarandeerd rendement is het dus vooral zaak om hotels in de markt te zetten, studiootjes en woningen te bouwen. En - gelet op de vergrijzing - zorgappartementen.
DOOR: MAURICE UBAGS BEELD: DE NIEUWE STER
De gemeente werkt graag mee aan al die initiatieven: die zorgen immers voor vooruitgang in de stad. Voor het grote kapitaal wordt de rode loper uitgelegd. Omwonenden merken dat bestemmingsplannen hen geen rechtszekerheid bieden, want op verzoek van initiatiefnemers en stadhuis wordt de bestemming vaak gewijzigd en worden de ruimtelijke bepalingen terzijde geschoven. Het achterliggende argument is vrijwel altijd geldgedreven: als je hoger kunt bouwen, meer studio’s of appartementen in een gebouw kunt duwen, meer woningen op een perceel kwijt kunt, je minder parkeerplaatsen hoeft te realiseren, dan gaat je rendement omhoog. Dat is hoe het werkt in Maastricht. De voorbeelden zijn talrijk.
Beyart
86,5 miljoen euro betaalde de Franse projectontwikkelaar Pierval Santé in 2020 voor zorgcomplex De Beyart. De Fransen investeren volgens eigen zeggen uitsluitend in de veelbelovende zorgvastgoedsector. Met zoveel
mogelijk luxe appartementen en zo weinig mogelijk parkeerplaatsen kunnen de Fransen zoveel mogelijk geld verdienen. Ze krijgen hun zin. De parkachtige omgeving wordt vooral steen en asfalt. 188 luxe appartementen kunnen ze bouwen, waarvoor ze maar 60 parkeerplaatsen hoeven te realiseren. Geen plek? Dan zoek maar in de buurt een plekje.
Betondorp
Het Sphinxkwartier komt dit jaar vaker ter sprake. Als het betondorp van Maastricht. In het nieuwe kwartier staan exact geteld acht volwassen bomen. Het hele stadsdeel is volgebouwd, goed voor de projectontwikkelaar. Maar nogal kortzichtig als gekeken wordt naar het voorkomen van hittestress in stedelijk gebied. Inmiddels wordt gekeken naar het vergroenen van de buurt. Het aanleggen van wandelende bosjes (bomen in bakken) en mini-stadsbosjes gaat kapitalen kosten. Te betalen door de Maastrichtse belastingbetaler.
DSM
Als het grote geld zich meldt, dan staat de deur van het stadhuis wagenwijd open. Als DSM na de fusie met het Zwitserse Firmenich naar de oude Ambachtsschool, later Euroscoop, wil komen, kunnen de chemie-boys rekenen op 1,75 miljoen euro welkomstpremie. Vanwege de publieke verontwaardiging daarover wordt die gift teruggedraaid. Maar ook het DSM-voorbeeld laat mooi zien hoe dat werkt.
Monopoly
Maastricht is als stad ook razend interessant om er hotels neer te zetten. Net zoals dat bij Monopoly het hogere doel is. Aan nieuwe hotels wordt meegewerkt als dat past binnen de hotelnota. Dat komt erop neer dat hotels hoe dan ook vernieuwend moeten zijn en altijd ook een aanvulling moeten zijn op het bestaande aanbod. Meer van hetzelfde is uit den boze. Dat is een formulering waar investeerders met enige creativiteit wel raad mee weten.
Kruisherenhotel
Camille Oostwegel is al jaren bezig om het Kruisherenhotel uit te breiden met het Stuersgebouw en met een nieuw te bouwen toren in de tuin van dat gebouw. Oostwegel heeft een heel team van deskundigen zoals de beroemde architect Francine Houben ingeschakeld. Het stadhuis staat achter de plannen. Wethouder Frans Bastiaens en het college worden gesteund door een meerderheid in de raad. Omwonenden en iemand als oud-directeur stadsontwikkeling Huub Smeets vragen zich af wat een bestemmingsplan nog waard is.
Boschstraat
Ook voor de komst van een 5-sterren hotel naar het voormalige Liofpand in de Boschstraat (een initiatief van Benoit Wesly) moet het bestemmingsplan even aan de kant. In de tuin van het pand is een nieuwe toren gebouwd, want je hebt voldoende kamers nodig om zo’n concept rendabel te maken.
Leeyen 1
Het grote geld zit zeker ook bij Rien Leeyen, nertsenfokker, ondernemer, loodsenbouwer en belegger. Leeyen, die sneller kan rekenen dan de nieuwste chips die uit een ASML-machine komen, koopt het Trega/Zinkwit-terrein langs de Maas. De gemeente heeft het nakijken. Als Leeyen dreigt een grote loods neer te zetten - wat volgens het bestemmingsplan zou kunnen - heeft hij vervolgens alle troeven in handen. Uiteindelijk koopt de gemeente het terrein voor 27,5 miljoen euro en moet naar verwachting nog eens zo’n bedrag worden uitgegeven voor het gesaneerd en bouwrijp is. →
Leeyen, niet gewend om een nieuwe woonwijk te bouwen, pakt de winst op de gronddeal. Een andere ontwikkelaar had ongetwijfeld gekeken hoe hij de meeste woningen en appartementen had kunnen ontwikkelen.
Leeyen 2
Leeyens zoon blijkt ook de nieuwe eigenaar te zijn van winkelcentrum
Entre Deux in de stad. De Leeyens hebben weer scherp gezien dat ook dit winkelcentrum enorme potentie heeft, zeker als je er bijvoorbeeld appartementen in kunt vestigen. En ook hier wordt nu gekeken wat de mogelijkheden zijn. Op de begane grond wil de gemeente alvast een fietsenstalling voor duizenden fietsen realiseren. Leeyen zal het ongetwijfeld - en terecht natuurlijk - weer goed uitonderhandeld hebben. Nertsen, loodsen of fietsen: als de kassa maar rinkelt. En die appartementen gaan er ook komen.
Lijst
De lijst van voorbeelden is langer. In Wyck werkt de gemeente mee aan de komst van stadsvilla’s en een luxe hotel in het kwartier Palace-Wyck. In een van de vleugels van het Vodafone-gebouw langs de Maas komt een nieuw Van der Valk-hotel. Bij de voormalige KPN-centrale wordt meegewerkt aan de komst van 90 appartementen, maar wijkt de gemeente wel af van de eigen parkeernorm. Voor de verbouwing van het voormalige klooster Calvariënberg wordt een vergunning voor 123 appartementen gegeven. De appartementen worden kleiner dan 35 vierkante meter. Kleiner dan de gemeente zelf in zijn regels heeft gezet. Ook elders in de stad wordt als het uitkomt afgeweken van de eigen regels.
Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het voormalige UWV-gebouw in Scharn waar appartementen en studio’s in komen.
Landbouwbelang
Interessant wordt het om te zien wat er met het Landbouwbelang gaat gebeuren, nu het Conservatorium en de Toneelacademie besloten hebben de maatschappelijke ruimte (10.000 vierkante meter!) toch niet te betrekken. Meteen na dat nieuws werd in de stad al geroepen: daar kan mooi een hotel in. Het is afwachten wat het uiteindelijk wordt. Eind dit jaar weten we dat.
Opportunistisch
Het is goed voor de stad dat veel partijen willen investeren in de stad. De druk die daarbij uitgeoefend wordt is kennelijk zo groot, dat de stad bereid is de eigen bestemmingsplannen en regels aan te passen op verzoek. En dat is raar: want juist bij zoveel initiatieven, heeft de stad een sterke onderhandelingspositie. Om maar één voorbeeld te noemen: waarom de Franse investeerder in de Beyart niet verplicht om een diepere ondergrondse parkeerkelder te bouwen om zo op eigen terrein te voldoen aan de parkeernorm? Ja dat kost alleen maar extra geld. Maar dat hadden de Fransen kunnen voorzien, want de parkeernorm is openbaar. De rode loper hoeft niet uit voor initiatiefnemers die opportunistisch kopen.
Maasvallei vernieuwt: Meer focus op leefbaarheid in een herkenbare frisse huisstijl
Woningcorporatie Maasvallei biedt woonruimte aan diverse groepen huurders, van internationale studenten en gezinnen tot statushouders en gepensioneerden. Elk van deze groepen heeft specifieke wensen, die invloed hebben op de leefbaarheid in de wijken. Daarom stelde Maasvallei zichzelf de ambitieuze vraag: “Kunnen we meer zijn dan alleen een goede huisvester?”
Maasvallei doet het anders en kiest bewust voor een aanpak waarbij het aspect leven een grotere rol speelt. De focus ligt meer dan ooit op het versterken van de leefbaarheid in de wijken. “Hoe brengen we mensen met elkaar in contact? Bewoners onderling, maar ook medewerkers met bewoners. En hoe betrekken we samenwerkingspartners hierin?”
“Onze missie, ‘goed leven, goed wonen’, is gericht op het creëren van een omgeving waar mensen zich thuis voelen. Dat vraagt om meer dan alleen het aanbieden van woningen. Alles wat we doen, moet bijdragen aan die betere leefomgeving. Maar we willen ook de sociale samenhang en veiligheid in onze wijken verbeteren.” Aldus directeurbestuurder Sarah Klein Haneveld.
Verbinden en stimuleren
Sarah Klein Haneveld: “Wij geloven dat het versterken van zelfredzaamheid en samenwerking de sleutel is tot blijvende verandering. We stimuleren bewonersinitiatieven die de sociale cohesie versterken. Door bewoners actief te betrekken bij de ontwikkeling van hun eigen leefomgeving, creëren we wijken waar mensen zich thuis voelen en zich met elkaar verbonden voelen. Uiteindelijk willen we dat
ze begrip hebben voor de ander, naar elkaar omkijken en een handje helpen.”
‘Kleur in de wijk’
Op 3 september gingen medewerkers de wijken in voor buurtacties. Ze voerden opruimacties uit in Amby, Heer en Mariaberg, en gingen van deur tot deur om te horen wat er speelt bij bewoners. Deze acties leverden waardevolle inzichten op die Maasvallei samen met bewoners gaat oppakken.
Daarnaast introduceerde Maasvallei een nieuwe huisstijl. Sarah Klein Haneveld sluit af: “Bij onze ambities hoort ook een andere manier van communiceren. Met het nieuwe logo en de frisse kleuren zijn we sneller herkenbaar in de wijk en kunnen we beter contact maken. Onze vernieuwde website is nu veel toegankelijker. Informatie is sneller te vinden.”
De toekomst van de (ouderen)zorg is Community Care, of met een ander woord: naoberschap.
Sevagram heeft 22 zorgcentra in de regio Zuid-Limburg en al die huizen staan in een wijk, in een gemeenschap. We zijn samen met partners zoals collega zorgorganisaties, welzijnsorganisaties, woningcorporaties, gemeentes en vrijwilligersorganisaties aan de slag om meer en beter samen te werken. Over de schotten heen en dat is best lastig in onze gefragmenteerde maatschappij. Het betekent ook dat de drempel om bij onze zorgcentra op bezoek te gaan omlaag moet. Zodat buurtbewoners meer gebruik kunnen maken van onze centrale voorzieningen zoals een restaurant bijvoorbeeld.
Ouderen geven steeds meer aan waar hun behoefte ligt en vragen om ondersteuning en zorg op maat. Meer ruimte voor het individu, privacy en regie over het eigen leven zijn steeds belangrijker geworden. Aandacht voor welzijn en zingeving tijdens de laatste levensfase horen daar onlosmakelijk bij. Daarnaast stimuleert de overheid dat ouderen zolang mogelijk thuis blijven wonen, ook wanneer ze intensieve zorg nodig hebben. Indien het niet langer verantwoord is om thuis te wonen, kan de overstap naar een aanleunwoning gemaakt worden en als het echt niet anders kan bieden (onze) zorgcentra de noodzakelijke zorg, in combinatie met welzijn en wonen. Want niet iedereen kan uiteindelijk kwalitatief goed en verantwoord (zonder eenzaamheid en zelfredzaam) thuis blijven wonen.
Mantelzorg en familieparticipatie worden steeds vaker genoemd als basis van (informele) zorg, waarbij professionele zorg en mantelzorg elkaar versterken. Om wat ruimte te krijgen bij de directe zorgfuncties (zowel in de zorg thuis, als zorg in een zorgcentrum) zullen we meer gebruik moeten maken van dit informele netwerk.
De beweging van Community Care gaat over het organiseren van toegang tot formele en informele zorg en welzijn in de voor de (kwetsbare) ouderen gewenste omgeving. In de praktijk is dat voor onze doelgroep, de wijk. Sevagram en haar ketenpartners willen de wijk ondersteunen bij het organiseren van zorg- en welzijnsinitiatieven door de binding met de buurt te verbeteren. En dan vooral vanuit de vraag en het perspectief van de buurtbewoner. Sevagram heeft sinds drie jaar proeftuinen in wijken in Maastricht, Valkenburg en Heerlen en gaat dit vanaf volgend jaar uitbreiden in Cadier en Keer. De bedoeling is dat we de samenwerking nog verder uitbouwen.
Op dit moment werken we met 60 partners samen in de proeftuinen en hebben we een platform gebouwd waar je real time kan zien wat er te doen is in de wijk. Dus ook zien wat er loos is in Mestreech!
Kijk op www.communitycarezuidlimburg.nl
Pim Steerneman Bestuursvoorzitter Sevagram
Unieke fototentoonstelling over Maastrichtse wijk
Fotomuseum aan het Vrijthof exposeert niet meer alleen aan het bekendste plein van Maastricht. Ze trekken ook de wijken in. De eerste expositie is onlangs geopend in een leegstaand pand van woningcorporatie Woonpunt in de Kasteel Cortenbachlaan in Nazareth. De fotodocumentaire geeft een beeld van het leven van de inwoners van de Maastrichtse wijk.
DOOR: MAURICE VAN DER LINDEN BEELD: PETER MÜLLENBERG
De foto’s zijn gemaakt door de Maastrichtse fotograaf Peter Müllenberg. Toen hij van dit initiatief vernam, was hij er als de kippen bij om zich beschikbaar te stellen. “Ik ben in Nazareth opgegroeid en dacht gelijk ‘deze opdracht is mij op het lijf geschreven’.” Müllenberg (57) werd geboren in de Bogaardenstraat. Via een tijdelijke woning in Malpertuis kwam het gezin, met hulp van de Nederlandse Spoorwegen, in Nazareth terecht. “Van mijn zesde tot mijn vierentwintigste heb ik er gewoond. Mijn vader heeft er zelfs vijfentwintig jaar een judoschool gehad.”
welke hobby’s hebben ze, waar gaan ze met vakantie en welke verenigingen dragen ze een warm hart toe. Verder ligt de focus op waaraan gewerkt wordt in Nazareth en niet hoe sommige delen erbij liggen. Gewoon het trotse gevoel van onze wijk.”
Alle wijken in Maastricht “Maastricht is zoveel rijker dan alleen het centrum”, verklaart Erik de Jong, directeur van het Fotomuseum aan het Vrijthof, het initiatief. “Overal in de wijken wonen mensen die hard werken en ook een verhaal hebben over wat Maastricht is. Zo’n buurtfotografiemuseum laat het alledaagse leven zien. We hebben gekozen voor een huis in de wijk als expositieplek. Het moet spannend zijn.” Om dit te realiseren werkt het Fotomuseum aan het Vrijthof samen met woningcorporatie Woonpunt. Twee maanden lang stellen ze een woning ter beschikking. Na Nazareth volgt er een expositie in een wijk in Heerlen, omdat de corporatie daar ook veel woningen heeft. Maar de ambitie van De Jong is om alle wijken in Maastricht te voorzien van zo’n expositie. “Mits we er geld voor krijgen van de gemeente en landelijke fondsen”, zegt hij erbij. “Eerst maar eens deze twee pilots en dan zou het mooi zijn om twee wijken per jaar in Maastricht te voorzien van zo’n fototentoonstelling.”
