Het Justitieplan

Page 56

III.3.2.3. Versterken van de instrumenten van buitengerechtelijke afhandeling (PP II / regeerakkoord, p. 133)

Lang niet alle zaken moeten of kunnen leiden tot strafvervolging. Het openbaar ministerie krijgt meer instrumenten om, waar opportuun, de zaak buitengerechtelijk af te handelen. Het sepot omwille van technische redenen wordt meer autonoom afgehandeld door de politie, om de parketten van zuiver administratieve taken te ontlasten.

a) Het sepot De politiediensten moeten, onder controle van de parketten, de sepotbeslissingen kunnen nemen om technische redenen (zoals de onmogelijkheid om de dader te identificeren).

149. Niet alle strafbare feiten vergen ook een strafrechtelijke vervolging. Dit principe, dat vervat ligt in

de Grondwet en het Wetboek van Strafvordering, dient, zoals reeds omschreven in het hoofdstuk rond

de hervorming van het strafrecht (zie hoger, nrs. 93-105), ook verder te worden gehuldigd. In plaats van een penale bestraffing kan een andere opvolging aangepaster zijn, zoals een administratieve of zelfs burgerlijke afhandeling, een buitengerechtelijke afhandeling of een sepotbeslissing.

150. Vandaag dienen de parketten nog heel veel dossiers zonder gevolg te stellen, d.i. te seponeren,

hetgeen een grote werklast meebrengt, gelet op het talrijke aantal noodzakelijke beslissingen tot sepot. Er moet een onderscheid worden gemaakt naar de aard van de sepotbeslissing. Slechts een deel van

de sepotbeslissingen wordt genomen op basis van opportuniteitsoverwegingen, terwijl een ander (groot) deel is gestoeld op technische redenen, zoals de onmogelijkheid om de dader te identificeren. Deze laatste categorie hoeft niet langer aan de parketten te worden bezorgd. Het nazicht kan even goed

georganiseerd worden op het niveau van de politie zelf, waarbij structureel nazicht door de officier van gerechtelijke politie gebeurt en de parketmagistraat slechts steekproefsgewijs de dossiers controleert.

151. Dit ligt in het verlengde van de reeds bestaande regeling met betrekking tot de vereenvoudigde

processen-verbaal (VPV) en het ambtshalve politioneel onderzoek (APO), waarin de politiediensten hun verantwoordelijkheid opnemen in het kader van een ketengerichte aanpak.

Uiteraard worden duidelijke criteria bepaald, om geen afbreuk te doen aan de beginselen van legaliteit en loyaliteit, noch aan de invulling van de begrippen leiding, gezag en verantwoordelijkheid van de procureur des Konings.

152. Benevens het sepot moet stevig worden ingezet op instrumenten waarmee het openbaar

ministerie, telkens wanneer zij dat opportuun oordeelt, strafzaken alternatief en buitengerechtelijk kan afhandelen, met verval van de strafvordering tot gevolg.

b) De minnelijke schikking (art. 216bis Sv.) De toepassing van de minnelijke schikking wordt verfijnd en het openbaar ministerie wordt aangemoedigd

om hierin een coherent en evenwichtig strafrechtelijk beleid te voeren. Het College van Procureurs-

56 |

generaal wordt verzocht om in 2015 de nodige aanpassingen aan de bestaande richtlijnen ter zake voor te bereiden.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.