Zadkine mbo readerwebk

Page 1

TALENT VOOR DE

TOEKOMST Keuzedeel Verrijking Leervaardigheden

STARTCOLLEGE


Schooljaar 2017-2018

Inhoudsopgave Inleiding .................................................................................................................................................................. 03 Exameninformatie voor de student ...................................................................................... 04 Uitleg formulier Leervaardigheden ...................................................................................... 07 Algemene informatie Modules ................................................................................................... 08 Module: Ritselen en Regelen ....................................................................................................... 09 Module: On en Offline Presenteren ....................................................................................... 16 Module: MBO Persbureau ............................................................................................................... 24 Module: Debat ................................................................................................................................................. 30 Module: Content Maken ...................................................................................................................... 38 Colofon ..................................................................................................................................................................... 46

2


Inleiding Talent voor de Toekomst: 21e eeuwse vaardigheden als keuzedeel Een samenwerking tussen Zadkine Startcollege en De Cultuurschool.

Het Startcollege is er voor jongeren, volwassenen en anderstaligen die een diploma op niveau 1 willen behalen. Daarna stromen zij door naar MBO niveau 2 of gaan aan het werk als assistent. Deze reader en de bijbehorende lessen van De Cultuurschool zijn ontwikkeld om de 21e eeuwse vaardigheden te oefenen. Je hebt deze vaardigheden en talenten nodig om mee te gaan in de ontwikkelingen van de samenleving. Daarnaast sluiten ze aan bij de wensen en eisen van je toekomstige beroepsveld. Wat zijn 21e eeuwse vaardigheden? Hieronder vallen de volgende vaardigheden: •

Kritisch denken

Creatief denken

Probleem oplossen

Computational thinking

Informatie vaardigheden

ICT basis vaardigheden

Media

Communicatie

Samenwerken

Sociale en culturele vaardigheden

Zelfregulering

In onderstaand figuur worden ze in een tekening uitgelegd.

3


e ti a m r o f in n e m a x E

TALENT VOOR DE TOEKOMST

Keuzedeel Verrijking Leervaardigheden Code: K0440

INFORMATIE

VOOR DE

STUDENT 4


Informatie Deze informatie is voor jou omdat je examen gaat doen in ‘Verrijking Leervaardigheden – Talent voor je Toekomst’ (code K0440). Dit is onderdeel van je Entree opleiding en heeft één kerntaak met één werkproces: Vergroten van leervaardigheden en vakkennis (D1-K1-W1).

Het Portfolio Het portfolio bevat: 1 Een overzicht van zes leervaardigheden. Bij elke leervaardigheid staan vier beschrijvingen (rubrics). De beschrijvingen helpen je om erachter te komen wat het niveau is van je leervaardigheden. Bij de beschrijving aan het begin van de periode valt er nog veel te leren, bij de laatste ben je er behoorlijk goed in. Er zijn twee groepen leervaardigheden. De eerste groep is ‘Plannen en organiseren’, de tweede groep is ‘Jezelf kennen en ontwikkelen’. Elke groep heeft drie leervaardigheden. 2

Vijf logboeken. Bij elke module hou je zelf de ontwikkeling van je leervaardigheden bij.

3

Een bewijs dat je de module hebt afgerond, dit kan bijvoorbeeld een eindtoets of opdracht zijn.

Werken met de logboekjes in de reader - Je docent vertelt eerst over de module en het logboek, daarna ga je ermee aan de slag. -

Bij elke module begin je aan een nieuw logboek.

-

Lees de beschrijvingen van de leervaardigheden goed en stel vragen als iets onduidelijk is.

-

Voor drie modules toets je je leervaardigheden. Dit doe je bij:

• On- en Offline Presenteren

• Content Maken

• Debat

Tijdens deze modules toets je je eigen leervaardigheden door de meerkeuzevragen in te vullen. Geef daar ook een voorbeeld bij, dit heb je later nodig voor je eindgesprek bij het examen. -

Iedere module heeft verschillende opdrachten, deze verzamel je in je logboek.

