21 minute read

Top 100 interview Domek

thema: TOP 100

CINDY KREMER

#75 VERENIGING EIGEN HUIS

Als Cindy Kremer haar bezoek ontvangt in een ruim hoekkantoor van het Vereniging Eigen Huis-pand in Amersfoort, is er net een cameraploeg vertrokken. De directeur stond RTL Nieuws, de Telegraaf en het AD te woord over de gemeente die interieurfoto’s opvroeg voor de WOZ-bepaling. “Daar hadden wij ook een mening over”, zegt Kremer. De belangenbehartiger is nog steeds een onbetwiste autoriteit voor woningbezitters. En de adviestak trekt daar ook profijt van. Wie daar vraagtekens bij zet, heeft wat Kremer betreft de vereniging niet begrepen.

DOOR: BART VAN DE LAAK - FOTOGRAFIE: KOOS GROENEWOLD

Al zo lang als Eigen Huis financieel advies geeft, zijn er vragen gesteld. Kan een belangenclub zich wel mengen op de markt waar het ook de waakhond wil zijn? Zinloze vragen, wat Kremer betreft. De adviestak versterkt de belangenbehartiger en andersom, vertelt ze. “Belangen en dienstverlening moeten hand in hand gaan. We zijn juist het succesvolst als we diensten kunnen aanbieden die de markt corrigeren.” Ze noemt het provisieverbod op complexe producten als bekendste voorbeeld.

“Wij zijn al in 2004 begonnen met een vast tarief voor een hypotheekadvies. Voor een bedrag van destijds 1.650 euro. Dat gaf wel wat reacties in de markt ja, vooral van partijen die veel provisie opstreken. Maar uiteindelijk heeft het wel geleid tot het provisieverbod in 2013. Dan heeft onze dienstverlening de markt echt veranderd.”

Kremer noemt zo nog eens wat zaken waarin belangen en dienstverlening samengaan: de taskforce verzilveren, de perspectiefverklaring voor uitzendkrachten (met Obvion en Randstad) en recenter het project duurhuurders (met BLG Wonen). Mooie lobbyprojecten waar de adviestak ook actief aan deelneemt. “Maar we hoeven dat niet per se zelf te doen”, benadrukt ze. “Ons primaire doel is dat het belang van de huiseigenaar wordt gediend. Als we dat kunnen doen door zelf diensten aan te bieden, dan zullen we dat doen. Maar we vinden het ook goed als de markt het zelf oppakt.”

Niet alleen commercie

Beheerplatform Hypotheekwacht is volgens Kremer een goed voorbeeld om te illustreren dat het niet alleen om de commercie draait. VEH zag dat er op het gebied van beheer nog veel winst te behalen viel. De vereniging werd zo mede-ontwikkelaar van De Hypotheekwacht waarmee het makkelijker werd voor adviseur en klant om dat beheer uit te voeren. “Dat systeem houden we dan niet voor onszelf. Voor de bemiddeling is Accelerate ontwikkeld dat inmiddels toonaangevend is in de markt”, vervolgt Kremer. “Aan de andere kant zijn we een zuiver private organisatie. We krijgen geen subsidie, we houden onze eigen broek op. Dan moet er natuurlijk ook geld verdiend worden.” Geld verdient VEH ook met de Verzekeringsservice. Sinds 2019 beheert ze een eigen pakketpolis, die volgens Kremer steeds beter loopt. “We worden er ook voor onderscheiden, daar zijn we natuurlijk ontzettend trots op”, vertelt ze. De verzekeringen worden via Heinenoord ondergebracht bij Nationale-Nederlanden. Als de eigen producten in het nieuwe jaar qua voorwaarden en premie niet meer in de top drie van benchmarker MoneyView staan, dan moet onderhandeld worden en volgt eventueel een andere risicodrager. Eigen Huis houdt op elke verzekering een vast bedrag in voor de eigen diensten, in plaats van een percentage van de premie. “Dat past beter bij onze filosofie, we vinden dat richting de consument beter te

‘NIET UITGESLOTEN DAT WE OOIT PENSIOENADVIES GAAN GEVEN’

verantwoorden.” Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Consumentenbond, begaf Eigen Huis zich nooit in de discussie rond actieve provisietransparantie bij schadeverzekeringen. Hoewel de vereniging volledige transparantie voorstaat, concludeerde ze dat de dialoog te ver afstond van de belangen van de woningeigenaar.

