Weekblad voor Gemert-Bakel wk32

Page 5

WEEKBLAD VOOR GEMERT-BAKEL | donderdag 10 augustus 2017 | pagina 5

‘Geschiedenis Gemert is interessant, maar ook ingewikkeld’ zijn soevereine rechten terugkreeg, moest de kerk gezuiverd worden van de protestantse invloeden. Dat gebeurde op de feestdag van de heilige Dionysius; een martelaar die volgens de legende vermoord werd door onthoofding en daarna zijn eigen hoofd opraapte. De inwijding van de kerk werd elk jaar gevierd met een kermis. Zo werd Dionysius de patroon van Gemert kermis. Omdat zijn naam niet te onthouden was werd hij omgedoopt tot Heilige Losbol. Zijn beeltenis staat midden op het Ridderplein. Iedereen zet er zijn fiets tegenaan, hij hoort er echt bij.”

GEMERT - “Probeer als VVV-gids tijdens een rondleiding maar eens uit te leggen dat de Duitse Orde het er 600 jaar voor het zeggen had. Dan krijg je allerlei opmerkingen, zoals: ‘dan stonden jullie hier zeker te springen toen de Duitse troepen Nederland binnen vielen.’ Maar het Duitse Rijk en de Duitse Orde zijn twee heel verschillende dingen.” Aan het woord is Ad Otten van heemkundekring De Kommanderij Gemert. Na veertig jaar heemkundig onderzoek heeft Otten wel zo’n beetje door hoe de vork aan de steel steekt en kan hij er heel wat over vertellen. “Tot aan de tijd van Napoleon was Gemert een zelfstandige staat, dat je eigenlijk moet zien als een vorstendom.”

Gemerts erfgoed

door Ine van Hal De Duitse Orde was oorspronkelijk een hospitaal broederschap; opgericht in Palestina tijdens de Kruistochten. Ad Otten: “In 1198 is het een ridderlijke orde geworden. Wat we ervan weten is dat de edelman Rutger van Gemert tot de orde is toegetreden. De Van Gemerts hadden adellijke soevereine rechten, die voor een deel in handen kwamen van de Duitse Orde; de orde erfde de helft van het bezit van alle leden.” Vanaf 1366 had de Duitse Orde heel Gemert in bezit. “De familie Van Gemert was uitgekocht”, aldus Otten. “Later kom je ze tegen als edelen in Maastricht, Antwerpen en zelfs op de Canarische Eilanden. Daar woont nu nog een familie, zij noemen zich Waneguemert. Hun familiewapen is hetzelfde als het wapen dat hier op de palen bij het politiebureau staat.” Hoe het Rutger verder verging weet Otten niet, wel dat hij waarschijnlijk nakomelingen heeft in Gemert. “Een lid van de Duitse Orde moest kuisheid beloven. Maar kinderen kregen ze toch. Onze werkgroep Genealogie heeft zo’n duizend namen van nakomelingen van de familie Van Gemert getraceerd in 1800. En ook van andere commandeurs van de Duitse Orde. Je kunt dus aantonen dat heel Gemert er van afstamt. Als je drie generaties in Gemert woont kun je daar je handen voor in het vuur steken.”

Gemeentegrens ongewijzigd

De ridderorde bouwde de kerk, het kasteel en het poortgebouw. “Rond die residentie ontwikkelde zich het dorp. In Gemert is achter het kasteel en de kerk nooit gebouwd. Dat is uniek. Vanuit het dorpscentrum kom je langs het kasteel direct in wandelgebied.” Otten toont een kaart uit 1937 waarop Gemert duidelijk staat aangegeven. “De oude gemeentegrens is nog dezelfde als die van het soevereine Gemert.” De Duitse Orde had het in Gemert voor het zeggen, maar in de praktijk vulde de dorpse regering volgens Otten alles in. “Het gemeentebestuur vergaderde in de donjon. Men moest een bepaald bedrag opbrengen voor de commandeur die in

Ad Otten bij de Latijnse school. Maastricht of in het nabij gelegen kastelencomplex Aldebiezen verbleef. Die ging er zich pas mee bemoeien als er problemen waren met de betaling.”

Machtige connecties

Tot in de 17de eeuw werden de Gemertse pastoors, maar ook die van Deurne, Bakel en omringende dorpen benoemd door de commandeur van Gemert. Daar stond tegenover dat de pastoors een gedeelte van hun tienden moesten afdragen aan de commandeur, die op zijn beurt de kerken -voor een deel- moest onderhouden. Tienden staat voor een tiende deel van de opbrengst van de oogst of het vee, die parochianen moesten afdragen aan de kerk. In tegenstelling tot de meeste kerken, die na de reformatie in de zestiende eeuw protestants werden, bleef de kerk van Gemert katholiek. Gemert had volgens Otten machtige connecties. “Na de tachtigjarige oorlog werd Gemert door Den Haag bezet, maar na 14 jaar procederen kregen ze de soevereine rechten terug. Mede dankzij de Duitse keizer en de koning van Frankrijk, die achter de eisen van de Duitse Orde gingen staan. Wel moest men beloven dat in Gemert ook de protestantse godsdienst vrij uitgevoerd mocht worden. Daarmee kreeg Gemert een uniek gegeven: katholiek en protestant naast elkaar. Die ingewikkelde consequenties heb je nodig om te verklaren waarom het was hoe het was.”