“Door hun ogen breng ik het leven in Nazareth in beeld”
Alledaagse leven “Ik heb warme herinneringen aan Nazareth”, vertelt Müllenberg. “Het was een prachtige buurt met heel veel gezelligheid. Pas op latere leeftijd toen ik vriendjes uit andere wijken kreeg, kwam plotseling het woord ‘achterstandswijk’ om de hoek kijken. Ik wist niet eens wat het betekende. Later kwam ik erachter dat het een stempel is die je maar moeilijk wegpoetst. Ik ben echter trots op Nazareth. Ik ben dan ook blij dat ik van het Fotomuseum aan het Vrijthof de kans heb gekregen om het alledaagse leven van de inwoners van Nazareth in beeld te brengen. Specifiek volg ik Huub en Eugene die al 45 jaar in de wijk wonen. Door hun ogen breng ik het leven in Nazareth in beeld. Ik zet daarbij de ‘beeldtaal’ zo in dat de buurt zich hierin herkent. Het is absoluut geen abstracte fotokunst. Het is een verhaal dat wordt verteld. Wat gebeurt er achter de voordeur bij Huub en Eugene,
Hoeveel mensen op de tentoonstelling afkomen weet De Jong niet. “Daarom is het ook een proefproject. Ik hoop in ieder geval dat naast de mensen van Nazareth ook veel bewoners uit andere wijken op de expositie afkomen.”
Vertrouwensband
“We hebben gekozen voor een huis in de wijk als expositieplek. Het moet spannend zijn”
“Het doet me goed dat we zo warm onthaald worden in Nazareth”, benadrukt de directeur. “Daar speelt Peter Müllenberg een grote rol in. We zochten een fotograaf voor dit project die gemakkelijk met mensen kan omgaan. Daarnaast is het natuurlijk een extra dimensie dat Peter de mensen kent en daardoor al gelijk een vertrouwensband heeft. Ik ben erg blij dat we als Fotomuseum aan het Vrijthof iets positiefs in de wijk kunnen realiseren.”
De fotoexpositie is nog te bewonderen tot en met 9 november aan de Kasteel Cortenbachlaan 56. Op woensdag, donderdag en zaterdag is het museum geopend van 11.00 uur tot 17.00 uur. Groepen kunnen op afspraak een bezoek regelen via info@fotomuseumaanhetvrijthof.nl Voor de inwoners van Nazareth is de toegang gratis, anderen betalen 2 euro.
In november verschijnt de meer dan 400 pagina’s dikke Monumentengids Maastricht NEXT. De auteurs Jac van den Boogard, Servé Minis en Nico Nelissen, deden er meer dan een jaar over om 272 monumenten in de stad in kaart te brengen, te fotograferen en te beschrijven.
DOOR: PETER EBERSON BEELD: MONUMENTENGIDS
Het resultaat mag er zijn, of zoals mede-auteur Nico Nelissen zegt: “Het boek is een ‘must’ voor iedere Maastrichtenaar die zijn stad liefheeft en voor alle bezoekers en geïnteresseerden in stadsgeschiedenis, stedenbouw en architectuur.”
Maastricht is een monumentenstad bij uitstek. De stad heeft zo’n 1.796 rijksmonumenten en telt circa 3.750 objecten, die als gemeentelijk erfgoed onder de naam Maastricht Planologisch Erfgoedregime (MPE) bescherming genieten. Een selectie van de rijksen gemeentemonumenten staat nu in het te verschijnen naslagwerk.
Verdiepingsslag
Het is niet voor het eerst dat Maastrichtse monumenten beschreven worden. Jac van den Boogard en Servé Minis brachten in 2001 de Monumentengids Maastricht uit. Met de toevoeging NEXT geven de schrijvers aan dat het nieuwe een boek een verdere verdiepingsslag heeft gemaakt. Jac van den Boogard: “De afgelopen 25 jaar heeft de monumentenwereld niet stilgestaan. Ook niet in Maastricht. Was eerder een criterium dat een monument minimaal vijftig jaar oud moest zijn, tegenwoordig worden ook recentere bouwwerken als monument bestempeld. Er is aandacht voor nieuwe categorieën monumenten, zoals jongere bouwkunst, monumenten van Bedrijf en Techniek en Wederopbouwarchitectuur,” legt Van den Boogard uit.
De selectie van de monumenten, die in het boek beschreven staan, is gedaan door de auteurs. Servé Minis: “We zijn allemaal op pad gegaan om een lijst samen te stellen van monumenten, waarvan wij denken dat ze in dit boek thuishoren.
Onze opdracht was om met een lijst van 250 monumenten te komen. Het zijn er uiteindelijk 272 geworden,” zegt Minis.
Passie
“Na de selectie volgde het echte werk,” vult Nico Nelissen aan. “Informatie verzamelen over het monument, in archieven speuren, foto’s maken en de teksten schrijven. We zijn er met zijn drieën meer dan een jaar mee bezig geweest. Het is allemaal vrijwilligerswerk en we doen het graag, want historie is onze passie.” Wie nu door Maastricht wandelt ziet een stad met veel gerenoveerde monumenten. Zeker de binnenstad ligt er mooi bij. Maastricht was in de naoorlogse jaren een stad op zoek naar een nieuwe identiteit, een stad waarin de maakindustrie op zijn laatste benen liep. Dat heeft de belangstelling na 1980 voor het conserveren van industriële monumenten en relicten uit de vroeg industriële geschiedenis van de stad gestimuleerd. Eens te meer omdat de monumentale sporen van de Maastrichtse industriële geschiedenis – in tegenstelling tot zo veel andere vroeg industriële steden in ons land – niet uitgewist zijn in de jaren zestig van de vorige eeuw. Het is dankzij die hernieuwde belangstelling dat in Maastricht nog de tastbare herinneringen aan de maakindustrie zijn blijven bestaan. Denk aan de gebouwen van de Sphinx en het Bassin en aan de Wiebengahal of de Timmerfabriek. Heden ten dage is er ook een herwaardering te constateren voor monumenten uit de wederopbouwperiode 1945-1970.
Tsunami van terrassen
“Maastricht kent geen vieze plekken meer”
De mooie binnenstad met al zijn monumenten, trekt veel bezoekers naar de stad. Maastricht kent geen ‘vieze plekken’ meer, alle krotten zijn opgeruimd, talloze monumenten zijn gerestaureerd en stadswijken gerehabiliteerd. Het stadscentrum ziet er stralender uit dan ooit. Economisch heeft de monumentale status de stad veel opgeleverd, maar dat heeft ook consequenties. In de Monumentengids van Maastricht NEXT is Servé Minis er uitgesproken over. ‘De explosieve groei van het toerisme, de tsunami van terrassen in de openbare ruimte, de noodzaak om te verduurzamen leggen een grote druk op de historische binnenstad. Maar er gloort hoop. Woningsplitsing bij monumenten wordt aan banden gelegd, stadsverwarmingsnetten worden uitgebreid en toeristenstromen worden getemperd. Dat zal leiden ‘tot een harmonischer leefklimaat want het primaire doel van de stad is dat het een fijne stad is om te wonen en te werken.’
Het naslagwerk is ingedeeld in vijftien hoofdstukken waarbij telkens een groep monumenten wordt beschreven. Voor het hoofdstuk Kerken en Kapellen hadden de auteurs maar liefst veertig pagina’s nodig. Het laat zien hoe rijk het Roomse leven in Maastricht was en is, want dat viel de auteurs ook op. “Heel veel kerken in Maastricht hebben nog steeds de functie waarvoor ze ooit gebouwd zijn. →
Dat is best opvallend, als je bedenkt dat er steeds minder mensen naar de kerk gaan,” zegt Nico Nelissen. Enkele kerken kregen een andere functie zoals de Lambertuskerk, die woonhuis met bedrijfsruimte werd of de Sint Hubertuskerk van de arbeiderswijk Boschpoort, waar nu een fitnesscentrum in is gevestigd. Over die kerk weten de auteurs te melden dat een ijverige pastoor ervoor zorgde dat de wijk zo’n kerk kreeg. Dat het kleine Boschpoort in 1924 zo’n statige kerk met een rijke uitstraling kreeg was te danken aan de toenmalige pastoor Jan Moorman, die uit alle delen van Limburg geld bijeen bracht voor de nieuwe kerk. De pastoor stond zelf op de steigers mee te metselen. Het meest bekende voorbeeld van een geslaagde herbestemming is de Dominicanenkerk die de bestemming boekhandel kreeg. Als het gaat om monumenten die voor een specifiek gebruik zijn ontworpen, ontstaan er vaak spanningen. Veelal wordt als criterium gebruikt dat herbestemmingen passend moeten zijn en het liefst ook reversibel. Met passend wordt bedoeld dat de nieuwe bestemming een zeker respect moet tonen voor het oorspronkelijke gebruik van het monument. Dit impliceert bijvoorbeeld dat een herbestemming van een kerk tot bordeel als ongewenst wordt gezien. Overigens denkt men tegenwoordig ruimer over deze zaken dan vroeger. In het verleden heeft het bisdom Roermond wel herbestemmingsvoorstellen in Maastricht tegengehouden, maar op dit moment is ook het bisdom veel meer ruimdenkend bij nieuwe bestemmingen.
Zo zijn er plannen om in de kerk van Heugemerveld een supermarkt te vestigen.
De Monumentengids geeft niet alleen een fraai overzicht van bijna 300 monumenten, maar de auteurs duiken ook de geschiedenis in met een overzicht van bouwstijlen die in Maastricht in de loop der eeuwen zijn ontstaan. De vele stijlen laten zien door wie de stad door de jaren heen is veroverd en bestuurd en welke bouwstijlen zij achterlieten.
De drie auteurs zijn er met de Monumentengids Maastricht NEXT in geslaagd een boekwerk af te leveren dat in elke Maastrichtse boekenkast een plekje verdient.
Monumentengids Maastricht verschijnt in november en kost 35 euro. Het boek is te bestellen via de auteurs door een mailtje te sturen naar nicnel@xs4all.nl
Storyteller
Met zijn omvangrijke en indrukwekkende oeuvre geniet Joseph Rodriguez internationale bekendheid binnen de fotografiewereld. Als humanist en visual storyteller documenteert hij vaak mensen die volgens de norm aan de onderkant van de maatschappij leven. Hij hoopt dat zijn werk inzicht kan geven in het leven van deze gemeenschappen en bijdraagt tot meer wederzijds begrip.
Gastcurator
Voor het eerste Europese retrospectief van Rodriguez is een selectie gemaakt uit vijf iconische series: TAXI, Spanish Harlem, Juvenile, East
Side Stories en LAPD. Deze projecten laten de ontwikkeling van Rodriguez als sociaal documentaire fotograaf zien. Gastcurator van de tentoonstelling ‘We’re all People’ is de Duitse galeriehouder Bene Taschen uit Keulen.
Spanish Harlem
Als taxichauffeur legde Rodriguez van 1977 tot 1987 vanuit zijn auto het bruisende leven in New York vast. In zijn woonplaats portretteerde hij in de jaren ‘80 ook de Latijns-Amerikaanse inwoners van de wijk Spanish Harlem. De Juvenile serie toont jonge delinquenten en betrokkenen in het rechtssysteem. In OostLos Angeles gaf de fotograaf bendeleden een
Fotomuseum aan het Vrijthof in Maastricht presenteert van 21 september 2024 tot en met 2 februari 2025 een overzichtstentoonstelling van de Amerikaanse documentaire fotograaf Joseph Rodriguez. De expositie ‘We’re all People’ toont 75 indringende foto’s van veelal gemarginaliseerde groepen mensen en hun worstelingen in het alledaagse leven. De beelden zijn in de jaren ‘80 en ‘90 gemaakt in met name New York City en Los Angeles.
menselijk gezicht en in dezelfde stad volgde hij in 1994 politieagenten tijdens hun werk, vlak na de Rodney King rellen.
De fotograaf en docent is bevriend met Jamel Shabazz, die in 2020 in het museum exposeerde. Ze delen een bijzonder verleden en kennen de beruchte gevangenis Rikers Island in New York erg goed. Tijdens de tentoonstelling participeert Joseph Rodriguez vanuit Maastricht in een speciaal ontwikkeld fotografieproject met gedetineerden uit de penitentiaire inrichting in Sittard.
EEN NIEUWE
Breusterstraat 45 • 6245 EH Eijsden • T. 043 409 4878 • info@paulblock.nl
Heb je een zorgdiploma en wil je iedere dag met een
Bij Sevagram kan het! Bekijk onze vacatures via
#ouderenzorg #sevagram
Sinds het jaar 2008 is Chimera actief in de inkoop en verkoop van edelmetalen zoals goud, zilver en diamant. Chimera gelooft in eerlijke prijzen en garandeert daarom de hoogste goudprijs van Limburg.
www.goudinkoopchimera.nl
Maastricht, met haar rijke historie, internationale flair en bruisende stadsleven, biedt een unieke omgeving voor ondernemerschap. De stad ademt niet alleen cultuur en diversiteit, maar is ook een centrum van economische activiteit waar innovatie en traditie hand in hand gaan. Natuurlijk kunnen zaken altijd beter, maar volgens een poll van Centrummanagement Maastricht is 84% van de ondernemers blij om in Maastricht te ondernemen. In deze blog bespreken we enkele succesfactoren voor ondernemerschap in Maastricht en hoe de stad ondernemers ondersteunt in hun groei.
1. De Kracht van verbinding: netwerken & samenwerking
Maastricht heeft een sterk gevoel van gemeenschap. We zien dat succesvolle ondernemers dit optimaal benutten door actief deel te nemen aan lokale netwerken en samenwerkingen aangaan met andere bedrijven. Centrummanagement Maastricht ondersteunt de verschillende ondernemersverenigingen die de stad rijk is en stimuleert ondernemers om lid te worden van een collectief. Kijk voor een vereniging bij jou in de buurt op cmmaastricht.nl. Ook verbinden we ondernemers met elkaar door het organiseren van netwerkbijeenkomsten of masterclasses waar ondernemers elkaar kunnen ontmoeten, kennis delen en gezamenlijk kunnen groeien. Een overzicht van bijeenkomsten vind je in onze nieuwsbrief.
Deze lokale samenwerking en betrokkenheid is niet alleen goed voor individuele bedrijven, maar versterkt ook de aantrekkingskracht van het stadscentrum voor nieuwe, jonge ondernemers. Gezamenlijk creëren ondernemers zo een sfeer waarin zowel de Maastrichtenaar, als bezoekers graag komen winkelen, eten of hun vrije tijd doorbrengen.
2. Onderscheidend zijn en een beleving bieden Succesvolle ondernemers in de stad weten een unieke beleving te creëren voor een specifiek gekozen doelgroep. Rieu loopt hierin natuurlijk voorop, en ook Oostwegel Collection kiest voor een duidelijke positionering. Kijk ook eens naar de Bisschopsmolen of de Stadsbrouwerij die ambacht, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal stellen. Of wat denk je van een conceptstore zoals Chique Noir in de Bredestraat met een duidelijke focus op de ontwikkeling van een community die diversiteit, kunst en cultuur viert en jongeren in de stad feilloos weet te vinden en binden.
Ben je nog op zoek naar hoe je jouw zaak verder kan onderscheiden? Partners van Centrummanagement Maastricht, zoals Bollé coaching en 043WEB helpen ondernemers groeien vanuit hun specifieke expertises. Op onze website vind je hierover meer informatie en een aantrekkelijke aanbieding voor ondernemend Maastricht.
3. Relevant blijven
Ondernemen is vooruitzien en we zien dat succesvolle ondernemers in de stad voortdurend inspelen op trends en ontwikkelingen. Zo kiezen niet alleen consumenten, maar ook medewerkers steeds vaker bewust voor bedrijven die aandacht besteden aan hun ecologische voetafdruk, eerlijke handel en lokale productie. Ondernemers die hierop inspelen, winnen niet alleen het vertrouwen van hun klanten, maar dragen ook bij aan een duurzame toekomst voor de stad.
Ben jij al een lokale held? Dit is een initiatief van Centrummanagement Maastricht in samenwerking met Maastricht Bereikbaar, SDG House Maastricht en Inspiratiehuis voor ondernemers. Bezoek lokaleheldenmaastricht.nl voor meer informatie. Tot slot is dit jaar het thema van het Symposium van Centrummanagement Maastricht niet voor niets: ” Brug naar de toekomst”. Met een spreker zoals Jan Scheele, die de kleine ondernemer meeneemt over de impact van A.I. voor de horeca en detailhandel. Ben je erbij?
Maastricht biedt een vruchtbare bodem voor ondernemerschap. Met de juiste combinatie van netwerken, innovatie, ondersteuning en samenwerking kunnen ondernemers in deze stad hun bedrijf laten floreren. Centrummanagement ziet de stad als broedplaats voor succes en speelt hierin een belangrijke rol door ondernemers te verbinden, inspireren en ondersteunen. Zo werken we samen aan een vitale toekomst voor het stadscentrum van Maastricht, waar ondernemerschap bloeit, bezoekers steeds weer terugkomen en inwoners trots zijn op hun stad.
Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je op onze website in voor de nieuwsbrief, volg onze socials, of luister naar onze podcasts op je favoriete podcastkanaal. In de laatste twee edities van Maastricht Stad, de podcast van Centrummanagement Maastricht, gaan we in gesprek met Robin Berben (Café Sjiek) en Jorrit Consten (DARQ) over ondernemen in Maastricht.
Met ondernemende groet,
Astrid Verberne
Directeur-Bestuurder Centrummanagement Maastricht
Stefan Vrancken duikt wekelijks in archiefstukken van eeuwen geleden
Iedere zaterdag schrijft onze columnist Stefan Vrancken een smeuïg verhaal over lang vervlogen tijden in Maastricht. Dat doet hij op basis van onder meer oude notariële aktes. Als een onderzoeksjournalist gaat hij te werk. Hij brengt menig uur door in het Historisch Centrum Limburg aan de Sint Pieterstraat. “Anderen gaan na hun werk sporten ter ontspanning, ik doe dit door in de geschiedenis te duiken.”
Op zijn LinkedIn-profiel staat ‘amateur-historicus’. “Maar zo voel ik me niet”, zegt Stefan, terwijl hij op het terras van het Onze Lieve Vrouweplein nipt aan een cappuccino. “Amateur klinkt een beetje ‘kneuterig’, maar ik noem me ook geen historicus. Die titel draag je als je academisch geschoold bent. Ik wil me geen titel geven waar anderen hard voor gestudeerd hebben. Dus dit is de gulden middenweg.”
Verbindingen leggen
Een half uurtje eerder hebben we een foto gemaakt in het Historisch Centrum Limburg waar hij kind aan huis is. Truus Roks, die al 45 jaar bij het archief werkt is daar zijn grote steun en toeverlaat. “Wat die vrouw allemaal weet is ongelooflijk, en ze is een meester in historische feiten met elkaar te verbinden. Als je dat doet begint het pas echt te leven. Truus Roks staat op het punt een rondleiding te geven aan een groep geïnteresseerden. Voor haar ligt een plattegrond van het Jekerkwartier van eeuwen geleden. Huizen zijn ingetekend en hebben een huisnummer. Daarnaast ligt een registerboek, waarmee ze precies kan achterhalen wie destijds in welk huis woonde. “Dat is wat ik bedoel met verbindingen leggen”, zegt Stefan.
Teleac-cursus
Toen hij veertien jaar was namen zijn ouders hem mee naar het stadsarchief, destijds gelegen in de Grote Looiersstraat. “Ik was altijd al geïnteresseerd in geschiedenis. Als kind las ik geschiedenisboeken en tijdens de tekenles op de lagere school tekende ik altijd Farao’s. Na het bezoek aan het stadsarchief begon ik met stamboomonderzoek van mijn familie. Ik heb zelfs nog een Teleac-cursus stamboomonderzoek gevolgd. Daar zat ik dan, met het cursusboek voor de televisie.”
Notaris
Stefan werd echter geen historicus, maar notaris. “Als je geschiedenis studeert kun je later
voor de klas staan of onderzoeker worden, dacht ik destijds. Dat zag ik niet zo zitten. Maar ik wist ook niet wat het dan moest worden. Totdat mijn leraar maatschappijleer op mijn zestiende tegen mij zei: ‘Ik denk dat jij notaris wordt’. Ik ben me toen in dat vak gaan verdiepen en ontdekte familierecht en erfrecht. Iets wat dicht bij geschiedenis ligt.
DE TITELPAGINA VAN HET GICHTREGISTER VAN
“Ook eeuwen geleden bij uitbraken van de pest had je complottheorieën”
Vervolgens ben ik Notarieel Recht gaan studeren aan de Universiteit Utrecht.”
Ontspanning
Het notarisvak is een mooie maar ook intensieve baan volgens Stefan. “Je helpt mensen van de wieg tot het graf. Het brein draait altijd op volle toeren.” Terwijl de meeste mensen na het werk de fiets pakken, naar de sportschool gaan of een wandeling maken, vindt Stefan ontspanning in het zoeken naar feitjes in notariële aktes, die een smeuïg verhaal kunnen opleveren. “Ik probeer
In die tijd werden bij alle zaken die belangrijk waren de feiten vastgelegd in aktes bij de notaris. Zo kwam ik er ook achter dat complottheorieën niet alleen de ronde deden tijdens de coronapandemie. Ook eeuwen geleden bij uitbraken van de pest gebeurde dat.”
Drankje op het kerkhof Een onderwerp uitzoeken voor zijn wekelijkse column vindt Stefan altijd spannend. “Zeker als je probeert aan te sluiten bij de actualiteit. Daarnaast is het niet alleen het schrijfwerk, ik wil ook graag mooie beelden voor bij het verhaal vinden. Dus voor een verhaal ben ik toch al snel vier uur bezig. Maar ook als ik niet bezig ben voor de column duik ik achter het scherm om op zoek te gaan naar mooie verhalen. Geschiedenis is niet alleen keizers en koningen, maar gaat juist over de bevolking. Wie van de mensen hier op het terras van het Onze Lieve Vrouweplein zou zich realiseren dat ze eigenlijk op het kerkhof van de Sint-Nicolaaskerk zitten? Deze 14de-eeuwse gotisch kerk werd in 1838 gesloopt, daar zie je vandaag de dag niets meer van.”
“Geschiedenis is niet alleen keizers en koningen, maar gaat juist over de bevolking”
daarbij ook linkjes te leggen naar de huidige tijd. Een paar maanden geleden trad een gebedsgenezer op in het MECC. Daar was toen veel om te doen. Dat gebeurde ook in de achttiende eeuw toen een ‘operateur’ een aantal shows wilde opvoeren in Maastricht. Een ‘operateur’ was niet altijd medisch onderlegd en bleek ook vaak een kwakzalver te zijn. Uit een akte bleek dat een andere operateur een getuigenverklaring had laten opmaken met als inzet een rechtszaak in verband met concurrentie.
Walhalla
Iedere dag is Stefan wel een paar uur bezig met zijn ‘bijbaantje’ zoals hij het zelf noemt. Hij schrijft ook onder meer voor het Limburgs Tijdschrift voor Genealogie en het jaarboek van de heemkundevereniging Margraten. Daarnaast is hij onder andere bestuurslid van de Stichting Maastricht Vestingstad, waar hij ook onderzoek voor doet, en bestuurslid van de stichting Open Monumentendag Maastricht. “Door de digitalisering kan ik tegenwoordig veel thuis opzoeken. Meestal maak ik een hele waslijst met zaken die ik niet kan vinden op internet en ga dan een dag naar het Historisch Centrum Limburg. Dat is en blijft toch nog altijd het walhalla.”
SEIZOEN 2024—2025
DO 19 DEC ILLUSIESHOW
Hans Klok
Face the Future
ZA 21 DEC TRIBUTE CONCERT
Queen Must Go On Greatest Hits (Deel 1)
WO 8 T/M ZO 12 JAN MUSICAL
Saturday Night Fever
Buddy Vedder, Edmée Dekker e.a.
ZA 29 & ZO 30 MRT MUSICAL
Malle Babbe De Rob de Nijs musical
ZA 19 & MA 21 APR MUSICAL
Shrek de musical
René van Kooten, Linda Verstraten e.a.
woensdag 23 t/m zondag 27 oktober
Liefhebbers van klassieke auto’s weten al 30 jaar de weg naar het MECC te vinden. In januari wordt voor de 30ste keer de autobeurs InterClassics gehouden. Het evenement is als de Tefaf, maar dan voor autoliefhebbers.
DOOR: PETER EBERSON BEELD: DE NIEUWE STER | MECC MAASTRICHT
Erik Panis is de beursmanager InterClassics en namens het MECC verantwoordelijk voor de organisatie van de succesvolle beurs van het congrescentrum. Samen met de jaarlijkse kunstbeurs Tefaf trekt Interclassics veel (internationale) bezoekers. Panis wil meteen iets duidelijk maken. “De beurs is 32 jaar geleden begonnen, maar door corona twee keer niet doorgegaan, vandaar dat we in 2025 het 30-jarig jubileum vieren.”
Hoger niveau
De 53-jarige manager uit Lanaken is al ruim 15 jaar het gezicht van InterClassics als het gaat om de organisatie. Samen met zijn team heeft hij de beurs in de loop der jaren naar een hoger niveau getild. “In de beginjaren reden we aan het begin van de beurs de auto’s naar binnen en dat was het zo’n beetje. Ik vond dat Interclassics een nettere uitstraling
moest krijgen,” legt hij uit. En dus kwam er onder andere tapijt in de hallen waar de vaak peperdure bolides worden uitgestald. In 2000 werd ook begonnen met een vast thema voor de beurs, om zo meer autoliefhebbers naar het evenement te trekken. Er kwam een exclusieve Preview Night voor sponsoren, handelaren en relaties op de avond voor de opening van de beurs. Een diner op sterrenniveau tussen de kostbare auto’s. “Een schot in de roos,” zegt Panis, “want we merken ieder jaar weer dat er op die avond al goede zaken gedaan worden.
België
Trok de beurs in 2009 nog zo’n 12.000 bezoekers, dit jaar bezochten meer dan 35.000 bezoekers InterClassics. De autobeurs kent inmiddels een succesvolle Belgische uitgave in Brussel. InterClassics Brussels is qua beursoppervlakte zelfs groter dan Maastricht. Panis: “België doet het heel goed. Daar kwamen in 2023 meer dan 26.000 bezoekers op af. Handelaren willen graag op InterClassics staan, maar er bestaat in Maastricht zelfs een wachtlijst. Sommige bedrijven staan er al vanaf de eerste editie. Dat er een wachtlijst is, is natuurlijk een luxe positie,” zegt Panis.
Kredietcrisis
Het succes van de beurs heeft, gek genoeg, te maken met hoe de economische situatie wereldwijd is. “We kregen een boost toen de kredietcrisis begon in 2008. Vanaf dat moment vluchtten investeerders en beleggers in klassieke auto’s in plaats van aandelen en vastgoed.
Daardoor werd de markt van klassieke auto’s professioneler. Dit zorgde voor een enorme belangstelling voor klassieke auto’s die enorm in waarde
“Een goede crisis
stegen en een waardevaste belegging bleken te zijn. Auto’s die meer dan een miljoen euro kosten zijn geen uitzondering en vind je ook in Maastricht in het MECC. Een goede crisis, helpt ons,” lacht Erik.
Eigenaar
“Wat de waarde van een klassieker bepaalt ligt aan een aantal factoren,” zegt de beursmanager. “Is de auto in een zeer gelimiteerde oplage geproduceerd of gaat het om een zeer exclusieve editie? Dat verhoogt de waarde, maar ook wie is de eigenaar geweest? Is dat een bekend persoon en zit er een mooi verhaal aan, dan is dit waarde verhogend. Verder telt natuurlijk de staat van de auto mee. Is de wagen nog origineel, heeft hij weinig kilometers gereden, met originele onderdelen?
Niet iedere Porsche die je koopt wordt automatisch meer waard. Van een Ferrari kun je dat bijna wel zeggen, omdat nieuwe Ferrari’s op dit moment ook al heel moeilijk te krijgen zijn. Het Italiaanse Ferrari is een merk met wereldwijd heel veel liefhebbers en omdat je niet zo makkelijk een nieuwe Ferrari kunt kopen, zijn gebruikte sportwagens populair. Dat drijft de prijs op.”
Erik Panis is bezig met de laatste voorbereidingen voor de 30e editie. “Het thema van de jubileumeditie wordt eind deze maand tijdens een speciaal event op het Vrijthof onthuld. Omdat het een jubileumuitgave is en omdat de beurs dankzij de vele bezoekers een succes is hebben zij bepaald welke auto’s worden gepresenteerd. De winnende auto verschijnt ook op de poster die ieder jaar wordt gemaakt om het evenement aan te kondigen.”
De hang naar ’t Mestreech van toen is van alle tijden. Fascinerend is dat juist in het Maastricht van nu velen het verleden net zo heilig verklaren als de stadspatroon, Sint Servatius. En tegelijkertijd klaagt menigeen zich een slag in de rondte over het wel en wee van Maastricht nu.
DOOR: LAURENS BOUVRIE BEELD: DE NIEUWE STER
Niet zelden wordt het ongenoegen uitgelegd met zinnetjes als: “V’r zien neet mie oonder us”. Dat Maastricht nooit eerder een hoger welvaarts- en welzijnspeil kende als nu; dat de Gouden Eeuw van Maastricht niet iets is van toen, niet vaan vreuger; menige oer-Sjeng zal ervan op zijn achterste benen gaan staan.
Maastricht ligt ons allen na aan het hart. Dat uiten we maar al te graag als we massaal of in kleine kring Hoera! Vivat! Mestreech! zingen. Het Maastrichts volkslied van Alphons en Gustave Olterdisse, dat voor het eerst te horen was als slotlied in de kemikke opera Trijn de Begijn (1912), laat ons dik een eeuw later nog steeds beginnen vol overgave Jao diech höbs us aon ‘t hart gelege, Mestreech, door alle ieuwe heer te zingen.
Dat mogen wij doen in een tijd dat de stad in een ongekende bloeiperiode verkeert.
Behalve MVV, maar dat zal ongetwijfeld wel een keer goed komen, speelt Maastricht op tal van podia op het hoogste niveau. Van een provinciestadje tot een regionale hoogvlieger gelardeerd met nationale top en internationale allure. En dat alles bereikt in een tijdsbestek van een kleine zestig jaar. Het wordt dan ook de hoogste tijd dat de Maastrichter van nu niet alleen gruuts is op het verleden, maar vooral op het hier en nu.
Te zeggen dat de Maastrichtenaar nog in berenvellen zou rondlopen als de Universiteit Maastricht er niet was gekomen; veel meer overdreven kun je het verschil tussen heden en verleden van de stad niet omschrijven.
Met zo’n duiding maak je in een stad die bol staat van romantische en heldhaftige verhalen over het verleden van Maastricht ook niet heel erg veel vrienden. Toch is het simpelweg een feit dat de komst van de universiteit de stad cultureel, economisch en niet te vergeten sociaal-maatschappelijk tot een bloei is gekomen die zijn weerga niet kent.
Dat niet alleen. Het casco van de stad, de vele historische gebouwen, stond al decennialang op instorten. Het kan niet genoeg worden gezegd en geschreven dat het ‘stenen’ karakter van de stad gered is geworden door de Rijksuniversiteit Limburg (RUL), nu de UM.
Wat het allermooiste aan de Gouden Eeuw van Maastricht is? Dat ‘we’ voor een belangrijk deel zelf die ontwikkeling hebben bewerkstelligd. Om het nog fraaier te maken. Het zijn twee Sjengen die Maastricht en regio een toekomst gaven waar we nu met zijn allen in vertoeven. Was de in 1912 geboren PvdA-politicus Sjeng Tans vanaf halverwege de jaren zestig de grote animator Maastricht tot een universiteitsstad te maken; Sjeng Kremers (KVP, later CDA) zette als Gouverneur van de Provincie Limburg Maastricht en Zuid-Limburg in de jaren zeventig vrijwel wekelijks op de agenda van politiek Den Haag. Was de ene Sjeng, Tans, ‘nne gamin vaan Mestreech; de andere (Kremers) kwam uit een mijnwerkersgezin in Nieuwenhagen. En ook dat was tekenend voor de start van de Gouden Eeuw van Maastricht. Mensen uit eigen gelederen die zich ontwikkelde tot de voortrekkers van een samenleving met perspectief.
Want het Maastricht van toen, in tegenstelling tot wat vaak in gesprekken, discussie en uiteraard social media wordt beweerd, is honderden jaren noets ech vaan us geweest.
Om maar te zwijgen van de romantiserende altijd wel ergens opduikende frase: “Toen waore v’r nog oonder us”. Niks was minder waar. Maastricht als garnizoenstad of als door de vijand ingenomen stad werd jarenlang medebevolkt door lieden uit alle windstreken.
De geschiedenis van Maastricht leert vooral dat de stad vooral geregeerd werd van buitenaf. Hebben criticasters het over politieke en maatschappelijke elite, niet zelden samengevat als Hollenders, die aan de touwtjes trekken. Om dan te zeggen: ‘Vreuger dege v’r wat v’r zelf wouwe’; niets is minder waar. Het aantal keren dat de stad in handen was van een vreemde mogendheid; die lijst is lang. De jaren dat Maastricht en regio voor Holland een wingewest was? Generaties lang. Hoeven we het niet te hebben over de happy few door de eeuwen heen die het volk van Maastricht onder de knoet hield met hongerloontjes, geloof en je plaats weten. En few en happy waren, ruim gevat alle tijden voor 1960, echt maar heel weinig mensen. Leven in Maastricht was tot zelfs na de Tweede Wereldoorlog voor veel mensen niet bepaald een feestje.
