Jaarverslag 2015 - Hartcentrum OLV Aalst

Page 1

Jaarverslag 2015


Het OLV Hartcentrum omvat twee medische diensten: Cardiologie en Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde. Samen met 29 andere medische diensten maken zij deel uit van het OLV Ziekenhuis, één van de grootste niet-universitaire ziekenhuizen in België. Enkele kerncijfers van het OLV Ziekenhuis voor 2015 • 3 campussen: Aalst, Asse en Ninove • Zowat 2.800 medewerkers: 2.586 personeelsleden en nagenoeg 300 artsen en andere zelfstandige zorgprofessionals • 419.382 consultaties • 844 hospitalisatiebedden en 114 bedden in dagkliniek • 33.683 hospitalisatieopnamen • 48.199 opnamen in dagkliniek • 52.076 chirurgische ingrepen

Het OLV Hartcentrum telt meer dan 220 medewerkers

14

33

Artsen (incl. AZ Glorieux)

20

Medewerkers Cardiale echografie Aalst 11 31

Stafmedewerkers Medewerkers Cathlab Aalst

13

Medewerkers secretariaat, consultatie en ambulante zorg Medewerkers verpleegeenheid X2 Zuid Aalst 24

Medewerkers verpleegeenheid X2 Noord Aalst Medewerkers Coronary Care Unit Aalst

29

Medewerkers verpleegeenheid X4 Noord Aalst Medewerkers Cardiale revalidatie 21

49 22

2

1/2 van medewerkers verpleegeenheid Interne geneeskunde op Campus Asse


3


INHOUD ONS ARTSENKORPS

6

voorwoord 8 Terugblik 2015

10

Onze expertisedomeinen 12 Raadplegingen 14 Cardiale beeldvorming 16 Coronair lijden 20 Hartritmestoornissen 30 Hartkleplijden en structurele hartafwijkingen 38 Vaatziekten 44 Hartfalen, steunhart en harttransplantatie 48 Congenitale cardiologie 52 Hospitalisatie en Coronary Care Unit (CCU) 54 Cardiale revalidatie 66 Thoraxchirurgie - Oncologische thoracale heelkunde 72

4

wetenschappelijke publicaties

76

klinische studies 2015

82


OLV Hartcentrum

Cardiologie

Campus Aalst Moorselbaan 164 – 9300 Aalst

Campus Aalst T. 053 72 44 33 cardiologie.aalst@olvz-aalst.be

Campus Asse Bloklaan 5 – 1730 Asse Campus Ninove Biezenstraat 2 – 9400 Ninove www.hartcentrumaalst.be www.olvz.be

Campus Asse T. 02 300 63 37 cardiologie.asse@olvz-aalst.be Campus Ninove T. 054 31 20 63 cardiologie.ninove@olvz-aalst.be

Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Campus Aalst T. 053 72 46 99 cv.aalst@olvz-aalst.be Campus Asse T. 02 300 63 37 cv.aalst@olvz-aalst.be Campus Ninove T. 054 31 20 63 cv.aalst@olvz-aalst.be

5


Dr. Marc Vanderheyden

Artsenkorps

• Hartfalen en harttransplantatie • Interventionele cardiologie • Klinische cardiologie

Cardiologie Dr. Jozef Bartunek

Dr. Alzand Becker

• Hartfalen en harttransplantatie • Interventionele cardiologie • Moleculaire cardiologie

Dr. Bernard De Bruyne

AZ Glorieux Ronse

• Cardiale revalidatie

• Elektrofysiologie Ritmestoornissen

• Hartfalen en harttransplantatie

• Pacemaker- en devicetherapie

• Klinische cardiologie

Dr. Herbert De Raedt • Elektrofysiologie Ritmestoornissen

• Cardiale intensieve zorgen

• Pacemaker- en devicetherapie

• Klinische cardiologie

Dr. Marc Goethals

Dr. Peter Geelen • Cardiale revalidatie • Hartfalen en harttransplantatie • Klinische cardiologie

Dr. Alex Heyse

• Interventionele cardiologie

Dr. Sofie Cuypers

Dr. Tom De Potter

• Interventionele cardiologie

Dr. Riet Dierckx

Dr. Emanuele Barbato

• Elektrofysiologie- Ritmestoornissen

• Hartfalen en harttransplantatie

• Pacemaker- en devicetherapie

• Klinische cardiologie

Dr. Paul Nellens

Dr. Jan Leeman AZ Glorieux Ronse

• Klinische cardiologie

• Interventionele cardiologie

• Cardiale revalidatie

• Interventionele cardiologie • Klinische cardiologie

• Klinische cardiologie

Dr. Walter Paulus

Dr. Martin Penicka • Hartfalen en harttransplantatie • Klinische cardiologie

• Niet-invasieve beeldvorming

Dr. Peter Peytchev • Elektrofysiologie Ritmestoornissen • Pacemaker- en devicetherapie • Sportcardiologie

6


Dr. Dan Schelfaut

Dr. Frederik Van Durme • Cardiale intensieve zorgen

Dr. Carlos Van Mieghem

AZ Glorieux Ronse

• Cardiale intensieve zorgen

• Interventionele cardiologie

• Klinische cardiologie

• Interventionele cardiologie

• Klinische cardiologie

• Niet-invasieve beeldvorming

Dr. Guy Van Camp

Dr. Laurent Vanneste

Dr. Sofie Verstreken

• Klinische cardiologie

AZ Glorieux Ronse

• Cardiale revalidatie

• Niet-invasieve beeldvorming

• Klinische cardiologie

• Hartfalen en harttransplantatie • Klinische cardiologie • Adulte congenitale cardiologie

Dr. Stijn Wouters

Dr. William Wijns • Cardiale intensieve zorgen

Dr. Eric Wyffels • Interventionele cardiologie

• Interventionele cardiologie

• Klinische cardiologie

Dr. Ivan Degrieck

Artsenkorps

• Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Dr. Filip Casselman

Dr. Roel Beelen • Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Dr. Lieven Maene

• Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Dr. Bernard Stockman • Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

• Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Dr. Francis Cooreman • Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Dr. Frank Van Praet • Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

7


Voorwoord Met gepaste trots presenteren we u de tweede editie van de jaarbrochure van het OLV Hartcentrum. Daarin vindt u niet enkel het verslag van het voorbije jaar, maar ook een schets van de toekomst. Vorig jaar zijn we gestart met de publicatie van een jaarbrochure vanuit een drievoudige motivatie: 1. méér aandacht voor kwaliteit 2. méér transparantie 3. méér samenwerking

Kwaliteit: meten is weten, gissen is missen Het OLV Hartcentrum besteedt veel aandacht aan kwaliteit. Dat gebeurt al sinds de oprichting van het OLV Hartcentrum. Traditiegetrouw volgen we de kwaliteit van onze behandelingen op met procesindicatoren die aangeven hoeveel ingrepen en behandelingen er werden uitgevoerd en of die volgens de geldende kwaliteitsstandaarden zijn verlopen. Vandaag gaan we nog verder. Het volstaat voor ons niet dat een ingreep volgens de regels der kunst wordt uitgevoerd. Waar het echt om gaat, is of die ingreep daadwerkelijk heeft geleid tot een relevante gezondheidswinst voor de betrokken patiënt. Daarom zijn we begin 2016, in het kader van CardioQare, gestart met prospectieve metingen van resultaatsindicatoren. In deze editie publiceren we een eerste reeks prospectieve meetresultaten. De combinatie van proces- èn resultaatsindicatoren biedt ons een beter inzicht in onze werking. Meten is dus essentieel. Ook in 2015 is onze focus op kwalitatief

8

hoogwaardige zorg en patiënttevredenheid beloond met een gestage groei van de organisatie en het aantal patiënten.

Transparantie: katalysator voor permanente verbetering De publicatie van de jaarbrochure kadert ook in ons streven naar openheid. Wij houden onze meetresultaten niet enkel voor onszelf, maar we willen ze ook systematisch delen. Dat houdt weliswaar het risico in dat deze resultaten worden vergeleken op een methodologische foute manier. Toch weegt dat niet op tegen het voordeel: door deze publicatie kan een dialoog op gang komen waarbij ervaringen worden uitgewisseld. Daardoor kunnen we samen ‘best practices’ identificeren waarmee we een nog hogere gezondheidswinst voor onze patiënten kunnen realiseren. Daar gaat het uiteindelijk om.

Samenwerken: geïntegreerde zorg is beter voor de patiënt Ook samenwerking is cruciaal om een hogere gezondheidswinst voor onze pa-


tiënten te halen. Deze jaarbrochure is een gezamenlijk initiatief van de medische diensten Cardiologie en Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde. Ook de ondersteunende diensten en de verpleegeenheden vervullen een belangrijke rol. Huisartsen en andere zorgverleners in de eerste lijn zijn onmisbaar om cardiale problemen bij hun patiënten tijdig te detecteren en om na een eventuele ingreep de verdere behandeling en opvolging mee op te nemen. Voor het OLV Ziekenhuis – en dus ook voor het OLV Hartcentrum – heeft samenwerking nog een extra dimensie: samen met andere ziekenhuizen uit de Denderregio willen wij ervoor zorgen dat de cardiale patiënten ook in de toekomst en ondanks verdere besparingen in de gezondheidszorg toch nog in eigen regio terecht kunnen voor een breed en kwalitatief cardiaal zorgprogramma. Ook de samenwerking met zorgverzekeraars, huisartsen en andere partners in de zorg is verder uitgebouwd en bestendigd.

Wij vermelden ook graag onze medewerkers. Zij vormen een gedreven en deskundig team en vervullen een centrale rol bij het realiseren van onze doelstellingen. Samen met hen willen wij in de toekomst inzetten op een verdere verbreding en verdieping van de zorg voor de cardiale patiënt, in al zijn facetten. Wij wensen u veel leesplezier.

Kristien Croeckaert Zorgzonemanager Cardiologie en Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Door samenwerking realiseren we een nog hogere gezondheidswinst voor onze cardiale patiënten.

Dokter Ivan Degrieck Programmadirecteur Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

Dokter Marc Vanderheyden Programmadirecteur Cardiologie

Dokter Jozef Bartunek Zorgzonecoördinator Cardiologie en Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde

9


Terugblik 2015

Op koers blijven in tijden van verandering 2015 was een jaar van verandering. 2015 was ook het jaar waarin de verandering voor de Belgische gezondheidszorg werd ingezet. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block zette een aantal pilootprojecten in de steigers en kondigde een grondige herstructurering van de sector – inclusief de ziekenhuisfinanciering – aan. Ook voor het OLV Hartcentrum was 2015 een jaar vol verandering. Hoewel de activiteitsgraad voldoende hoog is om onze expertise te behouden, te onderhouden èn uit te bouwen, zijn we overtuigd van de noodzaak om meer dan ooit in te zetten op samenwerking met de ziekenhuizen uit de brede regio. Wij willen daarbij vertrekken vanuit onze patiënten, die we samen een zo breed mogelijk en tegelijk kwalitatief cardiaal zorgaanbod in eigen streek willen bieden. In woelige tijden komt het erop aan om een goed kompas te hebben en koers te houden. Zoals in de vorige editie van deze jaarbrochure stond, vormen kwaliteit, innovatie en geïntegreerde zorg samen ons strategisch kompas.

Sturen naar kwaliteit In 2015 hebben we verder gestuurd naar kwaliteit en werden meerdere kwaliteits­ projecten opgezet. Binnen het project cardioQare (www.cardioQare.be) identificeerden we een aantal resultaatsindicatoren die we vanaf begin 2015 prospectief meten. De eerste set van prospectieve

10

meetresultaten zit in deze editie vervat. Samen met de andere deelnemende hartcentra zullen we deze gegevens in het voorjaar van 2016 analyseren en bespreken. De lessen die we daaruit trekken, zullen we in de eerste jaarhelft publiceren. Bovenop dit specifieke project bereidde het OLV Hartcentrum zich net als de andere diensten van het OLV Ziekenhuis actief voor op de ziekenhuisaccreditering. In de zomer van 2016 komen de auditors van de Joint Commission International (JCI) naar ons ziekenhuis voor de ultieme audit. De JCI-accreditering wordt beschouwd als de ISO-certificatie voor de zorgsector.

Innovatie: nieuwe horizonten verkennen Innoveren zit in het DNA van het OLV Hartcentrum. Het blijkt een menselijke reflex om in tijden van verandering vast te houden aan gekende en vertrouwde zaken. Maar het is geweten dat men nèt in dergelijke periodes nog sterker moet inzetten op vernieuwing. Dat heeft het OLV Hartcentrum dan ook gedaan. In het domein van het ‘klassieke’ medisch onderzoek leverde het OLV Hartcentrum een wezenlijke bijdrage tot de studie die aantoonde dat patiënten met vernauwde kransslagaders een grotere overlevingskans halen wanneer voorafgaand de Fractional Flow Reserve (FFR) wordt gemeten. Deze studie was in 2015 het onderwerp van zowel een artikel in The

New England Journal of Medicine als The Lancet. Het OLV Hartcentrum zette zich samen met 10 andere buitenlandse centra en met de firma Heartflow in om deze metingen ook zonder katheterisatie mogelijk te maken. Op basis van de resultaten van een CT-scan kan de gespecialiseerde software van Heartflow voortaan de FFR-meting aanleveren. Deze FFRCT is een belangrijke doorbraak die er hopelijk toe zal leiden dat er wereldwijd een groter aantal patiënten toegang krijgen tot FFR-metingen in hun behandeltraject voor coronair lijden. Met de FFRCT belanden we meteen op het domein van de informatietechnologie en andere nieuwe technologieën. Het OLV Hartcentrum pionierde in 2015 onder andere met 3D-prints van een hart om gecompliceerde ingrepen nog beter in detail voor te bereiden. De 3D-camera’s deden vorig jaar ook hun intrede in het operatiekwartier van het OLV Ziekenhuis zodat ook de eigenlijke uitvoering van minimaal invasieve ingrepen met een nog hogere graad van precisie kan gebeuren. De nieuwe communicatietechnologie is eveneens doorgedrongen in het voor- en natraject, met de komst van allerlei apps en de introductie van telemonitoring in de dagdagelijkse opvolging van patiënten met ritmestoornissen en hartfalen.


Het Hartcentrum vertegenwoordigt 11% van alle patiëntcontacten in het OLV Ziekenhuis

45.606

De 29 artsen-stafleden van beide diensten maken 8% uit van het totaal aantal artsen-­ stafleden in het OLV Ziekenhuis (347) 22

7

9.298 456.320

318

Cardiologie Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Andere medische diensten

Huisartsen en patiënten nog sterker integreren in het zorgtraject t

Hoewel digitale technologie ons leven steeds meer beheerst, blijft direct menselijk contact een onvervangbare factor in het zorgtraject. In 2015 mochten we rekenen op een talrijke opkomst van huisartsen op verschillende symposia, zoals op 4 mei 2015 rond het thema “Hartfalen: een nieuw parcours voor uw hart”. Omdat de nationale week van het hart in 2015 in het thema “Vrouw en hart” stond, organiseerden we op 22 september een druk bijgewoonde infoavond over cardiovasculaire risicofactoren bij vrouwen. Maar onze contacten met huisartsen en patiënten blijven niet beperkt tot ad hoc evenementen. Huisartsen kunnen ons altijd contacteren. Om de communicatie tussen onze cardiologen en huisartsen verder te faciliteren, voerden we in 2015 een speciale huisartsenlijn in. Harva, de Hartvereniging Aalst, is reeds meer dan 35 jaar een vaste waarde en vormt een belangrijke schakel tussen de hartpatiënten en de zorgverleners in het OLV Ziekenhuis.

Het therapeutisch belang van de FFR-meting, die door het OLV Hartcentrum mee werd ontwikkeld, werd in 2015 ook door The Lancet en The New England Journal of Medicine erkend.

q

Met het symposium 'Live chirurgie in 3D' van 13 juni 2015 toonde het OLV Hartcentrum aan hoe nieuwe technieken tot nog grotere precisie leiden.

11


Onze Expertise domeinen Raadplegingen Cardiale beeldvorming Coronair lijden Hartritmestoornissen Hartkleplijden en structurele hartafwijkingen Vaatziekten Hartfalen, steunhart en harttransplantatie Congenitale cardiologie Hospitalisatie en CORONARY Care Unit Cardiale revalidatie Thoraxchirurgie - Oncologische thoracale heelkunde

12


13


Raadplegingen

Snel een afspraak, onmiddellijk uitsluitsel

11% van alle consultaties in het OLV Ziekenhuis vinden plaats in het Hartcentrum 38.489 7.535

450.474

Cardiologie Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Andere medische diensten

Patiënten met klachten die mogelijk wijzen op hart- en vaatlijden, dienen binnen het kortst mogelijke tijdsbestek uitsluitsel te krijgen of hun klacht al dan niet een cardiale oorzaak heeft. Zo kan de aangewezen behandeling snel worden opgestart.

Snel een afspraak, bij de juiste arts Het OLV Hartcentrum telt momenteel 22 cardiologen en 7 hartchirurgen. Samen werd een consultatieschema uitgewerkt dat het onze patiënten mogelijk maakt om, op verwijzing van hun huisarts, elke dag van de week op raadpleging te komen in één van onze drie campussen, of op onze satellietconsultaties in Grimbergen en Antwerpen. Dankzij de ervaring van onze secretariaatsmedewerkers worden onze patiënten optimaal opgevangen. Op basis van het eerste gesprek aan de telefoon wordt meteen gezocht welke subdiscipline het beste overeenstemt met de noden van de patiënt die een raadpleging aanvraagt. Onze patiënten kunnen zowel telefonisch als via een webformulier – te vinden op www. hartcentrumaalst.be – een raad­

pleging aanvragen. Wanneer de verwijzende arts oordeelt dat zijn of haar patiënt met hoogdringendheid op consultatie dient te gaan, vormt onze Cardiofoon een snelle toegangsweg – ook buiten de werkuren, want dan worden de oproepen van verwijzende artsen automatisch doorgeschakeld naar het mobiele toestel van de cardioloog van wacht. Uiteraard staan we voor spoedgevallen 24/7 paraat in Aalst en Asse, waar het OLV Hartcentrum intens samenwerkt met de artsen van de dienst Urgentiegeneeskunde.

