Huid Magazine december 2011

Page 35

HUID IN DE LITERATUUR |

TEKST: FRANS MEULENBERG

|

FOTO : DREAMSTIME

|

EEN

VULKAAN OP DEBIL Een romanschrijver is voor een verhaal altijd op zoek naar drama. Imponerende ziekten zoals kanker, dementie en een hersenbloeding zijn daar erg geschikt voor. Chronische ziekten zijn evenzeer populair bij de auteurs. Een schrijver heeft niet zoveel aan een personage met griep, galbulten of enkelverzwikking. Chronische ziekten kunnen daarentegen als een rode draad door het verhaal lopen. Wat betreft de chronische huidaandoeningen is psoriasis de onbetwiste koploper en, merkwaardig genoeg, met zeer grote voorsprong op bijvoorbeeld chronisch eczeem of vitiligo. Al met al is het ‘kleine huidleed’ toch een literair stiefkindje, ondanks het feit dat miljoenen mensen er last van hebben. Tijd voor een literaire herwaardering!

De beminnelijke John Updike schreef prachtige romans, onder andere over psoriasis, met veel gevoel voor klank, timbre en ritme. En hij is één van de weinige literatoren die het aandurfden een gedicht te wijden aan… een steenpuist: In the night the white skin cries aloud to be broken, but finds itself a cruel prison; so it is with reason, which holds the terror in, undoubted though the infection. Een Nederlandse vertaling zou iets zijn als: ‘s Nachts bonkt de witte huid, / schreeuwend om bevrijding, / vergeefs op haar gesloten poort. / Gelijk verstand dat luid / bezweert de bange tijding / al woekert de ontsteking voort. Een steenpuist (furunkel) is een acute diepe ontsteking van het haarzakje, vrijwel altijd veroorzaakt door de Staphylococcus aureus. Zichtbaar is een verheven rode plek die warm aanvoelt en pijnlijk is. Afhankelijk van de mate waarin celdood optreedt, kan een pustel (puist, pukkel met puskopje) aanwezig zijn. Als de pustel na enkele dagen openbreekt, kan er een hoop pus uit de diepte te voorschijn komen. Een steenpuist gaat soms gepaard met koorts en algemene malaise. Waarom furunkels ontstaan, is onduidelijk. Mechanische beschadiging van de huid door bijvoorbeeld schurende kleding, speelt vaak een rol. Dat maakt dat wielrenners, schuivend

over smalle zadels, iets meer risico lopen. Het beste is de ontsteking tot volledige ‘rijping’ te laten komen. Uiteindelijk breekt hij spontaan door, waarna de pus afvloeit. Een zalfje kan de huid verweken en het rijpingsproces versnellen. Als hij niet openbreekt, zal men er een snee in geven. Dit krachtenspel schetst Updike in de eerste drie regels: de pus wil naar buiten, de harde schil voorkomt dit. Onder het maagdelijk witte oppervlak gist een ontsteking met weefselversterf: kokend, kolkend, ziedend. Een steenpuist lijkt een vulkaan die op uitbarsten staat. En dat doet pijn. Misschien wel evenveel pijn als het leven zelf. Want in de laatste drie regels gebruikt Updike de steenpuist als een ‘pars pro toto’ (volgens Van Dale: ‘stijlfiguur waarin iets wordt aangeduid door het noemen van een deel ervan’). Ook de mens die ogenschijnlijk zichzelf onder controle heeft, maskeert iets. Die rustige buitenkant, die schijnbare kalmte, dat air van intellectuele beheersing bedekt een woelig zieleven en mogelijk zelfs een existentiële angst. Paniek die moet rijpen onder de laklaag van het verstand. Net als pus en champagne.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.