Natuurlijk is het in de Gouden Eeuw van Maastricht niet alleen maar goud dat blinkt. Het Maastricht van nu negatief afzetten tegen honderden jaren van vooral armoede, ongezond leven, onderontwikkeling en letterlijk niks te vertellen hebben; dat is een onbegrijpelijke vergelijking.
Maastricht heeft de afgelopen decennia een landelijke, misschien wel mondiale, transitie ondergaan. Van een economische en maatschappelijke monocultuur lukte het door visie en durf van de eerdergenoemde twee Sjengen en vele anderen de stad een centrum van kennisoverdracht en kennisproductie te maken. In het kielzog van die ontwikkelingen werd Maastricht op de kaart gezet als een mooie stad om te bezoeken; kreeg het de mogelijkheid zich steeds meer cultureel te manifesteren en werd het ook nog eens een visitekaartje van het Europa van nu.
Kort door de bocht gezegd: gingen we vroeger met z’n allen ’t febrik op en bleven we daar tot ons pensioen, of ontslag. Wie wel een studie had gedaan, die vertrok bijna per definitie naar andere, kansrijkere, oorden. En nu? In Maastricht kun je werk vinden zo ongeveer in alle gangbare populaire en belangrijke economische en maatschappelijke sectoren. Oké, op betaald voetbal na. Maar zoals gezegd, ook dat zal een kwestie van tijd zijn. Ooit breekt er ook een Gouden Eeuw voor MVV aan.
Extra interessant is dat ook in al die ontwikkelingen de stad ook industrieel is gebleven. Bedrijven die hiernaartoe zijn gekomen, maar ook ondernemingen die in de jaren dat de industrie het heel zwaar had, durfden te innoveren.
Dat alles betekent niet dat we de geschiedenis van de stad niet moeten koesteren. Natuurlijk moeten kinderen te peerd op ampa ziene sjoet verhalen van vroeger blijven horen. Ja, die mogen overdreven zijn, ja daar mag het chauvinisme van afdruipen. Maar vertel de gamins en meitskes ouch euver de mazzel die ze hebben dat ze in het Maastricht van nu mogen leven. Niet met z’n tienen zonder sanitair in een woonkazerne; niet met je 13e ’t febrik op, maar je kans nemen iets te leren wat je leuk vindt. Te mogen wonen in een stad vol mooie gebouwen, oude en nieuwe tradities en bovenal in een stad die niet om de zoveel jaar wordt belegerd en uitgehongerd. De Mestreechteneer van toen zou met alle kruisjes die hij machtig was ondertekenen voor het leven van nu.
Vanaf het begin van mijn loopbaan in de ouderenzorg is mijn persoonlijke missie dat de laatste etappe van je leven ook de moeite waard moet zijn; zelfs wanneer je kwetsbaar bent en in het verpleeghuis woont. Zeker de babyboomgeneratie die nu qua leeftijd richting de 80 gaat, laat zich niet meer in een keurslijf drukken en wil ‘baas over eigen leven blijven’, bij voorkeur thuis, maar ook in het verpleeghuis.
Als zorgverleners kunnen en willen wij niet anders dan de wens van onze cliënten en bewoners respecteren; zeker wanneer mensen zelf nog goed kunnen beslissen, of zoals we dat in de zorg noemen ‘wilsbekwaam zijn’. Recent is in dit blad Envida ‘aan de schandpaal genageld’, omdat wij een cliënt terug naar huis hebben laten gaan. Zonder twijfel was hier sprake van kwetsbaarheid en een reëel risico op vallen en verwaarlozing. Maar weegt de mening van mantelzorgers, buren en zelfs professionals op tegen de wil van een cliënt? Zeker als er geen sprake is van een gedwongen opname?
De verontwaardiging van de lezers van dit blad, die op social media een bericht van een naaste hebben gelezen en massaal hebben gedeeld, is volstrekt begrijpelijk, maar doet onvoldoende recht aan de (juridische) context waarin Envida werkt. De meeste cliënten kiezen er vrijwillig voor om de stap naar het verpleeghuis te zetten, maar de druk vanuit de familie gaat een steeds grotere rol spelen. Zeker als de familie al jaren intensieve mantelzorg verleent, is het een grote opluchting als het verlossende telefoontje komt dat er een plekje in een van onze woonzorgcentra is. Echter ook dan is het aan cliënt zelf om van die optie gebruik te maken. Heel af en toe gebeurt het dan ook dat de cliënt toch terug naar huis wil en dan kan Envida niet anders dan deze wens honoreren. Natuurlijk nemen we ook in die situaties onze verantwoordelijkheid en proberen we de risico’s te beperken onder andere door de inzet van zorg thuis. We blijven in gesprek en een cliënt kan er op een later moment alsnog voor kiezen om in een woonzorgcentrum te gaan wonen; als deze ook zelf ziet dat het thuis echt niet meer lukt. Ook met de cliënt uit het bericht op social media zijn we, op het moment dat deze column geschreven wordt, nog steeds in gesprek om alsnog in een woonzorgcentrum te gaan wonen.
Ook in de wijkzorg staat eigen regie centraal. Het primaire doel van wijkverpleging is het ondersteunen van zelfredzaamheid. De laatste jaren hebben wij mogen ervaren dat cliënten, mede dankzij slimme hulpmiddelen, meer zelf kunnen dan ze denken, waardoor het aantal zorguren per client eerder af- dan toegenomen is. Tegelijkertijd bieden we wel meer individuele begeleiding aan cliënten met dementie die nog thuis wonen. Voordeel van deze werkwijze is dat Envida nauwelijks een wachtlijst voor wijkzorg
(uitgezonderd huishoudelijke hulp) heeft, waardoor nagenoeg alle indicaties van de wijkverpleegkundige ingevuld kunnen worden. Voor veel cliënten en hun naasten is het even wennen dat hun zorgvraag anders ingevuld wordt dan zij verwacht hadden, maar feitelijk doen we niemand tekort. De huisarts schrijft je ook geen antibiotica voor wanneer dat niet nodig is en eigenlijk doet een goede wijkverpleegkundige hetzelfde: stimuleren van zelfredzaamheid en overnemen wat de cliënt of zijn naaste echt niet meer zelf kan.
Het goede nieuws is dat we er in 99% van alle situaties samen prima uit komen. Ook als het ingewikkeld wordt, en cliënten, familie en zorgprofessionals van mening verschillen, blijf ik luisteren naar de wensen van onze cliënten. U wilt toch ook baas over uw eigen leven zijn?
Roger Ruijters Bestuursvoorzitter Envida
In de rubriek Het Afscheid verschijnt elke maand een necrologie van iemand die recent is overleden.
13 januari 1971 Maastricht † 27 augustus 2024
Het zaaltje was al gereserveerd en de gastenlijst in de maak.
In november zou François Daems een feestje geven ter ere van een dertigtal jaren leven in reservetijd. Na de verwijdering van een tweede hersentumor op 23-jarige leeftijd was zijn levensverwachting immers drastisch naar beneden bijgesteld.
François wilde dit bijzondere jubileum daarom groots vieren.
Zijn overlijden op 27 augustus kwam plotseling, en tegelijkertijd niet geheel onverwacht. François kampte met vele gezondheidsproblemen. Wat iedereen aan hem kon zien, is dat hij blind was. Het geluid van het tikken van zijn stok reikte ver en kondigde zijn komst aan, en anders wel dat van zijn stem. Hij praatte veel tegen zijn blindengeleidehond Tim en met passanten. Dat ging wel eens gepaard met wat getier als er een obstakel in de weg stond. Of wanneer niemand reageerde als hij aan omstanders vroeg of dat het geval was. Het frustreerde hem volgens Marcel als hij genegeerd werd.
Tot het moment waarop hij als gevolg van de tumor steeds meer pijn in zijn ogen kreeg en afwijkend gedrag ging vertonen, was François een jongen die het voor de wind ging. Van kleins af stond hij graag in de belangstelling. Mensen liepen met hem weg. Hij was een populair jongetje dat omringd werd met vriendjes en later ook meisjes, want hij was lang, slank en knap. François voetbalde bij Rapid, en qua werk was hij helemaal op zijn plek in de horeca. Met twee volle dienbladen tot diep in de nacht werken bij onder andere de Close-Up, Fort Sint Pieter en ’t Herremenieke; hij draaide er zijn hand niet voor om. François trouwde jong en kreeg een zoon. Helaas hield het huwelijk niet lang stand. Maar joie de vivre had hij volop en in wezen zou hij dat, alle latere tegenslagen ten spijt, nooit verliezen.
François bleef op zijn manier de geneugten van het leven opzoeken. Op zijn dagelijkse ronde door Wyck werd vaak Bufkes aangedaan voor een broodje. Bij Tony’s en de Poshoorn dronk hij koffie, bij Luna Rossa nam hij tijdens het seizoen ijsjes met drie bollen. Pistache, kersen, tiramisu. Altijd dezelfde smaken. En omdat hij elke dag langskwam op deze vaste adressen, waren er heel wat mensen die hem misten als hij eens ziek was. François meldde zich daarom keurig af bij hen wanneer dat het geval was.
Wie altijd als eerste op de hoogte was van zijn wel en wee was Corrie. Net als François woont Corrie aan het Bourgogneplein en hij vond haar -letterlijk- blindelings. Hij had een scherp gehoor en herkende haar altijd en overal als ze in elkaars buurt waren. Ooit had zij François’ moeder beloofd een oogje in het zeil te houden als zij zou overlijden, en Corrie heeft zich daar aan gehouden. François kwam soms meerdere keren per dag bij haar over de vloer. Ze mochten elkaar graag, en konden volgens Corrie ook ‘vreigele’ als een broer en zus. Een tijdlang was zij zijn begeleider bij activiteiten van de Stichting Gehandicapten Maastricht. Zo zwommen ze samen en gingen ze regelmatig kienen, waarbij Corrie ook zijn cijferkaart moest bijhouden. Vaste grap was dan dat zij er met de prijs vandoor kon gaan want François kon toch niet zien of hij ‘kien’ had.
Voor François was die blindheid niet eens het ergst dat hem overkomen was. Het maakte hem weliswaar deels afhankelijk maar hij had er zijn weg in gevonden, onder andere door heel gestructureerd te zijn. Ook in huis, waar alles zijn vaste plek had en hij zelfs zijn eigen maaltijden bereidde. Praktisch gezien redde hij zich dus wel. Lastiger was het volgens zijn broer voor hem om te dealen met de effecten van de verwijderde hypofyse met een verstoorde hormoonhuishouding en het vele medicijngebruik als consequentie. Dit leidde tot fysieke en mentale problemen. En wie niet kan zien, ervaart geen non-verbale houdingen. Vele voormalige vrienden lieten hem in de steek voor zijn gevoel. François kon door dit alles vierkant en dwingend overkomen, terwijl hij tegelijkertijd zeker ook omkeek naar de mensen om hem heen. Zo nam hij voor Corrie graag bloemen en chocolade mee uit Wyck.
In de loop van de jaren leerde hij opnieuw te herkennen wie er aardig voor hem waren, en om deze mensen te koesteren. Volgens zijn broer maakte hij graag grapjes en was de vrolijkheid van de gezonde jongen van weleer nog steeds aanwezig. De laatste tijd leek hij beter in zijn vel te zitten, hoewel er zorgen waren om zijn fysieke toestand. Georganiseerd als hij was stond er altijd een koffer klaar voor een plotselinge ziekenhuisopname. Dinsdag de 27e was het na een dag van helse buikpijnen weer eens zover. En na bijna dertig jaar bleek die dag dat de reservetijd voor François Daems er op zat. Hij bleek donor te zijn. Wat hij naliet? Hoornvliezen, voor iemand die niet goed ziet.
Ouderen steeds langer zelfstandig thuis laten wonen, is niet alleen een wens van de zorg om een dreigend zorginfarct te voorkomen. Ook veel ouderen spreken deze wens uit. Zelfstandig wonen, met eigen regie en welzijn.
In de seniorencomplexen Scharwyerveld in Malberg en Campagne geeft Sevagram invulling aan deze wens. In beide complexen wonen meer dan 200 bewoners zelfstandig in hun eigen serviceappartement. “Het zijn eigenlijk twee kleine dorpjes in Maastricht”, zegt Audrey van der Weerden, Teammanager Zorg bij Sevagram. “Met Zorg Thuis bieden wij de bewoners zorg als daar behoefte aan is. Je woont dus zelfstandig, maar hebt de zorg bij wijze van spreken om de hoek.”
Eigen netwerk behouden
“Zorg Thuis moet je dus ook niet verwarren met thuiszorg”, legt Audrey uit. “Dat is de zorg die in de wijken wordt verleend. Wij richten ons alleen op de bewoners van de serviceappartementen in Scharwyerveld en Campagne. Onze taak gaat dan ook vaak verder dan alleen het verzorgen, zoals het
wassen en aankleden. We dragen bij aan het welzijn van de ouderen die zelfstandig wonen. We zijn een schakel in Community Care. In Scharwyerveld wonen veel mensen uit Malberg en Caberg. Voordat ze naar hier kwamen, hadden ze hun eigen ‘netwerk’ thuis. Buren, familie, bekenden, maar ook het buurthuis, de kapper en de slager. Het is belangrijk dat een groot deel van dit netwerk ook betrokken blijft in de nieuwe woonsituatie van de bewoners. Om dit te realiseren is Community Care heel belangrijk. Zo heeft bijvoorbeeld BuurtNetWerk Veer Zien Malberg hier in Scharwyerveld een huiskamer geopend. Iedere week is op bepaalde tijden de huiskamer geopend. Inwoners van Malberg en van Scharwyerveld ontmoeten elkaar dan voor spelletje of een praatje onder het genot van een kopje koffie. Zo blijft de verbinding tussen de vroegere woonplek en die van nu behouden.”
Kwaliteit van leven
“Het is echt een vooruitstrevend concept zoals Sevagram dat uitrolt in de beide complexen in Maastricht”, vindt Audrey. Mensen kunnen op deze manier zo lang mogelijk zelfstandig wonen ondanks een zorgbehoefte. Hier houden ze de regie over hun eigen leven en loert het gevaar van eenzaamheid niet om de hoek. Kwaliteit van leven, dat is waar het om gaat. Samen met de vele activiteiten die vanuit Community Care worden georganiseerd, geven we daar invulling aan.”
Seniorencomplex Scharwyerveld
“Kwaliteit van leven, dat is waar het om gaat. Samen geven we daar invulling aan.”
Sevagram heeft als enige zorgorganisatie in Limburg het Planetree Mensgerichte Zorg certificaat. Dat geldt dus ook voor Zorg Thuis. Organisaties die Planetree gecertificeerd zijn, laten zien dat zij voortdurend bezig zijn om de zorg voor en het welzijn van bewoners elke dag nog een beetje beter te maken.
Veelzijdig werk
Voor Audrey is werken in de zorg het mooiste vak dat bestaat: “Je kunt er zijn voor mensen op momenten dat ze het nodig hebben. Binnen Zorg Thuis is ook nog het verschil dat je niet meer van het ene naar het andere adres moet reizen. Die tijd kun je besteden aan cliënten. Daarnaast is het mooie van het werk dat hier mensen onder ‘één dak’ wonen met allemaal een verschillende hulpvraag. Het werk is zeer veelzijdig. De ene keer gaat het om het druppelen van de ogen, de andere keer hulp bij het innemen van medicatie en weer een andere keer een babbeltje over de kleinkinderen. Voor iedereen die geïnteresseerd is om binnen dit nieuwe concept te werken, raad ik aan om zeker de website www.werkenbijsevagram.nl te bezoeken of een berichtje te sturen naar vacatures@sevagram.nl.”
Audrey van der Weerden
Seniorencomplex Campagne
GOED NIEUWS! Heeft seniorencomplex Scharwyerveld of Campagne uw interesse gewekt? Dan hebben we goed nieuws voor u, want er zijn nog kamers beschikbaar. Voor meer informatie kunt u terecht op www.sevagram.nl/onze-zorg-en-diensten/verzorgd-wonen of bel met 0900 777 4 777.
