Willems speurtocht
Fishstick of the day
1. Stap in het schip van de Europese canon en stap er pas uit als misselijk bent van je eigen slappe humanisme. Weet jij waar Willem is geweest? Mail je antwoorden naar dailystarfish@amsterdamfringe.nl en win een meat & beer.
leve de man
Steek een kaarsje aan
y l i a d e h t S FIS
TAR issue 8
10-09-2015
door Harmen van der Meulen
‘10 punten’, appt een van mijn vrienden, in de appgroep waarin we het leven en elkaar van persoonlijk commentaar voorzien. Een emoticonduimpje valt hem ten deel. ‘Netjes’, antwoordt een ander. 3.20 uur ’s nachts, ergens in Amsterdam, in een bezweet bed of op een koude wc, is mijn vriend met het naspel bezig. Effe appen. Score. Vijf uur later druppelen de complimenten binnen via zijn telefoon, heeft hij al voor het opstaan meerdere high fives te pakken. Wij hebben geneukt. Wij, mannen. In de voorstelling Remancipatie wordt de vraag expliciet gesteld: wat maakt de moderne man tot toevoeging aan de huidige maatschappij? Geen van de vier spelers (gekleed in wifebeaters en leren jasjes, met namen als Kansloos, Viespeuk, Snabbel en Vuursnor) heeft het antwoord paraat. Vele ideeën passeren de revue in deze flitsende show: mannen moeten domineren, moeten zichzelf verbeteren (remancipatie), een vrouw kan een man sterker maken. En – in de climax van het stuk – mannen moeten zichzelf blootgeven. Tenminste, dat is wat vier spelers de vijfde verwijten, ze stappen er zelfs voor uit hun rol, dat hij zich niet blootgeeft, zich niet kwetsbaar opstelt. Daar blijkt deze Daan geen zin in te hebben. ‘Leve de man! Vrouwen achteraan!’ roept hij. Een vechtpartij breekt los, Daan delft het onderspit. Verslagen druipt hij af in een hoekje, waarin de rest hem al snel komt troosten. ‘Gaat-ie?’ vragen ze, terwijl we Michael Jackson horen. Eerder was de vraag gesteld of een man mocht huilen bij Earth Song. Nee, natuurlijk. Nu trekt geen man zich daar nog iets van aan. Jankend schreeuwen ze het refrein mee: ‘What about us?!’ Na afloop geeft de regisseur van het stuk, Mick Vonk, misschien wel het enige mogelijke antwoord op die vraag: hij vraagt op het podium zijn vriendin Nina ten huwelijk. De spelers dragen hem naar haar toe. Een man op zijn knieën voor een vrouw, zijn vrienden achter hem. Samen zullen ze het wel redden.
Remancipatie is nog te zien op zondag 13 september.
final say:
Door Hilde van Beek ‘Mijn moeder en ik, wij hebben ook in Bosnië gediend’. Voor de solo Dan snij ik het vlees wel put Saskia Driessen uit persoonlijke ervaringen uit haar jeugd: de periode waarin haar vader werd uitgezonden op vredesmissies, zoals naar Bosnië in de jaren negentig. Ze zoomt in op onderbelichte ervaringen van het thuisfront. Als kind verzon ze dat haar vader niet was uitgezonden maar zich op zolder verstopte. In Jeugdjournaaltaal wordt de jonge Saskia uitgelegd waarom haar vader vertrekt: ‘dat hebben we zo afgesproken met de landen waarmee het goed gaat’. In marstempo komen anekdotes voorbij waarin Saskia zichzelf en haar ouders speelt. We zien haar als fantaserend kind, onredelijke puber en volwassen meisje dat de map beheert met daarin haar vaders uitvaartwensen. Ze springt en danst en kijkt dan minutenlang verdrietig de zaal in. Saskia Driessen durft op toneel te zeggen hoe moeilijk het is voor de gezinnen van uitgezonden soldaten. Tegelijkertijd deelt ze ontwapenend haar schaamte, want haar verdriet mag eigenlijk niet vergeleken met dat van oorlogsslachtoffers. Het is jammer dat ze ons nét iets te vaak uitlegt hoe ze zich voelt, in plaats van het enkel te laten zien. Twintig jaar na de val van Srebrenica kijkt Saskia terug op haar jeugd. Op een kartonnen speelvloer van archiefdozen kunnen simpel maar effectief delen omhooggeklapt of uitgescheurd worden en zo ontstaat een huis of ansichtkaart. Tegen het einde van de voorstelling verschijnt een dorp aan huizen. Bij elk huisje zet Saskia een kaarsje. Iemand steekt dat aan. Iemand zit te wachten. Een ode aan de thuisblijvers.
Dan snij ik het vlees wel is nog te zien op 10 en 11 september.
