za 11 okt 2025 - 20.00 / Antwerp Symphony Orchestra, Philippe Herreweghe & Marie-Elisabeth Hecker

Page 1


Antwerp Symphony Orchestra, Philippe Herreweghe & Marie-Elisabeth Hecker

© Peter Rigaud

Biografieën

Het Antwerp Symphony Orchestra (BE) is het symfonisch orkest van Vlaanderen en België, met de vermaarde Koningin Elisabethzaal in Antwerpen als thuisbasis. Onder de baton van eredirigent Philippe

Herreweghe, dirigent emeritus Jaap van Zweden, en geroemde gastdirigenten brengt het orkest concerten op de grootste podia in binnen- en buitenland. Vanaf seizoen 2026-2027

neemt Marc Albrecht de rol van chef-dirigent van het orkest op; in 2025-2026 is hij al verschillende keren te gast als toekomstige chef-dirigent. Dankzij eigen concertreeksen in Concertgebouw Brugge, Muziekcentrum De Bijloke (Gent) en BOZAR (Brussel) bekleedt het orkest een unieke positie in Vlaanderen. In het buitenland wordt het Antwerp Symphony Orchestra uitgenodigd door de belangrijkste concertzalen en internationale concertreizen door Europa en Azië vormen een constante in de kalender. Het Antwerp Symphony Orchestra maakt regelmatig opnames van het grote symfonische orkestrepertoire, muziek van eigen bodem en hedendaags klassiek.

Dirigent Philippe

Herreweghe (BE) profileerde zich met Collegium Vocale Gent, La Chapelle Royale en Ensemble Vocal Européen als specialist van renaissance- en barokmuziek. Zijn levendige, diepgaande en retorische aanpak van dit repertoire wordt alom geprezen. Met het Orchestre des Champs-Elysées legt hij zich sinds 1991 ook toe op het klassieke en romantische repertoire. Sinds 1997 is hij vast verbonden aan het Antwerp

Symphony Orchestra met een focus op een verfrissende lezing van (pre-)romantische muziek. Enige jaren geleden richtte hij het platenlabel Phi op, dat cd’s uitbrengt met zeer divers repertoire van Collegium Vocale Gent, het Orchestre des Champs-Elysées, Antwerp Symphony Orchestra en verschillende bevriende ensembles en solisten. In 2010 ontving de dirigent de prestigieuze Bachmedaille van de stad Leipzig.

Celliste Marie-Elisabeth Hecker (DE) viel op door haar overwinning op het Rostropovitchconcours in Parijs in 2005, waar ze als eerste deelnemer ooit meerdere prijzen tegelijk won. Ze studeerde bij o.a. Peter Bruns en Heinrich Schiff, en treedt sindsdien op met orkesten als de Staatskapelle Berlin, het BBC Symphony Orchestra en het Mariinsky Orchestra. Als soliste is ze te horen in zalen als het Concertgebouw Amsterdam en Carnegie Hall. Ze vormt een vast duo met haar echtgenoot, pianist Martin Helmchen, met wie ze samen het kamermuziekfestival Fliessen oprichte en artistiek bestuurt. Haar discografie omvat werk van Brahms, Schubert en Elgar en werd lovend ontvangen. Sinds 2017 is ze professor aan de Hochschule für Musik Dresden. In samenwerking met Music Road Rwanda reist ze regelmatig naar Rwanda om een lokale muziekschool te ondersteunen met concerten en educatieve projecten.

Uitvoerders & programma

19.15 inleiding door David Vergauwen

Antwerp Symphony Orchestra: orkest

Philippe Herreweghe: dirigent

Marie-Elisabeth Hecker: cello

Carl Maria von Weber (1786-1826) ‘Ouverture’ uit: Oberon (1825–1826)

Robert Schumann (1810-1856) Celloconcerto in a, opus 129 (1850)

– Nicht zu schnell

– Langsam

– Sehr lebhaft

pauze

Robert Schumann Symfonie nr. 2 in C, opus 61 (1845–1846)

– Sostenuto assai – Allegro ma non troppo – Scherzo: Allegro vivace

– Adagio espressivo

– Allegro molto vivace

Wist je dat je vanaf seizoen 2025/26

vóór elk concert in de Concertzaal al van een glaasje kan genieten op de Foyer parterre? Zo kan je rustig even acclimatiseren of bijpraten met je gezelschap nog voor de voorstelling start.

