KEES BECHT EN DE OPRICHTING VAN DELTA MARINA Kees Becht richt in 1946 een eigen bedrijf in Bergen op Zoom op dat appelsap produceert onder de merknaam B3. Van 1950 tot 1953 is Becht nauw betrokken bij de totstandkoming van Vrumona NV in Bunnik (bekend van de frisdranken Pepsi, 7-UP, SiSi en Royal Club). Hij wordt in 1958 mede-eigenaar van de snelwegrestaurant- en motelketen Motoresto. In juli 1961 gaat Becht op aanraden van zijn oudste zoon op zoek naar een zomerhuisje op Noord-Beveland. Het Veerse gat is dan net dicht en de Zandkreek is het Veerse Meer geworden. In het oude veerhuis van de veerdienst Kortgene-Wolphaartsdijk is het de dood in de pot. Maar dit veerhuis is wel bijzonder mooi gelegen. Het wordt het begin van Delta Marina. Becht gaat informeren wie eigenaar is van het voormalige veerhuis. Dat is mevrouw Taillie-Schippers uit Ermelo, de dochter van de veerbaas die het in 1876 heeft laten bouwen. Een week later is Becht eigenaar van het veerhuis. Hij gaat vervolgens met de burgemeester van Kortgene praten om te kijken of hij op medewerking kan rekenen om dit huis als zomerwoning te gaan gebruiken. ‘Wat zoekt u daar eigenlijk?’ informeert de burgemeester belangstellend. ‘Het uitzicht, de rust’, is het antwoord van Becht. ‘Vergeet het dan maar’, zegt de burgemeester, ‘want in ons uitbreidingsplan is te zien dat het veerhuis midden in de horecasector ligt’. Rondom het veerhuis ligt het terrein dat in het uitbreidingsplan van Kortgene is bedoeld voor vestigingen op het gebied van het hotel-, café- en restaurantbedrijf. En dat horeca-bedrijf vormt met de oude veerbootsteigers een van de steunpunten voor het toen nog maar vaag omlijnde plan van een jachthaven Kortgene. Wanneer de burgemeester aan Becht vraagt om het hele gebied over te nemen hoeft hij daar niet lang over na te denken. Hij is, zoals vermeld, ook oprichter van een wegrestaurantketen. Volgens Becht hebben de betreffende bedrijfsactiviteiten duidelijk raakpunten met elkaar. Frisdanken, restaurant, motel en watersport hebben allemaal te maken met de besteding van de recreant. Becht gaat tijdens een reis in de Verenigde Staten eens kijken hoe de samenhang in de watersportsector daar vorm en inhoud heeft gekregen. Hij ziet dat de recreatie zich snel ontwikkelt door de bouw van watersportcentra, de zogenaamde ‘marinas’. Omdat Becht het complex voor een redelijk bedrag van de gemeente kan overnemen en mede op basis daarvan zijn plannen heeft gemaakt vindt hij het verantwoord er in te investeren. Zijn hart trekt altijd al naar het water en mogelijk heeft zijn afkomst een zakelijke belangstelling in die richting in de hand gewerkt. Tenslotte is zijn grootvader van moederskant oesterkweker en die van vaderskant horeca-exploitant in Bergen op Zoom. 15
≈