To the point Onze artsen worden bij de consultaties ondersteund door een uitgebouwde equipe van ervaren verpleegkundigen en technologen cardiale beeldvorming. Zo kunnen meerdere tests en onderzoeken efficiënt worden uitgevoerd tijdens een bepaalde raadpleging. Dat maakt onmiddellijk een hoogstaande en wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek mogelijk. Binnen een relatief kort tijdsbestek wordt de onderliggende pathologie ontdekt, waardoor ook de behandeling snel kan worden opgestart.

Onze patiënten kunnen voor raadplegingen terecht op onze drie campussen: Aalst, Asse en Ninove. 14


Van bij de eerste raadpleging kunnen patiënten met een specifieke pathologie bij een arts uit de meest aangewezen subdiscipline te rade.

Raadplegingen Hartcentrum Artsen Cardiologie Campus Aalst (053 72 44 33) • Dr. Emanuele Barbato • Dr. Jozef Bartunek

Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Campus Aalst (053 72 46 99) • Dr. Roel Beelen

• Dr. Sofie Cuypers

• Dr. Filip Casselman

• Dr. Bernard De Bruyne

• Dr. Francis Cooreman

• Dr. Tom De Potter

• Dr. Ivan Degrieck

• Dr. Herbert De Raedt

• Dr. Lieven Maene

• Dr. Riet Dierckx

• Dr. Bernard Stockman

• Dr. Peter Geelen

• Dr. Frank Van Praet

• Dr. Marc Goethals • Dr. Paul Nellens • Dr. Walter Paulus • Dr. Martin Penicka • Dr. Dan Schelfaut • Dr. Guy Van Camp

Campus Asse (02 300 63 37) • Dr. Roel Beelen • Dr. Francis Cooreman • Dr. Lieven Maene

• Dr. Marc Vanderheyden

Campus Ninove (054 31 20 61) • Dr. Francis Cooreman

• Dr. Carlos Van Mieghem

• Dr. Ivan Degrieck

• Dr. Sofie Verstreken • Dr. Stijn Wouters • Dr. William Wijns Campus Asse (02 300 63 37) • Dr. Jan Leeman • Dr. Dan Schelfaut • Dr. Peter Peytchev • Dr. Guy Van Camp • Dr. Eric Wyffels

Innovaties • Opstart raadpleging sport­ cardiologie • Opstart hartklepkliniek • Opstart raadpleging congenitale hartaandoeningen bij de volwassene • Website cardiologie (www.hartcentrumaalst.be)

Campus Ninove (054 31 20 63) • Dr. Sofie Cuypers • Dr. Herbert De Raedt • Dr. Riet Dierckx • Dr. Marc Goethals • Dr. Paul Nellens • Dr. Marc Vanderheyden • Dr. Carlos Van Mieghem

15


Cardiale beeldvorming

De ogen van de arts bij een katheterisatie en minimaal invasieve ingreep Essentiële rol bij de diagnose en het uitvoeren van inter­ ventionele procedures Hoogkwalitatieve beeldvorming is niet alleen vereist voor een accurate diagnosestelling, maar biedt ook de nodige garantie voor het veilig uitvoeren van interventionele technieken zoals atriale fibrillatie-ablatie, percutane aorta­ klepplaatsing of -vervanging (TAVI), het plaatsen van een MitraClip, enzovoort. Het OLV Hartcentrum heeft een uitgebreide klinische activiteit voor grote populaties patiënten met hartfalen, kleplijden en structureel hartfalen. Daarnaast voert het OLV Hartcentrum een transplantprogramma en is er een grote activiteitsgraad in de interventionele cardiologie. Bijgevolg vervult de cardiale beeldvorming een zeer belangrijke ondersteunende rol.

Gesofisticeerde apparatuur in bekwame handen

De FFRCT maakt een FFR-meting mogelijk op basis van een CT-beeld.

16

Om die rol optimaal te vervullen, beschikt het OLV Hartcentrum over een state-ofthe-art infrastructuur voor beeldvorming en over een team van erkende experten. Het OLV Hartcentrum beschikt over alle

mogelijkheden binnen de echocardiografie, waaronder driedimensionale, trans­ thoracale en transoesofageale echocardiografie en deformatiebeeldvorming (strain en strain rate). Het belangrijkste onderzoeksonderwerp in echocardiografie is kleplijden. Zowel het echocardiografielaboratorium als de verantwoordelijke artsen zijn geaccrediteerd door Europese expertorganisaties. Magnetische resonantie (MRI) is eveneens een cruciale techniek in de cardiale beeldvorming. MRI is bijvoorbeeld niet meer weg te denken voor het nazicht van structureel hartlijden. Het biedt hoogwaardige kwaliteitsbeeldvorming, ook bij die patiënten bij wie echocardiografie soms moeilijk is. De dienst Cardiologie van het OLV Ziekenhuis heeft ook voor deze techniek een cardioloog met Europese accreditering in de rangen. Uiteraard zijn ook cardiale CT en coronaire CT belangrijke technieken. Samen met de dienst Medische beeldvorming verzekeren onze experten ter zake op dit domein hoogkwalitatieve beeldvorming, zowel van de cardiale structuren als van de coronaire anatomie.


Naast echocardiografie zijn ook MRI, cardiale en coronaire CT als cardiale beeldvormingstechnieken volledig ingeburgerd in het OLV Hartcentrum.

17


Viewpoint in het vooruitzicht In het OLV Hartcentrum streven we voortdurend naar verdere verbetering, zodat we onze patiĂŤnten steeds beter kunnen helpen. Vanuit dat perspectief werd beslist om in 2016 het ViewPoint-systeem van General Electric in gebruik te nemen. Dit IT-systeem maakt het mogelijk dat elke dienst op elke campus van het OLV Ziekenhuis te allen tijde kan beschikken over alle echocardiografiebeelden van onze patiĂŤnten. Daardoor kunnen we de behandeling en begeleiding van onze patiĂŤnten verder optimaliseren.

Medische beeldvorming is essentieel voor een accurate diagnosestelling maar ook voor het veilig uitvoeren van interventionele technieken. Enkele voorbeelden: reeks MR-beelden (fotoserie boven), transoesofageale echocardiogram of TEE (foto linksonder) en MRI thrombus (foto rechtsonder).

18


Cardiale Beeldvorming Campus Aalst (tel: 053 72 44 33) • Dr. Martin Penicka • Dr. Guy Van Camp • Dr. Carlos Van Mieghem

Fellowships • Dr. Tomas Ondrus, Tsjechië • Dr. Yujing Mo, China

Klinische studies • Hedendaags klinisch profiel en outcome van de patiënten opgenomen met endocarditis: een multicentrisch onderzoek • Lange termijn outcome van hoog versus laag gradiënt aortaklepstenose: een comeback van hartkatheterisatie • Vergelijking van lange termijn outcome van minimaal invasieve mitralisklepplastie versus percutane MitraClip versus optimale medicamenteuze behandeling • FFRCT versus adenosine stress myocard­ scintigrafie in diagnose van myocardiale ischemie: een vergelijking met invasieve FFR • Diffuse hartfibrose en strain imaging bij patiënten met aortaklepstenose en aortaklep-­ insufficiëntie • Nieuwe driedimensionele echocardiografische en MRI-methoden ter evaluatie van de ernst van het mitraliskleplijden • SUCCOUR-studie: de rol van strain imaging in de vroegtijdige detectie van door chemotherapie geïnduceerde cardiotoxiciteit bij vrouwen met borstkanker • Plaque-analyse met behulp van MSCT bij patiënten met ACS: vergelijking met OCT

Stephanie Dedeurwaerder, Financieel Manager Cardiologie en Maggy Kuppens, Administratief Coördinator Cardiologie.

19


Coronair lijden

Onnodige ingrepen vermijden, méér interventies van levens­ belang mogelijk maken Vernauwingen van kransslagaders en de daaruit voortkomende aandoeningen myocardinfarct en angina pectoris vormen een belangrijke pathologie binnen het OLV Hartcentrum.

FFR-metingen vermijden onnodige ingrepen en leiden tot een betere overlevingsgraad 400 ad hoc

944 PCI’s 544 niet ad hoc

Wanneer dichtgeslibde kransslagaders worden vastgesteld, is een aanpassing van de levensstijl de eerste opdracht voor de patiënt. In bepaalde gevallen wordt dit gecombineerd met een geneesmiddelentherapie. De beslissing om de dichtgeslibde kransslagader via een ingreep te openen, wordt niet lichtzinnig genomen binnen het OLV Hartcentrum en wordt gebaseerd op de meting van de Fractional Flow Reserve (FFR). De FAME-studie, die liep over 5 jaar, toonde immers

aan dat de mortaliteit met 30% daalde wanneer de cardioloog op basis van een FFR-meting besliste om al dan niet in te grijpen. Zelfs wanneer een CT-beeld van de kransslagader een duidelijke stenose toont, kan het drukverschil vóór en na de vernauwing in het bloedvat nog van die aard zijn dat de patiënt beter gebaat is met een afwachtende opvolging. Dankzij FFR-metingen kunnen dus veel onnodige ingrepen worden vermeden. Sinds kort kan de FFR ook op basis van een CT-scan worden berekend.

PCI: sterke bedrevenheid Wanneer uit de FFR-meting blijkt dat het is aangewezen om de dichtgeslibde kransslagader te openen, wordt bij pa­tiënten met één of een klein aantal goed bereikbare stenoses doorgaans geopteerd voor een percutane coronaire interventie (PCI).

De mortaliteit daalt met 30% wanneer op basis van een FFR-meting wordt beslist om de stenose al dan niet via een ingreep te openen (*) (*) Fractional Flow Reserve versus angiography for guidance of PCI in patients with multivessel coro­ nary artery disease (FAME): 5-year follow-up of a randomised controlled trial. van Nunen LX, Zimmermann FM, Tonino PA, Barbato E, Baumbach A, Engstrøm

20

T, Klauss V, MacCarthy PA, Manoharan G, Oldroyd KG, Ver Lee PN, Van’t Veer M, Fearon WF, De Bruyne B, Pijls NH; FAME Study Investigators. Lancet. 2015 Aug 28. pii: S01406736(15)00057-4. doi: 10.1016/S0140-6736(15)00057-4.


In het OLV Hartcentrum worden geen onnodige PCI’s uitgevoerd 218

642

Zonder PCI nadien Aansluitend PCI

26% 74%

van PCI’s bij mannen

van PCI’s bij vrouwen

gemiddeld 67 jaar oud

gemiddeld 73 jaar oud

58%

PCI via radialis

42%

PCI via femoralis

21


Dankzij innovatieve chirurgische technieken kunnen we ook oudere en zieke patiënten op een veilige manier behandelen.

Materiaalgebruik bij PCI’s 16%

10%

66% DES

Drug Eluting Stents (DES) Multi Vessel Stent (MV)

8% 66%

22

Plain Old Balloon Angioplasty (POBA) Overige

In die gevallen maakt de FFR-meting het mogelijk om de plaats van de ingreep met uiterste precisie te bepalen. Het voorbije jaar werden in het OLV Hartcentrum een duizendtal PCI’s uitgevoerd, waarbij in drie kwart van de gevallen ook een stent werd geplaatst. Het betreft in hoofdzaak (66%) stents die over een lange periode op een gecontroleerde manier een geneesmiddel afleveren in het lichaam (drug eluting stents).


6% 34%

PCI ernst graad

31%

In-stent restenose Bij patiënten met diabetes Bij patiënten met nierinsufficiëntie Andere

29%

Mortaliteit PCI

Totaal

Na 30 dagen (2015)

13

1,4%

22 procedures in reanimatie­­setting

Urgente PCI

Electieve PCI

9

4

6 dringende doorverwijzingen naar chirurgie

179

508 329

myocard­ infarct STEMI myocardinfarct Non-STEMI myocardinfarct

23


24


Totaal

10,8%

37

1,1%

hybride indicatie

1,9%

467

mortaliteit

mortaliteit

(2,2% zijn redo)

(1,5% zijn redo)

446

53

1,3%

mortaliteit (1,3% zijn redo)

168

2,4%

mortaliteit (2,6% zijn redo)

1.519

‘On pump’ sternotomie ‘Off pump’ - OPCAB MIDCAB met robotondersteuning

Steeds minder invasief, steeds meer therapeutische opties Als er meerdere stenoses zijn vastgesteld, die sterk verspreid en/of moeilijk bereikbaar zijn, dan zal een CABG-ingreep (Coronary Artery Bypass Graft) worden overwogen. Ons multidisciplinair team van cardiologen en cardiochirurgen zal dan voor elke individuele patiënt nauwgezet oordelen of de voordelen van een chirurgische overbruggingsingreep doorwegen op de impact van de operatie. Dankzij de ontwikkeling van minder invasieve technieken om een CABG (Coronary Artery Bypass Graft) uit te voeren, komt een grotere groep patiënten hiervoor in aanmerking. Zo hebben de OPCAB- en MIDCAB-technieken (Off-Pump Coronary Artery Bypass, Minimally Invasive Direct Coronary Artery Bypass), waarbij het hart

niet meer hoeft stilgelegd te worden, al langer een vaste plaats in ons therapeutisch arsenaal verworven. Via een minimale opening tussen de ribben wordt bij MIDCAB de borstslagader gebruikt als bypass op de LAD-kroonslagader: een techniek die een optimaal langetermijnresultaat bevordert. Bij hybride therapie worden de technieken van de minimaal invasieve chirurgie en percutane interventies gecombineerd. Dit innovatieve concept kan een oplossing bieden voor een brede groep – vaak oudere en zieke – patiënten voor wie tot voor kort weinig of geen therapeutische opties beschikbaar waren. Ondanks deze evoluties behoudt ook de klassieke coronaire chirurgie haar plaats in het therapeutisch arsenaal, zeker in combinatie met klepchirurgie.

CABG sternotomie 2015 Bij 49% van de patiënten werd LIMA + RIMA gebruikt 25


26


22% 78% van CABG’s bij mannen

van CABG’s bij vrouwen

Mediane leeftijd 67 jaar oud Jongste patiënt: 36 jaar Oudste patiënt: 91 jaar

Meest voorkomende risicofactoren bij CABG-patiënten

% CABGpatiënten met dat risico

Roken (verleden en op moment van CABG)

48,2

Diabetes

30,2

CVA/TIA

8,6

COPD

7,8

Urgentie-ingreep

6,1

Extra-arteriopathie

15,7

LV EF Moderate (30-50%)

12,2

Recent myocardinfarct (<90d)

14,5

Onstabiele angina

9,3

27


Coronair lijden Artsen Cardiologie • Dr. Jozef Bartunek • Dr. Emanuele Barbato • Dr. Bernard De Bruyne • Dr. Alex Heyse • Dr. Carlos Van Mieghem • Dr. Marc Vanderheyden • Dr. Frederik Van Durme • Dr. William Wijns • Dr. Eric Wyffels

Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Filip Casselman • Dr. Ivan Degrieck • Dr. Bernard Stockman • Dr. Frank Van Praet

Innovatie Het OLV Hartcentrum ontwikkelde samen met negen andere internationale hartcentra en de firma Heartflow uit de Verenigde Staten een niet-invasieve diagnostische test om de FFR te meten aan de hand van een CT-scan. Op basis van de data van een standaard CTbeeld, creëert de Heartflow FFRCT Analysis een gepersonaliseerd driedimensionaal beeld van de kransslagaders van de patiënt. Dat beeld maakt het mogelijk om de impact van de vernauwingen op de bloeddoorstroming nauwkeurig te analyseren. De behandelende cardioloog beschikt op die manier over dezelfde informatie als bij een FFR-meting via katheterisatie, maar de patiënt kan na het nemen van de CT-scan op de dienst Medische Beeldvorming meteen naar huis zonder ook maar één dag hospitalisatie en zonder katheterisatie. Door deze nieuwe technologie kun-

28

nen nutteloze hartkatheterisaties vermeden worden bij patiënten bij wie de CT-analyses aantonen dat de FFR normaal is. Een FFR-meting op basis van een CT-scan is ook minder belastend voor de patiënt dan een FFR-meting via katheterisatie. Dankzij de FFRCT kunnen de ingrepen op voorhand beter voorbereid worden zonder de metingen te moeten herhalen. Op basis van de bevindingen van de FAME-studie kunnen we daarenboven stellen dat er meer levens gered zullen worden door de introductie van de FFR-meting in de dagelijkse praktijk. Therapeutisch arsenaal Het therapeutisch arsenaal van het OLV Hartcentrum is up-to-date en omvat o.a. de volgende gesofisticeerde technieken: • Bio-absorbeerbare stents/scaffolds • Optical Coherence Tomography (OCT): een in de katheter geïntegreerd intracardiaal beeldvormingssysteem waarbij gebruik wordt gemaakt van licht in plaats van ultrasound • Chronical Total Occlusion (CTO): het openmaken van dichtgeslibde kransslagaders • Intracoronair thermodilutieprogramma • Rotablatie: rotatie-atherectomie, gebruikt wanneer de plaque te hard is voor angioplastie

Klinische studies ADVanCe registry - The HeartFlow ADVanCe Registry: Assessing Diagnostic Value of Non-invasive FFRCT in Coronary Care Cantos - A randomized, double-blind, placebo-controlled, event- driven trial of quarterly subcutaneous canakinumab in the prevention of recurrent cardiovascular events among stable post-myocardial infarction patients with elevated hsCRP


Odyssey - Evaluation of Cardiovascular Outcomes after an Acute Coronary Syndrome during Treatment with Alirocumab ABSORB Registry - Multislice Computed Tomography Angiographic follow-up after Implantation of the ABSORB scaffold in patients with Coronary Chronic Total Occlusions GrAFFiTi - Graft Patency After FFR-guided versus Angio-guided CABG: a randomized clinical Trial FFR QCA - Computation of Fractional Flow Reserve by Quantitative Coronary Angiography FFR Angio -Assessment of Image-based Fractional Flow Reserve Angiography, a Validation Study STRING - Evaluation of a Modified Bifurcation Stenting Procedure Technique FAME 3 - Fractional Flow Reserve versus Angiography for Multivessel Evaluation Fantom - Safety & Performance Study of the Fantom Sirolimus-Eluting Bioresorbable Coronary Scaffold Optimax-OCT- A randomized prospective multicenter trial to examine vascular healing at 1 and 6 month(s) after deployment of Titanium-nitride-oxide-coated Optimax™ bio-active-stent (BAS) stent and Synergy™ Everolimus-Eluting Stent (EES) in patients with acute coronary syndromes by means of Optical Coherence Tomography Compare Absorb - Absorb™ bioresorbable scaffold vs. Xience™ metallic stent for prevention of restenosis following percutaneous coronary intervention in patients at high risk of restenosis ILUMIEN III OpTIMize PCI - Optical Coherence Tomography (OCT) Compared to Intravascular Ultrasound (IVUS) and Angiography to Guide Coronary Stent Implantation: a Multicenter

Randomized Trial in Percutaneous Coronary Intervention (PCI)

Patients with De Novo Lesions in the Native Coronary Arteries

Popular Genetics - Cost-effectiveness of CYP2C19 genotype guided treatment with antiplatelet drugs in patients with ST-segment-elevation myocardial infarction undergoing immediate percutaneous coronary intervention with stent implantation: optimization of treatment.

