Magna Charta Webinars

Page 25

levering in staat als verplicht was; zodat wij moeten aannemen dat in 's hofs beoordeling besloten ligt dat deze stellingen (zie alinea 14 onder vi en viii) niet als juist zijn aanvaard. Dat ligt trouwens ook besloten in de vaststellingen, in rov. 3.6, dat Telfort niet mocht menen dat KPN aan leveringsverzoeken boven de ‗forecasts‘ gevolg zou kunnen en willen geven. Met die vaststelling lijkt mij onverenigbaar dat het hof (stilzwijgend) de mogelijkheid heeft opengelaten dat KPN toch tot zulke leveringen verplicht en in staat zou zijn geweest. Rov. 3.8 bevestigt deze indruk: ook die overweging impliceert — als die al niet zonder meer tot uitdrukking brengt — dat het hof de stelling dat KPN tot de door Telfort verlangde leveringen verplicht was, heeft verworpen. Daarmee ontvalt aan het in de alinea's 14 e.v. betoogde een belangrijke schakel. 39 En overigens meen ik dat de in alinea 14 van onderdeel 2 opgesomde omstandigheden, zelfs als men ze allemaal veronderstellenderwijs voor vaststaand houdt, niet meebrengen dat 's hofs oordeel dat Telfort te gemakkelijk — en daarmee: roekeloos — heeft vertrouwd dat zij bij KPN als leverancier ‗terecht kon‘, als onvoldoende gemotiveerd moet gelden. De in alinea 14 in de eerste 14 regels aangehaalde stellingen zijn stellingen van Scaramea die ertoe strekten dat Telfort niet slechts behoorde te weten dat zij in leveringsmoeilijkheden zou komen, maar dat daadwerkelijk wist. Wat deze stellingen ertoe kunnen bijdragen dat het hof zijn oordeel nader had moeten motiveren, ontgaat mij. 40 Vervolgens wordt sub (i) t/m (viii) een reeks stellingen geponeerd die (bij gebleken juistheid — zie mijn opmerkingen in alinea 38 hiervóór) misschien begrijpelijk kunnen maken hoe het heeft kunnen komen dat Telfort — blijkbaar — heeft besloten dat het verantwoord was om erop te speculeren dat KPN uiteindelijk wel zou leveren, maar die bij lange na niet (kunnen) meebrengen dat met het risico dat KPN niet zou leveren geen rekening behoefde te worden gehouden, laat staan dat het verantwoord was om in een fase waarin alternatieven nog beschikbaar waren (en terwijl Telfort wist van de grote schadelijke gevolgen voor Scaramea als levering uit zou blijven), Scaramea zonder meer aan het risico bloot te stellen dat er inderdaad niet geleverd zou worden. Dat het hof aan deze stellingen de door Telfort beoogde consequentie niet heeft willen verbinden, is daarom het tegendeel van onbegrijpelijk. 41 Alinea's 17 en 18 van middelonderdeel 2 gaan uitvoerig in op de door Telfort gestelde verplichting van KPN om haar, Telfort, de gewenste capaciteit (ook voorzover die de bestaande ‗forecast‘ overschreed) ter beschikking te stellen; en bespreken gedetailleerd een beslissing van de OPTA waaraan het hof in rov. 3.8 aandacht heeft besteed. Zoals ik al aangaf, denk ik dat het hof in rov. 3.8 tot uitdrukking heeft gebracht dat het de stelling van Telfort als zou KPN verplicht (en in staat) zijn geweest de door Telfort gewenste capaciteit te leveren, als onaannemelijk heeft beoordeeld. De veronderstelling dat dat anders zou zijn, waarmee alinea 17 van dit middelonderdeel ‗opent‘, lijkt mij dus niet juist. Ik vermag niet in te zien waarom, zoals in alinea 18 wordt geponeerd, het hier bedoelde oordeel van het hof onbegrijpelijk zou zijn[27.]De beschouwingen over de beslissing van de OPTA[28.] kunnen Telfort geen baat brengen omdat het hof die beslissing nu eenmaal anders heeft uitgelegd dan Telfort verdedigt. Het betreft hier een aan de ‗feitenrechter‘ voorbehouden beoordeling[29.], die goed te begrijpen is. 42 In alinea 19 bestrijdt Telfort het oordeel dat zij haar stelling dat zij erop mocht vertrouwen dat KPN de benodigde capaciteit zou leveren onvoldoende heeft onderbouwd; en hier wordt in dat verband geklaagd over een onjuiste toepassing van de regels betreffende stelplicht en bewijslast. De eerstgenoemde klacht lijkt mij ondeugdelijk. Nadat het hof een aantal van de door Telfort aangedragen ‗bouwstenen‘ voor het betoog dat zij, Telfort, niet (of: niet ernstig) onverantwoord te werk was gegaan in voorafgaande rechtsoverwegingen had verworpen, kon het hof in rov. 3.8 zeer wel oordelen dat de hier bedoelde stelling (voor het overige) onvoldoende was onderbouwd. 43

374


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.