Methodiekenmap

Page 32

Methodiek voor chathulpverlening

04

evident. Verwijs, waar mogelijk, door naar andere onlinehulpdiensten of informatieve websites. ■■ Controleer regelmatig of de informatie in verband met die diensten of websites nog correct is. ■■ Tast weerstanden en obstakels die een doorverwijzing kunnen belemmeren zorgvuldig af. ■■ Vermijd solidariseren met de oproeper tégen collega-hulpverleners. Evaluerende uitspraken op het scherm zijn moeilijk te nuanceren en blijven in het geheugen geprent. ■■ Stimuleer dat de oproeper nog laat weten of hij/zij het verwijsadvies opvolgde. Bavardage chat

De bavardage chat is een onlinegesprek dat niet zo zeer focust op een vraag of probleem, maar dat tegemoet komt aan de behoefte om te praten over dagdagelijkse beslommeringen. Een losse babbel kan een belangrijke drempelverlagende werking hebben. Sommige oproepers willen op die manier het aanbod verkennen en komen op een later tijdstip terug met een vraag of probleem (Vlaeminck, Vanhove, De Zitter en Bocklandt, 2009). ►► ■■ ■■ ■■ ■■

Tips We willen nieuwe oproepers via bavardage de kans geven om de JAC chat te leren kennen. Leg dus uit wie je bent, wat het JAC is en hoe de chat werkt. Trek niet té veel tijd uit voor bavardage, geef voldoende ruimte maar doseer. Probeer aan te voelen of je gesprek (nog) zinvol is voor de jongere.

4.3.  De betrokken actoren en hun context Wie maakt er allemaal deel uit van het hulpverleningsproces en wat is hun specifieke betekenis? (Bron: Vlaeminck, Vanhove, De Zitter en Bocklandt, 2009). Disclosure en Nickname

Anonimiteit is het handelsmerk van onlinehulpverlening. Het is een medium zonder gezicht, zonder stem, geur, tastzin en leeftijd. Met anonimiteit gaat pseudonimiteit gepaard. Een oproeper bestaat online via het creëren van een pseudoniem of nickname. De nickname kan zeer divers zijn: een eigennaam, een kenmerk, een citaat, een probleemaanduiding, … De nickname is de eerste sleutel tot disclosure of zelfonthulling. Het proces van zelfonthulling verloopt niet altijd rimpelloos. Het gaat om een continuüm van underdisclosure (zeer weinig prijsgeven) tot overdisclosure (zeer veel prijsgeven). ■■ ■■ ■■ ■■

Probeer de ‘zelfonthulling’ van de oproeper in te schatten. Hoe onthult hij iets van zichzelf ? Krijg je informatie over de leeftijd doordat hij iets vertelt over school of jeugdbeweging? In welke tijd drukt hij zich uit? Verleden tijd, toekomstige tijd (als wens of droom), of enkel tegenwoordige tijd? Underdisclosure: bijvoorbeeld een oproeper vermijdt systematisch (of in bepaalde gespreksfragmenten) het gebruik van het voornaamwoord ‘ik’, of de oproeper omschrijft de problematiek met afkortingen, laat opvallende stiltes. ■■ Overdisclosure: wanneer de tekst op het scherm als het ware overstroomt van de intieme details. De nickname kan heel wat informatie bevatten over hoe de cliënt zichzelf ziet en hoe hij wil gezien worden. Een nickname zegt echter niets over identiteit. Een man kan een vrouwelijke nickname hebben en iemand van 24 kan zich ‘puber’ noemen. ■■ Hoe verwijst de oproeper zelf naar zijn nickname tijdens het gesprek? Welke verklaringen geeft hij? ■■ Vraag tijdens de exploratiefase meer info over de nickname als je dit relevant lijkt. Is het bijvoorbeeld een 9


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.