Effectiviteit adenotomie of afwachtend beleid bij kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties* Geen verschil gevonden in gerandomiseerd onderzoek Chantal W.B. Boonacker, Maaike T.A. van den Aardweg, Arno W. Hoes, Maroeska M. Rovers en Anne G.M. Schilder
Doel Vaststellen of kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties baat hebben bij een adenotomie. Opzet Open gerandomiseerde prospectieve interventiestudie (Nederlands Trial Register (NTR) 968). Methode De studie werd uitgevoerd in 11 algemene en 2 academische ziekenhuizen. 111 kinderen in de leeftijd van 1-6 jaar die
volgens de dagelijkse praktijk in aanmerking kwamen voor adenotomie vanwege recidiverende bovensteluchtweginfecties werden gerandomiseerd naar adenotomie (met of zonder paracentese) of een afwachtend beleid. De primaire uitkomstmaat was het aantal bovensteluchtweginfecties per persoonsjaar gedurende de totale follow-up van maximaal 2 jaar. Secundaire uitkomstmaten waren dagen met een bovensteluchtweginfectie, dagen met koorts, episoden met middenoorklachten en koorts, dagen verzuim van kinderdagverblijf of school, prevalentie van bovensteluchtweginfecties en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Resultaten Gedurende 24 maanden follow-up hadden de kinderen in de adenotomiegroep 7,91 en degenen in de afwachtendbeleidgroep 7,84 bovensteluchtweginfecties per persoonsjaar (verschil: 0,07; 95%-BI: -0,70-0,85). De prevalentie van bovensteluchtweginfecties nam in beide groepen gedurende de follow-upperiode in gelijke mate af. Er waren geen relevante verschillen tussen beide groepen wat betreft dagen met een bovensteluchtweginfectie, middenoorklachten met koorts, verzuim van kinderdagverblijf of school en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Kinderen in de adenotomiegroep hadden significant meer dagen met koorts per persoonsjaar (20,00) dan degenen in de afwachtend-beleidgroep (16,49; verschil: 3,51; 95%-BI: 2,33-4,69). 2 kinderen hadden een complicatie die samenhing met de chirurgische ingreep. Conclusie Bij kinderen met recidiverende bovensteluchtweginfecties biedt een adenotomie geen klinisch relevant voordeel boven een afwachtend beleid.
*Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in BMJ (2011;343:d5154) met als titel ‘Effectiveness of adenoidectomy in children with recurrent upper respiratory tract infections: open randomised controlled trial’. Afgedrukt met toestemming. Universitair Medisch Centrum Utrecht, Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, Utrecht. Drs. C.W.B. Boonacker en prof.dr. A.W. Hoes, klinisch epidemiologen; dr. M.M. Rovers, klinisch epidemioloog (tevens: UMC Utrecht, afd. Keel-, Neus-, Oorheelkunde). Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Keel-, Neus-, Oorheelkunde, Utrecht.
‘Acute bovensteluchtweginfectie’ (BLWI) is de meest gestelde diagnose bij kinderen in de eerste lijn.1 Naar schatting 20% van de jonge kinderen heeft frequent terugkerende BLWI. Een groot deel van deze groep wordt in de Nederlandse praktijk verwezen naar de kno-arts voor een chirurgische ingreep.2 Zo werd in Nederland in 2009 bij 16,3 per 1000 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar en bij 5,5 per 1000 kinderen in de leeftijd van 5-9 jaar een adenotomie uitgevoerd (bronnen: CBS en Prismant; http://tinyurl.com/adenotomie, klik op ‘operaties tonsillen en adenoïd’). Bij 60% van hen was de indicatie ‘recidiverende BLWI’.3 In Amerika ondergingen in 2006 1,76 per 1000 kinderen in de leeftijd van 0-18 jaar een adenotomie; bij 12% van hen was de indicatie ‘recidiverende BLWI’.4 Deze verschillen illustreren het gebrek aan consensus over welke kinderen baat hebben bij een adenotomie. Het gebrek aan gedegen bewijs naar de effectiviteit van deze ingreep bij kinderen met recidiverende BLWI ligt hieraan ten grondslag.5 Het doel van ons onderzoek is daarom de effectiviteit van adenotomie bij kinderen met recidiverende BLWI vast te stellen. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2012;156:A4380
1
O ND ERZO EK
Onderzoek