Sinds Kremer acht jaar geleden directeur werd bij VEH is het aantal leden gegroeid. Inmiddels zijn het er zo’n 800.000. Ongeveer de helft van de inkomsten komt uit contributies, de rest uit dienstverlening. Dat zijn niet alleen de financiële diensten, maar bijvoorbeeld ook de bekende bouwkundige controles of bemiddeling bij de plaatsing van zonnepanelen of andere verduurzamende maatregelen. Net als de rest van de hypotheekmarkt, merkt ook VEH dat de bomen volgend jaar niet meer tot in de hemel groeien. Geen oversluiters, minder transacties. De omzet zal vooral moeten komen uit verduurzamen en verbouwen en andere vormen van advies.

Op de langere termijn verwacht Kremer sowieso dat er een kentering in de financiële huishouding van consumenten zal plaatsvinden. “De overheid trekt zich steeds verder terug. Als consument word je meer en meer verantwoordelijk voor je eigen financiële planning”, legt ze uit.

Bewuster van financiële risico’s

Het wordt volgens de VEH-directeur daarom belangrijk dat consumenten zich bewuster worden van de financiële risico’s die ze lopen. “Als het bijvoorbeeld gaat om ziektekosten, arbeidsongeschiktheid, pensioen, dan zitten daar veel meer onzekerheden in dan vroeger. Het Nibud geeft nu al voorlichting op scholen over financiële planning. Op termijn zal advies niet meer alleen over hypotheekadvies gaan, maar over de hele financiële planning.”

Financiële planning en pensioenen lijken geen onderwerpen die je bij VEH zou verwachten. Maar Kremer sluit niet uit dat het er ooit wel komt. “Op dit moment geven wij geen pensioenadvies, nee. Dit speelt ook niet morgen of volgend jaar. Maar we kijken altijd naar wat nodig is en als het kan dan bieden we het aan. Als de markt niet meer functioneert, dan proberen we ertussen te komen met een interventie. Dan wel met de lobby, dan wel met de dienstverlening.”

MEER RENDEMENT DOOR SCHERPE DATA-ANALYSE:

'Wij willen klanten verrassen met onverwachte inzichten'

Data-analyse biedt inkomensadviseurs grote kansen om bij te dragen aan het succes van hun klanten. Verzilvering hiervan is cruciaal bij de overgang naar een nieuw dienstverleningsmodel, zeggen Tom Ikink van Alpina Group en Max Kaspers van Whayle. Zij zetten samen al grote stappen op dit terrein. "Je moet de ambitie hebben om zélf aan het stuur te zitten."

Tom Ikink en Max Kaspers komen in 2021 met elkaar in contact. Ikink is directeur Inkomen, Leven, Arbo en Re-integratie bij Alpina Group en Kaspers is Practice Lead Inkomen en Schade bij Whayle. Alpina Group is dan net ontstaan door een fusie van De Heilbron Groep en de Voogd & Voogd Groep.

Bont geheel

De fusie brengt niet alleen kansen, maar ook veel uitdagingen met zich mee. De klantportefeuille op het gebied van inkomensverzekeringen is het product van een reeks fusies en overnames. De dataverzameling van volmachtlabel Mandaat Assuradeuren vormt hierdoor een bont geheel. Klantkenmerken, ziektedossiers en deelnemerspopulaties zijn op verschillende manieren en in uiteenlopende systemen geadministreerd. Onderling vergelijken en analyseren, gericht sturen op schade en portefeuillesamenstelling; allemaal uitdagend. Ondersteuning en een kritische blik van externe specialisten zijn zeer welkom. Beiden vindt Alpina Group bij Whayle.

Partnerschap creëren

“Het mooie van jullie aanpak vind ik dat je ons ook durft te sturen in onze bedrijfsvoering,” zegt Tom Ikink als hij en Kaspers samen terugkijken. “Jullie gaan veel verder dan alleen data-analyse, het is echt consultancy.” Een bewuste keuze, geeft Kaspers aan. “Wij starten bij al onze klanten met een belofte, in de vorm van een concrete rendementsverbetering in de komende drie jaar. Door een prognose te maken en een business case te presenteren, creëren we partnerschap. Je moet een gezamenlijk doel hebben. Zo ontstaat

er ruimte om elkaar te wijzen op wat er beter kan. Wij willen klanten verrassen met inzichten waar ze zelf niet aan hebben gedacht.”

