
12 minute read
Standpunten betreffende ons beroep: over veel issues geen wereld van verschil
Communicatie met stakeholders is niet altijd evident. Historische achtergronden, belangenverdediging en persoonlijke issues zijn stoorzenders die ruis op de lijn veroorzaken en conflictsituaties langdurig laten gedijen. Om hieraan een einde te maken is een open en eerlijk gesprek de beste remedie. Gezien hun ambitie om te worden opgenomen binnen de Federatie Vrije Beroepen (FVB) was een dergelijk gesprek met onze collega’s osteopaten over enkele “gevoelige” punten een noodzakelijke stap om eventuele plooien glad te strijken. De voorgaande informele gesprekken tijdens ontmoetingen ter gelegenheid van FVB of UNIZO events waren hartelijk en ongedwongen maar raakten zelden de kern van de gevoeligheden tussen onze beroepen. Daarom werd er recent een meeting georganiseerd met de voorzitter van Osteopathie.be Eric Dobbelaere. Er werd een lijstje van onderwerpen opgesteld en uitgewisseld. In dit artikel vind je aan de hand van een achttal thema’s de posities van beide organisaties over een aantal “hot issues” binnen het werkveld.
1. Binnen het competentieprofiel van de osteopathie en in het advies van de Kamer voor Osteopathie (K5, 2012) staat dat osteopaten naast psychische of farmacologische hulpverlening, ook geen functionele revalidatie mogen verstrekken. Het lijkt ons verstandig om beide competentieprofielen naast elkaar te leggen zodat voor beide beroepen de verschillen en equivalenties in competenties tussen onze beide beroepen duidelijk worden.
OS (Osteopathie.be): Het aftoetsen van de competentieprofielen van beide beroepen lijkt ons nuttig om een eerste indruk te verkrijgen van de mogelijke verschillen en overlappingen. Ondanks de duidelijke verschillen in klinisch redeneren en het arsenaal aan therapeutische technieken, heeft de bijzondere beroepsbekwaamheid van manuele therapie binnen de kinesitherapie de meeste raaklijnen met de osteopathie. Hierdoor is het misschien aangewezen om het competentieprofiel van de manuele therapie met dit van de osteopathie te vergelijken. Een niet onbelangrijk onderscheid is wel dat men een bijzondere beroepsbekwaamheid heeft maar wel kinesitherapeut blijft, terwijl een kinesitherapeut die osteopathie studeert kiest voor een ander beroep.
Vermits er mogelijke verschillen bestaan tussen wat er in een competentieprofiel wordt vooropgesteld en wat er daadwerkelijk in de klinische praktijk wordt gedaan, met andere woorden wat het werkelijke profiel is van de manuele therapeut en de osteopaat, dient best aan de hand van survey onderzoek verder geanalyseerd te worden. De beroepsgroep van Belgische osteopaten heeft hier surveys voor te leggen van 2010, 2013 en 2018.
AX (AXXON): Er zijn weinig verschillen vast te stellen tussen de neuro-musculoskeletale technieken binnen de osteopathie en de musculoskeletale technieken binnen de manuele kinesitherapie. Naast het klinisch onderzoek, het opmaken van een behandelplan en de manuele acte behoort de oefentherapie integraal tot het competentieprofiel van de kinesitherapeut met bijzondere beroepsbekwaamheid in de manuele therapie.
2. Het lijkt ons niet overbodig om de achtergrond van het historische “spanningsveld” tussen onze beide beroepen te benoemen en ze onverwijld bij te leggen.
OS: Er zijn in het verleden door een aantal factoren wrijvingen ontstaan tussen beide beroepen. De directe toegang, het honorarium, de administratie, … zijn zaken die mogelijk gevoelig liggen. Het gegeven dat kinesitherapeuten onderbetaald worden volgens hun opleidingsniveau en verantwoordelijkheidsgraad kan hiervan een voorbeeld zijn. Anderzijds is men binnen de osteopathiewereld gevoelig voor het feit dat er ondanks de efficiënte zorg geen terugbetaling voorzien wordt en men ervaart dat in sommige gevallen “inefficiënte” of “overbodige” behandelingen binnen de kinesitherapie wel financieel gecompenseerd worden. Het lijkt ons ook niet terecht dat men het wetenschappelijk niveau van de osteopathie in zijn geheel in twijfel trekt, daar waar vooral de laatste decennia heel wat klinisch onderzoek tot minstens hoopgevende resultaten leidde en er ook bijdragen werden geleverd op het vlak van fundamenteel en kwalitatief onderzoek.
