Inleiding
4. Auditieve synthese: klanken of klankgroepen tot een woord kunnen samenvoegen. 5. Temporeel ordenen: klanken en woorden in een bepaalde volgorde kunnen onthouden. Dit is een vaardigheid die nodig is bij het auditief synthetiseren van een woord. Bij het temporeel ordenen maakt de leerling gebruik van het auditief geheugen. 6. Klankpositie bepalen: kunnen aangeven waar een klank in een woord wordt gehoord. De leerling heeft bij deze vaardigheid houvast aan de auditieve analyse, het temporeel ordenen en de kennis van begrippen (zie Taalvaardigheden). Visuele vaardigheden 1. Visuele discriminatie: verschillen en overeenkomsten zien tussen afbeeldingen, letters of woorden. 2. Visuele analyse: afzonderlijke grafemen binnen een woord herkennen. Leerlingen moeten ook delen binnen een geheel kunnen onderscheiden. Letterkennis is bij het visueel analyseren van woorden in letters van belang. Sommige grafemen bestaan uit twee letters; de leerling moet weten dat bepaalde letters bij elkaar horen, bijvoorbeeld ou of ui. 3. Visuele synthese: grafemen samenvoegen en combinaties van letters herkennen. Vooral in de beginfase van het leren lezen wordt deze vaardigheid ondersteund door de auditieve synthese. 4. Spatieel ordenen: in het Nederlands schriftsysteem zijn de letters van links naar rechts geordend. De leerling leert dat hij van links naar rechts moet lezen. 5. Letterpositie bepalen: aangeven op welke plaats een letter in een woord te vinden is. Een vaardigheid waarbij deelvaardigheden als visuele analyse, spatieel ordenen en kennis van begrippen belangrijk zijn. Taalvaardigheden 1. Kennis van begrippen: eenvoudige instructietaal begrijpen, bijvoorbeeld begrippen als voor, achter, midden, letters, klank, woord, zin, regel. In deel 2 van Hippo wordt verder gewerkt aan de leesstrategieën van het voortgezet technisch lezen. De leesinstructie is gericht op een goed verloop van het leren lezen. Op verschillende manieren wordt aandacht besteed aan het automatiseren van de leesvaardigheden, onder andere door herhaling, lezen met behulp van clusters en spellingpatronen, op tempo lezen en letten op zinsmelodie en klemtoon. Bij de leeslessen worden, behalve de kopieerbladen en het werkboek, ook de werkboeken van Veilig Leren Lezen en de werkbladen B van Lezen doe je overal ingezet. In deel 1 van Hippo wordt verwezen naar de toetsen bij Lezen doe je overal. Voor de computerlessen wordt verwezen naar het computerprogramma bij Veilig Leren Lezen.
11
Herhaling en differentiatie
In Hippo wordt per thema een beperkte en omlijnde hoeveelheid leerstof aangeboden, waarmee in verschillende contexten geoefend wordt. De leerstof wordt veelvuldig herhaald. Binnen elk thema zijn steeds twee herhalingslessen opgenomen, met voor snellere leerlingen extra oefeningen. Daarnaast is elk derde thema een herhalingsthema, waarin de stof uit de voorgaande twee thema’s terugkomt. Voor leerlingen die meer aankunnen wordt deze leerstof verdiept door gebruik te maken van andere contexten, of door de stof op een iets hoger niveau te verwerken. Herhalingsoefeningen zijn in deze thema’s aangegeven met *, verdiepingsoefeningen met **. In de gezamenlijke lesonderdelen kan bovendien gedifferentieerd worden door te variëren in het soort vragen dat u een leerling stelt (gesloten of meer open vragen), de instructie die u geeft en de groepssamenstelling bij het werken in groepjes.
- 13 -