Unieke fototentoonstelling in Museum Valkenburg
Het is een bekende foto voor veel Maastrichtenaren. De Amerikanen die in september 1944 voorbij het plaatsnaambordje Maastricht zijn. De originele foto is uiteraard in zwart-wit. In Museum Valkenburg is de foto nog tot en met 24 november in kleur te zien. In totaal zijn er zo’n 80 foto’s met afmetingen van 1.80 x 2.00 meter te zien over hoe onze Amerikaanse bevrijders naar Zuid-Limburg keken. De expositie heet dan ook ‘Through their eyes’.
David Loozen is voorzitter van de stichting We do remember en curator van de expositie. Opmerkelijk, foto’s van de bevrijding van Maastricht in een Valkenburgs museum? “Als je naar de bevrijding van Zuid-Limburg kijkt, was Maastricht de eerste stad in Nederland die verlost werd van het Duitse juk. Alle reporters trokken naar de stad om verslag te doen. Een flink deel van de foto’s gaat daarom ook over Maastricht. Arno Lasoe heeft ons met de expositie ontzettend geholpen met zijn research.”
U.S. Army Signal Corps
Het 117de Infanterieregiment van de Amerikaanse 30ste Infanteriedivisie was verantwoordelijk voor de bevrijding van de hoofdstad van onze provincie. De divisie stond bekend als ‘The Old Hickory’ maar werd ook ‘The Work Horse Of The Western Front’ genoemd. In totaal zo’n 16.000 soldaten. “Zij werden gevolgd door de 2de Amerikaanse Pantserdivisie, met als bijnaam ‘Hell on wheels”, vertelt David. “Ook deze divisie bestond uit zo’n 16.000 soldaten. Verder werd iedere divisie bijgestaan door het U.S. Army Signal Corps. Een journalist, een fotograaf en een cameraman zorgden ervoor dat de berichtgeving over de bevrijding in de Verenigde Staten in de kranten terecht kwam.”
Sluipschutter
Hugh Francis McHugh was fotograaf bij het Signal Corps en maakte de inmiddels bij velen bekende foto van het plaatsnaambord Maastricht. Op 24 januari 1945 sneuvelde McHugh in het Belgische Wallerode. Een paar seconden na het maken van een foto van zijn kameraden in het open veld, trof een Duitse sluipschutter hem. Hij ligt begraven op het Amerikaans Kerkhof Henri-Chapelle in België. Er is speciale aandacht voor het Signal Corps in de expositie.
Foto’s in kleur
“Maastricht was de eerste stad in Nederland die verlost werd
van het Duitse juk”
“We hebben de foto’s van toen laten inkleuren om een zo realistisch mogelijk beeld te creëren van wat de Amerikanen destijds zagen”, legt David Loozen uit. “Hiervoor hebben we een beroep gedaan op Jakob Lagerweij. Hij is een van ’s werelds beste colouristen. Het inkleuren van foto’s is zeer bewerkelijk. Ieder detail moet je onderzoeken om de juiste kleur vast te stellen. ”
Maastricht als pleisterplaats
Terug naar Maastricht. David Loozen praat honderduit over de bevrijding van Zuid-Limburg en Maastricht. Hoe de Red Horse soldaten (onderdeel
van de 30ste infanteriedivisie; red.) waarschijnlijk boerderij De Muggehof van de familie Smeets in het buurtschap Laag-Caestert bij Eijsden als eerste bevrijdde. Maastricht volgt niet veel later. “Omdat de opmars vanuit Zuid-Limburg niet direct doorging naar Duitsland, werd Maastricht voor een jaar een pleisterplaats. Heel veel Amerikaanse soldaten werden ondergebracht bij Maastrichtse gezinnen of in een van de tientallen scholen. Hierdoor kwamen bekende namen als Dwight Eisenhower, Omar Bradley, Bernard Montgomery en Arthur Tedder naar Maastricht. Op 7 december 1944 waren ze voor een belangrijke bijeenkomst in het Henric van Veldekecollege. Ze bespraken daar de plannen voor het westelijk front. Ook Winston Churchill was in maart 1945 te gast in het geïmproviseerde hoofdkwartier van de geallieerden.”
Onzedelijk
“Tijdens de dansavonden werden alleen de vrouwen van Maastricht toegelaten”
De curator benadrukt dat de foto’s van de expositie niet alleen over de oorlog gaan. “Er zitten ook veel beelden ‘in rust’ bij. Zo zie je bijvoorbeeld twee vrouwelijke rode kruis soldaten een ijsje eten bij een ijskraam op het Vrijthof. Meer voorbeelden geef ik niet, daarvoor moet je naar het museum komen”, zegt hij lachend. Wel wil hij nog het verhaal delen over het rest-centre in Maastricht. Hier konden de soldaten een paar dagen relaxen als ze aan het front hadden gevochten. ’s Avonds waren er dansavonden waar alleen de vrouwen van Maastricht werden toegelaten. De Maastrichtse mannen hadden het nakijken. De kerk kwam hier hevig tegen in opstand. ‘Onzedelijk’ schreeuwden de pastoors. Naar schatting zijn er in die tijd zo’n 200 kinderen in Maastricht geboren die een bevrijder als vader hadden, maar deze nooit hebben gezien omdat hij na de bevrijding terugkeerde naar het vaderland.”
We do remember Tot slot zegt David Loozen dat hij hoopt dat door de kleurenfoto’s ook jongere bezoekers naar het museum komen. Bij zwart-wit is het iets van vroeger, met kleur hopen we op meer betrokkenheid. Het is immers ontzettend belangrijk dat we het verhaal over de bevrijding en vrijheid doorgeven aan de jongere generaties. Onze stichting heet niet voor niets ‘We do remember’.”
Dé televisiespecialist van de regio
✓ advies op maat
✓ volledige installatie bij u thuis
✓ kabels weggewerkt
✓ eigen technische dienst
Beekstraat 69, Meerssen | 043-358 00 93
Solo Urban Mobility brengt de toekomst van fietsen naar Maastricht
Kijk op www.o ermans.nl voor actuele aanbiedingen
Wil jij ook de toekomst ervaren, koop dan nu jouw biXbi met 10% korting bij Solo Urban Mobility Store. Geldig t/m 31-12-2024
De verschuiving van benzine naar elektrische voertuigen is in volle gang, en Maastricht fietst voorop. In de straten van Maastricht is een stille revolutie aan de gang. Waar vroeger het geluid van auto’s met verbrandingsmotoren domineerde, wordt nu steeds vaker het zachte zoemen van elektrische voertuigen gehoord. De transitie van benzine naar elektrisch vervoer is een trend die niet alleen op nationaal niveau groeit, maar ook in onze eigen stad steeds meer navolging vindt. Solo Urban Mobility Store, speelt hierop in door de nieuwste biXbi e-bikes aan te bieden, welke duurzaamheid met comfort combineert.
25-10-19 12:28
Victor Scheren, eigenaar van Solo Urban Mobility Store, ziet de populariteit van elektrische fietsen snel toenemen: “Steeds meer mensen kiezen bewust voor een e-bike als alternatief voor de auto. Het is een duurzame en slimme manier om je door de stad te verplaatsen, zonder gedoe met parkeren of hoge brandstofkosten.”
De biXbi e-bikes, die Victor met trots aanbiedt, staan bekend om hun innovatieve technologie en betrouwbare prestaties. Ze zijn uitgerust met slimme motoren en een innovatieve app, wat zorgt voor een soepele en aangename rijervaring. Solo Urban biedt proefritten aan, zodat je de biXbi zelf kunt testen. Solo Urban Mobility is ook aangesloten bij grote leaseketens en fietsplannen, wat het eenvoudig maakt om via je werkgever een biXbi aan te schaffen. Daarnaast zijn de levertijden van deze e-bikes kort, zodat je snel de weg op kunt.
Victor benadrukt: “Bij Solo Urban geloven we in de toekomst van elektrisch fietsen. We nodigen iedereen uit om dit zelf te ervaren en de overstap te maken.” Bezoek Solo Urban Mobility Store in Maastricht en ontdek hoe de biXbi jouw manier van verplaatsen kan veranderen.
Pracht Bloemen Maastricht bv.
Grote Gracht 24 6211 SW Maastricht 043-3030606
info@prachtbloemenmaastricht.nl www.prachtbloemenmaastricht.nl
Bestellen kan online op onze website.
In de Minckelersstraat in hartje Maastricht vind je No Label, een winkelconcept met meubelen met een Scandinavische Nederlandse inslag.
Eigenaar Martin werkte meer dan 30 jaar als interieurontwerper en besloot bijna tien jaar geleden zijn eigen zaak te openen. Laat je verrassen door de uitgebreide, unieke collectie!
INTERIEURS
RAAMDECORATIE
INTERIEUR ADVIES
MAATWERK
OP-ZICHT PLAATSING
AAN DE FREMME 30 / 32
6269 BE MARGRATEN
T 043 - 321 53 31
ZIE ONZE WEBSITE VOOR DE OPENINGSTIJDEN
No Label bezorgt je een aangenaam huiskamergevoel, dat nog versterkt wordt door de mooie stadstuin.
Je vindt bij No Label een eigentijdse collectie banken, fauteuils, kasten, eetkamertafels en -stoelen of woonaccessoires.
Martin, die zes dagen per week in de zaak aanwezig is geeft je graag een persoonlijk advies en maakt desgewenst een compleet interieurplan voor je woning.
No Label is alle dagen behalve maandag geopend.
Minckelersstraat 10 Maastricht 043 8527606 • info@nolabel.nu • www.nolabel.nu
De herfst is een seizoen van verandering, met een rijk palet van kleuren die de natuur transformeren en een koele bries die de warme zomerdagen vervangt. Het is een perfecte tijd om je woning voor te bereiden op het seizoen en de gezellige, knusse sfeer die de herfst met zich meebrengt.
Hier zijn enkele tips en ideeën om je woning helemaal herfstklaar te maken
Zorg voor extra warmte: Voeg een paar extra kleedjes en kussens toe aan je bank en fauteuils. Warme, zachte dekens en kussens maken je huis extra gezellig, en je kunt er lekker onder kruipen tijdens een avondje op de bank.
Kies warme verlichting: Voeg kaarsen, sfeerlampen en dimbare lampen aan de ruimte toe om een gezellige en ontspannen sfeer te creëren.
Gebruik herfstkleuren: Pas de kleuren in je interieur aan door middel van kussens, gordijnen en vloerkleden in warme herfsttinten zoals goud, terracotta en olijfgroen.
De woontrends voor het najaar
In het najaar van 2024 zien we de trend van natuurlijke materialen en organische vormen. Denk bijvoorbeeld aan meubels en accessoires gemaakt van hout. Dit materiaal brengt een gevoel van warmte in huis, en creëert een rustgevende sfeer.
Subtiele seventies, grote statements, gekke vormen, maar ook oog voor duurzaamheid, hergebruik van materialen en lekker cocoonen. Dat zijn volgens VT Wonen de woontrends voor het najaar. De interieurstylisten deden inspiratie op tijdens de designbeurs in Milaan en pikten daar de nieuwste trends op. Trends die nu al te zien zijn bij de Limburgse meubelzaken.
Flexibele en modulaire meubels
De nieuwste meubels zijn er op gericht dat je er zo flexibel mogelijk mee om kunt gaan en ze eenvoudig te verplaatsen zijn. Zo zit je niet meer vast aan een standaard woonkamerindeling, met allemaal de blik op de televisie gericht.
Die behoefte aan cocoonen en warmte in huis zien we ook terug in de materialen. ‘Dit najaar zien we veel rijke stoffen, tapijtachtige wandbekleding en zelfs vloerbedekking dat wordt doorgelegd op de wanden.
Bij de meeste ontwerpers staat bij de ontwikkeling van nieuwe meubels duurzaamheid bovenaan de lijst van belangrijkste criteria.
De meubels, kasten, woonaccessoires en decoratie bepalen allemaal de sfeer en uitstraling van je huis en zijn daarmee bepalend voor je woongenot. En dat is niet anders met de vloer. Denk daarom ook zorgvuldig na over de vloer die past bij jouw woonstijl.
Een vloer ligt vaak over de gehele oppervlakte van een bepaalde kamer, en is vaak hetzelfde in het hele huis, of op zijn minst per etage. Het heeft dus nogal wat invloed op de sfeer in je huis. Laminaat, natuursteen, hout o vloertegels: ze geven allemaal een totaal andere look en hebben andere eigenschappen. En dus wil je bij de aanschaf van een vloer keuze hebben zodat je de vloer kunt uitzoeken die past bij wat jouw wensen zijn.
Parketmeester Erka Parket is al meer dan veertig jaar een familiebedrijf, waar inmiddels de derde generatie aan het roer staat. Sinds dit jaar heeft Roger Klever het bedrijf overgedragen aan zoon Mitch Klever. Parketmeester Erka Parket in Heer is dé speciaalzaak voor parket, laminaat en pvc-vloeren.
Met een ruime keuze aan materialen, kleuren en patronen, heeft Parketmeester Erka Parket een breed assortiment vloeren van gerenommeerde merken in diverse prijsklassen.
Laat u adviseren door de professionals en kom tot de juiste keuze voor uw woning.
Eigen vaklieden
Parketmeester Erka Parket beschikt over eigen, vakkundige, ervaren parketteurs. Vaklieden die uw vloer met veel zorg en plezier zullen aanbrengen. Zij nemen alles uit handen en weten precies waar ze op moeten letten. U bent dus verzekerd van kwaliteit en een perfect gelegde vloer waar u jarenlang plezier van heeft.
Parket en vloerverwarming:
De meest comfortabele én milieubewuste keuze
Ook parketvloeren zijn erg geschikt voor vloerverwarming/koeling. Mits de juiste materialen en technieken worden toegepast. Al vele jaren leggen wij met succes houten vloeren in combinatie met vloerverwarming/koeling. We vertellen u hier graag alles over in onze showroom onder het genot van een kopje Douwe Egberts koffie.
Maak een afspraak!
Om u een passend advies te kunnen geven, werken wij uitsluitend op afspraak. Een afspraak maakt u snel en makkelijk via de online agenda op onze website www.parketmeester.nl
PARKETMEESTER ERKA PARKET
Einsteinstraat 24, 6227 BX Maastricht info@parketmeestermaastricht.nl | Telefoon: 043 361 3221
Adrem Autoverhuur Limburg is een van de grootste verhuurbedrijven van Limburg. Met vestigingen in Maastricht, Heerlen, Sittard, Roermond en Venlo zorgt Adrem ervoor dat je altijd wegkomt. Niet voor niets is hun slogan ‘Wij maken dat je wegkomt’ en dat doen ze bij Adrem tot grote tevredenheid van hun klanten.
Of het nu gaat om een bestelbus huren, een auto of een personenbus, Adrem heeft voor elke vraag het passende voertuig. In Maastricht is het bedrijf recent verhuisd naar een groter pand aan de Akersteenweg. Supercentraal gelegen aan de uitvalswegen bij de A2. Van daaruit ben je nog sneller weg.
Op elke huurvraag heeft Adrem het antwoord. Voor het eerst op kamers in Maastricht of klaar met je studie?
Adrem heeft de juiste bestelbus om alle spullen te verhuizen. Met vrienden naar de wintersport? Huur dan een personenbus. Dat is wel zo gezellig en voordelig. En wie af en toe vervoer nodig heeft, huurt heel gemakkelijk een personenauto. Van compacte auto tot stationcar, automaat of handgeschakeld, Adrem heeft ze allemaal.
Een klanttevredenheid van 9,3 geeft aan dat de huurders de prijzen, service en kwaliteit van Adrem hoog waarderen. Dat is ook wat het hele team van Adrem nastreeft. Zo heb je bij Adrem nooit te maken met onverwachte kosten. Je betaalt alleen wat vooraf is afgesproken. Geen cent meer! En gaat het romantisch tripje naar Parijs op het laatste moment toch niet door, kun je altijd gratis annuleren.
Als het om autoverhuur zit je bij Adrem goed. De auto’s en bussen zijn alles bij elkaar meer dan 70.000 dagen per jaar verhuurd en maken 3,1 miljoen huurkilometers. Bij Adrem zorgen ze echt dat je wegkomt!
Huren? Er is altijd wel een Adrem-vestiging in de buurt. Adrem is van maandag tot en met zaterdag van 8.00 tot 17.00 uur telefonisch bereikbaar via 043 3521100. Je krijgt bij Adrem
Heerderdwarsstraat 25 6224 LS Maastricht info@maratec.nl 043 363 55 88
Bezoek onze website! Scan de QR code
Kom naar de showroom en laat je inspireren.