'Dit is pas echt Fr inge.' (Hella de Jonge)
Tijd is ook een ding met wielen Je staat op een dansvloer. Het is een uur of half vier ’s nachts. Je bent er al uren, maar het eind van de nacht is nog lang niet in zicht. Om je heen: lichamen, gezichten die oplichten en weer verdwijnen al naar gelang de grillen van de lichtman. De eerste paar uur na het moment dat je je aanvankelijke zelfbewuste houding van je af hebt weten te schudden, waren hectisch en euforisch en zijn voorbij gevlogen. Nu is het doorzetten. Je bent hier eerder geweest, je herkent het moment. Is het nog leuk? Het is… anders. Je bent er, en je bent er niet. De vermoeidheid zorgt ervoor dat je weerloos bent tegen alle indrukken: kort oogcontact, een hand die tegen arm strijkt, een track die je niet kent, maar die klinkt als een jeugdherinnering van een melancholische androïde. Misschien, denk je, is dit het moment waar het om gaat. Niet de aanloop, niet de euforie, niet dat laatste uur waarin je je laatste restje energie eruit perst
voor een eindsprintje naar het licht. Je bent op jezelf aangewezen, maar dat is niet erg. Het is nu meer dan ooit jouw feest, jouw gedachten spoken door je hoofd, het zijn jouw spieren die langzaam, tintelend beginnen te verzuren. Zoiets. Maar dan op een elfdaags theaterfestival. Het is maar om te zeggen: je kunt het. Bijt door. De kans is groot dat de voorstellingen die je nu ziet, het langst zullen blijven hangen. Dat je, juist omdat je niet zo goed meer kan filteren, echt geraakt wordt, op een moment dat je het niet meer verwacht. Einde metafoor. Het kan natuurlijk net zo goed zijn dat je vandaag je eerste shows gaat zien. Nou ja, mocht de vrijwilliger bij de kassa een beetje bleek zien, nu weet je waarom. Stel nu dat dit je eerste dag Fringe is, dan is het meteen je laatste kans om Piet se Optelgoed te zien, de Best of South Africa Fringe voorstelling die zo in de smaak viel bij Freek en Hella de Jonge.
Premières hebben we ook, bijvoorbeeld van Huldebiet van 7090 en Bert Hana. In welke Fringe tijdszone je je ook bevindt: zoek de voorstelling die bij jouw staat van zijn past. Praat erover, denk er over na op de fiets of onder de douche. Ervaar het. Het is Fringe.
Time: a thing on wheels
H
You’re on a dance floor. It’s half past three. You’ve been there for hours, although the end of the night is nowhere near. All around you: bodies, faces, appearing and disappearing according to the whims of the light technician. You’ve managed to lose your normal self conscious self, and the first few hours of dancing have been hectic and euphoric. Now’s the time to soldier on. You’ve been here before, you recognise the moment. Is it… fun? It’s different. You’re both there and not there. Fatigue makes you vulnerable, impressions hit hard: a stranger’s hand
touching your arm, a look across the dance floor, a track you didn’t know yet. It sounds like a childhood memory of a melancholy android. You’re thinking maybe this is what it’s all about. Not the anticipation, not the euphoria, not those late moments of spending your last drop of energy. You’re on your own. Now, more than ever, this is your party, it’s your thoughts racing through your head and your muscles tingling. Something like that. Only you’re on a theatre festival lasting 11 days. We’re just trying to say: you can do it. Hang in there. Chances are the shows you’ll see at this time, will strike you hardest. End of metaphor. Because you’re just as likely to just start your Fringe experience. Oh well, just in case our volunteer checking your tickets look somewhat pale: now you know why. Is it your first day of Fringe? It’s also your last chance to see Piet se Optelgoed, that magnificent Best of South Africa Fringe show. Premieres we have as well. Huldebiet for instance, by Bert Hana and 7090, both former Fringe winners. Whichever particular time zone’s yours: find a show fitting your state of being. Talk about it, reflect while cycling through the city or while taking a shower. Experience it. It’s Fringe.
Reverse Ventriloquism live on the Radio
By Dolan Jones.
John Moran (he pronounces it Morán, where I come from it sounds more like Mourn) seems to defy definition with Mozartian ease. An evening with the man was a perfectly balanced journey of madness. The surreal testimonial was intermittently whimsical and claustrophobic, profound and perverse. The otherworldly atmosphere created by lip-syncing to the pre-recorded soundtrack was continuously subverted. On one occasion, a club singer signalled the sound engineer to turn down the microphone. The effect was of a visual radio play, reverse ventriloquism, an ephemeral dream – occasional nightmare. The ages of American man were isolated, repressed, aggressive and suffocating. Is this middle-aged artist, now based in Europe, taking pleasure in advancing years by looking back from whence he came? John Moran (pronounced Morán not Mourn) is an artist of unique scope and intelligence. He has fused theatre, dance and opera into a singular form and imbued it with a musician’s sense of proportion, pace and scope. His dedication to his own particular art may have left him on the margins, but we need these people and their integrity. Incidentally, the name in Irish translates approximately as ‘the little big man’. Just saying.