- Je docent vult aan het einde van de periode in of je de module echt hebt doorlopen. - Jullie zetten allebei je handtekening ter bevestiging. - Het logboek is nu compleet. - Je krijgt een voldoende voor je portfolio als je drie complete logboekjes hebt en twee ingevulde overzichten van je leervaardigheden. Nu kun je aan het eindgesprek deelnemen.

Het examen; zakken of slagen voor je leervaardigheden Na afloop van de leervaardigheden voer je een gesprek met een beoordelaar. De beoordelaar heeft jouw portfolio van tevoren al bekeken. Dit gesprek is je examen van de leervaardigheden en duurt 15 à 20 minuten. Van tevoren laat je begeleider/ docent weten wanneer en waar dit gesprek plaatsvindt. De beoordelaar stelt je verschillende vragen over je leervaardigheden. In dit gesprek geef je voorbeelden hoe je aan de slag bent gegaan bij de modules en leg je uit hoe je bent gegroeid in de leervaardigheden.

5


Je bent geslaagd (Voldoende of Goed) wanneer je voldaan hebt aan de volgende eisen: -

De drie logboekjes zijn compleet en volledig ingevuld.

- Je bent gegroeid op vier of meer leervaardigheden. -

De leervaardigheden waarin je bent gegroeid zijn verdeeld over de clusters:

• Plannen en organiseren

• Jezelf kennen en ontwikkelen.

- Je hebt deelgenomen aan de modules en deze afgerond. Dit is door de vakdocent bevestigd met een handtekening. Zelf onderteken je het logboek ook met een officiële handtekening als afsluiting. - Je kunt worden beoordeeld met ‘Voldoende’ of ‘Goed’, dit hangt af van in je groei in je leervaardigheden. Je bent gezakt (Onvoldoende) wanneer: -

De logboekjes niet compleet zijn.

-

Of: Je modules niet hebt afgerond.

-

Of:

1 De logboekjes wel compleet zijn

2 De modules hebt afgerond

3 Maar je bent niet op tenminste vier leervaardigheden gegroeid.

Of:

1 De logboekjes wel compleet zijn

2 De modules hebt afgerond

3 Je bent wel op vier leervaardigheden gegroeid

4 Maar alleen bij de leervaardigheden: ‘Plannen en organiseren’, of ‘Jezelf kennen en ontwikkelen’.

Scoretabel Leervaardigheden Bij minder dan vier leervaardigheden

Modules EN

is groei aangetoond Bij vier leervaardigheden is groei

Aantoonbaar deelgenomen aan drie

Resultaat O

of minder modules EN

aangetoond. Dit is verdeeld over twee

Aantoonbaar deelgenomen aan drie

V

modules

of meer modules Bij meer dan vier leervaardigheden is groei aangetoond. Dit is verdeeld

EN

Aantoonbaar deelgenomen aan drie modules

over twee of meer modules

6

G


n e d e h ig d r a a v r e e L s ic r b u r

7


s e l u d o M l a a h r e v n e e m e g Al

De verwachtingen zijn dat er in de komende vijf jaar veel gaat veranderen in de samenleving. We leren steeds meer via digitale middelen. Al deze nieuwe mogelijkheden om te leren, maakt leren steeds interessanter, je stopt eigenlijk nooit met leren. In dit keuzedeel leer je in vijf modules verschillende vaardigheden om je talenten te ontwikkelen. Je oefent met 21e eeuwse vaardigheden en leert over het gebruik van media. De 5 modules: 1

Ritselen en regelen: Slim leren plannen voor school en stage.

2

On- en Offline presenteren: Weet wie je bent en leer hoe je dit kan laten zien in het echte leven en op internet.

3

MBO-persbureau: Leren hoe je media kan inzetten om je verhaal te delen en hoe je daar gebruik van kunt maken.

4

Debat: Effectief en eerlijk je mening vertellen. Leer mensen naar jou te laten luisteren.

5

Content maken: breng een product onder de aandacht en gebruik daarvoor digitale en niet-digitale middelen.

Bij elke module horen vijf opdrachten die tijdens dit blok moeten worden gemaakt. Deze opdrachten vormen het bewijsmateriaal voor het behalen van je module.In deze reader kun je per module je bewijsmateriaal bijvoegen zodat je tijdens je examengesprek kan laten zien wat je hebt gedaan. De vakdocent beoordeelt per opdracht met onvoldoende, voldoende of goed. Tot slot krijg je een totaalbeoordeling (onvoldoende, voldoende of goed) voor de hele module.

