juli 2011 - De Hoogstraatse Maand

Page 18

Herbestemming van het Ursulinen klooster Vzw De Graanschuur ontdekt grafkelder bij renovatie Iets meer dan vijf jaar na het vertrek van de laatste zusters in december 2005, werd het klooster van de Ursulinen vorig jaar aangekocht door vzw Spijker Internaat, die het beheer van de helft van de lokalen in erfpacht overgedragen heeft aan vzw Graanschuur. Bij renovatiewerken door deze vzw ontdekte men een grafkelder waarin zestien zusters begraven liggen. Uit een bijdrage over de zusters Ursulinen in het Spijker, in augustus vorig jaar verschenen in dit blad, weten we dat de eerste Ursulinen op 3 mei 1832 in Hoogstraten toekwamen en hun intrek namen in het voormalig klooster van de minderbroeders, dat tijdens de Franse Revolutie gesloten was. Van de kloosterschool met aanvankelijk zes leerlingen groeide het Spijker uit tot een school met vier afdelingen met bijna 2.200 leerlingen en een kinderdagverblijf. Gaandeweg kwam het beleid steeds meer in handen van lekendirecties, tot de vijf laatste zusters in december 2005 vertrokken en er een nieuwe bestemming moest gezocht worden voor de kloostergebouwen.

Vzw Graanschuur Luc Aerenhouts (directeur van vzw Spijker Internaat): In maart vorige jaar heeft de vzw Spijker Internaat het klooster gekocht op uitzondering van een klein gedeelte dat het VTI in gebruik heeft en een gedeelte nieuwbouw dat hoort bij de lagere school. De verkoop van die delen aan de vzw Spijker, die alle afdelingen beheert, zal wellicht dit jaar ondertekend worden. Op dat moment zullen alle vroegere eigendommen van de Ursulinen in handen zijn van de twee vzw’s. DHM: Dus nu is zeg maar 90 % het klooster en het internaat eigendom van de vzw Internaat Spijker Luc: Juist, maar dat wil zeggen dat het gebouw veel te groot is voor het aantal internen. Nu zijn er dat 92 en we gaan maximum tot 95 internen. Er is ruimte genoeg, maar meer internen betekent meer personeel en dat is financieel niet haalbaar. Daarom hebben de leden van de raad van bestuur van vzw Spijker Internaat een nieuwe vzw ‘Graanschuur’ opgericht, met dezelfde mensen in de raad van bestuur. De Graanschuur heeft de helft van het klooster, waaronder de meest waardevolle lokalen, in erfpacht. De Graanschuur wil financiële middelen en subsidies verwerven om het patrimonium te onderhouden en eventueel het Internaat en het project Talita koemi ondersteunen.

18

Talita koemi is een Hebreeuwse uitdrukking en betekent: ‘meisje, sta op!’. Met Talita koemi zorgen we voor tijdelijke weekendopvang voor jongeren in crisis, zowel in de thuissituatie als in hun persoonlijkheidsontwikkeling. Deze opvang sluit structureel aan bij de opvang en begeleiding binnen het internaat. DHM: Welke activiteiten kan of zal de Graanschuur inrichten om dat doel te bereiken? Luc: Een voorbeeld: tijdens het verlof wordt ons internaat verhuurd aan groepen, zowel gezinsgroepen, groepen jongeren of andersvaliden. Op dit moment worden in een ruimte boven een tiental kamers met alle comfort ingericht, kamers die we het ganse jaar door kunnen verhuren aan kleinere groepen of bedrijven. Die kunnen gebruik maken van de vroegere spreekkamers en de refter van de zusters en van de kapel, waar ze kunnen vergaderen. Die ruimtes waar de zusters vroeger hun communauteit hadden krijgen een multifunctionele bestemming en kunnen ook gehuurd worden voor lezingen, concerten of andere activiteiten. De kapel, bijvoorbeeld, heeft een heel goede akoestiek, we gaan daar de verlichting aanpassen en wellicht zorgen voor een mobiel podium. De ruimte is zeer goed geschikt voor kleine kamerensembles.

De grafkelder Op dit moment worden de gastenkamers en de verschillende vergaderlokalen aangepast. Toen men eind april in de vroegere refter van het klooster een houten vloer met daarop versleten vasttapijt wegnam ontdekte men een stenen gewelf. Langs een kleine opening in het gewelf kon men eerst in de kelder kijken en nadat men de opening groter maakte, kon een van de verantwoordelijken in de kelder afdalen. Tot hun grote verbazing kwam men terecht in een vrij grote, ondiepe kelder. In een van de dikke muren was eerder al een opening gekapt om in de kelder te kruipen, maar die was aan de buitenzijde met een éénsteense muur in machinesteen dicht gemaakt. Wanneer men die muur verwijderde kwam men terecht in een kelder die nu als berging gebruikt wordt, maar aan die zijde waren er geen sporen van de opening naar de grafkelder te zien. “De oudste zusters zouden zich nog herinneren wanneer de opening werd dichtgemetseld”, weet Luc Aerenhouts. De oorspronkelijke ingang van de kelder, die vroeger wellicht buiten uitkwam, kan men niet meer heropenen, omdat die nu zou uitgeven in

Vzw Spijker Internaat kocht het klooster en gaf de lokalen met de grootste erfgoedwaarde in erfpacht aan vzw Graanschuur. een kloostergang naast de kapel. Tegen de buitenwanden van de kelder zijn, evenwijdig met de muur, nog een aantal nissen zichtbaar. “Daar lagen een aantal wijnflessen en een kleine blauwe fles met als opschrift ‘Stek vergift’, zegt Luc Aerenhouts, “Naar de inhoud en de reden waarom die fles daar stond, hebben we het raden”. Zestien wellicht dezelfde nissen zijn dichtgemaakt en voorzien van een arduinen of zinken plaat met de gegevens van de zuster die er begraven is. Boven één van de zinken platen kan men door een opening resten van een kist en stoffelijk overschot zien.

Historisch onderzoek De buitenmuren van de kelder komen niet overeen met die van de lokalen van het klooster erboven. Om precies te weten welke delen van het klooster nog deel uitmaakten van het oude minderbroederklooster zal er nog veel archiefen bouwfysisch onderzoek nodig zijn. Luc Aerenhouts: Er is nog veel werk aan de winkel. Er zijn in het klooster in het verleden spijtige ingrepen gebeurd en de zusters hebben

- JULI 2011 - DE HOOGSTRAATSE MAAND

DHM_juli_315.indd 18

23-6-2011 15:28:17


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.