DIRECT II - Direct Implantation of Rapamycin-Eluting Stents with Bio-Erodible Drug Carrier Technology Utilizing the Second Generation Svelte Drug-Eluting Coronary Stent Integrated Delivery System (IDS)

ProActive - Procedure Related Platelet Activation in Long Lesions Treated With Bioresorbable Vascular Scaffold Versus Xience Xpedition Implantation. Apposition - Randomised comparison between the Stentys™ self-apposing sirolimus-eluting coronary stent and a balloon-expandable stent in acute myocardial infarction. BioSoLve- II - Clinical Investigation: Biotronik – Safety and Clinical Performance of the Drug Eluting Absorbable Metal Scaffold (DREAMS 2nd Generation) in the Treatment of Subjects with de Novo Lesions in Native Coronary Arteries: CENTury I - Clinical Evaluation of New Terumo™ drug eluting coronary stent system in the treatment of patients with coronary artery disease

EXCEL - Evaluation of XIENCE PRIME / XIENCE V Stent versus Coronary Artery Bypass surgery for Effectiveness of Left Main (LM) Global LEADERS - Comparative effectiveness of 1 month of ticagrelor plus aspirin followed by ticagrelor monotherapy versus a current-day intensive dual antiplatelet therapy in all-comers patients undergoing percutaneous coronary intervention with bivalirudin and BioMatrix family drug-eluting stent use.

Fellowships • Dr. Mariano Pellicano, Italië • Dr. Julien Adjedj, Frankrijk • Dr. Angela Ferrara, Italië • Dr. Giovanni Ciccarelli, Italië • Dr. Panos Xaplanteris, Griekenland • Dr. Anastasios Milkas, Griekenland

CEnTury II - Clinical Evaluation of New Terumo™ drug eluting coronary stent system in the treatment of patients with coronary artery disease DESsolve I - A First In-Human Trials of New Novel DES (Mistent System) with Sirolimus and Bioabsorbable Polymer for the Treatment of Patients with De Novo Lesions in the Native Coronary Arteries DESsolve II - A First In-Human Trials of New Novel DES (Mistent System) with Sirolimus and Bioabsorbable Polymer for the Treatment of

29


Hartritmestoornissen

Complexe stoornissen steeds meer te behandelen met hoge precisie Het OLV Hartcentrum was in 1990 één van de allereerste diensten in België met een geïntegreerde eenheid voor de behandeling van hartritmestoornissen. Sedertdien vervult deze dienst voor cardiale elektrofysiologie een pioniersrol bij de introductie van nieuwe behandelingsmethoden zoals ablatie met radiofrequentie van tachycardieën, defibrillatortherapie voor levensbedreigende hartritmestoornissen en cardiale resynchronisatietherapie. Onze elektrofysiologen en cardiochirurgen beheersen met hun expertise het hele therapeutische arsenaal op dit domein.

Steeds meer complexe stoornis­ sen te behandelen met ablatie via prik in de lies Ook complexe hartritmestoornissen zoals atriale tachycardieën, atriale fibrillatie en kamertachycardieën kunnen steeds vaker zonder chirurgische ingreep worden behandeld. Dit wordt mogelijk gemaakt door innovatieve beeldvormingstechnieken te gebruiken tijdens de ablatieprocedure. Zo is het nu mogelijk om het hart in drie dimensies in kaart te brengen (3D mapping) zonder gebruik te maken van fluoroscopie, waardoor er minder blootstelling aan röntgenstralen is. Dankzij intracardiale echocardiografie kan de elektrofysioloog

30

de ablatie nog nauwkeuriger uitvoeren. Onze artsen ontwikkelden een werkprocedure waardoor 3D-rotatieangiografie quasi gestandaardiseerd kan worden ingezet voor de beeldvorming. Daardoor kunnen complexe hartritmestoornissen nu ook veel vaker minimaal invasief worden behandeld, via een prik in de lies. Al deze innovatieve technieken leiden tot betere resultaten van de uitgevoerde ablaties. Bovendien kan de röntgenstraling in het elektrofysiologisch laboratorium met 80% worden beperkt. De behandeling is daardoor nog veiliger geworden voor onze patiënten en onze medewerkers.

De derde weg: ablatie met laserstralen Tot voor kort kon ablatie enkel op twee manieren gebeuren. De littekens worden ofwel aangebracht via verhitting met radiofrequente energie (RF-ablatie), ofwel door bevriezing (cryoablatie). In 2015 introduceerden we in het OLV Hartcentrum ook het gebruik van laserstralen, voor ablatie van atriale fibrillatie. De mogelijkheden van deze nieuwe behandelingsmethode worden actief verder onderzocht.


13

12

388

Ablaties

99

PVI Jaarlijkse meer dan 1000 elektrofysiologische procedures

184

65

724

ICD nieuwe implantaties ICD vervangingen PM nieuwe implantaties PM vervangingen CRT-P nieuwe implantaties

94

CRT-P vervangingen 436

Overige

31


Met de nieuwste beeldvormingstechnieken kunnen we nog preciezer ablaties uitvoeren en wordt de straling tot een minimum beperkt.

Chirurgische ablaties bij meer­ voudige cardiale pathologie Wanneer patiënten omwille van een niet-elektrofysiologisch cardiaal probleem een hartoperatie moeten ondergaan en tegelijk ook een voorgeschiedenis van voorkamerfibrillatie hebben, voeren de cardiochirurgen van het OLV Hartcentrum in principe tegelijk een chirurgische ablatie uit. De ervaring wijst immers uit dat patiënten vlotter herstellen en revalideren met een regelmatig hartritme. Zelfs bij gecompliceerde chronische voorkamerfibrillatie heeft 85 % van de patiënten vijf jaar na de chirurgische cryoablatie nog steeds een stabiel sinusritme! Chirurgische ablatie via een kijkoperatie is ook een optie bij hartritmestoornissen die zich omwille van een extreem hoge complexiteit niet lenen tot katheterablatie. Verder kan chirurgie ook soelaas bieden bij complexere vormen van ventrikeltachycardie.

32

Nog accuratere ‘on-the-spot’-resynchronisatie dankzij 3D-echografie De cardiochirugen vervullen uiteraard ook een belangrijke rol bij de implantatie van pacemakers, ICD’s en andere medische apparaten. Op dit terrein is ‘on-the-spot’-resynchronisatie op korte tijd volledig ingeburgerd in het OLV Hartcentrum. Tijdens het plaatsen van de elektrode op de buitenkant van de hartspier onderzoekt de chirurg in welke positie de elektrische stimulatie de beste resynchronisatie van het hart oplevert. Dat leidt tot een groter aantal ‘responders’. De responsgraad neemt nog verder toe dankzij het peroperatief gebruik van driedimensionale echografie in combinatie met elektrofysiologische ‘mapping’. Daardoor kan de positie van de geleider (‘lead’) in de linkerhartkamer nog accurater worden bepaald.


87

32 84

AT/WPW

91

73%

met 3Dmapping (Carto)

AVN Flutter VKF VT

436

33


23

1 Complicaties Tamponade: 5 Dringede chirurgie: 0

Stralingsdosis 1,14 ± 0,64 mSv

Mortaliteit

Na 30 dagen: 1

412

PVI (1”) ingrepen Re-do procedures Re-re-do procedures

Ventrikel­tachycardie: speciale aanpak in de ‘VT-eenheid’ In 2016 start het OLV Hartcentrum met een multidisciplinaire eenheid die speciaal is toegespitst op de behandeling van patiënten met ventrikel- of kamertachycardie (VT). Kamertachycardie is een moeilijk te behandelen hartritmestoornis bij patiënten met hartfalen. Het team elektrofysiologen vormt samen met de cardiologen-intensivisten de centrale as van de nieuwe VT-eenheid. Zij staan in nauw contact met de collega’s-artsen van het hartfalenteam en de diensten Anesthesie en Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde. De VT-eenheid hanteert een

34

zorgprotocol: een belangrijk instrument om de hoogste kwaliteitszorg voor deze patiënten aan te bieden. Voor hun behandeling kunnen we ook gebruik maken van de meest moderne technieken, bijvoorbeeld voor mechanische ondersteuning. Dit is een kunstpomp om de bloedcirculatie te ondersteunen bij patiënten met lage bloeddruk tijdens de aritmiebehandeling. Met deze aanpak kan de VT-eenheid de aritmie onder controle houden, wat ook leidt tot een verbeterde levenskwaliteit en een grotere overlevingskans.


Hartritmestoornissen Artsen Cardiologie • Dr. Tom De Potter • Dr. Peter Geelen • Dr. Peter Peytchev

Artsen Cardiovasculare & Thoracale heelkunde • Dr. Roel Beelen • Dr. Filip Casselman • Dr. Ivan Degrieck • Dr. Bernard Stockman • Dr. Frank Van Praet

Fellowships • Etel Silva-Garcia, Spanje • Dr. Keith Morrice, Ierland • Dr. Gazmend Bardhaj, Albanië

Bijzondere technieken/procedures • Ablaties van de rechter voorkamer met behulp van 3D-prints (‘first in man’) • VKF-ablatie op basis van 3D-rotatieangio­ grafie, ‘custom made workflow’, in huis ontwikkeld, zeer sterke reductie van radiatie • Ablaties gebaseerd op intracardiale echocardiografie • Epicardiale ablatie van ventrikeltachycardie • Percutane sluiting van het linker hartoor ter preventie van thrombo-embolische complicaties bij voorkamerfibrillatie • Implantatie van subcutane ICD zonder endovasculaire geleiders (‘leadless ICD”) • Cryoablatie waarbij het gewenste litteken om een hartritmestoornis te corrigeren na bevriezing wordt aangebracht. Deze techniek impliceert niet alleen minder, maar ook minder ernstige bijwerkingen. • ‘On the spot’-resynchronisatie bij ICD-­ implantatie • Gebruik van lastertechnologie bij het verwijderen van geïnfecteerde of niet-functio­ nerende geleiders van ICD’s

Klinische studies 3D-LAA - Prospective non-randomized single center study on 3D RA assisted LAA closure Attest - Atrial Fibrillation Progression Trial AxAFA - Apixaban During Atrial Fibrillation Catheter Ablation: Comparison to Vitamin K Antogonist Therapy Biocontinue - Assessment of Ventricular Arrhythmias after CRT-D Replacement for Patients with Primary Prevention Indication CartoFinder™ - Indication for the Treatment of Complex Arrhythmias Cryocure - Prospective Multicenter Investigation of the Adagio PolarStar System in Subjects with Atrial Flutter EAST - Early Treatment of Atrial Fibrillation for Stroke Prevention Trial Ewolution - Registry on Watchman Outcomes in Real-Life Utilization Powder-AF - Pulmonary Vein Isolation With versus Without Continued Antiarrhytmic Drug Treatment in Subjects with Recurrent Atrial Fibrillation

Opleidingen • Naast klinische zorgverlening staat het centrum voor de behandeling van hartritmestoornissen ook in voor onderzoek en onderwijs. Het centrum is een erkend trainingsinstituut van de European Heart Rhythm Association en leidt, via een twee jaar durend fellowship, cardiologen op tot cardioloog-elektrofysioloog. Tevens fungeert het centrum als één van de twee Europese referentiecentra voor VT-ablatie. • Binnen de dienst Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde werden er in 2015 drie workshops Lead Extraction gegeven

35


36


37


Hartkleplijden en structurele hartafwijkingen

Mee ontwikkelen van innovatieve technieken èn de patiënt van dichtbij begeleiden Afwijkingen aan aorta-, mitralis- of tricuspidaliskleppen komen in toenemende mate voor naarmate de leeftijd vordert. Met de vergrijzing van de bevolking is er bijgevolg een gestage stijging van het aantal patiënten met kleplijden en structurele hartafwijkingen.

Klepkliniek: multidisciplinair maatwerk Om hartkleplijders nog beter te helpen, beschikt het OLV Hartcentrum over een Klepkliniek, naar analogie met de Hartfalenkliniek. Binnen het multidisciplinaire zorgpad van de hartklepkliniek wordt alle informatie van elke patiënt samengebracht: klinische gegevens, resultaten van medische beeldvorming (RX en eventueel CT en MR) en zo nodig ook invasieve hemodynamische informatie. Zo stippelen de cardiologen en cardiochirurgen van de klepkliniek, samen met de huisarts en de patiënt zelf, een beleid op maat uit. Mits een vroegtijdige opsporing kunnen

onze specialisten zorgvuldig bepalen tot wanneer ‘watchful waiting’ is aangewezen en wanneer een interventionele of chirurgische ingreep zich opdringt.

Endoscopische klepchirurgie: goed in de vingers De voorbije twee decennia heeft het OLV Hartcentrum een sterke expertise opgebouwd op het vlak van hartklepoperaties. Als internationaal pionier heeft het OLV Hartcentrum Aalst de eerste klepherstel via een kijkoperatie uitgevoerd en daarmee de endoscopische chirurgie voor vervanging en herstelling van mitralis- en tricuspidaliskleppen internationaal op de kaart heeft gezet. De thorax moet bij deze ingrepen slechts een vijftal centimeters geopend worden, in tegenstelling tot bij een sternotomie waarbij het borstbeen over de volledige lengte wordt doorgezaagd. De endoscopische klepchirurgie biedt een optimaal cosmetisch resultaat, maar leidt vooral tot minder pijn, een be-

ter postoperatief comfort en een sneller functioneel herstel. Door de betere visualisatie van de kleppen kan de ingreep precieser en veiliger worden uitgevoerd. De endoscopische klepchirurgie is sedert vele jaren een standaardprocedure binnen het OLV Hartcentrum.

Percutane technieken: ingrijpen via een katheter Meer recent werd de percutane techniek voor het inbrengen, positioneren en plaatsen van een nieuwe aortaklep via een katheter geïntroduceerd: de Trans­ catheter Aortic Valve Implantation (TAVI). De katheter kan transfemoraal worden aangebracht. Hiervoor wordt de nieuwe aortaklep opgevouwen tot ze nog slechts een diameter van ongeveer 6 mm heeft. Zo kan ze doorheen de katheter in de slagader naar de juiste positie worden gebracht, waar ze wordt open geplooid.

Naar analogie met de Hartfalenkliniek is er ook een Hartklep­kliniek die de betrokken patiënten individueel opvolgt en begeleidt.

38


endoscopische mitralisklepchirurgie voor degeneratief kleplijden 2015 98% herstel van de klep

Aortaklep (ge誰soleerd) Mitralisklep (ge誰soleerd, via port-access) Tricuspidalisklep (ge誰soleerd, via port-access) Mitralis- en tricuspidalisklep (via port-access) Overige klepingrepen

Het OLV Hartcentrum is een erkend TAVI-centrum.

39


Een iets grotere diameter is mogelijk als de plaatsing transapicaal plaatsvindt. Dan wordt een kleine snede in de borstkas gemaakt waardoor een iets grotere katheter rechtstreeks doorheen het hartpunt kan worden opgeschoven. De transfemorale techniek wordt ook gebruikt voor het herstellen van een lekkende mitralisklep met een clip. Zowel de transapicale als transfemorale percutane technieken vormen een geschikt alternatief voor een geselecteerde groep van patiĂŤnten voor wie een open hartoperatie een te groot

40

risico inhoudt. Deze innovatieve ingrepen kunnen enkel onder begeleiding van multimodale beeldvorming verlopen. Ook de cardioanesthesisten hebben een cruciale inbreng tijdens deze percutane ingrepen. Het OLV Hartcentrum beheerst ook andere complexe chirurgische ingrepen, zoals bij een aneurysma van de aortawortel.

Structurele hartafwijkingen Daarnaast staat het OLV Hartcentrum ook in voor de behandeling van structurele hartafwijkingen: het sluiten van

een aangeboren opening tussen beide voorkamers, het sluiten van het hartoortje bij VKF-patiĂŤnten met hoog thrombo-embolisch en bloedingsrisico, enzovoort. Binnen dit domein is het OLV Hartcentrum ook actief met het implanteren van nieuwe medical devices die een rol zouden kunnen spelen bij het remodelleerproces van het hart.


Transapicaal 19% Transfemoraal 81%

TAVI

1,1%

mortaliteit 2008 - 2015

Hemi- of J-sternotomie Sternotomie Transkatheter (TAVI)

64

Mitraclip

LAA-sluiting

Transkatheter (TAVI)

PFO-ingreep

ASD-ingreep

41


Erkenning voor MitraClip Het netwerk rond het OLV Hartcentrum is een erkend centrum voor de “percutane herstelling van de coaptatie van de mitralisklepbladen in het kader van een beperkte klinische toepassing”. De huidige erkenning loopt van 1 maart 2016 tot 31 december 2020. Concreet heeft het erkende netwerk hiermee de goedkeuring om, ter behandeling van mitralisklepregurgitatie, percutane herstellingen van de mitralisklepbladen uit te voeren, de zogenaamde MitraClip-­ ingrepen. Voor een vooraf vastgesteld aantal ingrepen per jaar voorziet de ziekteverzekering in een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten van deze innovatieve therapie. Voorheen bestond hiervoor geen terugbetaling van overheidswege waardoor de patiënt dit zelf diende te betalen. Vanaf nu komen patiënten met een symptomatische ernstige mitraliskleplek met een te hoog risico of een contra-indicatie voor chirurgie hiervoor in aanmerking. Voor 2016 voorziet de overheid in 92 MitraClip-ingrepen voor het gehele land. De MitraClip-erkenning is onderworpen aan meerdere, strikte criteria zowel van kwalitatieve, kwantitatieve als infrastructurele aard en kan enkel worden toegekend aan een netwerk waarin minimum drie ziekenhuizen deelnemen die over een B3-erkenning beschikken en samen minimaal 600 klepoperaties per jaar uitvoeren. Door samen te werken kon aan al deze voorwaarden worden voldaan, zodat wij onze patiënten optimaal kunnen helpen.

