BouwTotaal editie april 2012

Page 19

Thema Mobiliteit een communicerend vat om het Stevelduct te voeden en elk pand heeft een verval van 8 meter (= verhang: 20 cm/km). De eindbestemming Duisburg is gelegen op 37 meter boven NAP. Om daar vanuit het tussenstation Venray te kunnen komen is er in een communicerend vat een waterhoogte van 45 meter boven NAP benodigd. Dat niveau is beschikbaar nabij Bonn. Daarom communiceert het vat bij Venray met een verbindende leiding met het water in de Rijn bij Bonn. Op deze manier kan pand 5 van Venray naar Duisburg van water worden voorzien en werkend gemaakt. De potentiële energie wordt daarmee omgezet in kinetische. De bestendigheid van de aanvoer wordt verzekerd door de natuurlijke werking van de sifon. Bij Duisburg heeft het water nog steeds een niveau van 37 meter. Met een leiding wordt dit water geleid naar een vat bij tussenstation Eindhoven. Daar heeft het water door de communicerende werking ook die hoogte en kan dus gebruikt worden om het pand 4 tussen Eindhoven en Venray te voeden. Daardoor wordt dat gedeelte van het traject van water voorzien en werkend gemaakt. Bij Venray heeft het water nog steeds een niveau van 29 meter. Dus kan dat water gebruikt worden voor pand 3 dat weer gelegen is tussen Tilburg en Eindhoven. Dit kan herhaald worden totdat alle panden tussen Maasvlakte II en Duisburg van water zijn voorzien en werkend zijn gemaakt. Ten slotte heeft het water zodoende een

19

Is er leven na de bouw? De bouwwereld is nog niet door zijn diepste dal heen. Her en der blijven er maar bedrijven omvallen. De kaasschaafmethode is inmiddels wel een beetje uitgewerkt. Nu komt het er echt op aan. Blijven de goede bedrijven staan? Of de bedrijven die jaren lang een goede reserve voor hun pensioen hebben opgebouwd? Enigszins wrang als je nu weer al je reserves moet opmaken, alleen al om je bedrijf in de benen te houden. Als het dan straks weer hurrie-up met de handel is dan heb je geen spek meer op de botten om de mogelijke groei te financieren... En wat doe je nu als je de huidige personeelsbezetting niet meer kunt handhaven? Wat doe je met al die goede werknemers waar je nu misschien afscheid van moet nemen. En wat willen ze? En wat kunnen ze? Als kop schreef ik: Is er leven na de bouw? Als je nu projectleider bent in de bouw. Je hebt je opgewerkt van timmerman, voorman, uitvoerder en bent nu al jaren projectleider in de utiliteitsbouw.......... en nu moet je eruit. Wat nu? Is er leven na de bouw? Wil je in de bouw blijven? Maar welk bedrijf heeft nu wel vacatures. Hoe vast wil je blijven houden aan de utiliteitsbouw. Of sta je open voor bijvoorbeeld een andere tak van sport. Waar werkprocessen wellicht nagenoeg hetzelfde zijn, maar waar de cultuur wat anders is. Sta je open voor de wegenbouw als je uit de installatietechniek komt. Of sta je open voor de infratechniek als je uit de woningbouw komt. Wil je bij een onderaannemer aan het werk, ook als je altijd gewend bent geweest om bij een hoofdaannemer te werken. Hoe flexibel wil je zijn als het gaat om het behouden van inkomen door er voor te werken. Daarnaast zullen de bedrijven die nog wel vacatures hebben deze tijd ook open moeten staan voor goede werknemers met kwaliteiten uit een andere tak van sport in de bouwkolom. Let eens op de frisse kijk die wellicht over je bedrijfsprocessen heen gaat. Misschien is die nieuwe man helemaal niet gewend om op 15.15 uur al richting de keet te lopen om naar huis te gaan.

Schematische weergave energieloze configuratie gebaseerd op communicerende vaten.

gratis energie voorhanden die voor deze vervoerstechniek kan worden aangewend. Die is te vinden in de vorm van potentiële energie die ligt opgeslagen in rivierwater.

Wetmatigheid uit natuur

De wet van de communicerende vaten is een regel uit de natuurkunde. Deze zegt dat in twee vaten die met elkaar verbonden zijn, de vloeistof in beide vaten altijd even hoog zal staan. Van deze wet wordt gebruik gemaakt door water uit de Rijn nabij pakweg Bonn in te laten in een ondergrondse leiding, een Romeinse ‘sifon’, en die leiding te verbinden met een vat. In dat vat zal het water op dezelfde hoogte komen te staan als het water in de Rijn. Als nu het water nabij Bonn op 45 meter boven NAP staat, dan zal dat ook het geval zijn in het vat. Het maakt daarbij niet uit welke afstand er ligt tussen inlaat en vat.

Nu de afstand niet uitmaakt, kan het vat bijvoorbeeld op de Maasvlakte worden geplaatst. Als het Stevelduct daar begint om bijvoorbeeld in Duisburg (afstand circa 200 km) te kunnen eindigen, dan vormt de bouwhoogte een onoverkomelijk bezwaar. Het wordt dan te duur en landschappelijk lastig in te passen en daardoor onuitvoerbaar. Daarom wordt de route opgedeeld in vijf etappes (panden genoemd) van elk zo’n 40 kilometer lengte.

Vier overslagstations

Samen met de vier overslagstations in West-Brabant, Tilburg, Eindhoven en Venray zorgen de kopstations op de Maasvlakte en in Duisburg (alle plaatsen als voorbeeld) ervoor dat de voertuigen met de vracht een keer met een lift worden opgehoogd naar een volgende of een terugkerend pand. Aan het begin van elk pand landopwaarts staat

niveau bereikt van 5 meter boven NAP. Er is dus nog speelruimte genoeg voor een gedetailleerde uitwerking. Bij calamiteiten kan een pand worden gesloten zonder extreme gevolgen voor het systeem. Elk vat is voorzien van een overstort waardoor het water binnen het systeem veilig naar zee kan worden afgevoerd. Nergens zijn ingewikkelde installaties nodig en nergens behoeft energie te worden toegevoegd om water op gang te brengen of te houden. Trouwens, in omgekeerde richting vanuit Duisburg richting zee is het systeem sowieso energievrij. Water stroomt immers van hoog naar laag? Buitengewoon doelmatig en buitengewoon duurzaam. Meer weten? Kijk op www.stevelduct.nl.

Is er leven na de bouw? Laten we aub samen proberen de goede vakmensen voor de bouwkolom te behouden en sta open voor andersdenkenden. Verruim je blik, dan blijft het leven in de bouw!!!

C.J. (Cor) Spronk SB&A Twitter: @bouwpersoneel Website: www.SBenA.nl Facebook: www.facebook.nl/SBenA.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.