'Factor arbeid staat onder druk, het valt toe te juichen dat werkgevers er zuinig op willen zijn'

Zelf aan het stuur

Daarvoor moet er wel eerst een scherp beeld zijn van de bestaande situatie. Dat was hier geen peulenschil. “Whayle heeft ons geholpen om van onze versnipperde gegevens auditable data te maken,” zegt Ikink. “Een tijdsintensief traject, maar noodzakelijk om de gewenste analyses te kunnen uitvoeren.” Dat Alpina Group aan de voorkant deze investering wilde doen, spreekt Kaspers aan. “Een belangrijke valkuil voor volmachtbedrijven zoals Mandaat is dat je te veel afwacht wat verzekeraars voorstellen,” zegt hij. “In Alpina Group herken ik een partij die zélf aan het stuur wil zitten.”

Waarde toevoegen

Volgens Ikink is zelf actief sturen een noodzakelijke stap in de ontwikkeling van de dienstverlening van Alpina Group. “Wij willen veel meer doen dan simpelweg de verzekeraars tevredenstellen die we vertegenwoordigen. De werkelijke uitdaging is om ten opzichte van deze risicodragers waarde toe te voegen. We hebben elkaar nodig, maar vervullen ieder een andere rol in de keten. Ik zie het als onze opdracht om heel dicht bij de klant te staan en, samen met de bij ons aangesloten adviseurs, persoonlijke dienstverlening te bieden. Op basis daarvan kunnen wel zowel werkgever als verzekeraar specialistische kennis en inzichten aanreiken.”

Specialistische ondersteuning

Juist bij de inkomensverzekeringen is er groeiende behoefte aan deze specialistische ondersteuning, signaleert Kaspers. “Momenteel vallen grote aantallen jonge werknemers langdurig uit en neemt het gewicht van psychische klachten als bron van verzuim en arbeidsongeschiktheid toe. Tegelijkertijd drijven langdurige covid en de

Tom Ikink (Alpina Group): "Het mooie van jullie aanpak vind ik dat je ons ook durft te sturen in onze bedrijfsvoering". Max Kaspers (Whayle): "De kunst voor financieel dienstverleners is om tot partnerschap te komen met opdrachtgevers."

stijgende AOW-leeftijd de WIA-instroom op en loopt UWV steeds verder vast bij het uitvoeren van keuringen. Met zo veel onzekere factoren is er grote behoefte aan zorgvuldige monitoring van de schadelast. Om passende premies te kunnen bieden, maar vooral ook om scherpe keuzes te maken bij het beïnvloeden van de financiële en menselijke schade.”

Bijdragen aan succes

Ikink is ervan overtuigd dat Alpina Group met haar investeringen in data-analyse ook een cruciale rol speelt in de overgang naar een nieuw dienstverleningsmodel. “Veel advieskantoren merken dat klanten zich kritischer opstellen. Een aantrekkelijke polis vinden werkgevers een randvoorwaarde, ze willen vooral weten: hoe ga jij als adviseur bijdragen aan mijn succes? Wat ga je doen om mijn medewerkers optimaal te laten presteren en mijn premie zo laag mogelijk te houden, en hoe proactief ben je daarin?’ Kaspers: ‘Dat is momenteel ook een volkomen legitieme opstelling. De factor arbeid staat onder druk, het valt toe te juichen dat werkgevers er zuinig op willen zijn.”

Bereid tot investeren

Omgekeerd mogen adviseur, assuradeur en verzekeraar van een werkgever verwachten dat deze bereid is om te investeren in duurzame inzetbaarheid, zegt Ikink. “Ligt de focus uitsluitend op de laagste premie, dan gaat het op termijn niet werken. De analyses van Whayle maken het

mogelijk om in te schatten wat klanten doen als je ze benadert met een nieuwe verhouding tussen risk based pricing en demand based pricing. Wie ervaart een focus op dienstverlening als een stimulans om te investeren, en wie juist als het sein om te vertrekken? Zo kun je de balans vinden tussen een zo groot mogelijke portefeuille en een zo goed mogelijk rendement.”