Deelnemende ziekenhuizen: • OLV Ziekenhuis Aalst-Asse-Ninove • ASZ Aalst-Wetteren-Geraardsbergen • AZ Maria-Middelares Gent • AZ Sint-Jan Brussel

42

Sedert 19 jaar zijn we pionier in endoscopische mitralisklepchirurgie.


Hartkleplijden en structurele hartafwijkingen Artsen Cardiologie • Dr. Emanuele Barbato • Dr. Jozef Bartunek • Dr. Bernard De Bruyne • Dr. Tom De Potter • Dr. Martin Penicka • Dr. Guy Van Camp • Dr. Marc Vanderheyden • Dr. William Wijns Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Filip Casselman • Dr. Ivan Degrieck • Dr. Bernard Stockman • Dr. Frank Van Praet

Innovatie Ter ondersteuning van het onderzoeks- en ontwikkelingswerk werkt het OLV Hartcentrum mee aan een database waarin alle patiënten met matig en ernstig kleplijden worden opgenomen. Deze databank is ook bijzonder waardevol voor de klinische zorg en follow-up registratie.

Therapeutisch arsenaal Het therapeutisch arsenaal van het OLV Hartcentrum is up-to-date en omvat voor dit expertisedomein o.a. de volgende technieken en concepten: • Geïndividualiseerde aanpak van de patiënt met complex hartkleplijden in de Klepkliniek (raadplegingen op maandagnamiddag) • Klassieke openhartchirurgie voor vervanging/plastie van aorta- en mitralisklep • Mini-sternotomie voor aortaklepvervanging • Endoscopische mitralisklep- en tricuspidalusklepchirurgie (herstelling en vervanging) • Transapicale en transfemorale aortaklepvervanging (TAVI); erkenning als TAVI-centrum • Transfemoraal percutaan mitralisklepherstel met MitraClip • Transapicale “klep-in-klep” (Valve In Valve, VIV) mitralisklepvervanging • Ingrepen bij structurele hartafwijkingen: ASD, PFO, LAA-sluiting • Gebruik van geïntegreerde multimodale beeldvorming

Klinische studies Merit studie - De Belgische MitraClipregistratie SuCCOur - Strain Surveillance during Chemotherapy for improving Cardiovascular Outcomes AVATAR - Aortic Valve Replacement Versus Conservative Treatment in Asymptomatic Severe Aortic Stenosis (fase 4)

43


Vaatziekten

Meervoudige, complexe pathologie vraagt maatwerk Vasculaire heelkunde is net zoals cardiale heelkunde & Thoracale heelkunde één van de drie pijlers van de dienst Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde. Voor de behandeling van een occlusie, aneurysma of dissectie van een slagader worden gelijkaardige technieken ingezet als bij coronair lijden. Het therapeutische spectrum spreidt zich van medicatie-met-opvolging, over endoscopische ingrepen met het plaatsen van stents, stentgrafts of een andere prothese, tot de klassieke open chirurgie. De dienst Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde is uitgegroeid tot een zeer compleet vasculair centrum waar quasi elke veneuze of arteriële pathologie volgens de hoogst geldende standaard behandeld kan worden.

Endoprotheses op maat Bij de behandeling van aneurysmata deden, na de stentgraft voor de inperking

van de verbrede slagader, ook de stentgraft met vertakkingen en de versie met uitsparingen (fenestrated stentgraft) hun intrede. Deze endoprotheses worden op maat van elke individuele patiënt gemaakt aan de hand van CT- of MR-beelden. De overheid laat het plaatsen van dergelijke stentgrafts enkel toe in erkende centra, die een voldoende ruime ervaring hebben met klassieke aorta-ingrepen en waar de betrokken chirurgen een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd. Het OLV Hartcentrum is één van de weinige centra in België dat officieel erkend is om zowel klassieke aorta-ingrepen uit te voeren als om endoprotheses te plaatsen. Bij de endoscopische plaatsing van dergelijke stentgrafts kan de patiënt al na enkele dagen het ziekenhuis verlaten, terwijl de hospitalisatieduur bij een klassieke open ingreep veel langer is.

117

604 487

Open chirurgische procedures Endovasculaire behandelingen 44


Het OLV Hartcentrum is officieel erkend om zowel klassieke aorta-ingrepen uit te voeren als om endoprotheses te plaatsen.

45


Toename van meervoudige, complexe pathologie Occlusies, aneurysmata en dissecties van het type B worden vaker gediagnosticeerd dan vroeger. Dit heeft in sterke mate te maken met het feit dat de doorsnee patiënt vaker onder de CT- of MR-scanner gaat. Tijdens deze onderzoeken naar andere gezondheidsproblemen worden daardoor ook meer vaatproblemen vastgesteld die nog niet tot wezenlijke klachten van de patiënt hebben geleid. Door deze tijdige diagnose kunnen dergelijke

Vaak wordt een vasculaire aandoening ‘bij toeval’ ontdekt wanneer de patiënt voor een ander probleem onder de CT- of MR-scanner gaat.

46

problemen worden aangepakt. Maar ze gaan vaak gepaard met andere aandoeningen. Dus is een totaalbenadering vanuit alle betrokken medische disciplines aangewezen: een aanpak die in het OLV Ziekenhuis sterk is ingeburgerd. Voor dissecties van het type A is multidisciplinair overleg meestal niet mogelijk omdat een urgente chirurgische interventie de enige optie is om acuut hartfalen te voorkomen. Daarom is er in het OLV Hartcentrum een sterk uitgebouwd wachtsysteem in voege.


Vaatziekten

317

193

124

Varicectomieën Endoveneuze lasertherapieën

Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Ivan Degrieck • Dr. Roel Beelen • Dr. Francis Cooreman • Dr. Lieven Maene Resident Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Sebastiaan Martens Fellow Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Leslie Moerman

67

250

Open chirurgische procedures Endovasculaire behandelingen

Klinische studies GARField-VTE - Global Anticoagulant Registry in the Field – Venous Thromboembolic Events WOest 2 - What is het Optimal Antiplatelet and Anticoagulant Therapy in Patients with Oral Anticoagulation Undergoing Revascularisation 2

Multidisciplinaire zorgprogramma’s Vasculaire heelkunde is binnen het OLV Ziekenhuis ook geïntegreerd in de volgende multidisciplinaire zorgprogramma’s: • Diabetische voetkliniek • Hemodialysezorg • Veneuze malformaties

47


Hartfalen, steunhart en harttransplantatie

Het hartfalenteam biedt optimale medisch-verpleegkundige begeleiding Het OLV Hartcentrum is een erkend centrum voor hart­transplantatie.

Hartfalen is een complexe aandoening met meerdere mogelijke oorzaken. De aandoening evolueert met de tijd en wordt gekenmerkt door een hoge morbiditeit en mortaliteit.

Opvolgen, bijsturen, begeleiden Daarom is het cruciaal om elke patiënt nauwgezet op te volgen zodat de behandelingsstrategie op het juiste moment kan worden bijgestuurd. Om onze hartfalenpatiënten optimaal te begeleiden heeft het OLV Hartcentrum een gespecialiseerd en toegewijd hartfalenteam gecreëerd.

Hetzelfde vertrouwde team doorheen het gehele behandelingstraject Het OLV Hartcentrum kan het volledige gamma van therapeutische opties aanbieden aan de hartfalenpatiënt. Daardoor kan de patiënt voor het volledige behandelingstraject op hetzelfde vertrouwde team rekenen. Het therapeutisch arsenaal voor hartfalenpatiënten omvat o.a.: medicamenteuze behandeling, cardiale

48

revalidatie, implanteren van pacemakers en/of defibrillatoren (ICD’s), chirurgische en percutane ingrepen, steunhart en harttransplantatie. Het OLV Hartcentrum is het enige niet-universitaire ziekenhuis in België met een erkenning voor harttransplantatie. Meer en meer wordt de patiënt opgevolgd via telemonitoring, zodat we tijdig kunnen ingrijpen als de algemene toestand verergert. Op die manier kunnen hospitalisaties worden vermeden.

Meervoudige pathologie? Multidisciplinaire en inter­ professionele aanpak! Hartfalen wordt vaak geassocieerd met andere pathologieën. Daarom is regelmatig overleg met collega’s binnen het eigen vakdomein, doch ook uit andere medische diensten primordiaal. Vanuit dat perspectief is het uniek elektronisch dossier eveneens cruciaal: elke zorgverlener heeft langs deze weg steeds toegang tot de up-to-date medische gegevens van elke individuele patiënt.


Patiënten helpen met alle be­ schikbare middelen Omdat er nog plaats blijft voor nieuwe behandelingen van hartfalen, werkt ons team actief mee aan de ontwikkeling van innovatieve therapieën, technieken, procedures en concepten. Door ons therapeutisch arsenaal voortdurend uit te breiden, kunnen we een steeds groter aantal hartfalenpatiënten helpen en hen zowel een betere levensverwachting als levenskwaliteit bieden. Voor elke patiënt wordt een op maat uitgekiende therapie uitgedokterd.

Dankzij telemonitoring kunnen hospitalisaties worden vermeden.

49


Het OLV Hartcentrum is actief betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe implantaten voor hartfalenpatiënten en bij het onderzoek naar gen- en stamceltherapie. Samen met het moleculair lab cardiologie doen we ook onderzoek naar nieuwe biomarkers.

5

patiënten met een steunhart

6 harttransplantaties 13 patiënten op wachtlijst

Het OLV Ziekenhuis was één van de allereerste ziekenhuizen in België dat over een kunsthart beschikte. Dit toestel, dat midden vorige eeuw werd aangekocht met bemiddeling van het koninklijk hof, staat nu als historisch relict en symbool van onze pioniersrol in de wachtzaal van de dienst Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde in Aalst.

50


Hartfalen, steunhart en harttransplantatie Artsen Cardiologie • Dr. Jozef Bartunek • Dr. Sofie Cuypers • Dr. Riet Dierckx • Dr. Marc Goethals • Dr. Marc Vanderheyden • Dr. Sofie Verstreken Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Bernard Stockman Verpleegkundigen Hartfalenkliniek • Ann Beernaert • Elly Boel • Margot De Proft • Annelies Muylaert • Theo Gooris, transplantcoördinator • Geert Van Gyseghem, transplantcoördinator

Innovatie Het OLV Hartcentrum is actief betrokken bij een aantal onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten op dit expertisedomein: • Stamceltherapie bij patiënten met acuut en chronisch ischemisch hartlijden • Gentherapie bij patiënten met chronisch hartfalen • Implanteren van bloedstroomwisselaar tussen beide hartkamers (Inter Atrial Septal Device, IASD) bij patiënten met diastolisch hartfalen • Nierondersteunende therapieën met behulp van een nierpomp • N. vagus-stimulatie als behandeling van chronisch hartfalen

Therapeutisch arsenaal Het therapeutisch arsenaal van het OLV Hartcentrum is up-to-date en omvat voor dit expertisedomein o.a. de volgende gesofisticeerde technieken: • MitraClip-procedure bij patiënten met ernstige functionele mitralisklepinsufficiëntie • Telemonitoring voor de ambulante opvolging van patiënten met chronisch hartfalen • Minimaal invasief plaatsen van een LVAD-implantaat • Gebruik van niet-invasieve implantaten om de hemodynamische toestand bij hartfalenpatiënten te beoordelen

Klinische studies BAMI - The effect of intracoronary reinfusion of Bone marrow-derived mononuclear cells (BM-MNC) on all cause-mortality in Acute Myocardial Infarction

served Ejection Fraction PrEVail-EU - Transfemoral Placement of Aortic Balloon Expandable Transcatheter Valves Trial (Europe) Reduce-lap-HF - A study to evaluate the DC Devices, Inc. IASD™System II to Reduce Elevated Left Atrial Pressure in Patients with Heart Failure Relax-AHF-EU - Effect of Serelaxin versus Standard of Care in Acute Heart Failure Patients - Europe SouRce XT - Edwards SAPIEN Aortic Bio prosthesis Multi-Region Outcome Registry XT. TRVD-HF - Clinical evaluation of the Transcatheter Renal Venous Decongestion (TRVD) System in Patients hospitalized for worsening of Heart Failure.

BGAM-HF - BNP-Guided Ambulatory Monitoring in heart failure patients CHaRT-1 - Congestive Heart Failure Cardiopoietic Regenerative Therapy CUPID - Calcium Up-Regulation by Percutaneous Administration of Gene Therapy In Cardiac Disease (fase 2b) Device studie - Invasieve en niet-invasieve methoden om de hemodynamische status te beoordelen bij patiënten opgenomen o.w.v. acuut gedecompenseerd hartfalen ENdo-HF - Endovascular Neuromodulation Treatment for Heart Failure Patients InoVaTE-HF - Increase of Vagal Tone in chronic Heart Failure Paragon-HF - Efficacy and Safety of LCZ696 Compared to Valsartan, on Morbidity and Mortality in Heart Failure Patients With Pre-

51


Congenitale cardiologie

Specifieke opvolging dichtbij huis Sinds 2015 kunnen volwassen patiënten – vanaf 16 jaar – met een aangeboren hartziekte terecht in het OLV Hartcentrum Aalst voor hun specifieke opvolging. Zij hoeven dus niet langer de lange trip naar Leuven te maken om op consultatie te gaan. Eénmaal per maand kunnen zij hier terecht voor een specifieke opvolging en elke drie maand krijgt de congenitale hartkliniek versterking van specialisten van het UZ Leuven, zodat ook patiënten met complexere congenitale pathologie dichter bij huis opgevolgd kunnen worden. Zo wordt de jarenlange samenwerking met de dienst congenitale hartziekten in UZ Leuven voortgezet op een manier die meer comfort biedt voor de patiënten.

Een groeiende groep van patiënten kan nu dichter bij huis worden opgevolgd en begeleid.

52

Groeiende groep, toenemende vraag Met de adulte congenitale hartkliniek biedt het OLV Hartcentrum een antwoord op een groeiende vraag. De laatste decennia groeit het aantal volwassenen met aangeboren hartafwijkingen zeer snel. Dat komt enerzijds doordat er meer diagnoses worden gesteld - ook reeds prenataal. Anderzijds hebben de nieuwe operatietechnieken en de mogelijkheden

voor percutane behandeling ervoor gezorgd dat patiënten met een aangeboren hartaandoening een steeds langere levensverwachting hebben. Vooral in de leeftijdscategorie van 16 tot 35 jaar neemt het aantal patiënten exponentieel toe. Daardoor groeit ook de vraag naar opvolging van jongvolwassenen met aangeboren hartlijden.

Zowel kleine als meer complexe afwijkingen De hartafwijkingen die wij het vaakst behandelen in het OLV Hartcentrum zijn ventrikelseptumdefect (VSD), een gaatje in het tussenschot dat de twee hartkamers scheidt en atriumseptumdefect (ASD), een opening in het tussenschot tussen de twee voorkamers. ASD wordt dikwijls pas op latere leeftijd ontdekt, terwijl pediaters een VSD snel kunnen detecteren. Verder kloppen ook patiënten met coarctatio, een plaatselijke vernauwing in de aorta, regelmatig bij ons aan. Wij begeleiden ook patiënten met Tetralogie van Fallot, vroeger ook gekend als het ‘blauwe babysyndroom’ omdat een lagere zuurstofconcentratie in het bloed een blauwe gelaatskleur veroorzaakt.


Levensstijl begeleiden samen met huisarts Cardiologen gespecialiseerd in congenitale hartafwijkingen bij volwassenen werken nauw samen met zowel pediaters als huisartsen. Overleg met de huisarts is voor de patiënt essentieel wanneer het bijvoorbeeld om beweging en sport gaat. Vandaag is iedereen het erover eens dat elke hartpatiënt in een zekere mate moet bewegen. Met de richtlijnen van de European Society of Cardiology kunnen we als artsen samen een juist advies geven.

Dankzij een specifieke opvolging kunnen problemen onderschept worden voordat de patiënten moeilijkheden beginnen te ervaren.

Congenitale cardiologie Artsen Cardiologie • Dr. Sofie Verstreken • Prof. Dr. Werner Budts (UZ Leuven) • Dr. Els Troost (UZ Leuven)

53


Hospitalisatie en Coronary Care Unit

Omdat de ene hartpatiënt de andere niet is: speciaalzorg op maat Het OLV Ziekenhuis beschikt over verschillende gespecialiseerde verpleegeenheden, waar patiënten met een gelijkaardig type ziektebeeld kunnen worden opgenomen. Er zijn drie opname-eenheden cardiologie en één eenheid cardiochirurgie. Daarnaast zijn er nog de dagkliniek en de lounge, die meer geschikt zijn voor ambulante onderzoeken.

Marc Van Steertegem, hoofd­verpleegkundige Coronary Care Unit (CCU): Op de CCU worden de kritiek zieke patiënten opgenomen. De meest voorkomende redenen van opname zijn: hartinfarct, gevorderd hartfalen, gevaarlijke ritmestoornissen, bloedingen en nierfalen. Naast mijn taak in de CCU, help ik ook mee aan de opnameplanning voor onze hartpatiënten. Wij doen er alles aan om de hospitalisatieduur voor onze patiënten zo beperkt mogelijk te houden en hen toch de hoogste kwaliteit te bieden. Dat geldt ook voor patiënten die vanuit andere ziekenhuizen naar hier worden doorverwezen voor een gespecialiseerd onderzoek of een specifieke ingreep. Meestal kunnen zij nog dezelfde dag terug naar hun vertrouwde ziekenhuis. Om dit te bereiken is er uiteraard meer nodig dan een goede opnameplanning. De situatie van elke patiënt wordt besproken in het dagelijks overleg met de cardiologen, de cardiochirurgen, verpleegkundigen, diëtisten, psychologen, sociale medewerkers, enzovoort.

