Eb lentenummer 2014

Page 6

slenterpaadjes

Explosie van kleuren

ALY VAN EIJK.

Eén van de bomen waar ik van houd, is de Hollandse knotwilg. In alle vormen, geknot of niet; hij blijft altijd opnieuw verbazen. Alleen de structuur van de stam al, diep gegroefd. Hele oude wilgen vertonen barsten en scheuren, soms zo diep dat je er ver in kunt kijken. Er leeft van alles in. Behalve vogels die er in huizen, ook varentjes, grassen... allerlei planten hebben hun domicilie daar gekozen.

EVEN BIJBOMEN » 6

Schuilplaats

Welig tieren

Met een beetje geluk zie je een steenuiltje, onzichtbaar verstopt tussen de geknotte wilgen. Lange rijen in het Hollandse landschap, die tot aan de horizon reiken langs slootjes en hekken, die per provincie vaak verschillen. Vroeger waren er vlechtheggen van meidoorn, sleedoorn, vlier en andere struiken. Ze werden gevlochten als veilige omheining voor het vee. In die heggen hadden veel dieren een schuilplaats, van hagedisjes tot vogels, die er hun nest in hadden gemaakt. De ondoordringbare heggen werden in de vorige eeuw vervangen door het moderne prikkeldraad. Maar in sommige gebieden in ons land komen ze weer, de vlechtheggen, daar zijn al veel vrijwilligers mee bezig.

Wilgen worden in het Latijn aangeduid als salix, in het Engels met willow, in het Frans met saule en in het Duits met weide. De naam wilg zou zijn afgeleid van het Angelsaksische welig, dat duidt op buigzaamheid. Wilgenbast werd vroeger gebruikt tegen reumatiek, jicht en als middel tegen de koorts.

‘De harp of lier in de wilgen hangen’

Men kauwde op de bast ter verlichting van allerlei pijnen. In de bast zit 11-12% salicine, hoofdbestanddeel van de huidige aspirine. De uitdrukking

welig tieren, snel groeien, slaat op de wilg. Ook de spreuk ‘de harp of lier in de wilgen hangen’ kennen de meeste mensen nog wel.

Hoepke Het steenuiltje is net zo groot als een merel. Met zijn gedrongen gestalte, grote kop en felgele ogen is het een schitterende vogel. Hij maakt geen nest, maar legt zijn eieren op een soort bedje van ineengetrapte braakballen in een holle boom, meestal een wilg. Ook wel in spleten van muren, rotsen, ondergrondse holen en soms in een kant-enklare nestkast. Ze hebben één legsel van drie tot vijf eieren per jaar. De broedduur is 28 dagen en na een week of vijf kunnen de jongen vliegen. Hun voedsel


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.