8


n e l e g e r n e n e l e s Rit e l u d Mo

Als je net bent begonnen op het Startcollege dan moet je misschien wennen om weer in de schoolbanken te zitten en op zoek te gaan naar een stage. In deze module oefenen we met de vaardigheden die handig zijn in je klas en op je stageplek.

DOEL Ritselen en Regelen: Slim leren plannen voor school en stage.

opdracht 1

Als je een doel wilt stellen voor jezelf is het belangrijk om te weten wat je sterke punten zijn, dit worden competenties genoemd. Hiernaar wordt vaak gevraagd tijdens sollicitaties en presentaties. Zorg dus dat je je sterke punten goed kunt benoemen. Schrijf op wat jouw drie beste competenties zijn en geef een voorbeeld hoe deze je kunnen helpen tijdens je school of stage.

1 2 3

Mijn sterkste punt is .....................................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat ............................................................................................................................

Mijn tweede sterkste punt is ........................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat ............................................................................................................................

Mijn derde sterkste punt is ..........................................................................................................................................

Dit helpt me op school/stage omdat ............................................................................................................................

9


opdracht 2

Een digitale agenda kan handig zijn om je huiswerk, opdrachten en planning in bij te houden. Waarom kies jij wel of niet voor een digitale agneda?

JA NEE

Ik kies WEL voor een digitale agenda omdat ......................................................................... ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................

Ik kies NIET voor een digitale agenda omdat ........................................................................ ................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................

10


opdracht 3

Op school of stage werk je veel opdrachten uit. Een manier om je ideeĂŤn op te schrijven is de mindmap. Die maak je in de klas met je docent. Neem de mindmap hieronder over:

11


opdracht 4

Maak een (week-)plan van aanpak om een een stageplek te vinden. Welke stappen ga je nemen om een stage te vinden en wanneer ga je dit doen?

maandag

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

dinsdag

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

woensdag

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

donderdag Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

vrijdag

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

zaterdag

Ik ga de volgende stap ondernemen ........................................................................................ ...................................................................................................................................................

12


TIP Een planning maken voor een opdracht of het vinden van een stage lijkt veel werk, maar het kan juist tijd besparen en je succes versnellen. Dus maak een plan! Wees niet bang dat het niet haalbaar is, want plannen kunnen altijd wijzigen. Loopt het even anders, kun je je plan gewoon aanpassen.

13


beoordeling

Advies aan de loopbaanbegeleider Module RITSLEN EN REGELEN deelname

Aanwezig bij les

Inzet bij onderwerp

1 Competenties presenteren

Ja / nee

O

v

g

2 Digitale agenda bijhouden

Ja / nee

O

v

g

3

Mindmap

Ja / nee

O

v

g

4

Plan van aanpak

Ja / nee

O

v

g

5

Efficient gebruik van Google

Ja / nee

O

v

g

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

14


notities

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

15


n e r e t n e s e r p e in l f f O n e On

Wie je bent laat je niet alleen zien als je met mensen praat (offline) maar ook via internet (online). Bijvoorbeeld op snapchat, insta of op facebook. Weet jij wat mensen allemaal over jou kunnen vinden op internet? Bij online en offline presenteren laat jij aan de mensen om je heen zien wie je bent.

DOEL On en offline presenteren: Weet wie je bent en leer hoe je dit kan laten zien in het echte leven en op internet.

opdracht 1

Negentig procent van de werkgevers checkt wat er over nieuwe werknemers te vinden is op internet. Het is dus belangrijk dat je weet wat er over jou te vinden is. Noem drie online manieren om je te presenteren aan een werkgever. Bedenk welke sociale media je hiervoor kunt gebruiken. Google je naam. Wat zie je dan? ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................

www ........................................................................ www ........................................................................ www ........................................................................