Masterclass Duitse romantiek

Wie van Duitse romantiek houdt, wordt tijdens dit concert op de wenken bedient. Op de lessenaar staan twee uiterst gevoelige en zeer persoonlijke meesterwerken van Robert Schumann voorafgegaan door de ouverture Oberon van Carl Maria von Weber.

Webers artistieke testament

Weber schreef deze ouverture tegen het einde van zijn leven als inleiding tot zijn laatste opera Oberon, König der Elfen (1826), gebaseerd op A Midsummer Night’s Dream van William Shakespeare. Weber was al zwaar ziek toen hij de ouverture schreef en zou kort na de Londense première sterven, waardoor dit werk gretig wordt geïnterpreteerd als zijn filosofischartistiek testament. De ouverture opent met een dromerige hoornsolo die de magische wereld van Oberon en de Elfen verbeeldt. Weber, de peetvader van de Duits-romantische muziek, evoceert in deze ouverture een sprookjesachtige lyriek die als inspiratie gold voor tal van Duitse componisten, onder wie Richard Wagner, Felix Mendelssohn en Robert Schumann.

Schummans psychobiografische portretten

Toch staat in dit concert de figuur en de muziek van Robert Schumann centraal. Het is nu eenmaal moeilijk om een onderscheid te maken tussen het leven van deze componist en zijn werk. Hoe hij zich voelde, vond immers onwillekeurig zijn weg naar hoe zijn muziek klonk. Al in de vroege jaren 1840 had Schumann zich namelijk voorgenomen dat hij zou streven naar een hogere poëtische werkelijkheid waarin zijn meest innerlijke zielsgedachten noodzakelijkerwijs uitdrukking zouden vinden in de meest poëtische muziek. Schumanns karakter was bezwaard door de ondragelijke drang om als genie door het leven te gaan, in combinatie met zijn psychosociale problemen die zich al voor 1850 manifesteerden. Deze klachten gingen gepaard met geheugenproblemen, spraakproblemen,

– Webers ouverture tot Oberon leverde de blauwdruk voor de hoogromantische orkestouverture.

– Robert Schumanns Tweede symfonie is misschien wel zijn meest intieme artistieke zelfportret.

– Schumanns Celloconcerto bleef tijdens zijn leven onuitgevoerd en wordt vaak aanzien als een artistiek testament.

gehoorproblemen en hallucinaties. In februari 1855 ging hij op een avond het huis uit, gekleed in zijn pyjama, pantoffels en kamerjas. Het regende en het vroor. Hij begaf zijn naar de brug over de Rijn, klom op de afbakening en wierp zichzelf in de rivier. Vrijwel onmiddellijk werd hij gered door de vissers die hem al van even voordien in de gaten hadden. Schumann eindigde zijn dagen in een gesticht in Endenich, buiten Bonn, waar de behandelende arts de diagnose ‘melancholie gepaard met hallucinatie en verlamming’ liet optekenen. In die inrichting stierf Schumann op 29 juli 1856.

Het levensverhaal en de geesteswereld van deze erudiete, geniale, kwetsbare, maar dappere kunstenaar is van belang om twee van zijn meest persoonlijke orkestwerken te begrijpen. De zogenaamde Tweede symfonie wordt minder vaak uitgevoerd dan de Derde en de Vierde en ook na de première op 5 november 1846 in het Gewandhaus in Leipzig waren de reacties lauw, ondanks een feilloze uitvoering door het orkest onder leiding van Mendelssohn zelf. Het publiek leek het werk niet te begrijpen, vermoedelijk omdat het structureel onconventioneel was en omdat de inhoud eerder metafysisch was. De symfonie verbeeldt de strijd van een passionele, maar getormenteerde held in confrontatie met de wereld.

‘Schumanns

Tweede symfonie verbeeldt de strijd van een

passionele, maar getormenteerde held in confrontatie met de wereld.’

Zo opent de symfonie met een eerder plechtstatige trompetsolo boven onstabiele strijkers. Dat geeft het begin van deze symfonie iets mysterieus, alsof we in medias res komen binnenvallen. Meteen wordt de luisteraar meegezogen in een wereld van chaos, waarna het blazersthema uitgroeit tot een fanfare die meteen ons voornaamste ankerpunt wordt. Het fanfarethema zal Schumann vervolgens in alle volgende delen in herwerkte vorm laten terugkeren.