Omdat katholiek middelbaar onderwijs alleen mogelijk was in Gemert en enkele omringende staatjes die katholiek gebleven waren, stichtte commandeur Van Ruijschenberg in 1587 de Latijnse school. “Elk jaar waren er twaalf studiebeurzen voor de Latijnse school en twaalf voor vervolgstudies aan de universiteiten van Keulen en Leuven. In Leuven werd zelfs een studentenvereniging opgericht: de Congregatio Municipii Gemertianii. Het inschrijfboek is bewaard gebleven.”

‘Gemert had in die tijd 3.800 inwoners. Bijna net zoveel als Eindhoven en Helmond samen’ Verkocht door Napoleon

Nadat Gemert in 1794 werd bezet door de Franse legers verkocht Napoleon in 1800 de commanderij aan de Bataafse Republiek. Zo werd Gemert onderdeel van Nederland. “Het kasteel met alle hoeven en gronden werden gewoon verkocht ten behoeve van de Franse staatskas”, aldus Otten. “De Duitse Orde was het er niet mee eens, maar Napoleon had alles te zeggen. In 1809 heeft hij de Duitse Orde in Gemert opgeheven.” Gemert had in die tijd 3.800 inwoners. “Bijna net zoveel als Eindhoven en Helmond samen. Vanaf 1850 daalde het inwoneraantal behoorlijk. Er was geen spoorlijn of kanaal, Gemert was te geïsoleerd voor industrie. Na

Bestuursleden en adviseurs van de Stichting Gemert Vrijstaat rond het beeld van Rutger van Gemert, vlnr: Toon Grassens, Hub Clerx, Carin Gerrits, Ad de Rooij, Egi Roijakkers, Ad Otten en Harry Huybers. Ton Thelen staat niet op de foto. (Foto: Hans Pennings)

1920, toen er meer verkeer mogelijk werd wilde iedereen weer in Gemert blijven wonen.” Na de Franse tijd werd de katholieke godsdienst weer gelijk gesteld met de hervormde godsdienst. “Maar intussen was het Bisdom den Bosch opgeheven. De pastoor van Gemert werd apostolisch vicaris; in feite de bisschop. Hij bestuurde het bisdom vanaf de pastorie in Gemert.” Ook de eerste Commissaris van de Koning van Noord-Brabant was een Gemertenaar, genaamd Anton Borret. “Gemert had immers bestuurservaring, dat had men in de rest van Brabant niet.”

Zichtbare overblijfselen

Naast de kerk, het kasteel, de Latijnse school, de oude pastorie, etc. zijn er in Gemert nog veel meer overblijfselen van de Duitse Orde zichtbaar. “Overal kom je familiewapens, inscripties en erfelijk kerkgoed uit die periode tegen. De meeste kerkschatten zijn afkomstig van de Duitse Orde. Maar ook de Processie naar Handel, het bedevaartsoord van Maria, is een overblijfsel van de orde. De Maria in de Handelse kerk is de patrones van de Duitse Orde. Een van de vorsten van Gemert liet in zijn testament opnemen dat zijn hart bewaard moest blijven in de Handelse kerk.” Zo is de Heilige Losbol volgens Otten het symbool van de status aparte van Gemert tijdens de periode van de Duitse Orde. “Toen Gemert na 14 jaar bezetting door Den Haag

De heemkamer van De Kommanderij Gemert is gehuisvest in de Latijnse school aan de Ruijschenbergstraat. “In de kelder hebben we een interessant archief van de Duitse Orde.” Vanuit de glazen serre van het gebouw kijkt een standbeeld van Rutger van Gemert, van de hand van de Gemertse kunstenaar Toon Grassens het dorp is. De heemkundekring in Gemert brengt op allerlei manieren de historie van het dorp onder de aandacht. Otten: “Vanaf 1975 hebben we een honderdtal geschiedenisboeken en -boekjes geproduceerd.” Hij laat trots een boek zien met de titel: Gemerts erfgoed in het licht van nu. “Het boek is geïllustreerd met foto’s, gemaakt door leden van de Foto Expressiegroep Gemert. Zo proberen we met foto’s van nu, het verleden van Gemert in beeld te brengen.” De Stichting Gemert Vrijstaat, een werkgroep van de Gemertse heemkundekring, realiseerde in de periode van 2005 tot 2016 een aantal projecten in het Gemertse straatbeeld, zoals het plaatsen van naamborden, gevelstenen, familiewapens en het beeld van de Heilige Losbol.

Commandeur van Gemert

Door de jaren ontstaan in Gemert initiatieven om de Duitse Orde te doen herleven. Zo presenteert Max Niessen zich bij tijd en wijle als commandeur van de Duitse Orde, bijvoorbeeld tijdens Middeleeuwse festivals in den lande of bij historische activiteiten in Gemert. Ook zoekt hij naar initiatieven om in Gemert de geschiedenis van de Duitse Orde levendig te maken. “Welke muziek werd er bijvoorbeeld in die tijd gespeeld, hoe zag de kleding er uit, op welke wijze werd het nieuws bekendgemaakt? Hoe en wat at men in dit tijd? Je zou bijvoorbeeld een Happen en Stappen-route kunnen organiseren langs historische panden en met gerechten uit de tijd van de Duitse Orde”, aldus Niessen. Ad Otten kan zijn activiteiten wel waarderen: “Het is een indrukwekkende verschijning, gezeten op zijn paard en volledig uitgedost als een commandeur van Gemert. Zo zijn er meer initiatieven. Iedereen kan er zijn eigen invulling aan geven. Als het historisch niet klopt wordt er vanzelf aan de bel getrokken.”

Een fragment van een kaart uit 1739 met het apart begrensde Gemert als Vrije Soevereine Rijksheerlijkheid van de Duitse Orde.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.