54

Els Van Laer, hoofdverpleegkundige cathlab en cardio lounge: Patiënten die een katheterisatieonderzoek moeten ondergaan, zijn soms wat gespannen of onwennig. Om dat op te vangen, willen we hen een omgeving bieden met een huiselijke sfeer: de cardio lounge. Onze patiënten verblijven hier gemiddeld 5,5 uur. Ze komen binnen, nemen plaats in één van de zes zetels en worden door onze verpleegkundigen rustig voorbereid op hun onderzoek. Verschillende onderzoeken kunnen in de lounge afgewerkt worden: een hartkatheterisatie via de pols, een tilting-test, een CT van de kransslagaders, een pacemakervervanging, enzovoort. De patiënten vinden in de lounge alles wat ze nodig hebben: kleedkamers, toiletten, wifi, tablets en tijdschriften. We voorzien eveneens een koude maaltijd en drankjes. De dag na hun onderzoek krijgen de patiënten van ons een telefoontje. Dan polsen we of ze nog vragen hebben en of ze het goed stellen. Uit deze bevragingen bij de patiënten in de lounge blijkt dat zo goed als iedereen zeer tevreden is over zijn of haar verblijf in de lounge.


55


Voor elk type van cardiale pathologie is er een gespecialiseerde verpleegafdeling Kristien Croeckaert, Zorgzonemanager: “Werkelijk alle verpleeg- en zorgkundigen op de verpleegafdelingen voor cardiale patiënten moeten om het jaar een opfrissingscursus basisreanimatie volgen. Wie actief is in het katheterisatielab, op hartbewaking of cardiale echografie, moet daarenboven elk jaar een training Advanced Life Support (ALS) volgen. Een groot aantal verpleegkundigen op de Coronary Care Unit (CCU) beschikken ook nog eens over een beroepstitel voor de opvang van pa­ tiënten die nood hebben aan kritieke intensieve zorgen. Voor nieuwkomers in het team organiseren we elk jaar een inscholingscursus cardiologie. Daarbij gaat extra aandacht naar EKG-interpretatie, cardiale onderzoeken, behandeling en revalidatie van patiënten met hartfalen of na een doorgemaakt hartinfarct. Na de inscholingscursus begint het echte werk, waarbij zij kunnen rekenen op de deskundige begeleiding van hun ervaren collega’s. Patiëntveiligheid staat in het OLV Hartcentrum voorop.

56


Anja Vanderkelen, hoofdverpleegkundige X2 Noord: Onze taak stopt niet wanneer de patiënt het ziekenhuis mag verlaten. Wij zorgen ervoor dat er een naadloze overgang in zorgverlening is wanneer de patiënt naar huis mag. Zeker bij transplantpatiënten of patiënten met een assist device staan we vaak in contact met de behandelende huisarts van onze patiënten, maar ook met de thuisverpleging. Voor onze patiënten is het belangrijk om te weten dat ze ook thuis dezelfde goede zorgen zullen krijgen als in het ziekenhuis. Ze appreciëren het dat wij daarvoor zelf contact opnemen met hun huisarts of thuisverpleegkundige en dat we op elk moment bereikbaar blijven voor bijkomende vragen. Deze ketenzorg boezemt vertrouwen in. Voor mij persoonlijk mondde dat zelfs uit in mijn engagement als bestuurslid bij onze patiëntenvereniging Harva. Bij elke bijeenkomst doet het deugd om patiënten terug te zien.

Het Hartcentrum: 16% van alle opnamen in het OLV Ziekenhuis

Het Hartcentrum vertegenwoordigt 6% van alle dagkliniekcontacten in het OLV Ziekenhuis 3.101

4.016

519

1.426 54.579

28.245

Cardiologie Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Andere medische diensten

57


Het Hartcentrum beheert 15% van alle erkende ziekenhuisbedden (opname en dagkliniek) van het OLV Ziekenhuis

108

140 6

704

Hospitalisatiebed Hartcentrum Cardio lounge (dagkliniek) Hospitalisatiebedden excl. Hartcentrum Dagkliniekbedden excl. Cardio lounge

Jan De Cooman, hoofdverpleegkun­ dige X2 Zuid: In mijn afdeling ligt de focus op patiënten met hartritmestoornissen en geleidingsproblemen, maar ook op patiënten die een minimaal invasieve behandeling hebben ondergaan. Denk daarbij onder andere aan PVI, LAA-sluiting, CTO, TAVI en implantatie van pacemakers en defibrillatoren. Dankzij het elektronisch dossier is iedere zorgverstrekker altijd op de hoogte van alle informatie van de patiënt. Dat maakt een doelgerichte en efficiënte behandeling mogelijk. Ook het telemonitoringsysteem is een belangrijke factor om de hospitalisatieduur te beperken. Dit systeem volgt het hartritme van onze patiënten tijdens hun verblijf en hun volledig traject in het ziekenhuis: op de Spoeddienst, op de dienst Hartbewaking, op Intensieve Zorgen, enzovoort. Zo gaat er voor de patiënt geen tijd verloren en kan de elektrofysioloog de behandeling op de voet volgen en bijsturen.

58


Dokter Dan Schelfaut, cardioloog: Hoewel we al jaren een sterk uitgebouwde hospitalisatiedienst voor cardiale patiënten hebben, blijven we voortdurend zoeken naar initiatieven om nog verder te verbeteren. Het STEMI-alarm is daarvan een mooie illustratie. Wanneer een patiënt met een ST-segment elevatiemyocardinfarct (STEMI) opgenomen wordt, komt het erop aan om zo snel mogelijk de behandeling te starten: elke minuut telt. De doorlooptijden tussen aankomst in het ziekenhuis en start van de ingreep zijn een goede kwaliteitsindicator en worden strikt opgevolgd. Het STEMI-alarmsysteem in het OLV Hartcentrum voorziet dat met één enkel signaal vanop de Spoeddienst een hele reeks actoren in het ziekenhuis worden verwittigd. In de korte tijd dat een patiënt bij wie een PCI is vereist, van de Spoeddienst naar het cathlab wordt gevoerd, is daar alles al in paraatheid gebracht zodat de ingreep meteen kan worden uitgevoerd. Time is muscle.

Van de 1.930 medewerkers in het Verpleegkundig en paramedisch departement van het OLV Ziekenhuis zijn er 220 uitsluitend en 28 hoofd­zakelijk actief in het Hartcentrum

220

28 1.682

Cardiologie Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde Andere medische diensten

59


Lesley Ruysbergh, hoofdverpleegkundige afdeling voor inwendige ziekten op Campus Asse: Op onze campus is er een gepersonaliseerde aanpak onder supervisie van cardiologen met een sterke regionale verankering. De meest frequente cardiale ziektebeelden kunnen ter plaatse worden vastgesteld en behandeld: hartfalen, syncope, thoracale pijn, ritmestoornissen, pacemakerimplantatie. Omwille van schaalgrootte worden niet enkel hartpatiënten verpleegd, maar ook patiënten met andere inwendige ziekten. De combinatie van ervaringen van onze verpleegkundigen vormt een sterkte voor een multidisciplinaire aanpak. Meer en meer patiënten hebben immers meerdere aandoeningen en zijn tegelijk bij verschillende artsen in behandeling. Zij vinden het geruststellend wanneer ze bijvoorbeeld ook hun pneumoloog hier op de gang ontmoeten. Een ander pluspunt is dat onze hartpatiënten na een gespecialiseerde ingreep in Aalst terug in Asse terecht kunnen voor cardiale revalidatie.

60


Hilde Mommaerts, hoofdverpleegkundige X4 Noord: Onze afdeling staat in voor de verpleging van patiënten bij wie een hartoperatie werd uitgevoerd. Dat is nog altijd een erg ingrijpende gebeurtenis, zowel fysiek als emotioneel. Ons team is een dynamische ploeg met jongere medewerkers die frisse ideeën aanbrengen, ondersteund door verpleegkundigen met jarenlange ervaring in de verzorging en begeleiding van hartpatiënten. Die combinatie bleek een sterke troef bij het uitstippelen van het zorgpad CABG (Coronary Artery Bypass Grafting). Vorig jaar werd een geheel nieuwe brochure ontwikkeld die de patiënt op de consultatie bij de hartchirurg ontvangt. Hij vindt er alle informatie die van pas komt vóór de ingreep, tijdens de hospitalisatie en tot de terugkeer naar huis. Een goed geïnformeerde patiënt leeft immers veel rustiger naar de operatie toe.

61


OLV Hartcentrum • 5 gespecialiseerde verpleegeenheden • 125 bedden uitsluitend toegewezen aan cardiale en cardiovasculaire patiënten, waarvan 80 bedden met telemetrie • 222 paramedici en administratieve medewerkers die zich uitsluitend toeleggen op de zorg en opvang van hart­patiënten en daarvoor permanent worden bijgeschoold • 11 toegewijde klinisch cardiologen die zorgen voor de dagelijkse supervisie, van wie er vier een erkenning voor intensieve zorgen hebben • Gespecialiseerde aanpak met multidisciplinaire benadering

62

Aalst • Verpleegeenheid X2 Zuid: voor cardiale patiënten die een hartkatheterisatie of elektrofysiologisch onderzoek behoeven, of die omwille van een cardiologisch probleem dringend worden opgenomen: 30 bedden • Verpleegeenheid X2 Noord: voor patiënten met hartfalen en voor patiënten die langdurige en/of uitgebreide multidisciplinaire behandeling nodig hebben: 28 bedden • Verpleegeenheid X4 Noord: voor patiënten die een cardiovasculaire chirurgische ingreep ondergaan: 40 bedden • Coronary Care Unit (X2): voor cardiale patiënten die intensieve zorgen en behandeling vragen: 12 bedden

• Cardio Lounge (W2): voor patiënten die een katheterisatie via de pols of een ambulant cardiaal onderzoek ondergaan: 6 plaatsen • Dagkliniek op X3 Noord: voor patiënten­ die voor een cardiale dagbehandeling naar het ziekenhuis komen en niet terecht kunnen in de cardio lounge • Hartkatheterisatielab in de onmiddellijke nabijheid van de verpleegeenheden Asse 15 hospitalisatiebedden specifiek toegewezen aan hartpatiënten, inclusief 12 bedden met telemetrie.


Hospitalisatie en Coronary Care Unit Artsen Cardiologie: • Dr. Sofie Cuypers (X2 Zuid) • Dr. Riet Dierckx (X2 Noord) • Dr. Herbert De Raedt (X2 Zuid, CCU) • Dr. Marc Goethals (X2 Noord) • Dr. Jan Leeman (Asse, X2 Zuid) • Dr. Peter Peytchev (Asse) • Dr. Dan Schelfaut (Asse, CCU)

Klinische studies • BIWAC - Belgian Interdisciplinary Working Group on Acute Cardiology, Quality control project in ST-elevation myocardial infarction • FOuRIER - Further Cardiovascular Outcomes Research with PCSK9 Inhibition in Subjects with Elevated Risk • LaTITude - Losmapimod To Inhibit p38 MAP kinase as a Therapeutic target and modify outcomes after an acute coronary syndrom.

• Dr. Guy Van Camp (X2 Zuid) • Dr. Marc Vanderheyden (X2 Noord) • Dr. Sofie Verstreken (X2 Noord) • Dr. Stijn Wouters (CCU) Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde: • Dr. Roel Beelen (X4 Noord) • Dr. Filip Casselman (X4 Noord) • Dr. Francis Cooreman (Asse) • Dr. Ivan Degrieck (X4 Noord) • Dr. Lieven Maene (X4 Noord)

GSO’s Cardiologie 2015 • Dr. Ward Heggermont • Dr. Pieter Ghijselinck GSO’s Interne geneeskunde 2015 • Dr. Lucas Wauters • Dr. Anneleen Moeyersoons • Dr. Dimitri Stylemans • Dr. Evelien Christiaens • Dr. Matthias De Boulle • Dr. Koen Verbeke

• Dr. Bernard Stockman (X4 Noord) • Dr. Frank Van Praet (X4 Noord) Hoofdverpleegkundigen: • Lesley Ruysbergh (Asse)

GSO’s Urgentiegeneeskunde 2015

• Dr. Jeroen Lejon • Dr. Karen Beke • Dr. Ayla Ali

• Jan De Cooman (X2 Zuid) • Hilde Mommaerts (X4 Noord) • Anja Vanderkelen (X2 Noord) • Els Van Laer (Cathlab en Cardio lounge) • Marc Van Steertegem (CCU)

63


Onze hartpatiënten aan het woord Katrien De Meersman, Herdersem Amper drie jaar oud was ik toen ik mijn eerste openhartoperatie onderging in het UZ Leuven. Dat scenario herhaalde zich 23 jaar later. Ik heb een zware, aangeboren hartafwijking, maar ik zie mezelf allesbehalve als een patiënte. In het OLV Ziekenhuis en de adulte congenitale hartkliniek wordt er echt geluisterd naar jonge mensen zoals ik en hun wensen. Ik heb een pacemaker en een metalen hartklep en krijg jaarlijks tweemaal een grondige check-up. Dat betekent echter niet dat mijn hartprobleem mijn leven bepaalt. Vele patiënten met een pacemaker zijn al wat ouder. Ik ben een dertiger en wil zo actief mogelijk zijn. Als kind en adolescente werd ik in het UZ Leuven opgevolgd. Enkele jaren geleden maakte ik bij een spoedopname in Campus Aalst kennis met dokter Sofie Verstreken. In samenspraak met prof. dr. Werner Budts van Leuven werd toen beslist dat ik voortaan door hen beiden opgevolgd zou worden. Dat ik nu veel dichter bij huis in Aalst op controle kan gaan, is een mooie verbetering. Ook als ik een ingreep nodig heb, hoef ik niet meer naar Leuven te rijden. Intussen voel ik me al goed thuis in het OLV Ziekenhuis en de hartkliniek.

64

Nicole Van Hove, Groot-Bijgaarden Elk jaar gaan mijn man en ik in het najaar op vakantie. Voordat we dit jaar vertrokken, wilde ik graag zeker zijn dat er geen problemen zijn met mijn hart. Mijn specialist verwees me onlangs voor een coronarografie door naar de cardio lounge. Nadien vond ook nog een radiografie van mijn hart plaats. Alles is vlot verlopen. Ik was eerlijk gezegd een beetje onder de indruk in de cardio lounge. Alles is nieuw. Wat ik aangenaam vind aan het concept, is dat je de kans krijgt om met de andere patiënten in de lounge een babbeltje te slaan. De zetels zijn zeer comfortabel en je krijgt meteen een relaxed gevoel. Alle verpleegkundigen zijn bovendien heel vriendelijk. Dat ik de dag nadien nog een telefoontje van hen kreeg, vond ik bijzonder geruststellend.


John Debets, Terneuzen Ik heb altijd een boeiend en rijk gevuld leven geleid, maar jammer genoeg kamp ik al vele jaren met hartproblemen. Op 36-jarige leeftijd werd ik voor het eerst aan mijn hart geopereerd in Utrecht. In 1994 moest ik opnieuw onder het mes. Enkele jaren later, in 2000, ging mijn vaste cardioloog in Utrecht met pensioen en zo kwam ik uiteindelijk hier terecht. In 2006 werd bij mij een derde hartoperatie uitgevoerd. Vorig jaar sprak dr. Jozef Bartunek me voor het eerst over een innovatieve oplossing voor ‘diastolisch hartfalen’, het probleem waarmee ik ben geconfronteerd. Tot

35 jaar Harva André Van Eycken, Moorsel

voor kort konden alleen de symptomen met medicatie enigszins onder controle gehouden worden. Met de IASD of Inter-Atrial Septal Device is er recent een doorbraak gekomen. Dit apparaatje wordt in de wand tussen de beide hartkamers ingeplant. Het zorgt ervoor dat het teveel aan bloed in de slecht functionerende linkerkamer op een gecontroleerde manier naar het rechteratrium vloeit. Ik was de eerste patiënt in het OLV Ziekenhuis bij wie een IASD werd ingeplant. Wereldwijd loopt een klinische studie met 40 tot 50 patiënten. Ik prijs me heel gelukkig dat ik de weg naar OLV Ziekenhuis in Aalst gevonden heb.

Ik ben al dertig jaar hartpatiënt. Kort na mijn eerste behandeling werd ik aangesproken door Guido De Backer, medestichter van Harva, de Hartvereniging Aalst. Of ik niet bij het bestuur wou komen. Ik liet me overhalen en werd prompt tot voorzitter gebombardeerd. “Ik doe dat maar voor drie jaartjes,” probeerde ik mijn vrouw gerust te stellen. Ondertussen staat er al een nul achter de drie. Maar ik doe het met hart en ziel. Mijn vrouw steunt me enorm. Ik voel dat ik iets voor mijn lotgenoten kan betekenen. Dat doet deugd. Het Harvabestuur is de schakel tussen de patiënt, de verpleegkundigen en de artsen van het OLV Hartcentrum. In het begin was de werking van Harva beperkt tot de voortzetting van de cardiale revalidatie. Hartpatiënten krijgen revalidatie tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Daarna worden nog een aantal revalidatiebeurten terugbetaald door de ziekteverzekering. Maar dan stopt het voor velen. Harva werkte een formule uit waarbij de leden de revalidatie kunnen verderzetten tegen een zacht prijsje. Twee avonden in de week palmt Harva de cardiale revalidatieruimte

in, telkens met een zestigtal patiënten. Wie nog meer wil sporten onder begeleiding, kan aansluiten bij de Hartrijders. Onze wielerploeg maakt van maart tot oktober wekelijks een rit onder medische en verpleegkundige begeleiding. Daarnaast organiseren we regelmatig informatieavonden over hartproblemen. Maar ook het sociale luik is belangrijk. Zo hebben we onze traditionele nieuwjaarsreceptie en kerstfeest, opgeluisterd door ons eigen koor. Tweemaal per jaar gaan we ook op uitstap: een dagreis en een vierdaagse, telkens met 60 tot 70 leden. De aanwezigheid van gespecialiseerde verpleegkundigen zorgt voor een gerust gevoel bij de deelnemers. We gaan ook regelmatig wandelen en om het jaar organiseren we een hobbybeurs. Met dit aanbod bereiken we een 500-tal leden. Als we de partners mee rekenen, komen we zelfs op het dubbele uit. Maar ook na 35 jaar hebben we nog altijd plannen voor vernieuwing en groei. Of we ook in Asse met Harva voor revalidatie kunnen zorgen? Dat zijn we momenteel aan het bekijken. We houden u op de hoogte.