Persoonlijk advies op maat
Beste prijs-kwaliteitsverhouding
Vakkundig inmeten en monteren
Inspirerende showroom
Altijd maatwerk
EEN NIEUWE KEUKEN ZONDER ROMPSLOMP!
Waarom eindeloos door showrooms dwalen als je jouw droomkeuken gewoon thuis kunt ontwerpen? Kies voor Al Dente Keukens, het bedrijf van Wil Custers. Hij komt naar je toe, zodat je in alle rust jouw wensen kunt bespreken. Met 25 jaar ervaring in de keukenbranche weet Wil precies hoe hij jouw wensen kan omzetten in een prachtige, functionele keuken. Geen standaardoplossingen of showroomstress, maar persoonlijke aandacht aan jouw eigen keukentafel.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat steeds meer mensen kiezen voor een unieke, op maat gemaakte keuken, ontworpen door Wil Custers.
Eén aanspreekpunt van ontwerp tot oplevering Wil je een keuken die niet alleen prachtig is, maar ook perfect functioneert en precies bij je past? Wil Custers begeleidt je persoonlijk door het hele proces. Vanaf het moment dat je je ideeën deelt tot het moment dat je jouw nieuwe keuken in gebruik neemt, staat Wil aan jouw zijde. Hij zorgt voor de materialen, regelt de vakmensen en coördineert elke stap van het bouwtraject.
Zorg en vakmanschap
Bij Wil krijg je geen loze beloften, maar iemand die doet wat hij zegt. Elke keuken is maatwerk en wordt met de grootste zorg en vakmanschap gerealiseerd—precies zoals jij het voor ogen hebt.
Een nieuwe keuken in 5 stappen:
1. Gratis droomkeukenconsult
Wil komt bij je thuis, tijdens dit gesprek draait het om jou: wat zijn jouw wensen, wat vind je belangrijk, en hoe ziet je ideale keuken eruit?
2. Jouw droomontwerp
Het ontwerpen van jouw keuken is een creatief proces waarin jouw wensen centraal staan. Wil zet zijn expertise in om een ontwerp te maken dat niet alleen mooi is, maar ook perfect functioneert in het dagelijks leven.
3. Puntjes op de i
Na het bespreken van het eerste ontwerp heb je de tijd om feedback te geven. Wil verwerkt jouw opmerkingen en zorgt ervoor dat het ontwerp volledig aan jouw verwachtingen voldoet.
4. Kiezen van materialen
Nadat je het ontwerp hebt goedgekeurd, is het tijd om de materialen en kleuren te kiezen. Samen met Wil bekijk je stalen die perfect passen bij jouw interieur.
5. Jouw droomkeuken
Het moment is aangebroken: jouw droomkeuken wordt geplaatst. Wil biedt volledige ontzorging voor een scherpe prijs. Hij coördineert het hele traject en houdt alles nauwlettend in de gaten, zodat jij je geen zorgen hoeft te maken over de planning of de uitvoering.
telefoon 043 241 00 00, email: info@aldentekeukens.nl
Opties voor Elektrische Bestelwagens en Vracht
Donderdag 26 september 15.00 – 18.00 uur
Ankerkade 275, Maastricht
Wat is er allemaal mogelijk als het om elektrisch rijden gaat? Hoe zit het nu echt met de actieradius en trekkracht van een elektrische bestelbus, en met netcongestie?
Ontdek het tijdens de E-Mobility Expo ‘Opties voor Elektrische Bestelwagens en Vracht’ op 26 september. Geen event waarbij je zit en luistert, maar een middag om van alles te doen en uit te proberen.
Winkelcentrum na verbouwing publiekstrekker
Winkelcentrum Brusselse Poort heeft zichzelf na meer dan vijftig jaar opnieuw uitgevonden. Het resultaat mag er zijn. Terwijl de Maastrichtse binnenstad kampt met steeds meer leegstand laat Brusselse Poort een heel ander beeld zien. De ene na de andere winkel opent er, leegstand is er niet en er wordt met vertrouwen naar de toekomst gekeken.
DOOR: PETER EBERSON BEELD: DE NIEUWE STER
Strak, modern, schoon. Brusselse Poort is in niks meer te vergelijken met hoe het was. Sinds de familie Blokker het winkelcentrum kocht via hun investeringsmaatschappij Brusselse Poort CV onderging het winkelcentrum een metamorfose. Met een nieuwe slogan ‘Groot in klein geluk’ lokt Brusselse Poort bezoekers naar binnen.
Zeeman
Onder in het souterrain wordt druk getimmerd en gezaagd. Een nieuwe vestiging van Zeeman opent binnenkort de deuren. Een etage hoger is er eveneens bedrijvigheid bij ICI-Paris. De parfumzaak is na een grondige verbouwing weer geopend. Datzelfde geldt voor Holland & Barret die ook een verbouwing aankondigt.
Het moge duidelijk zijn, in Brusselse Poort wordt geïnvesteerd. Op een of twee kleinere panden na is er geen leegstand en dat mag opmerkelijk genoemd worden in een tijd waar zelfs het historische centrum van Maastricht te maken heeft met hardnekkige leegstand. De winkelcentra Mosae Forum en Entre Deux hebben het lastig. Zo lastig dat in Entre Deux na het vertrek binnenkort van de Zara, deze ruimte wordt ingevuld als fietsenstalling. De bovenste leegstaande winkelpanden in Entre Deux worden getransformeerd tot appartementen. →
Horeca
Hoe anders is de situatie in Brusselse Poort waar meer dan 50 winkels, supermarkten, voedingsspeciaalzaken en horeca is gevestigd. Brusselse Poort heeft nog een echt bankkantoor van de SNS waar je kunt binnenlopen, er zijn in het winkelcentrum meerdere pinautomaten, ook al een zeldzaamheid in de binnenstad en volop horec, zoals Grand Café La Porte, Délfrance, Subway, Bufkes, Kwalitaria en New York Pizza.
Maastrichtenaren die het winkelcentrum lang niet meer bezocht hebben, zullen opkijken hoe Brusselse Poort erbij ligt. Eigenlijk is het oude centrum volledig gestript en zorgen lichte plafonds met sfeerverlichting en mooie vloertegels en modern houtwerk voor een warme, prettige sfeer. Parkeren kan nog altijd heel goedkoop – kom daar maar eens voor in de binnenstad en op een zomerdag is het binnen heerlijk koel. Een moderne overdekte fietsenstalling brengt je meteen in het winkelcentrum. Rotzooi op de grond, overvolle prullenbakken tref je niet aan. In het hele winkelcentrum staan moderne afvalbakken waar afval meteen gescheiden kan worden. Er is een beveiliger en beheerder en met twee grote supermarkten is Brusselse Poort een plek waar een groot deel van Maastricht de dagelijkse boodschappen doet.
Het bestuur van Brusselse Poort is blij met de investeringen en ook verheugd over het feit dat het winkelcentrum nog verder wordt uitgebreid. Eind dit jaar start de aanleg van een nieuwe parkeergarage op het terrein waar nu nog de huidige parkeerplaats ligt. Met de uitbreiding komt er ook ruimte voor nieuwe winkels en horeca. Brusselse Poort krijgt ook zijn derde supermarkt. Op dit moment telt het winkelcentrum twee grote supermarkten, Jumbo en Albert Heijn. Daar komt een discounter zoals Aldi of Lidl nog bij. Ook komt er op het nieuwe plein dat ontstaat, na het maken van een verbinding tussen de parkeergarage en het winkelcentrum, nieuwe horeca. Met deze uitbreiding is Brusselse Poort weer klaar voor de toekomst.
Wij maken mensen blij! HENDRIKS EIGENTIJDS THUIS is gelegen pal tegenover Jumbo. Bij ons kunt u terecht voor een modern en snel wisselend assortiment bloemen, planten en woondecoraties (eigen import, dus uniek). We staan bekend om onze vriendelijke prijzen. Ons bedrijf exploiteert 18 bloemenzaken in Zuid Limburg en daarmee zijn we tevens de grootste van Nederland. Vanaf de bloemenveiling in Aalsmeer, via ons distributiecentrum in Kerkrade worden de winkels 7 dagen per week dagvers bevoorraad. Dit jaar bestaan we 45 jaar en we zijn nog steeds bij de tijd. In 1979 gestart in Maastricht-Heer als HENDRIKS BLOEMEN. Vestigingen in de buurt vindt u in Amby en Eijsden. Info op www.hendriksbloemen.nl
We garanderen onze klanten producten van superieure kwaliteit. Om dit te kunnen, houden wij vast aan ambachtelijke bereidingswijzen en traditionele recepten.
WWW.SLAGERIJVANMELIK.NL
Bij ons vind je alles om je van top tot teen te stylen.
Of je nu zoekt naar een trendy outfit, een mooi sieraad of de perfecte accessoire, wij hebben het allemaal.
Kom langs en ontdek onze wekelijks nieuwe collectie.
Of het nu gaat om een heerlijke kop koffie is, een snelle of uitgebreide lunch, een heerlijke high-tea, het wordt allemaal vers bereid en er op individuele wensen springt men direct in. Het terras, mede door de gratis WIFI, is zeker ook geschikt voor een zakelijke afspraak.
Tevens kunt u bij ons terecht voor, thema-avonden, diners, vergaderingen, tentoonstellingen, bedrijfsfeesten, dansavonden, koffietafels en familie feesten.
Graag zien wij u dan ook bij La Porte, voor de ultieme gastvrije beleving.
Behoefte aan een luisterend oor, rust of informatie? Je bent meer dan welkom! Kijk voor meer info op www.toonhermanshuismaastricht.nl
Vraog geer uuch dat ouch wel ‘ns aof. Dinger die vreuger gans gewoen waore, bestoon op gegeve memint neet mie. Me vraog ziech daan aof wat daomèt gebäörd is en veurwat die opins verdwene zien. Ligk dat aon d’n tied? Tije verandere of zien d’r aander zakes veur in de plaots gekoume? Is d’r gein behoofte mie aon? Wie zit dat?
In de jaore zesteg bestoonte in Mestreech twie sociëteite veur de jäög. Veur de jäög vaan ’t Veldeke en aander middelbare sjaole waors dat ’t Dinghoes en veur de wèrkende jäög, wie me dat zoe sjoen zeet, bestoont in de Breistraot de Berchmanssociëteit. Dao tössen in bestoont destijds niks. De broeders vaan de Beijart voonte dat e gemis en aon ’n aontal jongere vaan de Sint Aloysius Mulo woort gevraog of ze geine zin hadde um ’n jäögsociëteit op te riechte veur de jäög oet de sjaole vaan de broeders. Zoe oontstoont de jäögsociëteit Caves’66 die oondergebrach waors in de kelders oonder de Mulo aon de Cellebroedersstraot. Op goonsdagaovend kóste de jonges dao pingponge, biljarte en taofelvoetbal speule. Later kaom de zaoterdagaovend debij.
Nao get gevreigel, wie dat dèkser veurkump, woort Caves’66 opgeheve en ging de sociëteit weier oonder de naom Metro. Dao waors toch e gemis! Inmiddels waors naomelek ’t oonderwies gemingk gewoorde en móste de broeders touwgeve tot meidskes ouch welkom zouwe zien bij de sociëteit. De aovende woorte dus aanders vaan opzat en boete pingponge en taofelvoetbal woort dus ouch aon pleetsjes drejje en danse gedach.
De sjaol verhuisde op gegeve memint nao de nuibouw aon de Terra Nigrastraot op Potteberg. De naom Metro klopde neet mie bij dees nui hoesvesting en de sociëteit woort umgeduip en kraog de sjoene naom “de Kollefit”. In d’n aula vaan de nui sjaol woort noe op zaoterdagaovend de sociëteit gehawwe. Oet de jäög kaome jonges nao väöre die ziech diskjockey ginge neume en pleetsjes kóste drejje. D’r woort dus väöl gedans en zoe oontstoonte dus ouch de ierste köppelkes oonder de sjaoljäög. De broeders hadde daodoor ’n extra taak debij gekrege, ’n taak die bij hun noe neet direk veur ’t griepe laog, es geer snap wat iech bedoel. D’r is evels noets get oonierbaars veurgevalle, ’t touwziech vaan de broeders wèrkde dus good.
De sociëteit greujde en greujde. Dat laog netuurlek ouch aon ’t feit tot de awwers ’t e veileg geveul gaof tot hun kinder bij de soos waore en nurges aanders en tot de soos op ‘ne sjoenen tied de deure touwdoog en de kinder op tied, neet te laat, nao hoes kaome.
Nog evekes: op ’t Terra Cottaplein laog ’n frituur die woort bezeuk, es tiener höbste altied wel zin in e frietsje, meh daonao kaome ze weer veileg en wel thoes.
De Kollefit heet persijs 25 jaor bestaande en is toen terziele gegaange zjus zoe wie ’t Dinghoes en de Berchmans. De jäög heet aander käözes gemaak. Soms vin iech ’t jaomer en soms ouch neet. Wat veer in eder geval höbbe gelierd bij de broeders waors organisere. De broeders leten us euze gaank goon en loerde op d’n achtergroond euver eus sjouwers mèt. Die “riekdom” höbbe veer aon de broeders te daanke. Meh jeh, tije verandere …
Jan Janssen
Op 27 juni 1994 stapte de 89-jarige Amerikaanse miljardair
J. Howard Marshall in Houston (Texas) in het huwelijksbootje met de 26-jarige Anna Nicole Smith. Een jaar eerder was de bruid nog verkozen tot Playmate van het jaar door het tijdschrift Playboy. Het huwelijk zorgde destijds voor veel internationale bekendheid van het echtpaar. Ruim dertien maanden na de voltrekking van het huwelijk overleed de hoogbejaarde Marshall. Een langdurig juridisch conflict over de erfenis brak vervolgens uit tussen Smith en de kinderen van Marshall. Toen Anna Nicole op 8 februari 2007 in Hollywood (Florida) zelf op 39-jarige leeftijd kwam te overlijden, stonden de twee partijen nog steeds als kemphanen tegenover elkaar. De bruidegom en bruid scheelden maar liefst bijna drieënzestig jaar in leeftijd. Meer dan tweehonderd jaar geleden overleden in de Havenstraat in Maastricht twee echtgenoten die op het gebied van leeftijdsverschil niet bijzonder veel onderdeden voor het echtpaar Marshall-Smith. De man en vrouw in kwestie scheelden maar liefst vierenveertig jaar in leeftijd. Ondanks dit enorme leeftijdsverschil kwamen zij binnen een tijdspanne van slechts vier maanden beiden te overlijden, 77 en 33 jaar oud. We reizen deze keer terug naar het jaar 1820. Maastricht is op dat moment een belangrijke garnizoensstad in het jonge Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I zwaaide de scepter over dat koninkrijk, bestaande uit de huidige koninkrijken Nederland en België.
Een zwangere weduwe
In het jaar 1820 woonde het echtpaar Caspar Munnix en Anna
DOOR: STEFAN VRANCKEN
Elisabeth Stassen in de Havenstraat.
Anna Elisabeth was in dat jaar de vierde maal in verwachting van haar bejaarde echtgenoot. Zij had hem eerder reeds twee dochters geschonken, geboren in 1814 en 1816. In 1818 had zij een levenloos meisje ter wereld gebracht. Op 22 februari 1820 sloeg het noodlot toe. Om vier uur in de middag kwam de 77-jarige Caspar te overlijden. Voor zijn weduwe Anna Elisabeth Stassen moet dat een complete ramp zijn geweest. Zij blijf achter met twee kleine kinderen, en was zwanger. Ruim vijf maanden later, op 27 juni 1820, beviel zij in haar woning in de Havenstraat van een dochter. Dit meisje kwam helaas levenloos ter wereld. Het moet een zware bevalling zijn geweest. Een dag na de bevalling blies de jonge weduwe namelijk haar laatste adem uit. Twee weken later zou zij 34 jaar zijn geworden. De beide weeskinderen van Caspar en Anna Elisabeth, de zesjarige Maria Anna Hubertina en de vierjarige Maria Josepha, werden ondergebracht in het Rooms-Katholiek Weeshuis in de Lenculenstraat. Dit weeshuis is tegenwoordig bekend als het appartementencomplex Hof van Sint Monica.