'Je moet klanten laten zien waaróm je bepaalde voorstellen doet'

Samen interventies selecteren

De kunst voor financieel dienstverleners is om tot partnerschap te komen met opdrachtgevers, zegt Kaspers. “Je moet een situatie creëren waarin je samen interventies selecteert, met het succes van je klant als centraal doel.’ Hiervoor moet je inzicht kunnen geven in risico’s en mogelijkheden, weet Ikink. “Je moet klanten laten zien waaróm je bepaalde voorstellen doet. En daarna wat het oplevert.” Bovenal mag je bij datagedreven advisering nooit vergeten dat het over mensen gaat, besluit Kaspers. “Dat is ook meteen wat dit werk zo mooi maakt. Als wij er met onze berekeningen en prognoses aan kunnen bijdragen dat hun werkende leven verbetert, teken ik daarvoor.”

TWINTIGERS WILLEN HET INTERMEDIAIR AFSTOFFEN

Ouderwetse dienstverlening in een nieuw jasje: dat is het nieuwe advieskantoor Sven & Katja in het Brabantse Ulvenhout. Niet onnodig vousvoyeren of steeds een andere adviseur aan de telefoon. Bij Sven & Katja krijg je Sven Melis (22) en Katja Huijbregts (28) aan de lijn. Of Lars Melis (48), de vader van Sven, die de twee jonge ondernemers ondersteunt en net zo hard meewerkt. AM ging op bezoek.

Door: Alexandra Meijer Fotografie: Peter Roek

Hoe kwamen jullie op het idee om samen een advieskantoor te starten?

Lars: “Ik heb nu 26 jaar ervaring in de financiële dienstverlening. Ik ben begonnen bij het kantoor van mijn vader dat in Breda zat. Toen dat wegens echtscheiding werd verkocht, ben ik een jaartje accountmanager geweest bij ASR en begin 2000 heb ik met Pierre van der Westen FDC Breda opgebouwd. Dat was een leuke tijd. Ik had de leeftijd van Katja en dacht het zelf allemaal beter te kunnen. FDC groeide en werd verkocht met als resultaat dat het zodanig groot werd dat ik bang was dat ik de klant niet meer zou kennen. Dat was niet wat ik wilde. Toen hebben we met z’n drieën gekeken naar kansen om het samen te doen.” Katja: “Ik werkte met Lars als binnendienstmedewerker bij FDC. Hij heeft mij opgeleid tot hypotheekadviseur. Omdat je dan dag in dag uit met elkaar werkt, bespreek je van alles en zo kwam ook de ambitie om zelf te ondernemen aan bod. Lars vertelde dat Sven sinds een jaar ook in de verzekeringen werkt en de ambitie had om opnieuw voor zichzelf te beginnen.” Sven: “Ik heb eerst de hotelschool in Rotterdam gedaan. Daar heb ik mijn vriendin leren kennen en hebben we na de opleiding een horecazaak in Breda overgenomen. Die hebben we anderhalf jaar gehad, maar door corona hebben we die weer moeten verkopen. Ik heb van mijn vader al van jongs af aan meegekregen hoe het is om in de financiële wereld te werken. Dus ik besloot niet opnieuw werk in de horeca te zoeken, maar om me om te scholen. Daarna ben ik aan de slag gegaan bij Veldsink in Breda. Hier heb ik een jaar gewerkt en nu zitten we hier in Ulvenhout; 1 november zijn we gestart.”

Hoe ondersteun je Sven en Katja?

Lars: “We ondersteunen elkaar, want wat ik doe is vooral commercieel. Ik vind het leuk om het commerciële netwerk zoveel mogelijk uit te nutten. Katja helpt mij weer veel met de systemen, agentschappen optuigen, zorgen dat het allemaal draait, en ze adviseert. Sven doet dat op het gebied van verzekeringen met banken en verzekeraars. Ik ga nu bijvoorbeeld wel eens met Sven naar bedrijfsmatige relaties waar we samen die gesprekken doen. Ik leer van het jeugdige enthousiasme van Sven en Katja, waardoor ik niet in vastgeroeste patronen denk.”

Hoe is het om Sven zo bezig te zien?

Lars: “Leuk. Hij heeft altijd gezegd dat hij niet in de verzekeringen of hypotheken wilde gaan werken. Daarom is hij de horeca ingegaan. Dat hij daarna toch de verzekeringen in wilde, was een verrassing. Daarnaast is het tof als je elke dag samen mag werken. Ik heb dat vroeger met mijn pa gedaan en toen werd er weleens met de deuren geslagen, maar hier gaat dat tot nu toe goed.”

