Voorbereidingen van de B -Side Company op het terrein van het Kraok Festival.
D
onderdagavond, 28 augustus, vooravond van het kleine Kraok Festival in Loon op Zand. In het schemerdonker steken de vijf punten van de gestreepte tent opvallend af tegen de donkere lucht. Het gras glimt na van een stevige regenbui, natte plekken maken modder. De geelblauwe tent smeekt om circus. Daarom vroeg de organisatie aan de Duitser Martin Riedel (25), net afgestudeerd aan de Academy for Circus and Performance Art in Tilburg, of hij misschien zijn Chinese paal-act in Loon op Zand wilde presenteren. Geen probleem, zei Riedel, als hij zijn collega’s van het gezelschap de B-side Company maar mocht meenemen. Nu is het kersverse circusgezelschap uit Tilburg één van de hoofdacts van het festival.
Nieuwe Circus
De avond voor het eerste optreden repeteert het gezelschap, bestaande uit tien leden uit alle hoeken van Europa, in de tent. Camille Jacquot (23, Frankrijk) swingt in haar rode hemdje aan de trapeze. Collega Mélusine Lavinet (23, Frankrijk) balanceert zonder zekering in de nok van de tent en verstelt als een volleerd technicus de instellingen van de trapeze. Zo doen ze alles zelf, Camille bestuurt ook de oplegger. De tien leden van de B-Side Company zijn net afgestudeerd aan de circusopleiding, die zeven jaar geleden werd opgericht aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg. Ze zijn de eerste lichting die niet na het eindexamen in duo’s of eenlingen uitwaaiert over de wereld, maar bij elkaar blijft. In Frankrijk, de bakermat van het Nieuwe Circus, is dat inmiddels een vruchtbare traditie. Daar groeit menig circusjaargang uit tot een betekenisvol gezelschap, bijvoorbeeld na
MEST nr 7
ACADEMY FOR CIRCUS AND PERFORMANCE ART Sommigen noemen het circus de moeder aller kunsten: alle disciplines, van dans en theater tot clownerie en muziek, zijn erin verenigd. In ieder geval maakt het circus een wezenlijk deel uit van de Europese cultuur, wat door het Europees Parlement in 2005 ook officieel werd erkend. Inmiddels is het bijna 250 jaar geleden dat Philip Astley in 1768 in Londen een voorstelling creëerde met paard en acrobatie, in een door hem bedachte piste van zo’n dertien meter doorsnee: ideaal om in evenwicht te blijven tijdens rondjes op een paard. De voorstellingen van de voormalige legerofficier worden een ijkpunt, de nieuwe cultuursoort verspreidt zich razendsnel over Europa; het nomadische circus is geboren. Tot 2006 was er in Nederland nog geen HBO-opleiding voor modern circustheater. Wim Claessen (oprichter van festival Circo Circolo) kwam met het idee en in 2007 ziet de Academy for Circus and Performance Art (ACAPA) aan de Fontys Hogeschool het licht. Een jaar eerder startte Codarts Rotterdam al iets
soortgelijks: de HBO-Opleiding Circus Arts. In Rotterdam ligt de nadruk meer op dans en muziek, terwijl in Tilburg performance, spel en objectentheater een groter deel van de opleiding kleuren. Studenten komen van heinde en verre naar Rotterdam en Tilburg, bijna tachtig procent komt uit het buitenland. Natuurlijk, omdat het spannend is om in het buitenland te studeren, maar ook omdat de opleidingen te boek staan als fris en nieuw. Bovendien wonnen recent afgestudeerde studenten al meteen prestigieuze prijzen op internationale circusconcoursen, dat geeft de opleidingen prestige. In Tilburg staat de Zwitsers-Franse Samuel Jornot aan het roer. Na een wereldwijde carrière als circusartiest, docent circus- en theaterles en gasttrainer bij Cirque du Soleil, is hij nu artistiek leider van ACAPA. Jornot leidt studenten op tot ‘artiesten van morgen’. Ze moeten in het moderne circus aan de slag kunnen, maar ook in variété, kleinkunst, opera, cabaret en dans. Opvallend is de aandacht voor performance: een act moet diepere betekenis krijgen door gebruik van expressie en mimiek en door een theatraal bewustzijn van de ruimte.
31