Een bijzonder huwelijk in 1813
Caspar Munnix en Anna Elisabeth Stassen, op dat moment 71 en 27 jaar oud, trouwden in Houthem op 4 december 1813. Houthem, maar ook Maastricht, maakte toen nog onderdeel uit van het Franse keizerrijk van Napoleon I. Caspar werd op 13 oktober 1742 gedoopt in Houthem als zoon van Lambertus Munnix en Maria Hendrix. Hij kwam uit een vermogende boerenfamilie uit Terblijt. Zo was zijn moederlijke
grootvader Caspar Hendricx nog burgemeester van Terblijt geweest. Zijn ouders Lambertus en Maria waren in 1739 naar Houthem verhuisd, waar Caspar dus ter wereld zou komen. Anna Elisabeth Stassen werd ook gedoopt in Houthem, en wel op 11 juli 1786. Haar ouders waren Pieter Stassen en Joanna Gijsen. De jonge bruid was reeds in verwachting ten
tijde van de huwelijksvoltrekking, want drie maanden later werd hun eerste kind reeds geboren, de hiervoor genoemde Maria Anna Hubertina Munnix. Binnen de kleine dorpsgemeenschap van Houthem zal deze zwangerschap en het huwelijk heel wat tongen hebben losgemaakt. Ten tijde van de huwelijksvoltrekking was Caspar al ruim zes en een
half jaar weduwnaar van Joanna Catharina van der Scheuren. Joanna Catharina had Caspar in de periode 1772-1783 zeven kinderen geschonken, maar in dat jaar 1813 waren nog slechts de twee oudste kinderen, de dochters Maria Helena en Maria Catharina, in leven. Het jongste kind, zoon Michaël, was vermist. Hij was soldaat in de Grande Armée van keizer Napoleon I, maar men wist niet of Michaël nog in leven was, of waar hij eventueel verbleef. Zelfs in 1820, toen vader Caspar overleed en de Napoleontische Oorlogen tot het verleden behoorden, was het bestaan van Michaël nog steeds onzeker. Blijkbaar maakten de dochters Maria Helena Munnix, woonachtig
in Houthem en gehuwd met de schrijnwerker Gerard Willems, en Maria Catharina Munnix, woonachtig in Maastricht en gehuwd met de kuiper Pieter Koumans, zich ernstige zorgen over het voorgenomen tweede huwelijk van hun vader. Hun toekomstige stiefmoeder was jonger dan zijzelf. Op 30 september 1813, ruim twee maanden voor het huwelijk, werden bij notaris Pieter Willem Willems in Schimmert regelingen getroffen waardoor het familievermogen veiliggesteld werd. De dochters en schoonzonen van Caspar konden waarschijnlijk weer enigszins rustig slapen. Wat zij toen echter niet konden weten, is dat zij via die stiefmoeder in 1839 een nalatenschap in de schoot kregen
geworpen. De familie van Anna Elisabeth Stassen was namelijk niet onbemiddeld. Maar daarover later meer. In dat opzicht verschilde de bruid van Caspar Munnix overduidelijk met Anna Nicole Smith, die als ‘golddigger’ bekend kwam te staan.
De ‘vlucht’ naar Maastricht
We zullen nooit te weten komen of de sociale druk binnen Houthem wellicht te groot was geworden, of dat een gevoel van schaamte de overhand had genomen, maar blijkbaar vonden Caspar en zijn jonge echtgenote het geen goed idee om hun kind in Houthem ter wereld te laten komen. Op 3 maart 1814 zag hun dochter Maria Anna Hubertina Munnix daarom
het levenslicht in Maastricht. De ambtenaar van de burgerlijke stand noteerde in de Franstalige geboorteakte dat de ouders van het kind in Houthem woonachtig waren, maar tijdelijk in Maastricht verbleven in een woning op de Boschstraat. Caspar Munnix werd aangeduid als “cultivateur” (landbouwer). Twee maanden na deze geboorte zouden de Franse troepen na bijna twintig jaar de stad Maastricht verlaten, en namen de Nederlanders het militaire commando over de stad over. De ‘tijdelijke’ woonplaats Maastricht werd overigens uiteindelijk een definitieve woonplaats, want toen het tweede kind, Maria Josepha, op 2 juni 1816 ter wereld kwam, woonde het
echtpaar Munnix-Stassen officieel in de Havenstraat. Inmiddels had Caspar zijn bestaan als landbouwer opgegeven. De ambtenaar van de burgerlijke stand noteerde dat de vader geen beroep had. Toen Caspar meer dan twee jaar later, op 22 oktober 1818, aan de ambtenaar van de burgerlijke stand het levenloze meisje liet zien waarvan zijn echtgenote een dag eerder was bevallen, noteerde die ambtenaar dat de vader rentenier was. Caspar kon dus leven van de opbrengsten van zijn vermogen, of wellicht betrof het het vermogen van zijn jonge echtgenote. Het tonen door Caspar van zijn levenloze dochtertje klinkt luguber, maar in die tijd was het verplicht om het pasgeboren kind als een ‘bewijsmiddel’ mee te nemen naar het stadhuis, of dat nou een levend of een levenloos kind was. De ambtenaar van de burgerlijke stand moest zich ook kunnen overtuigen van het geslacht van het kind. Dit geslacht was namelijk van belang voor de militaire dienstplicht.
Het lot van twee weesmeisjes Hoe liep het verder af met de twee jonge weeskinderen van Caspar Munnix en Anna Elisabeth Stassen? Het oudste kind, Maria Anna Hubertina Munnix, overleed op ruim tienjarige leeftijd op 30 augustus 1824. Zij was toen woonachtig in de Rechtstraat 26 in Wyck. Bij wie zij op dat moment woonde is onbekend. Mogelijk was zij door het weeshuis, waar zij samen met haar zusje verbleef, ondergebracht bij een ‘pleeggezin’. Het kan ook zijn dat zij woonachtig was bij haar moederlijke grootmoeder. Toen die moederlijke grootmoeder namelijk in 1833 overleed, bleken tot haar nalatenschap maar liefst vier huizen te behoren, waaronder een huis in de Rechtstraat. Op 17 februari 1825 verzamelden de eerder genoemde halfzussen Maria Helena Munnix en Maria Catharina Munnix, alsmede één van de regenten van het weeshuis, zich op het kantoor van notaris Willem Joseph Helgers in de Sint Jacobstraat 7. Notaris Helgers was verzocht de aangifte te verzorgen in verband met de
verschuldigde successierechten over de nalatenschap van Maria Anna Hubertina Munnix. De regent van het weeshuis, Tilman Theodorus Xaverius Kerens, trad hierbij op als voogd van de minderjarige Maria Josepha Munnix. Uit de aangifte die werd opgesteld door de notaris, blijkt dat zowel de overledene als haar zusje in het weeshuis werden opgevoed. De relatie met het adres Rechtstraat 26 is dan ook vooralsnog onbekend. Nader onderzoek zal meer aan het licht moeten brengen. Maria Josepha Munnix, het laatste kind van Caspar Munnix en zijn tweede echtgenote, kwam uiteindelijk te overlijden toen zij woonachtig was in Houthem bij haar halfzus Maria Helena Munnix en zwager Gerard Willems. Op 8 februari 1839 sloot zij voor eeuwig haar ogen, slechts 22 jaar oud. Uit de aangifte voor de successierechten die na haar overlijden werd gedaan, blijkt dat zij ziek was geweest. De kosten van medicamenten en een dokter werden namelijk opgevoerd als kosten van de nalatenschap.
Een omvangrijke nalatenschap Uit de genoemde aangifte voor de successierechten blijkt dat Maria Josepha Munnix geen onbemiddelde dame was. Zo
behoorde tot haar nalatenschap een huis met stalling in Houthem, alsmede vele percelen landbouwgrond, eveneens gelegen in Houthem. Deze bezittingen kwamen ongetwijfeld uit de nalatenschap van haar moeder en haar hiervoor genoemde moederlijke grootmoeder die in 1833 was overleden. Ondanks dat de halfzussen Maria Helena en Maria Catharina ongetwijfeld niet blij zullen zijn geweest met het tweede huwelijk van hun vader, zou dit huwelijk deze beide dames uiteindelijk geen windeieren leggen. Via hun halfzusjes zouden de dochters van Caspar Munnix en zijn eerste echtgenote de bezittingen opstrijken van de familie van hun stiefmoeder. Op 19 april 1839, ruim twee maanden na het overlijden van Maria Josepha Munnix, werd overigens in Londen het verdrag ondertekend waarbij de Belgische onafhankelijkheid internationaal werd erkend, en waarbij ook de grenzen tussen Nederland en België werden vastgesteld. Hiermee kwam eindelijk een einde aan een langslepend conflict dat in 1830 was begonnen met de Belgische Opstand. In juli 1839, twee maanden na de ondertekening van dit verdrag, had de Houthemse
notaris Jan Mathijs Schoenmaeckers het druk met de verdeling van de nalatenschap van Maria Josepha Munnix, en de publieke verkoop van een deel van haar bezittingen.
Nog meer weeskinderen
Zoals hiervoor vermeld, overleed in 1833 de moeder van Anna Elisabeth Stassen, de tweede echtgenote van Caspar Munnix. Uit de aangifte voor de erfbelasting blijkt dat niet alleen haar minderjarige kleindochter Maria Josepha Munnix in het RoomsKatholiek weeshuis in Maastricht werd opgevoed. Ook twee andere minderjarige kleinkinderen verbleven in datzelfde weeshuis. Dit waren Jacobus Hubertus Niesten en Maria Niesten, kinderen van de reeds overleden Elisabeth Stassen en Cornelis Niesten. Dit waren dus een volle neef en nicht van Maria Josepha Munnix. De eerder genoemde regent van het weeshuis, Tilman Theodorus Xaverius Kerens, vertegenwoordigde deze drie minderjarige kleinkinderen als hun voogd. Buiten vier huizen liet deze gefortuneerde grootmoeder meer dan dertig percelen landbouwgrond na aan haar erfgenamen.
De enorme veerkracht van Maastricht.
TVan maakindustrie naar kenniseconomie.
ot in de jaren zeventig was Maastricht economisch gezien vooral een industriestad. We waren met zijn allen “zoe gruuts wie ‘ne pauw”op wat er gemaakt werd. Zoals sanitair (Sphinx), porselein (Mosa) en papier (toen KNP, nu Sappi). Je kon het overal ter wereld tegenkomen. Die maakindustrie is er nog steeds. Denk aan Thomas Regout en Bates Cepro en tal van andere productiebedrijven. En daar zijn we nog steeds trots op.
Maar er is veel veranderd. Veel van de gebouwen van de oude industrie hebben een nieuwe functie gekregen. Het zijn pareltjes geworden binnen het toch al rijke erfgoed van onze stad. Denk aan het Sphinxkwartier met al die fraai gerestaureerde gebouwen. Het Sphinxgebouw (waarin het Student Hotel is gevestigd), de Timmerfabriek (waarin de Muziekgieterij haar onderdak heeft gevonden), de Cokesfabriek... ze staan voor een rijke geschiedenis én een mooie toekomst. Niet alleen daar, maar ook elders in de stad. Wat te denken van de Ridderbrouwerij en straks na de herontwikkeling bijvoorbeeld de Botermijn
De stad heeft zich in nog geen halve eeuw weten te ontwikkelen van een rijke industriestad tot een echte speler op gebied van kennis, maakindustrie, toerisme, cultuur en beleving. Maastricht staat echt internationaal op de kaart. Door het verdrag van Maastricht maar nog veel meer door de Universiteit Maastricht, het academisch ziekenhuis en tal van internationale instituten en evenementen (denk aan TEFAF), Maastricht is uitgegroeid tot een stad van allure.
Daardoor zijn duizenden arbeidsplaatsen ontstaan voor jong en oud en voor hoog en ook voor minder hoog opgeleide mensen. Daardoor trekt de stad niet alleen nieuwe bewoners aan, maar wil ook studenten na hun opleiding behouden voor stad en regio en houdt ook de geboren en getogen Maastrichtenaren binnenboord.
De Senioren Partij Maastricht is een groot voorstander om het verleden van de stad te binden aan de toekomst. De partij is ervan overtuigd dat in die combinatie “us sjoen Mestreech” aantrekkelijk blijft voor de inwoners, bedrijven en gasten. En welke Maastrichtenaar wil dat nou niet?
John Steijns
Senioren StadsPartij Maastricht
Info: john.steijns@gemeenteraadmaastricht.nl
Ronald Wintjens, algemeen directeur Nederlandse Dansdagen
“Mijn missie is festival en de stad onlosmakelijk met elkaar te verbinden”
In Café Paulus op de Kommel blikt Ronald Wintjens, algemeen directeur van de Nederlandse Dansdagen, vooruit op het aanstaande festival. “Het is de 27e editie. Ik ben heel blij dat het festival inmiddels een doorsnee van de dans in Nederland laat zien. Het varieert van Het Nationale Ballet tot amateurdans in de tent, tijdens Meesterwerken staan we uitgebreid stil bij het afscheid van Ed Wubbe van Scapino Ballet, het Gala is altijd een feestelijk moment en ik kijk uit naar de danscafés.”
DOOR: MIKOS PIETERS BEELD: MIKOS PIETERS & SJOERD DERINE
Danscafés
Hierdoor wisselt ook Café Paulus van gedaante. “Het café is gewoon open maar met de stoelen aan de kant, muziek en de Maastrichtse dansverenigingen Tango Maastricht en Ruby Pure Latin.” De danscafés strijken niet alleen neer in de binnenstad. Ook in Heer, Mariaberg en Itteren kunnen de voetjes van de vloer door ballroom en te linedancen. “Mensen kunnen aan de bar een biertje drinken, samen met wie wil dansen en daarna weer een biertje. Dit wordt nu alweer het derde jaar dat we dit doen, echt heel erg leuk.”
Derde generatie
Wintjens is mede-oprichter en algemeen directeur van Sally Dansgezelschap Maastricht en combineert dat sinds 2016 met de leiding van de Nederlandse Dansdagen. “Het mooie is dat inmiddels een derde generatie makers dans is ontstaan in deze regio die er voorheen niet waren. Danscompagnie Limburg was één van de eerste, daarna Joost Vrouenraets en mijn eigen Sally, nu zijn er het interdisciplinaire dansgezelschap Rover van Roshanak Morrowatian en Mami Izumi en Oxygen van Jennifer Romen.”
Sowieso is het bijzonder dat drie festivals in Zuid-Limburg alle vormen en facetten van dans laten zien. Naast de Dansdagen in Maastricht zijn dat schrit_tmacher en The Notorious IBE in Heerlen. “De drie werken nauw met elkaar samen. Met elkaar ben je bezig het dansklimaat en het publiek met elkaar te verbinden. Daar ligt nog veel potentie.”
Aanjager
Landelijk gezien is het Maastrichtse festival als BIS-instelling onderdeel van culturele basisinfrastructuur en vervult het de rol als aanjager en verbinder, voert lobby in Den Haag en maakt zich sterk voor de Nederlandse dans. “Je hebt Het Nationale Ballet, het Nederlands Danstheater en je hebt de Nederlandse Dansdagen.”
Elitair
Desalniettemin ging de verschuiving van gemeentelijk cultuurbudget van de revitalisatie van de Bonbonnière naar de Nederlandse Dansdagen niet zonder slag of stoot. Al snel werden de Nederlandse Dansdagen als elitair gebrandmerkt. “Het festival heeft heel lang gesteund op
een weekend voor professionals en het uitreiken van prijzen. Dat kleeft er nog steeds aan, maar is zeker sinds mijn komst al lang niet meer zo. Verder is dans toch ook een ongrijpbare kunstvorm voor veel mensen. Ik vind dat beeld natuurlijk onterecht maar ik kan het enigszins begrijpen. Dat neemt niet weg dat er heel veel voorstellingen toegankelijk zijn voor een breed publiek.”
Naast verantwoording en uitleg door wethouder Frans Bastiaens heeft de directie en bestuur van het festival een brief gestuurd aan de voltallige gemeenteraad. Hierin staat een onderbouwing van de noodzaak voor extra financiering, een benchmark met andere grote culturele festivals en een uitnodiging om in gesprek te gaan. Ondanks de storm in een glas water is geen raadslid hierop ingegaan. “Ik deins niet terug voor kritiek, in mijn werk ben ik dagelijks kritisch en mag iedereen kritische
vragen aan mij stellen. Waar ik wel kritisch op ben is het vertellen van feitelijke onjuistheden. Die twee ton jaarlijks klinkt als heel veel en is ook echt heel veel geld. Het gaat uiteindelijk om werkgelegenheid en duurzaam behoud van wat je ontwikkelt richting de toekomst wat terugvloeit naar de stad. Ook ik heb een sentiment voor de Bonbonnière. In 2017 hebben we daar de opening georganiseerd en ook nu we willen er ook weer graag in. Ik vond het heel jammer dat het hele verhaal wordt niet verteld.”