65


Cardiale revalidatie

Fysieke revalidatie zorgt ook voor gemoedsrust

66


Het OLV Hartcentrum heeft een uitgebreide expertise opgebouwd in revalidatie na coronair lijden, bypasschirurgie, behandeling van kleplijden en hartritmestoornissen, patiënten met hartfalen of LVAD en patiënten die een harttransplantatie hebben ondergaan. Het programma voor cardiale revalidatie helpt de patiënten om hun algemene gezondheidstoestand te verbeteren, hun fysieke conditie te optimaliseren, risicofactoren aan te pakken en cardiale symptomen te verminderen. Daardoor daalt het risico op nieuwe cardiovasculaire incidenten. Uiteindelijk zorgt dat ook voor een betere gemoedstoestand en een betere kwaliteit van leven. Het OLV Ziekenhuis had één van de eerste erkende afdelingen voor cardiale revalidatie op de Campus Aalst. Sinds 2014 is er ook op de campus in Asse een cardiale revalidatieafdeling. Beide zijn uitgerust met de modernste revalidatietoestellen. In Aalst kunnen tegelijk 200 patiënten revalideren, in Asse 32.

67


13.806 8.658

Hospitalisatiepatiënten Cardiologie Hospitalisatiepatiënten Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde 6.372

Revalideren is ook je levensstijl aanpassen Voor gehospitaliseerde patiënten start het revalidatieprogramma al tijdens hun verblijf in het ziekenhuis. Daarna kan het ambulant worden verdergezet. De Belgische ziekteverzekering betaalt 45 sessies terug binnen de 6 maanden na een cardiaal event. Patiënten kunnen volgens een vast schema 2 of 3 keer per week komen trainen. Het revalidatieprogramma verloopt onder supervisie van drie revalidatieartsen en een revalidatiearts in opleiding. Aan het begin van het revalidatieprogramma wordt een spiro-ergometrie uitgevoerd en spoort de revalidatiearts de risicofactoren op. Op basis van deze grondige evaluatie wordt voor alle patiënten een individueel trainingsprogramma op maat opgesteld. Tijdens elke

68

sessie worden onze patiënten persoonlijk begeleid door gespecialiseerde kinesisten. Volgens de noden van de patiënt kan er een beroep worden gedaan op dieetadvies, advies van een psychologe voor de verwerkingsproblematiek, rookstopbegeleiding, stress- en angsthantering. Een sociaal verpleegkundige staat in voor de begeleiding naar werkhervatting en rijgeschiktheid. Wanneer een patiënt moeilijkheden heeft om zijn behandeling en revalidatie te bekostigen, kan hij eveneens rekenen op begeleiding. Regelmatig is er een tussentijdse medische opvolging door een multidisciplinair team. Revalidatieartsen, kinesisten, psychologen en sociaal verpleegkundigen bespreken wekelijks de situatie van elke patiënt in behandeling. De revalidatie wordt afgerond met een grondige evaluatie door de revalidatiearts.

Ambulante patiënten

Gemotiveerd verder doen Ook daarna kunnen onze patiënten nog terecht in het OLV Hartcentrum. Onze patiëntenvereniging Harva organiseert twee maal per week revalidatiesessies in het OLV Hartcentrum te Aalst. Zo kunnen hun leden hun revalidatieprogramma voortzetten, ook na de 45 lessen die door de ziekteverzekering worden vergoed, hun revalidatieprogramma voortzetten. Binnenkort wil Harva dit programma ook in Asse invoeren. Vier keer per jaar nodigen wij onze patiënten uit voor een sessie waar ze medische informatie krijgen, maar ook advies en educatie over beweging, gezonde voeding, psychische verwerking enzovoort.


De revaliderende hartpatiĂŤnt wordt omringd door een volledige multidisciplinaire equipe; dat wekt vertrouwen en stimuleert de patiĂŤnt.

69


70


Cardiale revalidatie Artsen cardiologie • Dr. Sofie Cuypers • Dr. Riet Dierckx • Dr. Jan Leeman • Dr. Sofie Verstreken • Dr. Stijn Wouters

Onderzoek en innovatie Samen met de collega’s van Maria Middelares Gent ontwikkelen we een databank van al onze revaliderende patiënten. Dat is een belangrijk instrument bij het wetenschappelijk onderzoek dat erop gericht is om de revalidatie nog beter te kunnen afstemmen op de specifieke noden van verschillende patiëntengroepen.

Opleiding Door continue bijscholing blijven de leden van het revalidatieteam mee met de nieuwste revalidatietechnieken. Erkende opleidingsplaats cardiale revalidatie.

71


Thoraxchirurgie - Oncologische thoracale heelkunde

Borstkascorrecties langs minimaal invasieve weg Naast de oncologische thoracale heelkunde gaat er binnen de thoraxchirurgie de laatste jaren ook veel aandacht naar de behandeling van groeistoornissen op thoracaal niveau. Het gaat meer bepaald over pectus, dat in twee vormen voorkomt: pectus excavatum (‘trechterborst’) en pectus carinatum (‘kippenborst’). Bij beide aangeboren afwijkingen is er een teveel aan ribkraakbeen waardoor het borstbeen respectievelijk naar binnen of naar buiten geduwd wordt. Hoewel pectus, algemeen bekeken, slechts bij één tot acht op de duizend mensen voorkomt, wordt er in het OLV Hartcentrum een groeiende trend vastgesteld van het aantal – voornamelijk jongere – patiënten die zich met deze pathologie aanbieden. Samen met de patiënt en de familie bespreken we wat voor de betreffende patiënt de meest aangewezen behandeling is en wat het meest geschikte tijdstip is om een ingreep uit te voeren.

Exit Ravitch-procedure In principe wordt voor de behandeling van pectus excavatum tegenwoordig afgezien van de vroegere Ravitch-procedure. Bij deze ingreep wordt een toegangsweg gemaakt via een midsternale huidincisie

72

of een submammaire incisie. Dan wordt het borstbeen gekliefd en het overtollige ribkraakbeen verwijderd. Het gaat dus om een vrij ingrijpende operatie. De patiënt houdt er een centraal litteken op de borst aan over en moet door een lange revalidatieperiode gaan. Er bestaat bij deze procedure ook een hoge kans op recidief. Enkel in extremis wordt nog teruggegrepen naar de klassieke Ravitch-procedure, zowel voor pectus carinatum als pectus excavatum.

Pectus excavatum: Nuss-procedure Tegenwoordig wordt de voorkeur gegeven aan de Nuss-procedure wanneer de uitvoering van deze ingreep mogelijk is. Het betreft een thoracoscopische procedure waarbij er tussen twee ribben kleine toegangswegen worden gemaakt voor de minicamera en de instrumenten. Langs deze weg wordt dan een gebogen metalen staaf achter het borstbeen ingeplant die aan de zijkanten van de borstkas wordt bevestigd. Deze pectusbar duwt het borstbeen naar voor en neemt op die manier de druk van het hart en de longen weg. Doorgaans volgt na de ingreep een

week hospitalisatie. Na ongeveer drie jaar kan het borstbeen zonder ondersteuning in de correcte positie blijven en wordt de pectusbar verwijderd. Daarna volgt een jaarlijkse controle tot volgroeiing. De Nuss-ingreep is gekenmerkt door een laag risico op recidief en kan doorgaans idealiter rond de leeftijd van dertien tot vijftien jaar worden uitgevoerd. Tijdens de preoperatieve consultatie worden alle aspecten van deze ingreep uitgebreid met de patiënt en zijn familie besproken. Zowel voor- als nadelen komen aan bod, net als een beknopte toelichting van mogelijke alternatieven.

Pectus carinatum: brace of Abramson-procedure Bij pectus carinatum bestaat de voorkeursbehandeling uit het aanpassen van een brace. Dit gebeurt het beste in een zo vroeg mogelijk stadium, dus vanaf het moment dat de groeistoornis manifest wordt vastgesteld. Indien dit echter onvoldoende resultaat oplevert, kan nog overgegaan worden tot de Abramson-procedure. Dat is in feite een omgekeerde Nuss-procedure. Er wordt dan eveneens een pectusbar presternaal gebracht en


Doordat deze ingrepen rond de adolescentie worden uitgevoerd, komt dit ook het zelfbeeld van de patiënt ten goede.

aan het ribbenrooster gefixeed, maar deze staaf duwt dan het borstbeen naar achter in plaats van naar voren. Met de Nuss- en Abramson-procedures kunnen belangrijke aangeboren misvormingen van de borstkas met goed resultaat worden gecorrigeerd. Deze ingrepen kunnen in principe op elke leeftijd worden uitgevoerd, maar niets belet om de correctie rond de leeftijd van dertien tot vijftien jaar uit te voeren, wat het zelfbeeld van de opgroeiende patiënten ten goede komt.

Thoraxchirurgie Oncologische thoracale heelkunde Artsen Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde • Dr. Ivan Degrieck • Dr. Roel Beelen

Resident Dr. Sebastiaan Martens

Fellow Dr. Van der Merwe Johan

Innovatie Investering in een high definition 3D-camera waarmee endoscopische thoracale ingrepen met een nog grotere precisie uitgevoerd kunnen worden. Op het symposium “Live Chirugie in 3D” van 13 juni 2015 werden een aantal ingrepen live in driedimensionale beelden getoond op groot scherm. Deze 3D-techniek is ondertussen een vaste waarde geworden voor dergelijke ingrepen in het OLV Ziekenhuis.

73


Zeven op de tien oncologische longoperaties gebeuren met minimaal invasieve technieken In deze jaarbrochure hoort ook een hoofdstukje thuis over de oncologische thoracale heelkunde, die een volwaardige deeldiscipline is van de dienst Cardiovasculaire & Thoracale heelkunde.

Dankzij tijdige diagnose kan de tumor nog vaker chirurgisch worden verwijderd In vergelijking met 2013 werden er in 2015 de helft meer operaties uitgevoerd waarbij een longkwab werd verwijderd. Nochtans bleef het aantal patiënten dat hier voor longkanker wordt behandeld, vrij stabiel. Dat is dus een positieve evolutie. Bij kanker is de chirurgische verwijdering van de tumor immers vaak de meest aangewezen optie, maar een operatie is enkel mogelijk wanneer de kanker in een vroeg stadium wordt vastgesteld. Dankzij een goede werking van het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) voor thoracale oncologie wordt de diagnose tijdig gesteld en wordt voor elke patiënt het meest aangewezen behandeltraject multidisciplinair uitgestippeld.

Merendeel van longoperaties verloopt minimaal invasief en dat aandeel groeit In 2015 verliepen zeven op de tien oncologische longoperaties via de minimaal invasieve techniek met video-ondersteuning,

74

VATS wordt de gouden standaard bij patiënten met longcarcinoom in een vroeg stadium. Door het gebruik van 3D-beelden kunnen we de ingreep nog accurater uitvoeren. de Video Assisted Thoracic Surgery (VATS). De chirurg gebruikt hiervoor werkpoorten waardoor de ribben niet hoeven gespreid te worden zoals bij een klassieke thoracotomie. Via enkele kleine incisies worden de chirurgische instrumenten en een camera ingebracht. De beelden worden in high definition geprojecteerd op een TV-scherm, waarop de chirurg de ingreep in de borstkas van dichtbij kan sturen. In 2015 nam het OLV Ziekenhuis hiervoor ook een 3D-camera in gebruik, waarmee de endoscopische longingrepen met een nog grotere accuratesse dan voorheen worden uitgevoerd. Bij de VATS-lobectomie wordt de aangetaste kwab verwijderd, samen met de lymfeklieren die zich in en naast de long bevinden. Deze techniek is stilaan uitgegroeid tot de gouden standaard bij patiënten met een vroegtijdig gediagnosticeerd longcarcinoom. De voordelen zijn een duidelijk lagere postoperatieve morbiditeit, een kortere hospitalisatieduur en een sneller herstel.


13

24 longsparende heelkundige ingrepen in 2015 5

32

VATS-lobectomieën kennen sterkste toename: +39% Stijging met 40% t.o.v. 2014 Aantal open lobectomieën Aantal Video Assisted Thoracic Surgery (VATS) lobectomieën

19

Talrijke pneumectomieën vermeden Segment/wig-resectie Sleeve resectie

Sterke toename van longsparende ingrepen Zoals in de meeste toonaangevende thoracale centra in binnen-en buitenland is er ook in het OLV Ziekenhuis een duidelijk afgetekende evolutie naar meer longsparende heelkunde. Bij een segmentectomie of wigresectie wordt slechts een gedeelte van een kwab verwijderd. Op drie jaar tijd is het aantal van dergelijke ingrepen verzesvoudigd in het OLV Ziekenhuis. Bij een sleeve resection wordt de kwab met de tumor – die door de luchtweg van een longkwab is gegroeid – verwijderd en wordt de andere kwab terug op de hoofdluchtpijp gehecht. Dit blijft een complexe ingreep die we gelukkig ook in Aalst aan onze patiënten kunnen aanbieden. Door deze techniek kan het aantal pneumectomieën beperkt blijven.

Oncologische thoracale heelkunde Klinische studies • ASTER3 (Assessment of Surgical Mediastinal sTaging in cN1 Lung canceR), studie met ongeveer 250 patiënten in zes landen, gecoördineerd door UZ Leuven. Einde van de studie verwacht tegen mei 2017.

75


Wetenschappelijke publicaties 2015 Het OLV Hartcentrum wil een bijdrage leveren aan de vooruitgang van de medische wetenschap opdat we steeds meer patiënten op een steeds betere manier zouden kunnen helpen. Deze inspanningen vinden een weerslag in de medisch-wetenschappelijke publicaties waarvan onze stafleden auteur of co-auteur zijn. In 2015 ging het om meer dan 60 artikels, waarvan er twee in The Lancet en één in de New England Journal of Medicine werden gepubliceerd.

Cardiale beeldvorming • Targeting of vascular cell adhesion molecule-1 by 18F-labelled nanobodies for PET/CT imaging of inflamed atherosclerotic plaques. Bala G, Blykers A, Xavier C, Descamps B, Broisat A, Ghezzi C, Fagret D, Van Camp G, Caveliers V, Vanhove C, Lahoutte T, Droogmans S, Cosyns B, Devoogdt N, Hernot S. Eur Heart J Cardiovasc Imaging. 2016 Jan 22. pii: jev346. [Epub ahead of print] • Comparison of Stent Expansion Guided by Optical Coherence Tomography Versus Intravascular Ultrasound: The ILUMIEN II Study (Observational Study of Optical Coherence Tomography [OCT] in Patients Undergoing Fractional Flow Reserve [FFR] and Percutaneous Coronary Intervention). Maehara A, Ben-Yehuda O, Ali Z, Wijns W, Bezerra HG, Shite J, Généreux P, Nichols M, Jenkins P, Witzenbichler B, Mintz GS, Stone GW. JACC Cardiovasc Interv. 2015 Nov;8(13):170414. doi: 10.1016/j.jcin.2015.07.024. • Noninvasive Fractional Flow Reserve Derived From Coronary CT Angiography: Clinical Data and Scientific Principles. Min JK, Taylor CA, Achenbach S, Koo BK, Leipsic J, Nørgaard BL, Pijls NJ, De Bruyne B. JACC Cardiovasc Imaging. 2015

76

Oct;8(10):1209-22. doi: jcmg.2015.08.006. Review.

10.1016/j.

• Optical coherence tomography imaging during percutaneous coronary intervention impacts physician decision-making: ILUMIEN I study. Wijns W, Shite J, Jones MR, Lee SW, Price MJ, Fabbiocchi F, Barbato E, Akasaka T, Bezerra H, Holmes D. Eur Heart J. 2015 Aug 4. pii: ehv367. [Epub ahead of print] • Echocardiographic reference ranges for normal cardiac Doppler data: results from the NORRE Study. Caballero L, Kou S, Dulgheru R, Gonjilashvili N, Athanassopoulos GD, Barone D, Baroni M, Cardim N, Gomez de Diego JJ, Oliva MJ, Hagendorff A, Hristova K, Lopez T, Magne J, Martinez C, de la Morena G, Popescu BA, Penicka M, Ozyigit T, Rodrigo Carbonero JD, Salustri A, Van De Veire N, Von Bardeleben RS, Vinereanu D, Voigt JU, Zamorano JL, Bernard A, Donal E, Lang RM, Badano LP, Lancellotti P. Eur Heart J Cardiovasc Imaging. 2015 Apr 20. pii: jev083. [Epub ahead of print] PubMed PMID: 25896355. • A coronary knot untangled: the value of multimodality imaging in complex coronary anatomy Floré F, Pilet B, De Bondt P, Van Mieghem C.. Society of Cardiovascular Computed Tomography. Case of the month, February 2015. (http://www.scct.org/caseofmonth) • Effective radiation doses associated with non-invasive versus invasive assessment of coronary anatomy and physiology. Toth GG, Ntalianis A, Ntarladimas Y, de Booij M, De Winter O, Barbato E, Pilet B, Van Mieghem C, Wijns W, De Bruyne B. Catheter Cardiovasc Interv. 2015; 85:1173-81.