Wij erkennen dat de overgang van een op traditie gebaseerde naar een door evidentie geïnformeerde klinische praktijkvoering moeizaam was binnen de osteopathie maar op alle organisatieniveaus van het beroep is de stap gezet en ook binnen het werkveld is de keuze duidelijk gemaakt.
AX: Het budget van de kinesitherapie binnen het RIZIV is in verhouding beperkt. Reeds jarenlang is men vragende partij voor een betere honorering gezien momenteel de vergoeding niet in verhouding staat tot de kosten. Hiervoor heeft AXXON in april 2021 een onafhankelijke studie laten opmaken van wat het kostendekkend ereloon zou moeten zijn. Wie een bijzondere beroepsbekwaamheid heeft, ziet zijn bijkomende competentie eveneens niet vergoed.
De bewering over de inefficiëntie en overbodige behandelingen is gratuit en niet gestaafd. De kinesitherapeuten zijn vragende partij om de reeds schaarse middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten en hopen in de toekomst met pathologieregistratie en efficiënte dataverwerking een indicatie te kunnen geven hoeveel behandelingen voor elke aandoening noodzakelijk zouden zijn. Dit is voor de acute aandoening uiteraard, voor chronische problematiek is dit minder eenvoudig. Maar de vraag naar efficiëntie geldt eveneens voor andere zorgberoepen zoals bv. de huisarts die voor acute nek- en rugklachten nog steeds de KCE-guideline niet of onvoldoende kent en toepast. Zo blijft men de patiënt behandelen met medicatie, onnodige beeldvorming en verliest men hierdoor vaak kostbare tijd en energie.
3. Een niet onbelangrijk deel van collega’s met een osteopathie-diploma blijven hun kinéactiviteit beoefenen naast osteopathie. Naar onze mening is dit geen goede zaak gezien onder meer de fraudegevoeligheid en de onduidelijkheid voor de patiënt. Wij hadden hiervoor graag een oplossing gevonden die voor beide beroepen haalbaar is.
OS: Recente cijfers (oktober 2022) uit de database van Solidaris, nationaal lijstbeheerder van de osteopaten, tonen aan dat ongeveer 40% (1.200) van alle geregistreerde osteopaten (2.600) het beroep van osteopaat combineren met dat van kinesitherapeut. Dient hierbij vermeld dat deze lijst niet waterdicht is gezien ze niet geüpdatet wordt (mensen die overlijden, uit het beroep stappen en naar het buitenland verhuizen worden niet systematisch verwijderd). Binnen deze 1.200 zijn er een 200 tal die lid zijn van UKO (Unie voor gediplomeerden in de Kinesitherapie en Osteopathie). We gaan ervan uit dat de leden van UKO een strikte scheiding in ruimte en tijd aanhouden tussen beide beroepen en ook betreffende de betalingsmodaliteiten van hun beroepsactiviteiten. Hoe de andere “collega’s” hun beroepen combineren blijft zeer de vraag. Wij weten van onjuist gebruik van kinesitherapievoorschriften om de osteopathieprestaties terugbetaald te zien en zelfs met medeweten van de huisarts. Het aantal ingediende attesten osteopathie voor diegenen die de combinatie kiné-osteo verderzetten ligt verhoudingsgewijs ook ver onder wat men zou kunnen verwachten. Deze attesten dragen het nummer 096 wat verificatie niet moeilijk maakt. Alhoewel het juridisch moeilijk ligt, dient hier in de toekomst een sluitende oplossing voor worden gezocht.
AX: Men kan zich niet gelijktijdig profileren als kinesitherapeut en osteopaat. Er moet een keuze worden gemaakt, het eten van twee walletjes is zeker niet wenselijk! Daarenboven staat het gebruik van kinesitherapie-ereloon attesten voor osteopathieprestaties gelijk aan fraude en kan dit als schriftvervalsing worden beschouwd.
4. Er ontstaat op het terrein een steeds grotere multidisciplinariteit. Meer en meer zien we praktijken ontstaan waar kinesitherapeuten en osteopaten samenwerken (een recente bevraging toont dat de helft van de osteopaten in groepsverband werkt en hiervan 21% samenwerkt met kinesitherapeuten). We wensen deze samenwerkingsverbanden structureel te versterken en hopen hierbij steun te mogen ondervinden.