16


opdracht 2

Op je CV kan je werkgever in één oogopslag zien wat jij allemaal kan, welke opleiding je hebt gedaan en waar je hebt gewerkt. Bij het vak Loopbaanbegeleiding heb je al jouw CV samengesteld. Werkgevers krijgen heel veel CV’s, het is dus belangrijk dat je eruit springt. In deze les leer je hoe je met vormgeving je CV meer kan laten opvallen. Ontwerp een mooi vormgegeven CV en print hem uit. Eén kopie gaat in je portfolio, de andere vouw je dubbel en plak je hieronder.

Plak in dit vak een uitgeprinte CV. Vouw hem twee keer als een brief zodat hij in dit boekje past.

17


opdracht 3

Een goede portretfoto helpt bij je bij het presenteren van jezelf op internet. Maak een goede portretfoto en voeg een print bij: Plak in dit vak een goede portretfoto van jezelf

18


opdracht 4

Maak een korte profielschets. In maximaal 3 a 4 zinnen vertel je wat jou zo geschikt maakt voor je baan/stageplaats. Benoem je drie competenties en vertel wat jij wilt leren op je werkplek.

Mijn 3 competenties zijn (zie pagina 9)

1

..................................................................................

2

..................................................................................

3

..................................................................................

Wat wil je leren op je werkplek?

1

..................................................................................

2

..................................................................................

3

..................................................................................

Vertel in een paar mooie zinnen waarom jij zo geschikt bent voor die ene toffe baan/stage. Verwerk in je zin de punten die je hierboven hebt genoemd. ..................................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

opdracht 5

Presenteer je profielschets voor de klas en/of maak er een filmpje van. Dit doe je door heel kort en duidelijk te vertellen wie je bent en bijvoorbeeld de zinnen uit opdracht 4 in de camera te vertellen. Het filmpje kan je ook gebruiken bij je sollicitatie. Upload je filmpje op youtube of een ander kanaal.

Waar kunnen we je filmpje bekijken op internet? www..............................................................................................................

19


hulpvragen Hulpvragen bij Logboek Leervaardigheden Kleur het rondje van je keuze in bij ieder onderdeel En schrijf deze in je eigen woorden in het logboek. Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doelen formuleren o

Zie je wel wat er op je af komt in deze les?

o Heb je een idee wat je wilt bereiken in deze les? o

Weet je wat je wilt bereiken in deze les, en weet je hoe je dat moet doen?

o

Weet je hoe je je doel gaat bereiken in deze les en weet je hoe je dat gaat doen?

2. Planning maken en hulp vragen o

Kan je zelf een planning maken? Of heb je hier altijd hulp bij nodig?

o

Vind je het lastig om een planning te maken? Heb je hier soms hulp bij nodig?

o

Probeer je je werk te plannen en kan je dit met weinig hulp doen?

Lukt het je meestal om de tijd goed in te schatten hoe lang iets duurt?

o

Plan je je werk zelfstandig? Laat je je planning checken (door begeleider)?

3. Voortgang in de gaten houden o Vind je het moeilijk om je eigen voortgang bij te houden in je planning en kom je daarom afspraken met jezelf of anderen meestal niet na? o Check je af en toe of je de gemaakte planning nog volgt?

Vind je het lastig om je planning te verbeteren of aan te passen?

o

Lukt het om een oplossing te bedenken als je niet op schema ligt?

o

Pas je je schema aan als dit nodig is?

Cluster 2: Jezelf kennen / Jezelf ontwikkelen 1. Jezelf kennen o

Weet je niet zo goed wat je wil en waar je goed in bent?

o

Denk je weinig na over je goede en slechte punten?

o

Kan je makkelijk je sterke en zwakke punten benoemen?

o Heb je je sterke en zwakke punten wel eens gecheckt bij je vrienden of begeleider? 2. Omgaan met fouten o

Gebeurt het vaak dat je dezelfde fout maakt?

o

Als je een fout maakt wil je dan zo snel mogelijk verder gaan?

o

Vraag je soms aan je begeleider/collega’s hoe zij een fout oplossen oplossen?

o

Vraag je jezelf wel eens af bij fouten: Wat ging er niet goed en hoe kan ik dat de volgende keer anders doen?

3. Omgaan met feedback / luisteren o

Vind je het lastig als andere mensen wat over je zeggen?

o

Raak je boos en geĂŻrriteerd als anderen wat over je zeggen?

o

Ondanks dat je je soms voelt aangevallen, wil je ook leren dingen anders te doen?

o

Wil je ervan leren als anderen wat over je zeggen?

