HEER BOMMEL
EN HET EINDE
01700Nadat heer Bommel de grijsaardbedankthad voor zijn gastvrijhêid,liep hij op goedgelukachterde vogelaan.Het beestfladderdein eenrechtelijn, alsof het eenbepaalderichting volgde;maartoenheerOllie boven de nevelseen bekend gebouw zag opijzen, hield hij halt. ,,Daar!" riep hij uit. ,,Dat is het stadslaboratorium: Nu kan ik te wetenkomenwaarik ben!" ,,De riviergaatvlugger",krastedevogel.Maarheer Bommel sloegrechtsafzonder zich aan die opmerking te storen, en het dier ging berustend op zijn schouderzitten.Tot zijn groteopluchtingbereiktehij nu eindelijkwèervertrouwdgebied,enhij stapteglimlachend de werkruimte van professorPrlwytzkofski binnen.Maar jammer genoegtrof hij het niet. De geleerdewasjuistdoendeom de nauwkeurigeplaatsvan de zon ten opzichtevan het middelpuntin het uitdij-
VAN ElNDElOOSooortvtartenroonder
endheelalte berekenen,en hij keekdaniggestoordop toen hij zijn b ezoekerzag. ,,Ik ben dadig!" riep hij uit. ,,Maakt u zich voort." ,,Maar ik ben voort", zei heerOllie verontschuldisend. ,,Ik ben verdwaald,bedoel ik: en nu weet ik niet, welkekant ik op moet gm thuiste komen.Waarbenik precies?" ,,Praw!Dat mocht ik ook gaarnewetenlo',snauwde de professor.,,Al mijn tijd wordt in aanspraakgenomen door het bestemmenonzerplats met betrekking tot der centrum des universums,en daar komt ener lomp met zijnerparkiet mij vragenwaarhij isj!" ' Hij zweeg,door oritroeringovermand,en in de ingetredenstilte krastede vogel:,,Der centrumdesuniversumsis waarmenis."