Nota2014h2

Page 9

akkoord zijn vast gelegd. In het sociaal akkoord is afgesproken dat de duur van de WW-uitkering die wordt uitgekeerd door de overheid vanaf 1 januari 2016 met 1 maand per kwartaal wordt teruggebracht tot maximaal 24 maanden vanaf 1 januari 2019 waarbij de hoogte is gerelateerd aan het laatstverdiende loon (publiek deel). Voor een uitkering tussen 25 en 38 maanden zullen werkgevers en werknemers zelf afspraken moeten maken (privaat deel). In de eerste tien jaar bouwen werknemers per gewerkt jaar één maand WW-recht op, daarna een halve maand per gewerkt jaar. Dit nieuwe voorgenomen besluit zal niet gelden voor mensen die op het moment van ingang al een WW-uitkering hebben. In het regeerakkoord staat dat het financiële voordeel dat werkgevers hebben door de hervorming van het ontslagrecht wordt verrekend door verhoging van de WW-premie. Het kabinet-Rutte II beziet de mogelijkheid om de WW-premie per werkgever te differentiëren op basis van criteria van goed werkgeverschap. Naast de WW kent het sociaal zekerheidsstelsel twee aparte verzekeringen voor oudere werklozen: de Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW). De IOAW stamt uit 1987, toen ouderen juist werden gestimuleerd om vroegtijdig uit het arbeidsproces te stappen om plaats te maken voor werkloze jongeren. Zij is van toepassing op werknemers die na hun 50ste werkloos zijn geworden en een WW-uitkering hebben ontvangen. Na het einde van de WW-uitkering komen zij in aanmerking voor een IOAW uitkering, die het inkomen aanvult tot het bijstandsniveau. Net als in de bijstand wordt er rekening gehouden met het inkomen van de partner; het verschil is dat geen rekening wordt gehouden met het eigen vermogen. In het sociaal akkoord is afgesproken dat de IOAW alleen nog blijft bestaan voor werknemers die voor 1 januari 1965 zijn geboren. Op deze wijze zal de IOAW langzamerhand verdwijnen. De inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) is een uitkering voor werklozen vanaf 60 jaar die geen WW-uitkering of WGA-uitkering meer krijgen. Deze uitkering is maximaal 70 procent van het minimumloon en staat los van het inkomen van de partner en van eigen vermogen. Inkomsten van de betrokkene worden wel verrekend met de IOW-uitkering. Er is wel een sollicitatieplicht en acceptatieplicht van een passende baan. Het recht op IOW eindigt wanneer de werkloze 65 jaar wordt. In het sociaal akkoord is vastgelegd dat IOW blijft bestaan tot 2020.

18 Nota Arbeidsvoorwaardenbeleid 2014

Toename reguliere plaatsen voor jonge arbeidsgehandicapten

Omdat het aantal plaatsen in de sociale werkvoorziening afneemt, is het de bedoeling dat het aantal reguliere plaatsen voor jongere arbeidsgehandicapten toeneemt zo is in het sociaal akkoord opgenomen. Werkgevers doen dit eerst op vrijwillige basis. In het herfstakkoord (begrotingsakkoord 2014) dat het kabinetRutte II met D66, CU en de SGP sloot, is afgesproken dat werkgevers in de marktsector zich garant stellen om in 2014 reeds 5.000 mensen met een beperking aan het werk te helpen. Dat is een verdubbeling van de eerder in het sociaal akkoord gedane toezegging van 2.500. In 2015 moeten 7.500 jongeren met een beperking worden geplaatst. Als er eind 2015 minder dan 11.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten zijn, zal er alsnog een verplicht quotum worden opgelegd aan werkgevers om bovengenoemde aantallen alsnog te halen.

Arbeidsmarktfunctie centraler dan inkomensfunctie

De uitstroom uit de WW is zeker na één jaar laag: meer dan 90 procent van de uitstroom vindt plaats in de eerste 12 maanden van de WW-uitkering. Daarna worden de kansen om nog aan de slag te gaan, buitengewoon klein. Uit cijfers van UWV blijkt dat jongere werklozen een aanzienlijk grotere uitstroomkans naar werk hebben dan oudere werklozen. In dit verband heeft het kabinet-Rutte II besloten om de definitie van passende arbeid in de WW aan te scherpen. Dit vergroot voor WW-gerechtigden het belang om snel werk op niveau te vinden. Vanaf 1 januari 2015 wordt alle arbeid na zes maanden (nu 12 maanden) als passend aangemerkt. Bovendien is in het Herfstakkoord (Begrotingsakkoord 2014) afgesproken dat de inkomstenverrekening wordt vervroegd naar 1 januari 2015, opdat arbeid altijd loont. Uit het in 2012 gepubliceerde kennisverslag van UWV blijkt dat werknemers van boven de 55 jaar moeilijk aan de slag komen als ze hun baan verliezen. Na een jaar heeft ruim de helft nog geen ander werk. Het aantal WW-uitkeringen voor 55-plussers liep op van ongeveer 71.000 in 2011 tot ruim 86.000 in 2012, een stijging van ruim 21 procent.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.