20


n e d e h ig d r a a v r e e L K LOGBOE

Naam student

......................................................................

Naam module

On en Offline presenteren

Startdatum

......................................................................

Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doel(en) formuleren

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ Cluster 2: Jezelf kennen en ontwikkelen 4. Jezelf kennen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

ja / nee

door (vak)docent ………..……….………...

Handtekening en datum Student ………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

d.d. ………..……….………...

21

d.d. ………..……….………...


beoordeling

Advies aan de loopbaanbegeleider Module on en offline presenteren deelname

Aanwezig bij les

Inzet bij onderwerp

Ja / nee

O

v

g

2 [CV) vormgeving

Ja / nee

O

v

g

3

Portretfotografie

Ja / nee

O

v

g

4

Profielschets of elevatorpitch

Ja / nee

O

v

g

Ja / nee

O

v

g

1

Weten over social media om jezelf te presenteren

5 Filmpje van elevatorpitch of een interview

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

22


notities

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

23


MBO persbureau

Wat er gebeurt in de wereld of om ons heen komen we vaak te weten via media, dit kan zijn via de krant, nieuwswebsites of het journaal. De media houdt ons op de hoogte van veel soorten nieuws en verhalen uit de samenleving. Zou jij ook nieuws kunnen maken of verhalen kunnen vertellen?

DOEL Mbo persbureau: Leren hoe je media kan inzetten om je verhaal te delen en hoe je daar gebruik van kunt maken

opdracht 1

Wat voor media kijk jij allemaal? Denk je dat het altijd klopt wat ze vertellen? Noem 3 voorbeelden van media die je volgt.

1 2 3

Kranten, nieuwsprogramma’s of nieuwssites die ik volg: ...........................................................................................

Ik vind hun berichtgeving ............................................................................................................................................

Kranten, nieuwsprogramma’s of nieuwssites die ik volg: ...........................................................................................

Ik vind hun berichtgeving ............................................................................................................................................

Kranten, nieuwsprogramma’s of nieuwssites die ik volg: ...........................................................................................

Ik vind hun berichtgeving ............................................................................................................................................

24


opdracht 2

We gaan een magazine of blog/vlog maken. Wat is je onderwerp en wat is de link van je gemaakte blog. Mijn onderwerp is ................................................................................................................................................................. www. ...................................................................................................................................................................................... ...

opdracht 3

Voor je magazine of je blog maak je een artikel of een interview. Zorg voor een goede voorbereiding! Bij een artikel of interview is het belangrijk dat het nieuws compleet is, zodat lezers geen vragen meer hebben achteraf. Werk daarom altijd met de 5 W’s en de H: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom en Hoe. Leg je onderwerp uit met behulp van deze vragen. Wie? ............................................................................................................................................................................................. Wat? ............................................................................................................................................................................................. Waar? ........................................................................................................................................................................................... Wanneer? ..................................................................................................................................................................................... Waarom? ...................................................................................................................................................................................... Hoe? .............................................................................................................................................................................................

25


opdracht 4

Bij het artikel hoort ook een goede foto. Zoek online een foto voor bij je artikel. Print deze uit en schrijf de website waar je de foto vandaan hebt onder de foto, je mag namelijk niet zomaar foto’s gebruiken. Je kunt ook zelf een foto maken. Plak in dit vak de foto

WEBSITE ..............................................................................................................................................................................

26


opdracht 5

Aan de hand van je magazine of blog moet je een korte presentatie houden over je onderwerp. Bij presenteren leer je kort en duidelijk je verhaal te vertellen en het onderwerp zo uit te leggen dat de boodschap bij het publiek blijft hangen. Je kan checken of je publiek je heeft begrepen door aan het einde vragen te stellen.

Bereid je presentatie hier onder voor onderwerp .............................................................................................................................................................................. Het is belangrijk dat je presentatie een duidelijke opbouw heeft: •

inleiding

kern

slot

Vragen ronden

Gebruik een spreekschema met trefwoorden. Schrijf de trefwoorden hieronder op. INLEIDING ................................................................................................................................................................................... KERN ........................................................................................................................................................................................... SLOT ............................................................................................................................................................................................