Waarom hebben jullie gekozen voor de naam Sven & Katja?

Sven: “We hebben daar in het begin goed over nagedacht. Als je om je heen kijkt in de branche zie je vaak nog dat de achternamen worden gebruikt. Stoffige,

‘Wij willen jong, informeel en modern overkomen; daarom hebben we voor onze voornamen gekozen’

SVEN & KATJA

ouderwetse namen en wij willen juist heel jong, informeel en modern overkomen. Vandaar dat we voor onze voornamen hebben gekozen.” Katja: “En persoonlijkheid. Je hebt te maken met Sven voor verzekeringen en Katja voor hypotheken.”

Waarmee onderscheiden jullie je nog meer van andere kantoren?

Sven: “We brengen de ouderwetse dienstverlening terug. We gaan langs bij klanten en nemen de tijd voor ze. Bij schade sturen we geen digitaal schadeformulier, maar gaan we bij ernstige gevallen met een bloemetje langs en kijken we echt hoe het gaat met de klant.” Lars: “Enthousiasme, aandacht en tijd. Ik zat gisteravond op de bank tot 22:00 uur te appen en te mailen. Klanten waarderen dat gewoon. Dat je ze persoonlijk kent en ze met jou mogen werken. Dat zie je ook in de benadering, klanten kiezen voor jou als adviseur ongeacht waar je zit. Dat is een mooi compliment.” Katja: “Bij ons zit het meer in de leeftijd. Mensen in onze omgeving gaat nu huizen kopen en verzekeringen afsluiten. Dus allebei halen we op die manier veel uit onze omgeving. Daarnaast gaan we aan de slag met het bouwen van een eigen netwerk.” Lars: “Katja heeft net als Sven bovendien ook een horeca-achtergrond. Dan weet je hoe het is om klanten een plezierig moment te bezorgen. Die servicegerichtheid is erg belangrijk. Als je dat meeneemt in je beroep als adviseur, onderscheid je je alleen daar al door.”

Wat zijn de ervaringen tot nu toe?

Katja: “Voor mij heeft het nog geen minuut als werken gevoeld. Alles wat we doen is leuk en erg afwisselend, omdat je niet meer alleen met hypotheken of verzekeringen bezig bent, maar ook met allerlei zaken eromheen. Bijvoorbeeld naamsbekendheid krijgen, aanstellingen regelen, systemen inregelen, afspraken maken met accountmanagers en verzekeraars. We zijn druk, maar we hebben tussendoor ook veel lol met elkaar.” Sven: “Ik vind het gevoel van ondernemen super, dat krijg je gewoon niet bij een baas. Ik heb verzekeringstechnisch gezien hiervoor veel onderhoudswerk gedaan bij Veldsink. Wel met een grote portefeuille. Maar we hadden een lage personeelsbezetting, dus ik was veel bezig met schades en vragen. Nu ben ik juist bezig om klanten echt een passend pakket aan te bieden. Het is leuk dat ik me daar nu op kan focussen.”

Wat zijn jullie ambities voor Sven & Katja?

Katja: “We willen groeien, maar niet te veel. We willen echt persoonlijk blijven en met elkaar die bubbel behouden. Ik denk dat als je te groot wordt, dat dat niet lukt.” Sven: “Het is belangrijk dat als de klant ons belt dat hij of zij dan steeds dezelfde persoon aan de telefoon krijgt. Ze hoeven niet per se altijd Sven of Katja aan de lijn te krijgen. Dat mag ook Bart zijn, maar dan moet het ook altijd Bart zijn.” Lars: “We willen eerste een stevige basis neerzetten. De uiteindelijke ambitie kan ik alleen aan Sven en Katja laten. We gaan het zien. Het is belangrijk om niet te snel te gaan, dat willen we ook niet. Mijn ervaring is dat

OVER HET KANTOOR

Bij Sven & Katja kunnen zowel particuliere als zakelijke klanten uit het mkb terecht voor verzekeringen en hypotheken. Hierbij richt Katja zich met name op hypotheken en Sven op verzekeringen. Het kantoor is gestart op 1 november 2022 en is gevestigd in het Brabantse Ulvenhout. Op termijn wil Katja ook in verzekeringen kunnen adviseren en Sven andersom in hypotheken.