De tweede beweging bestaat uit twee contrasterende trio-secties, waarvan het tweede een muzikaal cryptogram bezit. Omdat de componist zich samen met zijn echtgenote, de getalenteerde pianiste en componiste Clara Schumann-Wieck, in die periode intensief toelegde op een studie van het werk van Johann Sebastian Bach, verwerkt hij in het tweede trio een voor muzikanten en musicologen interessant motto: Si (B) – la (A) – do (C) – Si-b (H). In diezelfde periode schrijft Schumann zijn zes fuga’s voor orgel (opus 60).

De derde beweging is het adembenemende ‘Adagio’, waarover de beroemde dirigent en componist Hans von Bülow beweerde dat bij deze beweging de tranen altijd over zijn wangen rolden. Ze is gevuld met lange, sensuele en expansieve frasen, mysterieus klinkend vanwege van de nogal wrange intervallen waaruit de lyriek is opgetrokken. In atmosfeer en diepgang lijkt de muziek vooruit te willen verwijzen naar Wagners Tristan und Isolde van twintig jaar later. De vierde beweging bezit een enorme energie, waarbij we op brutale wijze heen en weer worden geslingerd. De ultieme eindstrijd lijkt zich in te zetten en lijkt uit te monden in een triomferende conclusie.

Wat het werk voor Schumann zelf betekende, is moeilijk uit te maken. Hij schreef deze muziek vlak voor de revolutie van 1849, in een tijdperk vol razendsnelle veranderingen. In tegenstelling tot Wagner had Schumann geen aandeel in de revolutie of het straatgeweld, maar hij ging wel nadenken waartoe een symfonie zoals diegene die hij net had geschreven, nog kon dienen. Is een dergelijke hoofd-in-de-wolken-romantiek nog levensvatbaar? Of moest muziek een sociaal-politiek doel dienen? Was er nog plaats voor een fragiele poëtische held vol idealen die de poorten van de hemel bestormde? Of moest een kunstenaar een politiek activist worden?

De lyrisch-poëtische abstractie van zijn symfonisch werk liet Schumann achter zich en zijn twee daaropvolgende symfonieën kregen dan ook een meer extravert en daarom meer toegankelijk karakter. Tevens verplaatste hij zijn focus ook naar de orkestouverture, naar het voorbeeld van Wagers Oberon. Zo schreef hij concertouvertures voor Schillers Braut von Messina (opus 100), Shakespeares Julius Caesar (opus 128) en Goethes Hermann und Dorothea (opus 136). Dat bleef binnen het poëtisch-literaire domein waar hij zich thuis voelde, maar het stelde hem in staat een breed publiek te behagen en op te voeden in een romantische orkestcultuur.

Schumanns Celloconcerto is echter opnieuw een uitzondering. Het is een van zijn meest enigmatische en mysterieuze orkestwerken. De structuur is opnieuw onevenwichtig, met een lang openingsdeel gekenmerkt door een flink uitgewerkte dramatische doorwerking. Deze wordt gevolgd door een meditatieve trage beweging waarin Schumann in de passage met dalende kwinten een motief van Clara Schumann citeert. Het werk eindigt in een bijna triomferende conclusie, inclusief marstempo’s en pauken die hier overigens voor het eerst aan de bak komen. Wat betekent het allemaal? Kennelijk kon Schumann in dit werk toch niet aan de verleiding weerstaan om in de tweedeling solist en orkest toch weer een oppositie te zien tussen hemzelf en de wereld. Net als de Tweede symfonie kan het Celloconcerto worden beschouwd als een psychobiografisch portret van de kunstenaar, hetgeen verklaart waarom beide werken ook vaak samen worden uitgevoerd.