TIP Alweer presenteren, bleh. Je moet bij elk vak wel een presentatie houden. Waarom wil de school dit toch? Omdat het makkelijker wordt als je het vaker doet. Daarnaast zul je je in de toekomst vaak moeten presenteren bij docenten, werkgevers en stages. Dus oefen dit nog goed, voordat het in het echt moet.

27


beoordeling

Advies aan de loopbaanbegeleider Module MBO persbureau Aanwezig bij les

deelname

Inzet bij onderwerp

1 Mediawijsheid

Ja / nee

O

v

g

2 Vormgeving

Ja / nee

O

v

g

3

Ja / nee

O

v

g

4 Foto bij het interview of artikel

Ja / nee

O

v

g

5

Ja / nee

O

v

g

Interview of artikel

Presentatie van je onderwerp

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

28


notities

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

29


Debat

Debatteren is op een nette en effectieve manier een discussie aangaan. Debat wordt veel gebruikt in de politiek maar kan ook handig zijn in het dagelijkse leven. Je leert slimmer te discussiĂŤren en je mening te verdedigen zonder dat je iemand beledigd of jij je beledigd voelt door een ander.

DOEL Debat: effectief en eerlijk je mening vertellen. Leer mensen naar jou te laten luisteren.

opdracht 1

Geef uitleg wat de onderstaande begrippen betekenen! Wat is een mening? .................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

Wat is een feit?............................................................................................................................................................................ .....................................................................................................................................................................................................

Wat is een argument?................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................

30


opdracht 2

Oefenrondje: Groepsdebat. Je bent voor of tegen een stelling. Samen met een groepje uit de klas verdedig jij je mening. De stelling is ................................................................................................................................................................................ Ik ben voor

/ tegen

Omdat .......................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................

opdracht 3

Maak een stelling. Hij hoeft maar 1 zin lang te zijn.

...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................

31


opdracht 4

Kijk op internet wat er te vinden is over jouw stelling. Zijn er krantenartikelen die je stelling kracht bij zetten of zijn er wetenschappers of politici die het met je eens zijn? Zoek drie argumenten om je stelling te verdedigen. Noem 3 argumenten om je stelling te onderbouwen:

1 2 3

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

32


opdracht 5

Dan nu voor het echt: Je gaat voor je klas jouw stelling verdedigen in een individueel debat. Succes! Bereid je debat hier onder voor

1 2 3

.stelling...................................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

Argumenten............................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

. onderbouwing.......................................................................................................................................................

.....................................................................................................................................................................................

TIP Blijf in het debat dicht bij jezelf. Neem een onderwerp waar je echt een mening over hebt. Hou je argumenten simpel en probeer eerlijk te zijn in je mening.

33


hulpvragen Hulpvragen bij Logboek Leervaardigheden Kleur het rondje van je keuze in bij ieder onderdeel En schrijf deze in je eigen woorden in het logboek. Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doelen formuleren o

Zie je wel wat er op je af komt in deze les?

o Heb je een idee wat je wilt bereiken in deze les? o

Weet je wat je wilt bereiken in deze les, en weet je hoe je dat moet doen?

o

Weet je hoe je je doel gaat bereiken in deze les en weet je hoe je dat gaat doen?

2. Planning maken en hulp vragen o

Kan je zelf een planning maken? Of heb je hier altijd hulp bij nodig?

o

Vind je het lastig om een planning te maken? Heb je hier soms hulp bij nodig?

o

Probeer je je werk te plannen en kan je dit met weinig hulp doen?

Lukt het je meestal om de tijd goed in te schatten hoe lang iets duurt?

o

Plan je je werk zelfstandig? Laat je je planning checken (door begeleider)?

3. Voortgang in de gaten houden o Vind je het moeilijk om je eigen voortgang bij te houden in je planning en kom je daarom afspraken met jezelf of anderen meestal niet na? o Check je af en toe of je de gemaakte planning nog volgt?

Vind je het lastig om je planning te verbeteren of aan te passen?

o

Lukt het om een oplossing te bedenken als je niet op schema ligt?

o

Pas je je schema aan als dit nodig is?