‘Ik ga uitdaging graag aan om me in de veranderende hypotheekmarkt nog steeds in de klant te verplaatsen’

het tot een man of acht echt het allerleukste is, daarna wordt het ook veel coachen en managen.”

Is het uiteindelijk de bedoeling dat Lars een stap terugdoet?

Lars: “Ooit wel, maar voor nu is dat nog lang niet aan de orde.”

Hoe ga je om met uitdagingen als beperkte schaalgrootte en een veranderende hypotheekmarkt?

Sven: “We moeten kritisch blijven met wie we wel en niet kunnen bedienen zakelijk gezien. We hebben geen slagkracht voor de grotere bedrijven.” Lars: “Je hebt als klein kantoor je beperkingen en die moet je erkennen. Je focus zal voor 90 procent op particuliere relaties liggen. De mkb’ers die we bedienen zullen de kleinere bedrijven tot maximaal vijftig man personeel zijn. Waar het grotere bedrijven zijn, moet je je meerdere erkennen. Je kunt hier bovendien niet de hele dag werkzaam zijn voor één bedrijf. Dan is je risico op je portefeuille ook veel te groot; dat hoort niet bij een klein bedrijf.” Katja: “Ik ga de uitdaging graag aan om me in de veranderende hypotheekmarkt nog steeds in de klant te verplaatsen. Bijvoorbeeld door niet alleen de hypotheek te regelen, maar door de klant compleet te begeleiden van A tot Z. Vorige week waren we bij een oudere klant. Dan zet je jezelf anders neer dan dat je bij een jongere klant zou doen. Lars pakte bijvoorbeeld zijn kladblok in plaats van een laptop. Dat zijn leuke uitdagingen.”

Wat vinden jullie het leukste aan het hebben van een eigen advieskantoor?

Sven: “Klantcontact is voor mij het leukste. Dat was al zo in de horeca en hier doe ik dat nog steeds. En natuurlijk het ondernemen op de achtergrond, commerciële acties opzetten, leuke dingen doen.” Katja: “Voor mij is dat ook het persoonlijk contact met klanten, maar ook de afwisseling. Bezig zijn met social media en een stukje marketing.” Lars: “Vanmorgen was ik erg vroeg wakker omdat er een tegelzetter kwam, dus ik ben naar kantoor gegaan. Katja stapt daar om 7:30 uur binnen of Sven belt ’s avonds om 22:00 uur nog met updates. We doen dat allemaal met hetzelfde doel; dat is mooi.”

ADVISEURS ZETTEN STIP OP DE HORIZON VOOR KLANTEN EN ZICHZELF

'Je kan bij Stip blijven groeien, ook als zelfstandige'

Twee hypotheekadviseurs. De één in loondienst met een jaar ervaring, de ander een ervaren adviseur die zelfstandig voor Stip werkt. Waarom Stip? Jezelf blijven ontwikkelen en meegroeien met Nederlands snelst groeiende intermediair.

Tanja Veerman is zelfstandig hypotheek- en financieel adviseur. Na ruim 15 jaar in loondienst als financieel adviseur, koos ze voor het nog jonge Stip. Waarom? Veerman: “Wat mij aantrekt, is dat ik zelfstandig kan zijn en toch kan werken met een hele leuke, professionele club met een groot hypotheekaanbod.” Sibren Schiltkamp werkt als adviseur in loondienst. Hij was zijn carrière gestart als vinoloog bij een wijnveilinghuis, maar de pandemie gooide roet in het eten. “Ik kon bij Hypotheekberekenen, waar Stip uit is voortgekomen, aan de slag om hypotheekleads te genereren.” Door zijn dagelijkse contacten met adviseurs groeide zijn enthousiasme voor het vak. “Ik ben mijn Wft’s gaan halen en heb me kunnen klaarstomen als adviseur.”

