december 2014 - De Hoogstraatse Maand

Page 9

speelde hij zelf mee toneel tot hij op zekere dag licht en geluid is gaan doen. Dat is ondertussen echt zijn ding geworden. Hadden wij Karel niet, dan zouden wij hem moeten uitvinden. Omdat wij met de toneelkring de dorpsquiz gewonnen hebben, mogen wij de volgende quiz organiseren. Ik zit samen met Karel in de werkgroep en het wordt echt weer iets heel speciaals met filmopnames en videoprojectie. Jos: Een paar jaar geleden hebben wij met het groot toneel ’De Bar van tante Saar’ gespeeld. Dat was met een travestietenbar op de scène. Een echte billenkletser met veel zang, show en lichteffecten. Daarin heeft Karel zich helemaal kunnen uitleven. DHM: Jullie ook, me dunkt. Fonne (gierend): ‘Zij maar zeker’! Ik was tante Saar en hij was garçon. Wij hebben het bont gemaakt, ja. Jos: De Karel met zijn ideeën en zijn talent is een meerwaarde voor ons toneel. Dikwijls moet hij zijn plan trekken met de beperkte middelen waarover wij beschikken. Toch weet hij er altijd het beste van te maken. Al willen wij graag nog ergens een goede beamer op de kop tikken om betere projecties te kunnen integreren in ons decor. Als er een sponsor is die ons daarmee uit de brand kan helpen, graag!

Samen 50 jaar op de planken DHM: Naast het kindertoneel zijn jullie beiden ook nog zeer actief in het groot toneel? Fonne: Elk jaar spelen wij een stuk. Ik ben al 25 jaar bezig en ik heb alle winters meegespeeld en in één jaar zelfs in twee stukken. Jos: Ik was er ook altijd bij en de laatste 4 jaar als regisseur. We zijn dan toch telkens een week of zeven-acht bezig met repetities. Dat begint om 19 uur met de kachel aansteken en koffie zetten. Om halfacht komen de acteurs binnen en wordt er gerepeteerd tot een uur of tien. Als onderdeel van brassband Rosalia hebben wij het geluk om over een eigen zaal te beschikken. Wij moeten niet ergens in een achteraf kelder staan te improviseren want wij kunnen meteen repeteren op ons vertrouwde podium. Drie keer per week en de laatste week vijf keer. Iedereen moet uit zijn pijp komen en men verwacht dat je er altijd staat. Als er iemand ontbreekt dan is dat een serieuze handicap. Daarnaast zitten wij ook nog eens in het bestuur. Er moeten stukken gekozen worden, er moeten stukken gelezen worden… Eigenlijk zijn wij daar tussen de soep en de patatten een heel jaar mee bezig. Fonne: Plus nog een teerfeest en een nieuwjaarsreceptie, de zaal klaar zetten, kuisen. Toneel is zeer arbeidsintensief. Maar het is plezant. Als je dat niet graag doet, hou je dat ook niet vol.

Jos zonder broek en Fonne de snul in het theaterstuk ’De Slappe der Wet”. DHM: Al 25 jaar lang, hoor ik hier zeggen? Tijd voor een zilveren jubilee?

Ik vraag me af hoe jullie dat thuis kunnen blijven verkopen.

Jos: Ik was twee maanden getrouwd toen Sus Van Bladel van ‘t Heidebloempje hier aan kwam met de vraag ”Woont hier ’ne Poeppieboy?” Toen ben ik begonnen en ja, dit jaar zijn wij ook 25 jaar getrouwd. Daarom kan ik dat zo goed onthouden.

Jos: Zwijg stil, want ons vrouwen weten niet beter (hij kan gelukkig al weer glimlachen). Wij spelen thuis ook toneel! Neen, effe serieus. Ons gezin leeft mee met wat wij doen. Het is waar dat onze vrouwen dikwijls alleen hebben gezeten. Ons Kris heeft meermaals laten verstaan ’dat ik en Fonne beter kunnen gaan samenwonen’. Maar Fonne, dat zegt ze maar om te lachen, hé.

Fonne: Ik ben begonnen in hetzelfde stuk samen met Jos. Samen zijn wij dus goed voor 50 jaar toneel in Meer. DHM: Jos plus Fonne samengeteld is dus echt een gouden duo? Jos: Bwah, dat wordt hier niet zo gevierd. Fonne: Vroeger was dat wel de gewoonte. Maar wij zijn daar echt niet mee bezig. Jos: Neen, er is wel iets anders waar ik mee zit. (Kijkt mij indringend aan.) Dat wij na het succesjaar van ’Eirbizzeme in nood’ bij de uitreiking van de cultuurprijs door de cultuurraad over het hoofd werden gezien. Dat blijft ons en heel de ploeg dwarszitten tot op de dag van vandaag. Blijkbaar liggen ze in Hoogstraten niet wakker van onze culturele inspanningen in Meer? Of is het ’omdat het maar kleine cultuur voor bengels is’ en daarom misschien niet zo belangrijk? (En toen werd het even stil…) DHM: Jullie zijn uithuizige bezige baasjes.

Fonne: Onze kinderen hebben nooit anders geweten. Ze zijn ermee opgegroeid. Vanuit het kindertheater schuiven onze ’mannen’ door naar het groot theater. Zolang ze daar plezier in vinden, is dat toch schitterend. Monique, mijn vrouw, heeft wel eens meegedaan met het groot toneel. Maar dat is bij twee keer gebleven. Ene zot in huis is meer dan genoeg. Jos: Weet’e wat daar van is: ons vrouwen komen na vijfentwintig jaar nog altijd met veel plezier kijken als wij op de planken staan. Is ’t niet, Fonne? (Fonne knikt zeer overtuigend zoals alleen acteurs dat kunnen.) DHM: Tot slot, hoe ziet de toekomst eruit? Wat hebben jullie nog op het schab liggen? Jos: De repetities van het groot toneel zijn alweer begonnen. Verder gaan wij ons ook wagen aan het schrijven van een eigen stuk, ditmaal voor het groot toneel. De ideeën staan op punt en de grote verhaallijnen zijn al af.

DE HOOGSTRAATSE MAAND - DECEMBER 2014 - 9

DHM_dec_354.indd 9

20-11-2014 9:00:00


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.