Cluster 2: Jezelf kennen / Jezelf ontwikkelen 1. Jezelf kennen o

Weet je niet zo goed wat je wil en waar je goed in bent?

o

Denk je weinig na over je goede en slechte punten?

o

Kan je makkelijk je sterke en zwakke punten benoemen?

o Heb je je sterke en zwakke punten wel eens gecheckt bij je vrienden of begeleider? 2. Omgaan met fouten o

Gebeurt het vaak dat je dezelfde fout maakt?

o

Als je een fout maakt wil je dan zo snel mogelijk verder gaan?

o

Vraag je soms aan je begeleider/collega’s hoe zij een fout oplossen oplossen?

o

Vraag je jezelf wel eens af bij fouten: Wat ging er niet goed en hoe kan ik dat de volgende keer anders doen?

3. Omgaan met feedback / luisteren o

Vind je het lastig als andere mensen wat over je zeggen?

o

Raak je boos en geĂŻrriteerd als anderen wat over je zeggen?

o

Ondanks dat je je soms voelt aangevallen, wil je ook leren dingen anders te doen?

o

Wil je ervan leren als anderen wat over je zeggen?

34


n e d e h ig d r a a v r e e L K LOGBOE

Naam student

......................................................................

Naam module

debat

Startdatum

......................................................................

Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doel(en) formuleren

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ Cluster 2: Jezelf kennen en ontwikkelen 4. Jezelf kennen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

ja / nee

door (vak)docent ………..……….………...

Handtekening en datum Student ………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

d.d. ………..……….………...

35

d.d. ………..……….………...


beoordeling

Advies aan de loopbaanbegeleider Module DEBAT deelname

Aanwezig bij les

Inzet bij onderwerp

Ja / nee

O

v

g

2 Weten wat argumenten, meningen en feiten zijn.

Ja / nee

O

v

g

3

Individueel debat.

Ja / nee

O

v

g

4

Een stelling maken.

Ja / nee

O

v

g

Ja / nee

O

v

g

1

Groepsdebat

5 Onderzoek kunnen doen om je stelling of mening te onderbouwen.

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

36


notities

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

37


Content maken

Het is belangrijk dat je kunt uitleggen wat jij en je werkgever doen. Of misschien wil je later voor je zelf gaan werken met een eigen zaak. Bij content maken leer je hoe je een product kan verkopen en welke digitale en niet-digitale middelen je kunt gebruiken om je product onder de aandacht te brengen.

DOEL Content maken: Breng een product onder de aandacht en gebruik daarvoor digitale en niet-digitale middelen.

opdracht 1

Via welke social media kan je je product onder de aandacht brengen. Vertel welke mogelijkheden er zijn en welke jij zou kiezen. Leg uit. Social media www ............................................................................................................................................................................................ www ............................................................................................................................................................................................. www ............................................................................................................................................................................................. Ik kies www ................................................................................................................................................................................. Omdat ......................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................................

38


opdracht 2

Ontwerp een logo voor een voorbeeldproduct. Print deze uit en plak hem hieronder.

Plak in dit vak een printje van je logo

39


opdracht 3

Maak een foto van een voorbeeldproduct. Plak die foto hieronder:

Plak in dit vak een foto van je voorbeeldproduct

40


opdracht 4

Wat kan je nog meer vinden over je product? Omschrijf je product: Wat is het? Wat kan het? Waarom is het handig? Waarom moeten mensen het hebben?

...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................................................

opdracht 5

Maak een filmpje voor je product: dit mag een reclamefilmpje zijn of een instructiefilmpje (hoe gebruik je jouw product?) Upload je filmpje op youtube of een ander kanaal.

Waar kunnen we je filmpje bekijken op internet? www..............................................................................................................................................................................................

41


hulpvragen Hulpvragen bij Logboek Leervaardigheden Kleur het rondje van je keuze in bij ieder onderdeel En schrijf deze in je eigen woorden in het logboek. Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doelen formuleren o

Zie je wel wat er op je af komt in deze les?

o Heb je een idee wat je wilt bereiken in deze les? o

Weet je wat je wilt bereiken in deze les, en weet je hoe je dat moet doen?

o

Weet je hoe je je doel gaat bereiken in deze les en weet je hoe je dat gaat doen?