Coronair lijden • Comparison of the Absorbable Polymer Sirolimus-Eluting Stent (MiStent) to the Durable Polymer Everolimus-Eluting Stent (Xience) (from the DESSOLVE I/II and ISAR-TEST-4 Studies). Lansky AJ, Kastrati A, Edelman ER, Parise H, Ng VG, Ormiston J, Wijns W, Byrne RA. Am J Cardiol. 2016 Feb 15;117(4):532-8. doi: 10.1016/j.amjcard.2015.11.044. Epub 2015 Dec 7. • Safety and performance of the second-generation drug-eluting absorbable metal scaffold in patients with de-novo coronary artery lesions (BIOSOLVE-II): 6 month results of a prospective, multicentre, non-randomised, first-in-man trial. Haude M, Ince H, Abizaid A, Toelg R, Lemos PA, von Birgelen C, Christiansen EH, Wijns W, Neumann FJ, Kaiser C, Eeckhout E, Lim ST, Escaned J, Garcia-Garcia HM, Waksman R. Lancet. 2016 Jan 2;387(10013):31-9. doi: 10.1016/S0140-6736(15)00447-X. Epub 2015 Oct 12. • The present day potential role of fractional flow reserve-guided coronary artery bypass graft surgery. Casselman F, Van der Merwe J, Ferrara A, Barbato E. J Thorac Cardiovasc Surg. 2015 Dec 19. pii: S0022-5223(15)02515-5. doi: 10.1016/j. jtcvs.2015.12.021. [Epub ahead of print] • First generation versus second generation drug-eluting stents for the treatment of bifurcations: 5-year follow-up of the LEADERS all-comers randomized trial. Grundeken MJ, Wykrzykowska JJ, Ishibashi Y, Garg S, de Vries T, Garcia-Garcia HM, Onuma Y, de Winter RJ, Buszman P, Linke A, Ischinger T, Klauss V, Eberli F, Corti R, Wijns W, Morice MC, di Mario C, Meier B, Jüni P, Yazdani A, Copt S, Windecker S, Serruys PW. Catheter Cardiovasc Interv. 2015 Dec 9. doi:


10.1002/ccd.26344. [Epub ahead of print] • Prognostic role of multiple biomarkers in stable patients undergoing fractional flow reserve-guided coronary angioplasty. Fracassi F, Niccoli G, Scalone G, Di Gioia G, Conte M, Bartunek J, Sgueglia GA, De Bruyne B, Montone RA, Wijns W, Crea F, Barbato E. J Cardiovasc Med (Hagerstown). 2015 Nov 26. [Epub ahead of print] • Balancing Long-Term Risks of Ischemic and Bleeding Complications After Percutaneous Coronary Intervention With Drug-Eluting Stents. Matteau A, Yeh RW, Camenzind E, Steg PG, Wijns W, Mills J, Gershlick A, de Belder M, Ducrocq G, Mauri L. Am J Cardiol. 2015 Sep 1;116(5):686-93. doi: 10.1016/j.amjcard.2015.05.036. Epub 2015 Jun 3. • Fractional flow reserve versus angiography for guidance of PCI in patients with multivessel coronary artery disease (FAME): 5-year follow-up of a randomised controlled trial. van Nunen LX, Zimmermann FM, Tonino PA, Barbato E, Baumbach A, Engstrøm T, Klauss V, MacCarthy PA, Manoharan G, Oldroyd KG, Ver Lee PN, Van’t Veer M, Fearon WF, De Bruyne B, Pijls NH; FAME Study Investigators. Lancet. 2015 Aug 28. pii: S0140-6736(15) 00057-4. doi: 10.1016/S0140-6736(15)00057-4. [Epub ahead of print] • Comparison of sirolimus eluting stent with bioresorbable polymer to everolimus eluting stent with permanent polymer in bifurcation lesions: Results from CENTURY II trial. Orvin K, Carrie D, Richardt G, Desmet W, Assali A, Werner G, Ikari Y, Fujii K, Goicolea J, Dangoisse V, Manari A, Saito S, Wijns W, Kornowski R. Catheter Cardiovasc Interv. 2015 Aug 13. doi: 10.1002/ccd.26150. [Epub ahead of print] • Long-term effect of molsidomine, a direct nitric oxide donor, as an add-on treatment, on endothelial dysfunction in patients with stable angina pectoris undergoing percutaneous coronary intervention: results of the MEDCOR trial.

Barbato E, Herman A, Benit E, Janssens L, Lalmand J, Hoffer E, Chenu P, Guédès A, Missault L, Pirenne B, Cardinal F, Vercauteren S, Wijns W. Atherosclerosis. 2015 Jun;240(2):351-4. doi: 10.1016/j.atherosclerosis.2015.03.045. Epub 2015 Apr 7. • Comparison of Short- and Long-Term Cardiac Mortality in Early Versus Late Stent Thrombosis (from Pooled PROTECT Trials). Secemsky EA, Matteau A, Yeh RW, Steg PG, Camenzind E, Wijns W, McFadden E, Mauri L; PROTECT Trial Investigators. Am J Cardiol. 2015 Jun 15;115(12):1678-84. doi: 10.1016/j.amjcard.2015.03.010. Epub 2015 Mar 23. • Single String Technique for Coronary Bifurcation Stenting: Detailed Technical Evaluation and Feasibility Analysis. G Toth G, Pyxaras S, Mortier P, De Vroey F, Di Gioia G, Adjedj J, Pellicano M, Ferrara A, De Schryver T, Van Hoorebeke L, Verhegghe B, Barbato E, De Bruyne B, De Beule M, Wijns W. JACC Cardiovasc Interv. 2015 Jun;8(7):949-59. doi: 10.1016/j.jcin.2015.01.037. Epub 2015 May 20. • European expert consensus on rotational atherectomy. Barbato E, Carrié D, Dardas P, Fajadet J, Gaul G, Haude M, Khashaba A, Koch K, Meyer-Gessner M, Palazuelos J, Reczuch K, Ribichini FL, Sharma S, Sipötz J, Sjögren I, Suetsch G, Szabó G, Valdés-Chávarri M, Vaquerizo B, Wijns W, Windecker S, de Belder A, Valgimigli M, Byrne RA, Colombo A, Di Mario C, Latib A, Hamm C. EuroIntervention. 2015 May;11(1):30-6. doi: 10.4244/EIJV11I1A6.

A, Patti G, De Bruyne B, Wijns W, Barbato E, Di Sciascio G. Am J Cardiol. 2015 May 1;115(9):1179-84. doi: 10.1016/j.amjcard.2015.01.557. Epub 2015 Feb 16. • High platelet reactivity and periprocedural myocardial infarction in patients undergoing percutaneous coronary intervention: A significant association beyond definitions. Mangiacapra F, Cavallari I, Ricottini E, Pellicano M, Barbato E, Di Sciascio G. Int J Cardiol. 2015 Apr 20;190:124-125. doi: 10.1016/j.ijcard.2015.04.158. [Epub ahead of print] No abstract available. • Meta-Analysis of Cell-based CaRdiac stUdiEs (ACCRUE) in Patients With Acute Myocardial Infarction Based on Individual Patient Data. Gyöngyösi M, Wojakowski W, Lemarchand P, Lunde K, Tendera M, Bartunek J, Marban E, Assmus B, Henry TD, Traverse JH, Moyé LA, Sürder D, Corti R, Huikuri H, Miettinen J, Wöhrle J, Obradovic S, Roncalli J, Malliaras K, Pokushalov E, Romanov A, Kastrup J, Bergmann MW, Atsma DE, Diederichsen A, Edes I, Benedek I, Benedek T, Pejkov H, Nyolczas N, Pavo N, Bergler-Klein J, Pavo IJ, Sylven C, Berti S, Navarese EP, Maurer G; ACCRUE Investigators*. Circ Res. 2015 Apr 10;116(8):1346-60. doi: 10.1161/CIRCRESAHA.116.304346. Epub 2015 Feb 19.

• The EAPCI Dual AntiPlatelet Therapy survey: the difficult translation of scientific evidence in clinical interventional practice. Wijns W. EuroIntervention. 2015 May;11(1):15, 17. doi: 10.4244/EIJV11I1A2. No abstract available.

• Long-term effect of molsidomine, a direct nitric oxide donor, as an add-on treatment, on endothelial dysfunction in patients with stable angina pectoris undergoing percutaneous coronary intervention: Results of the MEDCOR trial. Barbato E, Herman A, Benit E, Janssens L, Lalmand J, Hoffer E, Chenu P, Guédès A, Missault L, Pirenne B, Cardinal F, Vercauteren S, Wijns W. Atherosclerosis. 2015 Apr 7;240(2):351-354. doi: 10.1016/j.atherosclerosis.2015.03.045. [Epub ahead of print]

• Comparison among patients ≥75 years having percutaneous coronary angioplasty using drug-eluting stents versus bare metal stents. Mangiacapra F, Ricottini E, Di Gioia G, Peace

• The impact of downstream coronary stenosis on fractional flow reserve assessment of intermediate left main coronary artery disease: human validation. Fearon WF, Yong AS, Lenders G, Toth GG,

77


Dao C, Daniels DV, Pijls NH, De Bruyne B. JACC Cardiovasc Interv. 2015 Mar;8(3):398403. doi: 10.1016/j.jcin.2014.09.027. • Invasive Measures of Myocardial Perfusion and Ischemia. Adjedj J, Toth GG, De Bruyne B. Prog Cardiovasc Dis. 2015 Mar 5. pii: S0033-0620(15)00014-6. doi: 10.1016/j. pcad.2015.03.002. [Epub ahead of print] • Are we ready for a new paradigm shift in percutaneous revascularization of chronically occluded vessels with well-developed collaterals?: from leaving ‘em all to stenting ‘em all. Barbato E, Wijns W. JACC Cardiovasc Interv. 2015 Feb;8(2):280-2. doi: 10.1016/j.jcin.2014.12.003. No abstract available. • Response to letter regarding article, “revascularization decisions in patients with stable angina and intermediate lesions: results of the international survey on interventional strategy”. Toth GG, Toth B, De Vroey F, Di Serafino L, Pyxaras S, Rusinaru D, Di Gioia G, Pellicano M, Barbato E, Van Mieghem C, Heyndrickx GR, De Bruyne B, Wijns W, Johnson NP. Circ Cardiovasc Interv. 2015 Feb;8(2):e002296. doi: 10.1161/CIRCINTERVENTIONS.115.002296. No abstract available • Fractional flow reserve-guided PCI. De Bruyne B, Fearon WF, Jüni P. N Engl J Med. 2015 Jan 1;372(1):95. doi: 10.1056/NEJMc1412894. No abstract available.

Ritmestoornissen • Relationship of visually assessed apical rocking and septal flash to response and long-term survival following cardiac resynchronization therapy (PREDICT-CRT). Stankovic I, Prinz C, Ciarka A, Daraban AM, Kotrc M, Aarones M, Szulik M, Winter S, Belmans A, Neskovic AN, Kukulski T, Aakhus S, Willems R, Fehske W, Penicka M, Faber L, Voigt JU. Eur Heart J Cardiovasc Imaging. 2016 Mar;17(3):262-9. doi: 10.1093/ehjci/jev288. Epub 2015 Nov 20. • VT Recurrence After Ablation: Incomplete Ablation or Disease Progression? A Mul-

78

ticentric European Study. Berte B, Sacher F, Venlet J, Andreu D, Mahida S, Aldhoon B, De Potter T, Sarkozy A, Tavernier R, Andronache M, Deneke T, Kautzner J, Berruezo A, Cochet H, Zeppenfeld K, Jaïs P. J Cardiovasc Electrophysiol. 2016 Jan;27(1):80-7. doi: 10.1111/jce.12858. Epub 2015 Nov 25. • Atrial fibrillation in patients with diabetes: molecular mechanisms and therapeutic perspectives. De Sensi F, De Potter T, Cresti A, Severi S, Breithardt G. Cardiovasc Diagn Ther. 2015 Oct;5(5):364-73. doi: 10.3978/j.issn.2223-3652.2015.06.03. Review. • Apixaban in Comparison With Warfarin in Patients With Atrial Fibrillation and Valvular Heart Disease: Findings From the Apixaban for Reduction in Stroke and Other Thromboembolic Events in Atrial Fibrillation (ARISTOTLE) Trial. Avezum A, Lopes RD, Schulte PJ, Lanas F, Gersh BJ, Hanna M, Pais P, Erol C, Diaz R, Bahit MC, Bartunek J, De Caterina R, Goto S, Ruzyllo W, Zhu J, Granger CB, Alexander JH. Circulation. 2015 Aug 25;132(8):624-32. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.114.014807. Epub 2015 Jun 23. • Prolonged right ventricular ejection delay identifies high risk patients and gender differences in Brugada syndrome. Van Malderen SC, Kerkhove D, Theuns DA, Weytjens C, Droogmans S, Tanaka K, Daneels D, Van Dooren S, Meuwissen M, Bonduelle M, Brugada P, Van Camp G. Int J Cardiol. 2015 Jul 15;191:90-6. doi: 10.1016/j.ijcard.2015.04.243. Epub 2015 May 1.

Hartkleplijden en structurele hartafwijkingen • Endoaortic Clamping Does Not Increase the Risk of Stroke in Minimal Access Mitral Valve Surgery: A Multicenter Experience. Casselman F, Aramendi J, Bentala M, Candolfi P, Coppoolse R, Gersak B, Greco E, Herijgers P, Hunter S, Krakor R, Rinaldi M, Van Praet F, Van Vaerenbergh G, Zacharias J. Ann Thorac Surg. 2015 Oct;100(4):1334-9.

doi: 10.1016/j.athoracsur.2015.04.003. Epub 2015 Jul 7. • Minimally-Invasive Mitral Valve Repair for Isolated Anterior Leaflet Cleft in a 66 Year Old Woman. Fleerakkers J, Degrieck I, Casselman F. Acta Chir Belg. 2015 Sep-Oct;115(5):369-70. • Midterm clinical outcome following Edwards SAPIEN or Medtronic Corevalve transcatheter aortic valve implantation (TAVI): Results of the Belgian TAVI registry. Collas VM, Dubois C, Legrand V, Kefer J, De Bruyne B, Dens J, Rodrigus IE, Herijgers P, Bosmans JM; Belgian TAVI Registry Participants. Catheter Cardiovasc Interv. 2015 Sep 1;86(3):528-35. doi: 10.1002/ccd.25999. Epub 2015 May 11. • Apixaban in Comparison With Warfarin in Patients With Atrial Fibrillation and Valvular Heart Disease: Findings From the Apixaban for Reduction in Stroke and Other Thromboembolic Events in Atrial Fibrillation (ARISTOTLE) Trial. Avezum A, Lopes RD, Schulte PJ, Lanas F, Gersh BJ, Hanna M, Pais P, Erol C, Diaz R, Bahit MC, Bartunek J, De Caterina R, Goto S, Ruzyllo W, Zhu J, Granger CB, Alexander JH. Circulation. 2015 Aug 25;132(8):624-32. doi: 10.1161/CIRCULATIONAHA.114.014807. Epub 2015 Jun 23. • Comparison of sirolimus eluting stent with bioresorbable polymer to everolimus eluting stent with permanent polymer in bifurcation lesions: Results from CENTURY II trial. Orvin K, Carrie D, Richardt G, Desmet W, Assali A, Werner G, Ikari Y, Fujii K, Goicolea J, Dangoisse V, Manari A, Saito S, Wijns W, Kornowski R. Catheter Cardiovasc Interv. 2015 Aug 13. doi: 10.1002/ccd.26150. [Epub ahead of print] • Surgical and interventional management of mitral valve regurgitation: a position statement from the European Society of Cardiology Working Groups on Cardiovascular Surgery and Valvular Heart Disease. De Bonis M, Al-Attar N, Antunes M, Borger M, Casselman F, Falk V, Folliguet T, Iung B, Lancellotti P, Lentini S, Maisano F, Messika-Zeitoun D, Muneretto C, Pibarot P,


Pierard L, Punjabi P, Rosenhek R, Suwalski P, Vahanian A, Wendler O, Prendergast B. Eur Heart J. 2015 Jul 7. pii: ehv322. [Epub ahead of print] Review. No abstract available. • Incremental Value of Platelet Reactivity Over a Risk Score of Clinical and Procedural Variables in Predicting Bleeding After Percutaneous Coronary Intervention via the Femoral Approach: Development and Validation of a New Bleeding Risk Score. Mangiacapra F, Ricottini E, Barbato E, Demartini C, Peace A, Patti G, Vizzi V, De Bruyne B, Wijns W, Di Sciascio G. Circ Cardiovasc Interv. 2015 May;8(5). pii: e002106. doi: 10.1161/CIRCINTERVENTIONS.114.002106. • Minimally invasive primary aortic valve surgery: the OLV Aalst experience. van der Merwe J, Casselman F, Stockman B, Van Praet F, Beelen R, Maene L, Vermeulen Y, Degrieck I. Ann Cardiothorac Surg. 2015 Mar;4(2):154-9. doi: 10.3978/j.issn.2225-319X.2015.01.08. • Safety and feasibility of a novel adjustable mitral annuloplasty ring: a multicentre European experience† Andreas M, Doll N, Livesey S, Castella M, Kocher A, Casselman F, Voth V, Bannister C, Encalada Palacios JF, Pereda D, Laufer G, Czesla M. Eur J Cardiothorac Surg. 2015 Feb 17. pii: ezv015. [Epub ahead of print] • Unrecognized anomalous left circumflex coronary artery arising from right sinus of Valsalva: a source of perioperative complication. Pellicano M, Toth G, Di Gioia G, Rusinaru D, Wijns W, Barbato E, De Bruyne B, De­ grieck I, Van Mieghem C. J Cardiovasc Med (Hagerstown). 2015 Feb 11. [Epub ahead of print] • Transkatheteroplossingen bij een falende bioprothese of klepherstel. Vincent Floré, Bernard De Bruyne, Ivan Degrieck, Filip Casselman. Tijdschrift voor Cardiologie 2015;27:139-47

Vaatziekten • Complete Endovascular Treatment of Saccular Aneurysm of the Aortic Arch by Coiling and ch-EVAR.

Martens S, Maene L, Beelen R. Ann Vasc Surg. 2015 Oct;29(7):1451.e21-4. doi: 10.1016/j.avsg.2015.03.062. Epub 2015 Jul 2.

Hartfalen, steunhart, transplantatie

• Endpoints in stem cell trials in ischemic heart failure. Banovic M, Loncar Z, Behfar A, Vanderhey­ den M, Beleslin B, Zeiher A, Metra M, Terzic A, Bartunek J. Stem Cell Res Ther. 2015 Aug 29;6(1):159. doi: 10.1186/s13287-015-0143-9.

• Congestive Heart Failure Cardiopoietic Regenerative Therapy (CHART-1) trial design. Bartunek J, Davison B, Sherman W, Povsic T, Henry TD, Gersh B, Metra M, Filippatos G, Hajjar R, Behfar A, Homsy C, Cotter G, Wijns W, Tendera M, Terzic A. Eur J Heart Fail. 2016 Feb;18(2):160-8. doi: 10.1002/ejhf.434. Epub 2015 Dec 14.