An evening with John Moran can still be seen on September 10 and 11.
belief is everything nagenieten met justyna Door Justyna Ponikowska Met mijn luistertips via twitter kun je zelf aan de slag met onder andere luisteren en nagenieten. Maar ook tijdens de dramatische concerten van het Huldebiet-event op de jarige Fringe kun je je creatieve kant ontdekken! Zo is er een echte muzikant én een kunstenaar die je op een leuke manier helpt je luistertalent te ontwikkelen. Aan het Luisterloket ontdek je het geluid en haar betekenis van een muziekje. Bereid door een professionele gastvrouw proef je ondertussen een glaasje van een muzikale cocktail: de Sex on The Beet, met uiteraard een kater als herinnering. En dan nog iets. Als je je contactgegevens achterlaat bij mij (ook ik zal er zijn!) of bij iemand anders van het Huldebiet-event-team, kun je in de toekomst af en toe een ideetje toegestuurd te krijgen. Laat het nagenieten maar beginnen!
Huldebiet speelt op 10, 11 en 12 september.
Door Evi Hoste
Onhandige man met vogelmasker op zwalkt over de scène en vindt de vliegkunst opnieuw uit. Dodo: The Resurrection is een klassieke goochelshow, van de recyclage van uitbundige muziek tot de opeenstapeling van trucjes, opgehangen aan een verhaaltje. De twee acteurs houden met verve consequent vast aan hun rol, de archetypes van de flamboyante leermeester en zijn ietwat klungelige leerling, en dat leidt tot jolijt bij het publiek. Wie zin heeft om betoverd te worden en, net als ik, eigenlijk liever niet weet hoe de trucjes in elkaar zitten, omdat onbegrijpend toekijken soms leuker is, zal zeker lachen. Maar het is niet alleen maar leuk. De fladderende eitjes met vleugeltjes bijvoorbeeld zijn ook gewoon echt mooi.
Dodo: The Resurrection is nog te zien op 11 september.
Costumed by Love by Steve Kretzmann Nostalgia for a past we never had is a common experience, closely linked to a belief that life used to be simpler and time more abundant. It’s a yearning common enough to have its own genre, the costume drama, typically hearkening back to the Victorian era when men were honourable and women were ladies, apparently. Of course our imagination is generally stuck on the upper class manifestation of any particular era we wish to have experienced. I can’t imagine being working class or poor (which is statistically more likely) in Olde London’s gin-rag-soaked smog-choked streets was much fun. Never mind the lack of dental care. Reality check aside, apparently the Germans have a word for this longing: Sehnsucht. According to extensive Wikipedia research, it relates to “thoughts and feelings
about all facets of life that are unfinished or imperfect, paired for a yearning for ideal alternative experiences”. (I checked the citation). It describes well what Hiske Eriks portrays in Was het leven maar een kostuumdrama (If only life was a costume drama) pretty accurately, with hilarious results. With her dramatic entrance, replete in ridiculously badly constructed hoop skirt by Roos Smith, she acts out her fantasy of being the Victorian lady. Then deconstructs it, thereby inviting us in, making us a complicit mirror affirming that she is the fairest of them all. That she is not at all sure she is fair becomes apparent as she leads us through the set structure and cliches inherent in a costume drama, seemingly based on that classic of the genre, Pride and Prejudice. She enacts the necessary scenes (man and woman at a ball, for instance) with the aid of amusing illustra-
tions on the back of her mobile dress screens, which were discordantly modern. In fact the set, integral to the performance, was the one thing that did not work. Its modern sleek lines clashed with the costume and scenario, and would be so easy to change by spending a bit of time trawling second-hand shops and buying a few metres of floral material. A woman like this would not have things like that in her room. And it is a room it seems she spends a lot of time in as, speaking directly to us, her loneliness becomes increasingly apparent with the realisation her love for costume drama is a result of her delusional desire for the sweeping romance the genre depicts. She is just a woman desperate for love, as are we all. She’s just bit crazier than average. Although much of the play was in Dutch, I understood enough to rea-
lise many of her off-thecuff comments were hilarious references to modern expectations and experiences, which introduced contemporary vantage points that highlighted and ridiculed her own illusion. In this work, Hiske had me alternately wanting to reach over and comfort her and run a mile from this plainly mad woman who would likely smother any man within waltzing distance with her need for emotional fulfilment. In other words, I was captured, particularly by the ending, which was simply brilliant.
Was het leven maar een kostuumdrama speelt nog op 11 en 12 september.
Steve Kretzmann will be writing about all things Fringe until the end of the festival. More Steve on thecritter.co.za. You can also do the @crit_za thing on Twitter.