Rembrandt Magazine

Page 31

Rembrandt Magazine | 31 Interview Jaap mulders

“E

igenlijk zijn we van nature allemaal verzamelaars. Kijk maar naar het succes van de EK voetbalplaatjes. En wanneer ben je eigenlijk een verzamelaar? Een verzameling ontstaat heel geleidelijk. Toen ik zo’n zes etsen van Rembrandt had, bezocht ik eens een tentoonstelling waar er dertig hingen. Ik herinner me nog goed hoe veel ik dat vond.” Inmiddels bezit Jaap Mulders 144 etsen van Rembrandt; bijna de helft van diens 290 etsen tellende oeuvre. We spreken de voormalig ondernemer en oud-directeur van Het Nationale Ballet in zijn huis, idyllisch gelegen op een eilandje in de Vecht. Zestien jaar geleden stuitte Mulders in de galerie van een bevriende kunsthandelaar min of meer bij toeval op een etsplaat van Rembrandt. Het feit dat die koperplaat in handen van de meester was geweest, fascineerde hem enorm. “Bij een afdruk weet je nooit helemaal zeker of hij door Rembrandt zelf is gemaakt. Van de etsplaat weten we het wel. Er zijn maar ongeveer vijfentachtig etsplaten bewaard gebleven. In feite zijn ze dus zeldzamer dan zijn schilderijen, waarvan er ruim driehonderd zijn. En toch zijn ze veel goedkoper. Relatief gezien dan, want het was een vrij dure aanschaf. Maar voor een echte Rembrandt wel betaalbaar. Ik ben niet eens zozeer voor de afbeelding gevallen, een portret van de excentrieke predikant Johannes Uytenbogaert. Het ging me puur om de spanning: Rembrandt heeft dit écht vastgehad. Ik beschouwde het als een curiositeit. Vergelijk het met de boekenkist waarin Hugo de Groot vluchtte uit Slot Loevestein. Bovendien vond ik Rembrandt wel een fascinerende, aparte vent. Ik heb ooit zelfs een concept bedacht voor een tv-programma over Rembrandt.”

Hebberigheid “In diezelfde periode bezocht ik een tentoonstelling van getekende en geëtste landschappen in het Groninger Museum. Ik stond in het midden van de zaal en een paar etsen sprongen er wat mij betreft meteen uit; die vond ik mooier en leuker dan de andere. Toen ik dichterbij kwam, ontdekte ik dat die landschappen nou net allemaal van Rembrandt waren. Dat was een bijzondere ervaring.” Zijn eerste ets kocht Mulders op de kunst- en antiekbeurs Tefaf in Maastricht. In dit geval was het wel ‘het plaatje’, een Amsterdams landschap, waar hij voor viel. “Amsterdam is mijn geboorte- en lievelingsstad. Maar ik vond vooral de manier waarop hij gemaakt was, prachtig.” Vrij kort daarna kocht Mulders bij dezelfde handelaar zijn tweede ets. In de daaropvolgende jaren schafte hij gemiddeld een à twee etsen per jaar aan. “Vooral zijn herkenbare stijl sprak me erg aan. En nu nog steeds trouwens. Neem bijvoorbeeld de ets Drie huizen: de compositie ervan is zo briljant. Hetzelfde geldt voor De Molen. Hij tekende die aan de zijkant, terwijl iedere andere kunstenaar de molen in het midden zou plaatsen. Maar Rembrandt koos juist voor het perspectief van de wandelaar. Op zijn landschapsetsen zie je overigens altijd personen. Hij was overduidelijk gefascineerd door gewone mensen.” Op een gegeven moment kwam er een omslagpunt. Mulders omschrijft het als een roes waarin je terechtkomt. “Het verzamelen an sich gaat ineens spelen. Je groeit als het ware in je verzamelaarsrol. Er komt een soort hebberigheid om de hoek kijken. Mijn vrouw wordt er soms gek van... Terwijl mijn beste vrienden tot een paar maanden geleden niet eens van mijn verzameling afwisten. Ze zagen de etsen natuurlijk wel hangen, maar dachten misschien dat ik ze in de souvenirwinkel van het Rembrandthuis had gekocht. Ik bewaar een deel in een opslag; te veel daglicht is schadelijk. Ik koop mijn etsen voornamelijk van

handelaren zoals Douwes Fine Art in Amsterdam en Helmut Rumbler in Frankfurt. Dan loop je minder risico dan op een veiling. Daar kan het namelijk nog weleens gebeuren dat de beschrijving achteraf niet blijkt te kloppen. En ik beschouw mezelf absoluut niet als een kenner. Er zijn hordes mensen die veel meer weten van de etsen dan ik. Neem Erik Hinterding (onderzoeker bij het Rijksmuseum, zie p.74 – red.): hij bekeek duizenden etsen. Het is voor mij nog best lastig een zeventiendeeeuwse en een twintigste-eeuwse afdruk uit elkaar te houden. Iemand

‘Rembrandt zou in onze tijd fotograaf zijn geweest’ zou mij in de maling kunnen nemen door een ets op oud papier af te drukken. Sommige kopieën zijn onwaarschijnlijk nauwkeurig gemaakt. Maar ik ken Rembrandts etsoeuvre natuurlijk wel goed. Als ik een afdruk tegenkom die niet afkomstig is uit de reeks van vijfenachtig bewaarde etsplaten, dan is de kans heel groot dat hij uit de tijd van Rembrandt komt. Ik ben op een gegeven moment ook catalogi gaan kopen. De eerste catalogus van Rembrandts etswerk dateert al van 1751. In de loop der tijd zijn er nog veel meer verschenen, de een beter en completer dan de ander. Maar het is tekenend voor de aandacht die er al vroeg was voor zijn werk. Ik heb ook mijn eigen catalogus, waarin ik alle gegevens over de etsen bijhoud: de beschrijving, de verschillende afdrukken, etsen die omstreden zijn, de afmetingen van kopieën. Ik heb vanaf 2002 bijgehouden welke etsen wereldwijd zijn geveild en tegen welke prijs. Ik ga volgende week naar een veiling in Londen, en mijn catalogus neem ik mee. Zo weet ik precies of een ets eerder is geveild en wat hij toen heeft opgebracht. Met andere woorden, of het verantwoord is om een bod uit te brengen. Ik stel daarbij voor mezelf wel een grens. Je moet daar vrij streng in zijn. Als een ets aan mijn neus voorbijgaat hoop ik simpelweg dat ik ’m in de toekomst nog eens tegenkom.”

Bedelaars Van alle etsen die op de markt komen, gaat het in slechts twintig procent van de gevallen om zeventiende-eeuwse afdrukken. Het grote merendeel is dus na Rembrandts dood afgedrukt. Mulders heeft ook een paar achttiende-eeuwse drukken in zijn collectie. “Die zul je niet op de Tefaf tegenkomen; daar worden alleen afdrukken van Rembrandt zelf verkocht. Of dat ook daadwerkelijk zo is, is weer wat anders. Het kan mij eerlijk gezegd niet schelen of Rembrandt hem zelf heeft afgedrukt. Als het maar een goede afdruk is. Maar als ik een ets niet kan traceren, zal ik ’m niet zo snel kopen. Dan kan hij ook uit een oude catalogus komen. Daarvan zijn er een paar honderd gedrukt: de afdrukken zijn eruit gesneden en op de markt gebracht. Een aantal etsen zit niet in mijn collectie, zoals De drie bomen en De drie kruizen, hoewel ze er qua oeuvre wel in thuis horen. Ze komen af en toe op de markt, en ik heb ook al een paar keer de kans gehad ze te kopen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.