• Prognostic significance of ultrasound-assessed jugular vein distensibility in heart failure. Pellicori P, Kallvikbacka-Bennett A, Dierckx R, Zhang J, Putzu P, Cuthbert J, Boyalla V, Shoaib A, Clark AL, Cleland JG. Heart. 2015 Jul;101(14):1149-58. doi: 10.1136/ heartjnl-2015-307558. Epub 2015 May 25.

• Soluble CD146, a new endothelial biomarker of acutely decompensated heart failure. Gayat E, Caillard A, Laribi S, Mueller C, Sadoune M, Seronde MF, Maisel A, Bar­ tunek J, Vanderheyden M, Desutter J, Dendale P, Thomas G, Tavares M, Cohen-Solal A, Samuel JL, Mebazaa A. Int J Cardiol. 2015 Nov 15;199:241-7. doi: 10.1016/j.ijcard.2015.07.039. Epub 2015 Jul 12. • Circulating Stromal Cell-Derived Factor 1α Levels in Heart Failure: A Matter of Proper Sampling. Baerts L, Waumans Y, Brandt I, Jungraithmayr W, Van der Veken P, Vanderheyden M, De Meester I. PLoS One. 2015 Nov 6;10(11):e0141408. doi: 10.1371/journal.pone.0141408. eCollection 2015. • Structured telephone support or non-invasive telemonitoring for patients with heart failure. Inglis SC, Clark RA, Dierckx R, Prieto-Merino D, Cleland JG. Cochrane Database Syst Rev. 2015 Oct 31;10:CD007228. doi: 10.1002/14651858. CD007228.pub3. Review. • Clinical characteristics and short-term outcome of patients admitted with heart failure in Belgium: results from the BIOHF registry. De Sutter J, Pardaens S, Audenaert T, Weytjens C, Kerckhove BV, Willems RA, De Laet N, Van Camp G. Acta Cardiol. 2015 Aug;70(4):375-85.

• Clinical diabetic cardiomyopathy: a two-faced disease with restrictive and dilated phenotypes. Seferović PM, Paulus WJ. Eur Heart J. 2015 Apr 17. pii: ehv134. [Epub ahead of print] Review. • Epicardial catheter-based ventricular reconstruction (ECVR) in a patient with ischemic heart failure and an anteroapical aneurysm. Van Praet K, Stockman B, Vanderheyden M, Bartunek J, Casselman F. Acta Clin Belg. 2015 Apr;70(2):141-4. doi: 10.1179/2295333714Y.0000000100. Epub 2014 Nov 20. • If home telemonitoring reduces mortality in heart failure, is this just due to better guideline-based treatment? Dierckx R, Cleland JG, Pellicori P, Zhang J, Goode K, Putzu P, Boyalla V, Clark AL. J Telemed Telecare. 2015 Mar 11. pii: 1357633X15574947. [Epub ahead of print] • Prescribing patterns to optimize heart rate: analysis of 1,000 consecutive outpatient appointments to a single heart failure clinic over a 6-month period. Dierckx R, Cleland JG, Parsons S, Putzu P, Pellicori P, Dicken B, Boyalla V, Clark AL. JACC Heart Fail. 2015 Mar;3(3):224-30. doi: 10.1016/j.jchf.2014.11.003. Epub 2015 Jan 28. • Quantification of diastolic dysfunction via the age dependence of diastolic function - Impact of insulin resistance with and without type 2 diabetes. von Bibra H, Paulus WJ, St John Sutton M, Le-

79


clerque C, Schuster T, Schumm-Draeger PM. Int J Cardiol. 2015 Mar 1;182:368-74. doi: 10.1016/j.ijcard.2014.12.005. Epub 2014 Dec 3. • Electrical remodeling reflected by QRS and T vector changes following cardiac resynchronization therapy is related to survival in heart failure patients with left bundle branch block. Floré V, Bartunek J, Goethals M, Verstre­ ken S, Timmermans W, De Pauw F, Van Bockstal K, Vanderheyden M. J Electrocardiol. 2015 Feb 20. pii: S00220736(15)00053-9. doi: 10.1016/j.jelectrocard.2015.02.004. [Epub ahead of print] • Normal resting pulmonary artery wedge pressure: a diagnostic trap for heart failure with preserved ejection fraction. Franssen C, Paulus WJ. Eur J Heart Fail. 2015 Feb;17(2):132-4. doi: 10.1002/ejhf.225. Epub 2015 Jan 2. No abstract available. • Telemonitoring in heart failure: Big Brother watching over you. Dierckx R, Pellicori P, Cleland JG, Clark AL. Heart Fail Rev. 2015 Jan;20(1):107-16. doi: 10.1007/s10741-014-9449-4. • Clinical characteristics and short-term outcome of patients admitted with heart failure in Belgium: results from the BIOHF registry. De Sutter J, Pardaens S, Audenaert T, Weytjens C, Vande Kerckhove B, Willems AM, De Laet N, Van Camp G. Acta Cardiologica 2015; 70: 375-385. IF: 0.630

Congenitale cardiologie • Phosphodiesterase 9A controls nitric-oxide-independent cGMP and hypertrophic heart disease. Lee DI, Zhu G, Sasaki T, Cho GS, Hamdani N, Holewinski R, Jo SH, Danner T, Zhang M, Rainer PP, Bedja D, Kirk JA, Ranek MJ, Dostmann WR, Kwon C, Margulies KB, Van Eyk JE, Paulus WJ, Takimoto E, Kass DA. Nature. 2015 Mar 26;519(7544):472-6. doi: 10.1038/nature14332. Epub 2015 Mar 18. • Patent ductus arteriosus in older adults: incidental finding or relevant pathology? Boyalla V, Putzu P, Dierckx R, Clark AL, Pellicori P.

80

Am Geriatr Soc. 2015 Feb;63(2):409-11. doi: 10.1111/jgs.13256.

Cardiale revalidatie • Comorbidities and Psychosocial Characteristics as Determinants of Dropout in Outpatient Cardiac Rehabilitation. Pardaens S, De Smedt D, De Bacquer D, Willems AM, Verstreken S, De Sutter J. J Cardiovasc Nurs. 2015 Sep 29. [Epub ahead of print]

Regeneratieve cardiologie • Cell-based therapies for cardiac repair: a meeting report on scientific observations and European regulatory viewpoints. Schüssler-Lenz M, Beuneu C, Menezes-Ferreira M, Jekerle V, Bartunek J, Chamuleau S, Celis P, Doevendans P, O’Donovan M, Hill J, Hystad M, Jovinge S, Kyselovič J, Lipnik-Stangelj M, Maciulaitis R, Prasad K, Samuel A, Tenhunen O, Tonn T, Rosano G, Zeiher A, Salmikangas P. Eur J Heart Fail. 2016 Feb;18(2):133-41. doi: 10.1002/ejhf.422. Epub 2015 Oct 16. Review. • Review and Updates in Regenerative and Personalized Medicine, Preclinical Animal Models, and Clinical Care in Cardiovascular Medicine. Barbato E, Barton PJ, Bartunek J, Huber S, Ibanez B, Judge DP, Lara-Pezzi E, Stolen CM, Taylor A, Hall JL. J Cardiovasc Transl Res. 2015 Nov;8(8):46674. doi: 10.1007/s12265-015-9657-x. Epub 2015 Oct 9. • Review and Updates in Regenerative and Personalized Medicine, Preclinical Animal Models, and Clinical Care in Cardiovascular Medicine. Barbato E, Barton PJ, Bartunek J, Huber S, Ibanez B, Judge DP, Lara-Pezzi E, Stolen CM, Taylor A, Hall JL. J Cardiovasc Transl Res. 2015 Oct 9. [Epub ahead of print] • Integrate and boost: bioscaffolds nurture the cardiac regenerative paradigm. Bartunek J, Vanderheyden M, Behfar A. Stem Cell Res Ther. 2015 Sep 23;6(1):183. doi: 10.1186/s13287-015-0184-0. • Cardiopoietic index predicts heart repair

fitness of patient-derived stem cells. Crespo-Diaz R, Yamada S, Bartunek J, Perez-Terzic C, de Waele P, Mauën S, Terzic A, Behfar A. Biomark Med. 2015;9(7):639-49. Epub 2015 May 27.

Cardiologie/cardiovasculaire chirurgie, andere • Summary 2015 ESC guidelines. Van Camp G, Pasquet A, Sinnaeve P, Mairesse GH, De Pauw M, Claeys MJ. Acta Cardiol. 2016 Feb;71(1):7-13. doi: 10.2143/AC.71.1.3132092. No abstract available. • Late redo-port access surgery after port access surgery. van der Merwe J, Casselman F, Stockman B, Vermeulen Y, Degrieck I, Van Praet F. Interact Cardiovasc Thorac Surg. 2016 Jan;22(1):13-8. doi: 10.1093/icvts/ivv281. Epub 2015 Oct 13. • Live-case demonstrations: putting patients first. Fajadet J, Wood S, Wijns W. Eur Heart J. 2015 Dec 18. pii: ehv657. [Epub ahead of print] Review. • Intracoronary Adenosine: Dose-Response Relationship With Hyperemia. Adjedj J, Toth GG, Johnson NP, Pellicano M, Ferrara A, Floré V, Di Gioia G, Barbato E, Muller O, De Bruyne B. JACC Cardiovasc Interv. 2015 Sep;8(11):142230. doi: 10.1016/j.jcin.2015.04.028. • Summary 2014 ESC guidelines. Claeys MJ, Legrand V, Mairesse GH, Pasquet A, De Pauw M, Van Camp G. Acta Cardiol. 2015 Feb;70(1):73-9. Review. No abstract available.

Thoraxchirurgie • Single-Stage Minimally Invasive Surgery for Synchronous Primary Pulmonary Adenocarcinoma and Left Atrial Myxoma. van der Merwe J, Beelen R, Martens S, Van Praet F. Ann Thorac Surg. 2015 Dec;100(6):2352-4. doi: 10.1016/j.athoracsur.2015.02.123.


81


Klinische studies 2015 De bijdrage die het OLV Hartcentrum levert aan de vooruitgang van de medische wetenschap vinden niet enkel een weerslag in de medisch-wetenschappelijke publicaties waarvan onze stafleden auteur of co-auteur zijn, maar ook in onze medewerking aan meerdere klinische studies naar nieuwe therapieën. In 2015 betrof het de hieronder vermelde studies.

Coronair lijden ADVanCe registry The HeartFlow ADVanCe Registry: Assessing Diagnostic Value of Non-invasive FFRCT in Coronary Care Cantos A randomized, double-blind, placebo-controlled, event- driven trial of quarterly subcutaneous canakinumab in the prevention of recurrent cardiovascular events among stable post-myocardial infarction patients with elevated hsCRP Odyssey Evaluation of Cardiovascular Outcomes after an Acute Coronary Syndrome during Treatment with Alirocumab ABSORB Registry Multislice Computed Tomography Angiographic follow-up after Implantation of the ABSORB scaffold in patients with Coronary Chronic Total Occlusions GrAFFiTi Graft Patency After FFR-guided versus Angio-guided CABG: a randomized clinical Trial FFR QCA Computation of Fractional Flow Reserve by Quantitative Coronary Angiography FFR Angio Assessment of Image-based Fractional Flow Reserve Angiography, a Validation Study

82

STRING Evaluation of a Modified Bifurcation Stenting Procedure Technique FAME 3 Fractional Flow Reserve versus Angiography for Multivessel Evaluation Fantom Safety & Performance Study of the Fantom Sirolimus-Eluting Bioresorbable Coronary Scaffold Optimax-OCT A randomized prospective multicenter trial to examine vascular healing at 1 and 6 month(s) after deployment of Titanium-nitride-oxide-coated Optimax™ bio-active-stent (BAS) stent and Synergy™ Everolimus-Eluting Stent (EES) in patients with acute coronary syndromes by means of Optical Coherence Tomography Compare Absorb Absorb™ bioresorbable scaffold vs. Xience™ metallic stent for prevention of restenosis following percutaneous coronary intervention in patients at high risk of restenosis ILUMIEN III OpTIMize PCI Optical Coherence Tomography (OCT) Compared to Intravascular Ultrasound (IVUS) and Angiography to Guide Coronary Stent Implantation: a Multicenter Randomized Trial in Percutaneous Coronary Intervention (PCI)

Apposition Randomised comparison between the Stentys™ self-apposing sirolimus-eluting coronary stent and a balloon-expandable stent in acute myocardial infarction. BioSoLve- II Clinical Investigation: Biotronik – Safety and Clinical Performance of the Drug Eluting Absorbable Metal Scaffold (DREAMS 2nd Generation) in the Treatment of Subjects with de Novo Lesions in Native Coronary Arteries: CENTury I Clinical Evaluation of New Terumo™ drug eluting coronary stent system in the treatment of patients with coronary artery disease CEnTury II Clinical Evaluation of New Terumo™ drug eluting coronary stent system in the treatment of patients with coronary artery disease DESsolve I A First In-Human Trials of New Novel DES (Mistent System) with Sirolimus and Bioabsorbable Polymer for the Treatment of Patients with De Novo Lesions in the Native Coronary Arteries DESsolve II A First In-Human Trials of New Novel DES (Mistent System) with Sirolimus and Bioabsorbable Polymer for the Treatment of Patients with De Novo Lesions in the Native Coronary Arteries

Popular Genetics Cost-effectiveness of CYP2C19 genotype guided treatment with antiplatelet drugs in patients with ST-segment-elevation myocardial infarction undergoing immediate percutaneous coronary intervention with stent implantation: optimization of treatment.

DIRECT II Direct Implantation of Rapamycin-Eluting Stents with Bio-Erodible Drug Carrier Technology Utilizing the Second Generation Svelte Drug-Eluting Coronary Stent Integrated Delivery System (IDS)

ProActive Procedure Related Platelet Activation in Long Lesions Treated With Bioresorbable Vascular Scaffold Versus Xience Xpedition Implantation.

EXCEL Evaluation of XIENCE PRIME / XIENCE V Stent versus Coronary Artery Bypass surgery for Effectiveness of Left Main (LM)


Global LEADERS Comparative effectiveness of 1 month of ticagrelor plus aspirin followed by ticagrelor monotherapy versus a current-day intensive dual antiplatelet therapy in all-comers patients undergoing percutaneous coronary intervention with bivalirudin and BioMatrix family drug-eluting stent use.

Hartritmestoornissen 3D-LAA Prospective non-randomized single center study on 3D RA assisted LAA closure Attest Atrial Fibrillation Progression Trial AxAFA Apixaban During Atrial Fibrillation Catheter Ablation: Comparison to Vitamin K Antogonist Therapy Biocontinue Assessment of Ventricular Arrhythmias after CRT-D Replacement for Patients with Primary Prevention Indication CartoFinder™ Indication for the Treatment of Complex Arrhythmias Cryocure Prospective Multicenter Investigation of the Adagio PolarStar System in Subjects with Atrial Flutter EAST Early Treatment of Atrial Fibrillation for Stroke Prevention Trial Ewolution Registry on Watchman Outcomes in Real-Life Utilization Powder-AF Pulmonary Vein Isolation With versus Without Continued Antiarrhytmic Drug Treatment in Subjects with Recurrent Atrial Fibrillation

Hartkleplijden Merit studie De Belgische MitraClipregistratie SuCCOur Strain Surveillance during Chemotherapy for improving Cardiovascular Outcomes AVATAR Aortic Valve Replacement Versus Conservative Treatment in Asymptomatic Severe Aortic Stenosis (fase 4)

Vaatziekten GARField-VTE Global Anticoagulant Registry in the Field – Venous Thromboembolic Events WOest 2 What is het Optimal Antiplatelet and Anticoagulant Therapy in Patients with Oral Anticoagulation Undergoing Revascularisation 2

Hartfalen en transplantatie BAMI The effect of intracoronary reinfusion of Bone marrow-derived mononuclear cells (BM-MNC) on all cause-mortality in Acute Myocardial Infarction BGAM-HF BNP-Guided Ambulatory Monitoring in heart failure patients CHaRT-1 Congestive Heart Failure Cardiopoietic Regenerative Therapy CUPID Calcium Up-Regulation by Percutaneous Administration of Gene Therapy In Cardiac Disease (fase 2b) Device studie Invasieve en niet-invasieve methoden om de hemodynamische status te beoordelen bij patiënten opgenomen o.w.v. acuut gedecompenseerd hartfalen

ENdo-HF Endovascular Neuromodulation Treatment for Heart Failure Patients InoVaTE-HF Increase of Vagal Tone in chronic Heart Failure Paragon-HF Efficacy and Safety of LCZ696 Compared to Valsartan, on Morbidity and Mortality in Heart Failure Patients With Preserved Ejection Fraction PrEVail-EU Transfemoral Placement of Aortic Balloon Expandable Transcatheter Valves Trial (Europe) Reduce-lap-HF A study to evaluate the DC Devices, Inc. IASD™System II to Reduce Elevated Left Atrial Pressure in Patients with Heart Failure Relax-AHF-EU Effect of Serelaxin versus Standard of Care in Acute Heart Failure Patients - Europe SouRce XT Edwards SAPIEN Aortic Bio prosthesis Multi-Region Outcome Registry XT. TRVD-HF Clinical evaluation of the Transcatheter Renal Venous Decongestion (TRVD) System in Patients hospitalized for worsening of Heart Failure.

Intensieve zorgen en hospitalisatie BIWAC Belgian Interdisciplinary Working Group on Acute Cardiology, Quality control project in ST-elevation myocardial infarction FOuRIER Further Cardiovascular Outcomes Research with PCSK9 Inhibition in Subjects with Elevated Risk LaTITude Losmapimod To Inhibit p38 MAP kinase as a Therapeutic target and modify outcomes after an acute coronary syndrom.

83


Wij danken onze patiĂŤnten, huisartsen en verwijzende cardiologen voor het vertrouwen dat ze ons gaven in 2015. Wij wensen ook alle medewerkers van het OLV Hartcentrum te bedanken, net als onze partners uit de industrie. Samen blijven we ons inzetten om onze patiĂŤnten steeds beter te helpen. Vandaag en in de toekomst. Want het verhaal is nooit ten einde.

84

www.hartcentrumaalst.be

www.olvz.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.