W
anneer de windhaan op de Grote Kerk naar beneden kijkt, ziet hij kinderkopjes en bruine kroegen. Volle terrassen met een volk dat eeuwig lijkt te wachten. Het is volkssport nummer één in Breda, dat wachten. In 1991 heeft men zelfs een beeldje van Sint-Juttemis in de Ridderstraat gezet, opdat iedereen weet: hier wordt gewacht, op níets in het bijzonder. Pas als Prins Lucius d’un Aller Irste zijn jaarlijkse aantreden maakt, hijst men zich uit de rieten stoel. Gek pakske aan, vier rondjes hossen rond de kerk en vervolgens weer 352 dagen wachten. Opmerkelijk dat juist deze stad in Amerika te boek staat als ‘dance capital of the world’. Wat is het toch met Breda dat de windhaan niet ziet? Eerst maar wat feiten en cijfers. Afgelopen zomer vierde Hardwell alias Bredanaar Robbert van de Corput (25) zijn 1.000.000ste ‘vind ik leuk’ op Facebook. Een bedankwoordje aan zijn fans leverde hem binnen het uur 15.000 likes op. Zijn dj-set op het Vlaamse dancefestival Tomorrowland 2012 is zeventien miljoen keer bekeken op YouTube. Het laatste cijfer: volgens de belangrijke populariteitsmeter dj Mag Top 100 is hij de nummer zes van de wereld, vlak achter (oud-)stadsgenoot Tiësto (2). Wie hem graag live aan het werk ziet, koopt kaarten voor zijn wereldtour I Am Hardwell. Met een eigen productieteam vliegt hij van Jakarta naar Mexico City, van Bangalore naar New York. O ja, drie jaar terug had nog niemand buiten Nederland van hem gehoord. Hardwell, broodnuchter: “Ja, het kan hard gaan in de dancewereld. Als je je ogen openhoudt en goed analy-
seert, zie je vanzelf hoe het wereldje in elkaar zit. En ik ben nogal een streberig type, dat helpt ook hè.”
Cultdisco de Spock
Goed, de verklaring van onze eerste respondent blijkt een gortdroge. Op naar de Haagdijk, want een Bredanaar weet: wie iets met dance wil, moet éérst naar Tunes Ville. In deze platenzaak, sedert 1985, stond Tijs Verwest (Tiësto voor vreemden) begin jaren negentig elke vrijdagmiddag nieuwe platen te keuren. Met een tiental vrienden vormde hij de eerste generatie dj’s in Breda. Terwijl de combinatie van xtc en housebeats Amsterdammers kwakend in de grachten deed duiken, verlieten zij voor het eerst hun terrasstoel. Tunes Ville-oprichter Ron Hofland: “In Breda gebeurde niets in die tijd. De stad kende geen dj’s, hooguit wat barpersoneel dat voor muziek zorgde. Voor hen kochten we plaatjes in. Met mijn andere zaak in Rotterdam was ik gespecialiseerd in housemuziek en dus konden we ook hier makkelijk house neerzetten. Maar pas toen Tijs en die jongens binnenkwamen, werd het druk bij de housebak.” Wie de haven oversteekt, vindt in de Reigerstraat het voormalige pand van cultdisco de Spock, een donker hol in nachtcafé de Graanbeurs. Hier maakten ze rond 1990 de overstap van new wave naar house. Het vinyl dat in steeds grotere getale uit de platenzaak werd gesleept, vond hier zijn beste vriend: de naald. “Voor platen moest je bij Tunes Ville zijn, om te draaien ging je naar de Spock.” Dj Cor Fijneman was onderdeel van de club lokale house-debutanten. Vrienden Tiësto, Funkerman en Fijneman mochten later bekende
In de Spock, begin jaren negentig. Met o.a. Tiësto (tweede van links), Arny Bink (tweede van rechts) en dj Montana (rechts). dj’s worden, in de Spock stonden ze elke avond het toilet te schrobben; secundaire arbeidsvoorwaarde. Hoe konden zij zich zo snel ontwikkelen? “Wij draaiden in Breda, dat is het ‘m juist”, zegt Fijneman tegen de toonbank van Tunes Ville leunend. “Echte houseliefhebbers gingen naar clubs in Rotterdam, dus je moest verdomd goed draaien om de thuisblijvers te overtuigen met house. Dat was eigenlijk een Top 40-publiek. Bovendien, alle collega-dj’s stonden in de Spock omdat het de enige club was. Als je een overgang verprutste wist je het wel hoor, dan gingen er tien blikken richting het dj-deck.”
Harde leerschool
Twintig jaar later. Iemand toevallig al een progressieve housetempel gezien? Wat venijnige boem-klets om de eenzame nachten wat dragelijker te maken? Helaas, anders dan de Randstad kent Breda nog altijd weinig clubs. Dus toen Hardwell begon met draaien moest hij, net als de generatie voor hem, klein beginnen. Eerst bij dansschool Tiggelman aan de Slingerweg, daarna de happy hours. “En dat is een verdomd harde leerschool hoor”, zegt huidig Tunes Ville-eigenaar en dj-docent Gert-Jan Schutte. “Het publiek komt niet voor de muziek, het komt kijken of er iets te doen is in de stad. Een jongen als
“ALS JE EEN OVERGANG VERPRUTSTE, GINGEN ER TIEN BLIKKEN RICHTING HET DJ-DECK” MEST nr 3
23