Luistertip

Let op het begin van de derde beweging van de Tweede symfonie. Het is een mysterieus ‘Adagio’ dat wordt gekenmerkt door wrange stijgende en dalende intervallen die het verlangen van de aardse ziel naar geestelijk voedsel verbeelden. Het is de begeerte van de mens om zijn merkteken achter te laten in deze wereld. Het verbeeldt de drang van Schumann om iets van zichzelf te geven. #deeplistening

Toujours l’amour

Expo Julie Calbert

wo 10 sep 2025 - zo 04 jan 2026

Speciaal voor seizoen 25/26 van het Concertgebouw, dat in het teken staat van liefde en relaties, creëerde de Brusselse fotograaf en beeldend kunstenaar Julie Calbert een fotoreeks die liefde zichtbaar maakt in gebaren, beweging en lichaamstaal. Ze fotografeerde hiervoor zes dansers uit Brugge en omstreken op de Brugse Vesten. Liefde verschijnt in al haar meervoudigheid: van zichtbare verbinding en aantrekking tot conflict en onevenwicht. In haar foto’s, installaties en sculpturen focust Calbert op de relatie tussen geheugen, lichaam, beweging en omgeving en experimenteert ze met veranderingen, herhalingen en afdrukken in haar beelden.

Bekijk de expo voor of na een voorstelling of op het Concertgebouw Circuit.

Antwerp Symphony Orchestra

concertmeester

Wouter Vossen

eerste viool

Wouter Vossen

Christophe Mourguiart

Lin Mu

Giannis Antonopoulos

Hui Cao

Filipe Costa Raposo

Nana Hiraide

Laie Lee

Roberto Quartararo

Minori Yamato

Anastasiya Filippochkina

Ophélie Sanchez

tweede viool

Orsolya Horvath

Lev Adamov

Liesbeth Kindt

Ilse Pasmans

Maartje van Eggelen

Frederic Van Hille

Hanneke Verbueken

Pierre Vopat

Russalina Arnaoudova

Luce Caron

Annija Kolerta

Jeroen Vernimmen

altviool

Ayako Ochi

Elaine Ng

Natalia Buga

Wu Di

Dino Dragovic

Marija Krumes

Liesbeth Lambrecht

Katelijne Onsia

cello

Marc Vossen

Olivier Robe

Mar Bonet Silvestre

Diego Liberati

Maria Mudrova

Delphine Lacombe

contrabas

Vlad Raţiu

Jaroslaw Mroz

Julita Fasseva

Tadas Čeliauskas

Silvia Gallego

fluit

Edith Van Dyck

Charlène Deschamps

hobo

Louis Baumann

Sébastien Vanlerberghe

klarinet

Jules Andries Baeten

Benoît Viratelle

fagot

Graziano Moretto

Tobias Knobloch

hoorn

Michaela Buzkova

Jean-Baptiste Humbert

Koen Thijs

Claudia Rigoni

trompet

Alain De Rudder

Steven Verhaert

trombone

Lucas Tiefenthaler

Roel Avonds

Adrián Castro Capuz

pauken

Pieterjan Vranckx

Getipt

za 07 feb 2026

20.00 Kamermuziekzaal

Martin Helmchen & Marie-Elisabeth Hecker

Beethoven, Fauré, Mendelssohn & Schumann

‘Mannen die liefde voelen, hebben een goed hart: we leven alleen door de liefde’. In hoeverre Martin Helmchen zich met Papageno identificeert, laten we in het midden. Wel staat vast dat hij en zijn partner Marie-Elisabeth Hecker als geen ander Beethovens admiratie voor Mozart weten te vertolken. Op zijn beurt werd Beethoven de held van alle latere componisten, onder wie Mendelssohn, Schumann en Fauré. Allen schreven ze intiem en intens repertoire voor cello en piano: muziek als een artistieke omhelzing.

za 30 mei 2026

20.00 Concertzaal

Antwerp Symphony Orchestra

Berlioz. Roméo et Juliette

Geen verhaal zo romantisch als Romeo en Julia Gesponsord door Paganini en geïnspireerd door Shakespeare en actrice Harriet Smithson, schreef Berlioz zijn briljante ‘symphonie dramatique’. Ondanks deze ondertitel zijn de hoofdpersonages niet te zien en geeft de componist geen enkele regie-aanwijzing. Niettemin brengt Aïda Gabriëls Berlioz’ symfonische meesterwerk op scène en tekent zij voor een eigenzinnige interpretatie.

Laat weten wat je van de voorstelling vond met #concertgebouwbrugge

Info & tickets +32 (0)78 15 20 20 — In&Uit: ‘t Zand 34, Brugge concertgebouw.be

© Marco Borggreve
©
Peter Rigaud

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.