Investering
Sowieso pleit hij voor een ander perspectief, bekijk de cultuursubsidies niet als kosten maar als investering. “Subsidiering klinkt als ik geef geld aan. Maar de werkelijkheid is dat je investeert. Dus investeer je als gemeente in de Dansdagen zodat we per saldo meer naar de stad kunnen
toehalen. Dat is het mechanisme. Als je zegt we geven minder aan de Dansdagen dan gaan die andere tonnen ook niet meer naar de stad toekomen. Dan verliest de Dansdagen zijn positie, geen BIS-instelling meer en haken sponsors af. Dan is het een neerwaartse spiraal.”
De Nederlandse Dansdagen ontvangt ruim drie ton van de landelijke overheid, bijna anderhalve ton van de provincie en nu dus bijna drie ton van de gemeente. Zelf haalt het festival bijna vijfenhalve ton aan eigen inkomstem op. Tijdens de komende editie zal het cultuurbeleid van de nieuwe regering ongetwijfeld gespreksonderwerp zijn. Naast de aanstaande BTW-verhoging tast de bezuiniging op de giftenaftrek het verdienvermogen van de kunst- en cultuursector aan. “Als je de Geefwet de nek omdraait wordt het nog moeilijker.
Als je als onderneming een maatschappelijke verantwoordelijkheid wil nemen en daarmee een deel van je winst wil afdragen en iets mogelijk wil maken voor een groep kinderen of groep ouderen dan moet het makkelijker gemaakt worden in plaats van moeilijker.”
Missie
Hij beschouwt het als zijn missie om het festival en de stad onlosmakelijk met elkaar te verbinden. “Ik denk, en dat is puur mijn eigenwijsheid, dat men veel integraler naar beleid moet kijken in deze stad. Dat kunst en cultuur niet als een apart domein bekeken moet worden. Hoe je als stad kunst en cultuur als onderdeel meeneemt om maatschappelijke en economische doelen te bereiken. We denken te veel in hokjes en daardoor niet zien hoe facetten met elkaar verbonden kunnen worden, of al zijn en verstevigd kunnen worden.
Ik denk dat het te maken heeft dat zowel landelijk, regionaal als stedelijk men geen juiste blik heeft op hoe kunst en cultuur een onderdeel vormt van het dagdagelijkse leven. Vanaf het moment dat je daar goed naar gaat kijken, dan zie je tegelijkertijd het enorme belang en dat zou ook moeten veranderen hoe je beleidsmatig daarna kijkt en welke financiering je zet op autonome kunst, op kunst als middel en kunst en cultuur in verbinding met andere domeinen.”
Identiteiten
Maastricht afficheert zich als tweede cultuurstad van Nederland, volgens Wintjens moet de stad de topplek claimen. “Als je naar deze stad kijkt naar wat in het DNA van alle lagen van de bevolking zit dan is dat kunst en cultuur. Mensen zijn meer met kunst en cultuur bezig zijn dan wat wordt erkend. Het is één van de belangrijkste identiteiten van deze stad. Maar ook hoe je de stad verder inricht, wat je wil dat de stad is, hoe je over het centrum en de wijken nadenkt. Het debat daarvoor zou niet alleen over de financiering tussen professionele en amateurkunsten moeten gaan. Het zou geen keuze moeten zijn omdat kunst en cultuur zo’n belangrijk onderdeel is van de omgeving. Het is waarom hier mensen naar toekomen als bezoekers, waarom mensen hier willen wonen, waarom mensen hier willen blijven wonen.”
Amateurdans
“Waar ik wel kritisch op ben is het vertellen van feitelijke onjuistheden”
1 cappuccino
1 glas water
2 rivella
1 kleine salade rode bieten
1 kleine salade spicy chicken
Daarbij moeten de professionele en amateurkunsten niet tegen elkaar worden uitgespeeld. “Met de Dansdagen kunnen we laten zien dat we van alles kunnen betekenen voor de amateurdans. Want het één kan niet in succes bestaan zonder het andere. Maatschappelijke projecten en amateurdans kunnen niet bestaan zonder de professionele kunst. Dat is ook altijd mijn insteek geweest, net als om de verschillende dansvormen gelijkwaardig naast elkaar te laten zien. We hebben nu ruimte om de maatschappelijke taak nog meer te kunnen oppakken en de samenleving mee op te bouwen. En deze in totaliteit verbreden, ook voor volkscultuur en ook voor professionele cultuur.
Dansen
Iedereen danst eigenlijk, ook al noemen we dat niet zo. Kinderen dansen totdat ze het afleren. Want het mag niet, je moet stilzitten en gaandeweg gaan we steeds stiller zitten.” Het festival zet in op een hernieuwde kennismaking en wil zoveel mogelijk mensen het mooie van dans laten ervaren. “Dansweb is zorggericht voor specifieke
sociaal-maatschappelijke groepen zoals ouderen, mensen met een beperking en kinderen en jongeren in het speciaal onderwijs. We gaan de wijken in voor meer maatschappelijke en sociale verbinding en tegen eenzaamheid.
Als je hebt over mentale gezondheid van jongeren dan lijkt dat het terrein van zorginstellingen en sport, maar kunst en cultuur hangt er een beetje buiten terwijl je dat meer aan elkaar moet rijgen. De komende jaren gaan we daar juist meer op insteken.”
De Nederlandse Dansdagen zijn gegroeid van een weekend naar een week en meer ingebed in de stad. Hierdoor komen 60% van de bezoekers uit de regio, 20% uit de Randstad en 20% uit de rest van het land. “In de vorm zoals het was voordat ik begon, zou het festival doodsterven. Nu zijn we verder, voldoen we aan de eisen die aan ons gesteld worden en zie je dat overal voor iedereen iets te beleven valt. We zijn op de goede weg. Het is heel prettig dat erkenning uit de stad en rijk komt. Daar stopt het niet.” Met een glimlach, “het festival is echt geslaagd als in zeven dagen de hele stad danst.”
Het najaar is een hele mooie periode om iets te vieren bij Bouchon d’en Face. Privé of zakelijk, individueel of in groepsverband. Het proeflokaal is bij uitstek geschikt hiervoor. Datzelfde geldt voor vergaderingen, presentaties en andere zakelijke aangelegenheden. We maken graag een voorstel op maat.
Stuur ons een mail, trek aan de bel of kom langs. Vanaf 16 uur zijn we aanwezig op de zaak. Alle dagen zijn we geopend voor diner.
Belle Mani for him & her ademt Italiaanse sfeer. We bieden Medik8 schoonheidsbehandelingen, pedicure, manicure, Biab, gel- en acrylnagels, waxen, en wenkbrauwen- en wimperverzorging.
HOOGBRUGSTRAAT 76
Bezoek de gezelligste interieurgalerie van de Euregio vol kleurrijke vintage designmeubels, schilderijen, mixed media kunst en keramiek van Boedapest tot Maastricht. Eerlijk, duurzaam en circulair - voor de toekomst van wonen.
WILHELMINASINGEL 70
Founders Bar is een klassieke hotel- en cocktailbar, geïnspireerd op de bars die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw beroemd werden in Londen en Parijs. De bar is gelegen in Hotel Beaumont en serveert een breed assortiment aan cocktails, sterke dranken, snacks, een dinerkaart en een unieke wijnkaart met ruim 400 selecties.
De bar is 7 dagen per week geopend van 17:00 tot 1:00 uur en op zondag tot 00:00 uur. Vanaf 2 oktober is er iedere woensdag vanaf 19:00 uur live muziek tijdens Jazz Night! Het is mogelijk om te reserveren, maar er worden ook iedere avond plekken vrijgehouden voor walk-ins.
INKOOP – VERKOOP - VERPANDEN – TAXATIE
Gesitueerd in een prachtig historisch pand in Wyck kunt u bij ons terecht voor al uw vragen over goud. Ons team is vakkundig en gespecialiseerd in luxe merksieraden, ook voor uw (oud)goud of erfenis. Jarenlange ervaring zorgt ervoor dat u kunt rekenen op een transparant proces en juiste waardebepaling. In samenwerking met GertrudeGold.com verkopen we online Vintage sieraden van hoge kwaliteit. Duurzaam en waar voor je geld. Neem gerust een kijkje in de steeds wisselende collectie, of maak een afspraak op locatie in Wyck waar we u in alle privacy kunnen adviseren.
WWW.GOUDBLOEM.NL | WWW.GERTRUDEGOLD.COM
HOOGBRUGSTRAAT 50-A, WYCK - MAASTRICHT
Maastricht staat als meest Bourgondische stad van Nederland bekend om zijn fijne restaurants,gezellige kroegen,Mediteraanse terassen… én al z’n lekkernijen! Maar welke lekkernijen zijn er dan zoal te krijgen in maar ook rondom Maastricht en wat is hun verhaal, achtergrond, recept of… geheim?
René Persoon beschrijft maandelijks in De Nieuwe Ster typische Maastrichtse lekkernijen. Van klassieke Mestreechse Praline tot ‘t traditionele “Stumpke” of een verrassende nieuwe vondst... zodat u daarna zelf de proef “in de mond” kunt nemen.
Deze maand: Mestreechter Mocca van Maison Blanche Dael.
LOCATIE:
Maison Blanche Dael, Wolfstraat 28 Maastricht. Dagelijks geopend van 09.30-18.00 uur, Zondag en maandag vanaf 13.00 uur.
LEKKERNIJ:
Mestreechter Mocca. 250 gram. 6,75 euro.
IN GESPREK MET:
Huub & Albert Berghof, eigenaren en koffiebranders.
Ondanks dat de naam Wolfstraat in de huidige tijd het ergste doet vermoeden, is de Maastrichtse Wolfstraat van oudsher een prachtige en historische winkelstraat in het centrum van Maastricht. Veel bekende Maastrichtse middenstanders hebben hier furore gemaakt. Wie herinnerdtzich nog de sigarenfabriek Philips (later de Limburger) de bloemensalon Frissen-Pieters, de geestelijke beelden van Gerard Hack, de peperkook van Franssen, de kaas van Bon Gout, de Chinees Nanking, de lederwaren van Hustinx en de etalage met de
spannende foto’s van de nachtclub “Royal”?
Geur
Sinds begin jaren zeventig is de Wolfstraat voetgangersgebied én een ideale verbindingsstraat tussen het Onze Lieve Vrouweplein en de rest van het Maastrichtse kernwinkelgebied. Wie vaker de Wolfstraat in- of uitloopt heeft wellicht nóg een herinnering aan deze straat namelijk de... geur!
“De Mestreechter Mocca vervult de hoofdrol binnen de Blanche Dael familie”
De geur van heerlijk gebrande koffie, die telkens ontsnapt als de deur geopend of gesloten wordt van de winkel waar Blanche Dael sinds 1878 gevestigd is. De naam Blanche Dael refereert aan de naam Blanche, de jongste dochter van de oprichter, Guillaume Dael. Blanche Dael en haar man
Louis Boesten blijven tot op hoge leeftijd werkzaam in de zaak, daarbij gesteund door de broer van Blanche, Léon Dael, die de
koffie brandt. Ze zijn streng op de inkoop en nemen alleen genoegen met de beste kwaliteit koffiebonen. Ondertussen is ook Jean Erkamp in dienst gekomen, die het koffiebrandersvak aangeleerd krijgt door Léon Dael.
Overname
Op 70-jarige leeftijd besluiten Blanche en Louis het bedrijf te verkopen aan Jean Erkamp en Huub Berghof, een drogist uit de Kleine Staat. Bij de overname wordt de naam Maison Blanche Dael gehandhaafd en in de jaren die volgen concentreert zich het aanbod steeds meer op uitsluitend koffie, thee en noten. Een sprong in de tijd leert dat in 2001 Jean Erkamp zijn aandeel in de zaak overdraagt aan Albert Berghof en sindsdien is het bedrijf geheel in handen van vader en zoon, Huub en Albert Berghof.
In 2003 ontvangt Maison Blanche Dael het predicaat Hofleverancier en onder de bezielende leiding van Huub en Albert groeit het bedrijf verder... o.a. met het door velen gekende concept Coffeelovers.
Sinds 2020 is de koffiebranderij gevestigd in het Brikke-gebouw op het voormalige industrieterrein van de Sphinx... een bezoek én mooie kop koffie waard! Wat een historie en wat een prachtig assortiment aan koffies zijn er bij Blanche Dael te genieten.
Mocca Turc
Voor onze Maastrichtse Lekkernij kiezen wij natuurlijk voor de “Mestreechter Mocca”. Deze koffie zag zo’n 10 jaar geleden het levenslicht uit een combinatie van toen 3 bestaande koffies, namelijk de al decennialang beroemde Mocca Turc (mijn moeder kocht ‘m altijd met de Kerst), de Araba-koffie én de Mestreechter Mix, ooit nog eens samengesteld met hulp van Nol van de Bobbel. Uiteraard gebrand uit eerste klas
Arabica bonen uit Brazilië, Costa Rica, Guatemala.
De Mestreechter Mocca vervult sindsdien zo’n beetje de hoofdrol binnen de Blanche Dael koffiefamilie en is door zijn samenstelling en smaak de vertegenwoordiger van de Maastrichtse koffiecultuur. Uitgebalanceerd van smaak met een lichte aciditeit, een echte moccabeleving met chocoladetonen en een aangenaam rond mondgevoel... verrassend, uitdagend, om meteen van te houden en te vergelijken met de Bourgondische beleving van de stad Mestreech. Door de hand van de Meester-koffiebranders en de topkwaliteit koffiebonen, is deze smaak-expressie tot in detail te ervaren.
Chocolade
Het is niet iedereen gegeven om van een samenstelling van koffiebonen zoiets aangenaams te branden. Gelukkig lukt dit al decennialang bij Blanche Dael. ‘N “Teske Mestreechter Mocca” wordt bij ons thuis meestal genoten in combinatie met een heerlijk stukje chocolade,l iefst iets bitter, 72% cacao.....en op speciale dagen past er wat mij betreft uiteraard een wat oudere Calvados bij.
Echter... volgens mijn echtgenote zijn er teveel “speciale dagen... maar daar ben ik het niet mee eens.”Carpe Diem” heet ‘t toch? Laat het u smaken... santé en tot de volgende maand!
ALTIED GEZELLIG IN DE KARKOL. TOT GAW!
inGroot gelukklein
Een overdekt winkelcentrum met ruim 50 winkels, van supermarkten en voedingspeciaalzaken tot sfeervolle horeca en van drogisterijen tot woonwinkels, is er voor ieder wat wils! De gezellige evenementen en de vriendelijke sfeer maken jouw dagje uit compleet.
NOODSEIN INDIEN WIGGEN CHINESE NOEDELS
We hebben meer dan 150 nieuwe en gebruikte scootmobielen op voorraad.
Altijd GRATIS thuisbezorgd.
Ma t/m Vr 10.00 - 17.00 Za. 10.00 - 16.00
• Scherpe prijzen
• Nieuwe en gebruikte producten
• Eigen reparatiedienst
• Alle producten op voorraad
• Gratis parkeren voor de deur
• De grootste hulpmiddelen winkel van de Euregio, gevestigd in Sittard
We hebben meer dan 100 verschillende modellen sta-op stoelen direct uit voorraad leverbaar Proefrijden kan zowel binnen als buiten
• Standaard verse koffie met zelfgemaakte cake
• Servicegerichte medewerkers die echt de tijd voor u nemen
We hebben meer dan 150 nieuwe en gebruikte scootmobielen op voorraad Showroom
Nieuwe accu en acculader bij aanschaf van een nieuwe of gebruikte scootmobiel.Altijd 2 jaar garantie op de accu!
Meer dan 60 verschillende rollators direct uit voorraad leverbaar.
Altijd 1 jaar garantie bij aankoop van een gebruikte scootmobiel!
Rijksweg Zuid 212 te Sittard.
(Schuin tegenover Zuyderland ziekenhuis) Tel. +31(0)46-7820552
Showroom groter dan 600m2
Rijksweg Zuid 212 te Sittard.
(Schuin tegenover Zuyderland ziekenhuis) Tel. +31(0)46-7820552