OS: Multidisciplinariteit binnen de gezondheidszorg blijkt een meerwaarde te zijn voor de patiënt. Hiervoor dienen alle medische zorgberoepen samen te werken zowel binnen de praktische zorg, de informatieuitwisseling, de locatie, de terugbetalingsmodaliteiten, enz. Het is onze wens dat ons beroep officieel deel kan uitmaken van dergelijke samenwerkingsverbanden en dit niet enkel in private settings, maar ook in dienstverband en in academische instellingen.
AX: De kinesitherapeuten staan achter het principe van het samenwerken van meerdere disciplines in de gezondheidszorg, waarbij de patiënt centraal staat. Momenteel is de kinesitherapie al betrokken in meerdere transversale zorgpaden, zoals bijv. het transversaal zorgpad longcovid, het zorgtraject voor kinderen met obesitas, een voortraject voor de patiënt met risico op diabetes en de opvolging van patiënten met diabetes, het multidisciplinair perinataal (pre- en postnataal) zorgtraject voor kwetsbare vrouwen, het zorgpad rond de patiënt bij pre- en postabdominale orgaantransplantatie, enz. Daarnaast is de kinesitherapie ook nauw betrokken bij het interfederaal plan geïntegreerde zorg.
Samenwerking tussen osteopaten en kinesitherapeuten moet kunnen en het verwijzen naar elkaar is aan te bevelen zodat de patiënt de optimale zorg kan krijgen. Een osteopaat kan verwijzen voor gerichte oefentherapie en een kinesitherapeut kan verwijzen voor een osteopathische benadering. Ook voor de kinesitherapeuten is informatiedeling nog steeds een probleem gezien ook wij geen toegang hebben tot het elektronisch patiëntendossier. Zo wordt er reeds maanden discussie gevoerd wie schrijf- en leesrechten heeft in het elektronisch dossier. Het zou eigenlijk de patiënt of zijn mantelzorger moeten zijn die bepaalt wie toegang krijgt tot welk deel van zijn dossier.
5. Osteopaten werken reeds een halve eeuw met directe toegang (zonder voorschrift en zonder terugbetaling vanuit het RIZIV). Binnen de kinesitherapie (zie advies Federale Raad voor Kinesitherapie (FRK)) en in het bijzonder binnen de manuele therapie streeft men ook naar een directe toegang. Hoe kunnen wij elkaar ondersteunen bij onze aspiraties.

OS: Met de wet-Colla van 29 april 1999, Art.9 §2, heeft de wetgever ervoor gekozen om de osteopaat in de eerstelijnszorg te plaatsen. Het ten uitvoer brengen van deze wet zou een regularisatie betekenen van wat ruim 50 jaar de facto op het werkterrein geldt. Het mag duidelijk zijn dat osteopaten dit beschouwen als een verworven recht en dit niet meer ter discussie kan staan.
Wij staan wel achter het idee van een directe toegang binnen de kinesitherapie. Anderzijds kan een streven naar directe toegang van de kinesitherapie, onder welke voorwaarden of omstandigheden ook, niet gekoppeld worden aan het verworven recht van de osteopathie.
Het lijkt ons ook evident dat voor alle medische beroepen het devies dat evidence-based praktijken met een hoge therapeutische waarde bij voorkeur vergoed worden, van toepassing dient te zijn. Maar de vrije keuze van de patiënt mag niet afhankelijk worden van een financieel opbod.
AX: Als de wetgever het nuttig oordeelt om bepaalde patiënten met bepaalde pathologieën rechtstreekse toegang tot de zorg te verlenen, zonder een voorafgaand medisch voorschrift, dan juichen wij dit toe. De voorwaarden en omstandigheden moeten uiteraard duidelijk bepaald en omschreven worden. De kinesitherapie is hiervoor klaar, de Federale Raad voor Kinesitherapie heeft hierover in 2015 een advies neergelegd bij de federale minister van Volksgezondheid. Bovendien werd in april 2016, op vraag van de federale minister van Volksgezondheid, het vernieuwde
‘beroepscompetentieprofiel van de Belgische kinesitherapeut, anno 2020’ voorgelegd. Daarnaast loopt er binnen het Art. 56 van het RIZIV momenteel een pragmatische pilootstudie omtrent directe toegang kinesitherapie bij acute lage rugpijn in samenwerking met de universitaire kinesitherapie-opleidingen en de huisartsenverenigingen in Vlaanderen en Wallonië. Er worden 600 patiënten geïncludeerd waarvan 300 in de eerste arm de traditionele weg volgen via de huisarts en 300 zich onmiddellijk met hun klachten kunnen wenden tot een kinesitherapeut. In deze studie wordt ook het gezondheid-economischaspect meegenomen zodat we kunnen gaan uitmaken welke arm nu de meest efficiënte is, zowel voor de patiënt als voor diegene die het systeem financiert. En hopelijk is dit de directe weg naar de kinesitherapeut! Laat het duidelijk zijn dat de kinesitherapeut een goede kennis moet hebben van de rode en gele vlaggen en dat er vooral een goede communicatie moet zijn met de beheerder van het globaal medisch dossier van de patiënt.
Acht de wetgever de tijd rijp om de wetgeving in deze zin aan te passen, dan lijkt het ons duidelijk dat er in de regelgeving tot directe toegang geen onderscheid gemaakt kan worden in de voorwaarden tot uitoefening van het beroep van kinesitherapeut en osteopaat. Er zijn hiervoor geen valabele medische, wetenschappelijke of juridische argumenten.
6. Volgens Osteopathie.be, gezondheidseconoom Lieven Annemans en het NIC voldoet osteopathie als zorgberoep aan de vier grote eisen voor terugbetaling binnen het RIZIV, zijnde maatschappelijk geïntegreerd, kostenbaten efficiënt, wetenschappelijk relevant en geen majeure budgettaire impact. Wat is de positie van AXXON hierin?
OS: Zoals in punt twee reeds beschreven toont de klinische effectiviteit van osteopathische zorg voor heel wat MSK en voor een aantal niet-MSK klachten hoopgevende resultaten. Ook het KCE en Sciensano erkennen dit, althans voor enkele MSK klachten. De overgrote meerderheid van de patiënten snapt niet waarom onze zorg buiten het RIZIV valt gezien zij door osteopathie geholpen worden en dit met relatief weinig consultaties. De studie van professor Annemans en collega’s toont zelfs een besparend effect. Wij begrijpen evenzeer dat het budget van het RIZIV geen oneindig verhaal is en dat er hiervoor conventies en een nomenclatuur nodig is. Evenzeer kunnen we ergens begrip tonen voor de onvrede vanuit de kinesitherapie met het huidige vergoedingsbeleid en de onrealistische tarieven die reeds decennialang het beroep onderwaarderen. Maar dit kan geen argument zijn om aan onze beroepsgroep terugbetaling te weigeren. Het is reeds lang duidelijk dat er op andere domeinen in de gezondheidszorg zeer veel geld wegvloeit dat beter besteed zou kunnen worden.
AX: Wij wensen jullie attent te maken op het feit dat onderhandelen met het RIZIV niet vaak leidt naar een hoera-verhaal. Kijk naar het verhaal van de eerstelijnspsychologen die onlangs een terugbetalingsakkoord hebben afgesloten dat door weinig psychologen toegejuicht wordt wegens te beperkend en ondergefinancierd. Ook onze vraag tot het beter vergoeden van de kinesitherapeuten valt telkens op een koude steen. Vele betrokken stakeholders stellen zich trouwens de vraag of het huidig RIZIV-systeem met akkoorden en overeenkomsten niet stillaan naar zijn einde loopt en alternatieven moeten gevonden worden. Twee keer nadenken dus! In het kader van Appropriate Care, kosten- baten analyses en efficiëntiewinsten worden binnen de Overeenkomstencommissie Kinesitherapeuten Verzekeringsinstellingen maatregelen uitgewerkt. Via efficiëntiewinsten kunnen middelen vrijkomen die een antwoord kunnen bieden op de momenteel niet ingevulde zorgnoden voor de patiënt.
7. Binnen de bepaling van de Kamer voor Osteopathie en de Paritaire commissie (2012), met vertegenwoordigers van het osteopathisch beroep maar ook van alle faculteiten voor geneeskunde, staat dat het onderwijs in osteopathie dient plaats te vinden aan de universiteit. Wat moet er volgens AXXON veranderen om, ondanks het feit dat aan de ULB sinds 2004 een zesjarige opleiding bestaat, in Vlaanderen dit ook georganiseerd wordt.
OS: De geschiedenis toont aan dat voor niet-artsen de deur naar academisch onderwijs en de verantwoordelijkheid binnen de gezondheidszorg een lastige en lange weg is. Tandartsen, kinesitherapeuten en psychologen hebben decennialang een zeer moeilijke relatie gehad met de faculteiten geneeskunde. Ook wij ontsnappen hier niet aan. De weigering tot universitair onderwijs heeft geleid tot het uitbouwen van private opleidingen die niet zelden een commerciële inslag hadden en meer marketing-gewijs handelden dan kwalitatief. Gelukkig werd dit de laatste tien jaar bijgestuurd en wij beamen dat de opleiding meer academisch georiënteerd is, onder meer door samenwerking met buitenlandse universiteiten en de instroom van academisch geschoolde onderwijskrachten en artsen. Maar dit volstaat op termijn niet om te voldoen aan de vereisten van een opleiding van een modern zorgberoep met voldoende onderzoeksmogelijkheden en klinische stages. Het is daarom noodzakelijk dat de onderwijsvereisten, vastgelegd door de Kamer, uitgevoerd worden.