2. Planning maken en hulp vragen o

Kan je zelf een planning maken? Of heb je hier altijd hulp bij nodig?

o

Vind je het lastig om een planning te maken? Heb je hier soms hulp bij nodig?

o

Probeer je je werk te plannen en kan je dit met weinig hulp doen?

Lukt het je meestal om de tijd goed in te schatten hoe lang iets duurt?

o

Plan je je werk zelfstandig? Laat je je planning checken (door begeleider)?

3. Voortgang in de gaten houden o Vind je het moeilijk om je eigen voortgang bij te houden in je planning en kom je daarom afspraken met jezelf of anderen meestal niet na? o Check je af en toe of je de gemaakte planning nog volgt?

Vind je het lastig om je planning te verbeteren of aan te passen?

o

Lukt het om een oplossing te bedenken als je niet op schema ligt?

o

Pas je je schema aan als dit nodig is?

Cluster 2: Jezelf kennen / Jezelf ontwikkelen 1. Jezelf kennen o

Weet je niet zo goed wat je wil en waar je goed in bent?

o

Denk je weinig na over je goede en slechte punten?

o

Kan je makkelijk je sterke en zwakke punten benoemen?

o Heb je je sterke en zwakke punten wel eens gecheckt bij je vrienden of begeleider? 2. Omgaan met fouten o

Gebeurt het vaak dat je dezelfde fout maakt?

o

Als je een fout maakt wil je dan zo snel mogelijk verder gaan?

o

Vraag je soms aan je begeleider/collega’s hoe zij een fout oplossen oplossen?

o

Vraag je jezelf wel eens af bij fouten: Wat ging er niet goed en hoe kan ik dat de volgende keer anders doen?

3. Omgaan met feedback / luisteren o

Vind je het lastig als andere mensen wat over je zeggen?

o

Raak je boos en geĂŻrriteerd als anderen wat over je zeggen?

o

Ondanks dat je je soms voelt aangevallen, wil je ook leren dingen anders te doen?

o

Wil je ervan leren als anderen wat over je zeggen?

42


n e d e h ig d r a a v r e e L K LOGBOE

Naam student

......................................................................

Naam module

content maken

Startdatum

......................................................................

Cluster 1: Plannen en organiseren 1. Doel(en) formuleren

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

2. Planning maken en hulp vragen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

3. Planning / voortgang in de gaten houden

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................ Cluster 2: Jezelf kennen en ontwikkelen 4. Jezelf kennen

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

5. Omgaan met fouten

begin module: ........................................................................................................ einde module: ........................................................................................................

6. Omgaan met feedback, kritiek, luisteren

begin module: ........................................................................................................

einde module: ........................................................................................................

Deelname en afronding module

ja / nee

door (vak)docent ………..……….………...

Handtekening en datum Student ………..……….………...

(Vak)docent ………..……….………...

d.d. ………..……….………...

43

d.d. ………..……….………...


beoordeling

Advies aan de loopbaanbegeleider Module content maken deelname

Aanwezig bij les

Inzet bij onderwerp

1 Weten over (social) media om een bedrijf of product te presenteren.

Ja / nee

O

v

g

2 Vormgeving voor product of bedrijf (bijv: logo of huisstijl)

Ja / nee

O

v

g

3

Productfotografie.

Ja / nee

O

v

g

4

Online onderzoek kunnen doen naar bedrijf of product.

Ja / nee

O

v

g

5

Reclame of instructiefilmpje maken.

Ja / nee

O

v

g

Datum: Naam en handtekening beoordelaar:

44


notities

Maak hieronder aantekeningen van zaken die je wilt onthouden ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................... .....................................................................................................................................................................................

45


colofon

Dit is een uitgave van Startcollege Zadkine en De Cultuurschool. Uitgegeven in het kader van: Het Keuzedeel Verrijking Leervaardigheden CODE: K0440 Vormgeving en coordinatie Angeliek ontwerpt CandyGo De Cultuurschool Startcollege Zadkine - Entreeonderwijs Oplage 1.000 stuks Druk 1 Š 2017 Werkgroep keuzedelen Startcollege Zadkine

46




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.