Ruimte voor initiatief

De adviseurs krijgen veel ruimte voor initiatief. “Iedereen om mij heen is een huis aan het kopen”, zegt Schiltkamp. “Ik deel letterlijk op alle borrels kaartjes uit. Klanten aanbrengen gaat me goed af en mijn ‘stip op de horizon’ is als zelfstandige gaan werken. Maar wat ik het belangrijkst vind, is dat ik klanten goed kan helpen.” Ook oriënteren de adviseurs zich op nieuwe kansen. Veerman: “Ik kijk naar wat we meer kunnen doen. Natuurlijk heb ik mijn Wft’s, maar ik ben ook Register Estate Planner. Voor mij is niet alleen de hypotheek, maar het hele financiële plaatje van de klant belangrijk. Hoe ziet je situatie eruit? Waar sta je over tien of twintig jaar?” Het advies breder trekken is ook wat Tanja

Schiltkamp wil en daarom volgt hij de FFP-opleiding Financial Planning.

Financiële rust creëren

Meedenken met klanten staat bij de adviseurs centraal. Veerman vindt: “Het gaat om die stip op de horizon, zoals klanten die willen genieten van hun overwaarde. En starters geef ik mee: let op wat je koopt. Een label E of F heeft gevolgen voor je energierekening. Kijk ook goed naar de Vereniging van Eigenaren. Is het onderhoudsplan op orde? Is er genoeg geld om te verduurzamen?” De focus ligt nu nog op hypotheken, maar Stip biedt al ORV, AOV en werkloosheidsverzekeringen. Veerman: “Dat is niet raar, want we bestaan nog geen twee jaar. Het is belangrijk dat je wat je doet, goed doet. Maar we gaan meer de kant van

financiële planning op en starten eind dit jaar met schadeverzekeringen. Mijn missie is mensen bewust maken van hun financiële situatie en financiële rust creëren. Zodat je in alle rust in je woning kan wonen en prettig met pensioen kan gaan.”

'Wat ik het belangrijkst vind, is dat ik klanten goed kan helpen'

Pallet verandert, marktvraag blijft

Schiltkamp en Veerman verwachten dat de hypotheekmarkt sterk blijft, ondanks de hogere rentes. “We hebben al zoveel crisissen gehad. Het blijft een markt met weinig aanbod en veel vraag. Ook zie je een grote behoefte aan verduurzamen”, zegt Veerman. Schiltkamp vult aan: “Verduurzamen bespaart honderden euro’s, meer dan de kosten van een hogere rente. Verder wordt je huis dankzij de verduurzaming meer waard.” Ook in de zakelijke hypotheken verandert het pallet snel. “In de beleggersmarkt is de enorme stijging er wel uit. De rentestijgingen en de aangekondigde belastingmaatregelen maken beleggen minder aantrekkelijk. Maar als beleggers gaan verkopen, biedt dat weer kansen voor de krapte op de koopwoningmarkt”, zegt Sibren Schiltkamp.

Sibren Schiltkamp: “Als ‘stip op de horizon’ zie ik de optie om me als zelfstandige te ontwikkelen.”

Meebouwen aan jong bedrijf

In twee jaar tijd is de scale-up al gegroeid naar 22 adviseurs. Stip is onderdeel van het Duitse Clark, het snelst groeiende intermediair van Europa met Allianz als grootaandeelhouder. Waarom zou je adviseurs aanraden mee te groeien? Schiltkamp: “Bij Stip heb je alle vrijheid. Ik heb veel maatwerkcasussen. Mensen die al bij andere adviseurs ‘nee’ te horen hebben gekregen. Wij zijn geen dozenschuivers en zoeken echt naar oplossingen. Er is meer mogelijk dan mensen denken.” De adviseurs hebben altijd een goed gevulde agenda én een goede balans tussen werk en privé, zelfs met honderd hypotheekzaken per jaar. “Ik kan me focussen op advies geven, dankzij onze moderne systemen en een online portal voor klanten. Daarin uploaden ze hun documenten en kunnen ze de voortgang bekijken”, zegt Tanja Veerman. Ook de goede coaching en begeleiding vinden de adviseurs belangrijk. “Ik heb hier de perfecte leerschool om me zo snel mogelijk te ontwikkelen. Als ik FFP heb, wil ik me verbreden in verzekeringen, want mijn zakelijke klanten hebben daar vragen over”, zegt Schiltkamp. Veerman is het helemaal eens met haar collega: “Je kan bij Stip blijven groeien, ook als zelfstandige. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen om mensen in de breedte te kunnen helpen en hun financiële situatie inzichtelijk te maken. Ik zou adviseurs die iedere dag willen werken aan een betere versie van zichzelf, zeker aanraden met ons te praten!”

This article is from: