Ma10maa2014 cdr jg2nr2 definitief

Page 37

de verschillende basisvoorzieningen elkaar versterken. Het beleidsstuk noemt als voorbeelden: “De bezoeker van een bewonersactiviteit zal na verloop van tijd gaan meehelpen aan activiteiten. Vrijwilligers bouwen een sociaal netwerk op waar zij zelf ook een beroep op kunnen doen wanneer dit nodig is”. Maar er zit ook een rode draad in het beleidsstuk: “Wat alle activiteiten gemeen hebben is dat zij de zelfredzaamheid van Amsterdammers vergroten”. Tenslotte is het beleidsstuk toekomstwijzend want eventuele ontwikkelingen in de zorg – er worden wijkteams opgericht die buurtzorg verlenen – moeten hierin ingepast kunnen worden. In het voorjaar van 2013 heeft elk stadsdeel besloten over het uitvoeringsplan van deze basisvoorzieningen die op 1 januari 2014 gerealiseerd moeten zijn.

Vrijwilligers en mantelzorgers Gezien de vraagstelling van dit artikel wil ik kort inzoomen op de eerste twee beleidsvelden – vrijwillige inzet en mantelzorg – om vervolgens het beeld van ‘civil society’ in deze beleidsstukken uit te werken. Bij de vrijwillige inzet wordt begonnen met de (verder niet onderbouwde) constatering dat er al veel vrijwilligersinzet is in de stad maar dat meer mensen iets zouden willen doen. Ook wordt geconstateerd dat veel bewoners meer zelfredzaam zouden kunnen zijn als ze vrijwillige hulp zouden krijgen. Daarop wordt als beleidsdoel geformuleerd dat vrijwillige inzet gestimuleerd en gesteund moet worden zodat meer mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en het gebruik van voorzieningen beperkt wordt. Als doelgroep voor dit beleid wordt “…alle Amsterdammers die zich in willen zetten voor de samenleving…” gezien. Maar niet elke Amsterdammer is in staat om vrijwillige inzet te geven. Daarom worden twee groepen met name genoemd als doelgroep voor het activeren van vrijwillige inzet: ouderen met een beperkt netwerk en volwassenen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, omdat deze groepen in een sociaal isolement dreigen te raken. Met andere woorden: deze groepen moeten worden geactiveerd om zich ‘vrijwillig’ in te zetten voor de samenleving. De wethouder die werklozen wil verplichten zich in te zetten voor de buurman staat niet alleen. Het stadsdeel moet vervolgens een actieve rol krijgen in het werven, bemiddelen en opleiden van vrijwilligers, en zorgen dat de voorzieningen (waaronder huisvesting) daarvoor beschikbaar zijn, met name op die gebieden die voor het stedelijk beleid van belang zijn. Mantelzorg wordt in het beleidsstuk omschreven als “ informele zorg op langdurige basis verleend aan mensen die door ziekte of handicap beperkt zijn hun in dagelijkse functioneren”. Daarna wordt gezegd dat de gemeente mantelzorg belangrijk vindt, al wordt er niet bij gezegd waarom, en dat de gemeente met een aanbod wil komen

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Staat, samenleving en subsidiariteit in Nederland 37


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.