AX: Kinesitherapie is een academische opleiding die in Vlaanderen 5 jaar duurt, in Wallonië 4 jaar. In Wallonië worden er momenteel gesprekken gevoerd om ook daar de opleiding op 5 jaar te brengen. De masteropleidingen revalidatiewetenschappen en kinesitherapie omvatten de afstudeerrichtingen musculoskeletale aandoeningen, neurologische aandoeningen, aandoeningen bij kinderen, aandoeningen bij ouderen, inwendige aandoeningen en de geestelijke gezondheidszorg. De opleiding kinesitherapie wordt in diverse audits internationaal hoog gewaardeerd. Ze is door haar kwalitatieve hoogstaande opleiding kostenbesparend, gericht op grote toegankelijkheid en ze biedt financiële tariefzekerheid voor de patiënt.
Om als zorgberoep erkend te worden of zijn is een academische opleiding noodzakelijk! Zoals het kinesitherapie-onderwijs op regelmatige tijdstippen wordt getoetst en gevisiteerd volgens de normen die geldig zijn voor een “op wetenschappelijk onderzoek gestoeld onderwijs”, moet dit ook voor het osteopathieonderwijs gelden. Dit garandeert een gecontroleerd onderwijs met alle vakken en stages noodzakelijk voor een zorgberoep met hoge verantwoordelijkheid. Het blijft natuurlijk een advies van de Kamer voor Osteopathie en de Paritaire commissie. Een breder draagvlak zal noodzakelijk zijn en zonder de medewerking van de Academie voor Geneeskunde is dit bijna onmogelijk.
8. Osteopathie is reeds sinds 1999 erkend als niet-conventionele geneeswijze. Op zich een vloek en een zegen. Een vloek, omdat wij nagenoeg voldoen aan de eisen van een conventionele geneeswijze en een zegen omdat de wet-Colla ons een shelter biedt. Een regulatie van de individuele zorgverlener blijft evenwel uit ondanks het feit dat een duidelijke afbakening en spelregels voor alle partijen een must is. Wat is de visie van AXXON hierover?
OS: Reeds kort na de publicatie van de wet-Colla (1999) hebben de beroepsverenigingen van osteopaten geijverd bij de verschillende ministers van Volksgezondheid (7 sindsdien) om de ontbrekende KB’s te laten stemmen. Er was een rechtszaak nodig om schot in de zaak te krijgen (Onkelinx, 2010) maar sinds het vastleggen van alle nodige adviezen voor de invulling van de wet (2012) is er opnieuw een stilstand van tien jaar. Dit is onaanvaardbaar in een rechtstaat en een aanfluiting van de rechten van de patiënt en de zorgverlener. De ruim één miljoen Belgen die jaarlijks beroep doen op een osteopaat komen terecht in een juridisch vacuüm. Zowel voor de patiënt, de zorgverlener, de stakeholders en de overheid wordt het dan ook hoog tijd dat de wetgeving er komt. Wij zijn van plan om met alle middelen die ons ter beschikking staan dit onrecht van de baan te helpen.
AX: Het meest logische zou zijn geweest dat er na de adviezen van de Kamer en de Paritaire commissie werk zou gemaakt worden van een Koninklijk Besluit. Het is een feit dat het wettelijk vastleggen van alle modaliteiten duidelijkheid zal scheppen voor alle betrokkenen. Maar zoals in bovenstaand punt aangehaald moet men misschien eerst de osteopathie-opleiding academisch verankeren binnen een officieel erkende opleiding. Een ander scenario zou kunnen zijn dat de osteopathie wordt ingeschreven in de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.
Het is duidelijk dat er geen wereld van verschil is tussen beide beroepen. Ook een erkend beroep als de kinesitherapie kampt met problemen en vindt evenmin gehoor bij de bevoegde overheid. Alhoewel er grofweg tien keer meer kinesitherapeuten dan osteopaten zijn is hun gewicht binnen de zorgsector relatief klein en dienen zij ook op de barricaden te blijven staan. Wordt het niet meer dan tijd dat wij elkaar als bondgenoten bejegenen en samen de handschoen opnemen voor onze terechte eisen?