2017lokaal04

Page 1

Nr 4 | Lokaal is het maandblad van de lokale besturen en verschijnt 11 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Gent X | P2A9746

Lokaal

Special klimaat Blockchain is de toekomst Nieuwe invulling eerstelijnszorg

01 04 2017 www.vvsg.be

De pretfactor van verdichting


Bedenk wat u allemaal kunt doen met regen... eer extreme regenbuien en langere droogte-

M

combineren we ruimte voor water met een hogere

periodes door de klimaatverandering?

belevingswaarde voor de omgeving.

kans om méér te doen met hemelwater. In een plan

Benieuwd naar onze aanpak? Contacteer ons via

op maat van uw gemeente geven wij buffering

accountmanagement@aquafin.be of bezoek onze

en infiltratie maximale kansen. En waar het kan,

stand op de Energie- en Klimaatdag (stand 2-3).

Wij zien dat niet als een bedreiging maar als een

Aquafin NV Dijkstraat 8 • 2630 Aartselaar • T 03 450 45 11 • www.aquafin.be


stefan dewickere

opinie

alex verhoeven is vvsg-directeur ruimte

Lokale creativiteit en durf in klimaatbeleid

D Als we te lang wachten met echt ingrijpende veranderingen, dan ligt er geen noodprogramma klaar zoals bij de bankencrisis, geen ECB-infuus zoals bij de eurocrisis.

at we iets moeten doen tegen de klimaatverandering, dat weten we zo onderhand wel. Niettemin doen de dagelijkse beslommeringen ons al snel vergeten hoe immens de gevaren zijn die dreigen als de klimaatverandering te ver doorschiet. Met wat nu al aan broeikasgassen in de lucht hangt, is een stijging met 1,5 graad een certitude, en met 2 graden een waarschijnlijkheid. De prachtige koralen van het Australische Grote Barrièrerif zijn volgens sommigen al ten dode opgeschreven. Zeker bij hogere stijging komen we in een gevarenzone waar allerlei zichzelf versterkende mechanismen de opwarming op hol kunnen doen slaan. Naar een wereld die volslagen onbekend is voor onze soort. Klimaatverandering is als een tanker, ze komt traag in gang, maar eenmaal op dreef is ze zeer moeilijk te stoppen. Als we te lang wachten met, weliswaar stap voor stap, echt ingrijpende veranderingen, dan ligt er geen noodprogramma klaar zoals bij de bankencrisis, geen ECB-infuus zoals bij de eurocrisis. Dan komen migraties op gang, weg van droogte, watertekort en ontbering, waarbij de huidige vluchtelingenstromen klein bier zijn. De beleidsdoelstellingen moeten tegen 2050 onze jaarlijkse CO2-uitstoot met 80 à 90% doen verminderen. Die opgave is enorm. Gedaan met voertuigen en verwarmingssystemen op fossiele brandstof. Gedaan met fossiel tout court. Maar onmogelijk is het niet. We kunnen de tanker nog vertragen. Klimaatbeleid wordt een rode draad in tal van beleidsdomeinen zoals mobiliteit, wonen, openbare werken, armoedebeleid of gezondheid. Ook een circulaire of kringloopeconomie en slimme ruimtelijke ordening en verdichting kunnen aanzienlijk bijdragen aan minder CO2-uitstoot. Klimaatbeleid omvat ook ‘adaptatie’, ons aanpassen aan de verandering die er hoe dan ook al is en nog komt. Kortom, de tijd is voorbij dat we duurzaamheid

als een niche kunnen wegstoppen bij de duurzaamheidsambtenaar. Klimaat hoort thuis in dienstoverschrijdend overleg, in het managementteam, in engagementen van het héle gemeentebestuur. Vele gemeenten hebben deze bekommernis omarmd door het Burgemeestersconvenant te ondertekenen. Maar de praktijk blijkt taai, de concrete uitvoering lukt nu eens wel, dan weer botst ze op allerlei moeilijkheden. Niettemin tonen diverse gemeenten grote creativiteit en durf. Ze doen dat bijna nooit alleen. Ze stuwen samen met nieuwe nichespelers de verandering voort, ze verwelkomen en versterken projecten van dynamische lokale burgers of bedrijven, standvastig en gedocumenteerd trekken ze aarzelende regimespelers mee naar vernieuwing. Ze stellen een voorbeeld. Ze durven voorop lopen, net niet te veel. Verschillende van deze burgemeesters, schepenen of ambtenaren komen hun verhaal vertellen op 4 mei, op de VVSGEnergie- en Klimaatdag. De lokale dynamiek leidt tot sterkere resultaten als ze kan samenvloeien met doelgericht centraal beleid. Nemen we bijvoorbeeld de dynamiek om lokaal hernieuwbare energie te produceren en lokaal te delen, via coöperaties of op andere manieren. En de wens om de gemeentelijke bevolking echt te laten participeren in financieel rendement of eigendom van lokale energieproductie. Zij botsen nog op juridische en andere hinderpalen. We rekenen ook op Vlaanderen om dat te verhelpen. Dat opent een aanzienlijk potentieel om de Vlaamse doelstellingen voor hernieuwbare energie een extra zet te geven. Zullen wij, lokale besturen, de omslag verwezenlijken? Onze inspanningen alléén zullen niet voldoende zijn, maar ze zullen er ongetwijfeld sterk toe bijdragen dat de bal verder aan het rollen gaat. Tot op 4 mei op de Energie- en Klimaatdag voor lokale besturen!

Hoe sterk zet uw lokaal bestuur zich in voor de klimaatomslag? Twitter uw lokale voorbeelden en praktijken op 4 mei met #VVSGklimaatdag

Lokaal april 2017

3


inhoud • maart 2017

SPECIAL

Energie- en klimaatdag De stap naar hernieuwbare energie lukt niet zonder burgerparticipatie Schepen Goedele Van der Spiegel uit Edegem is politiek actief geworden om aan de betrokkenheid van burgers te werken. Volgens haar collega Kris Smet uit Kruibeke moeten we nu sensibiliseren om er over tien jaar profijt van te hebben en als het van Yoeri Vastersavendts uit Asse afhangt, laat je wie energie gebruikt erin investeren.

20

24 Op de breuklijn De provincie Antwerpen heeft zeven strategieën en een hele reeks acties in haar provinciaal klimaatadaptatieplan. Voor provinciaal gedeputeerde Rik Röttger komt een duurzamer leefomgeving tot stand als grote acties verbonden worden met vele kleintjes. 26 praktijk Beerse Een label voor wie duurzaam onderneemt

50

29 praktijk Hoogstraten Huisbezoeker begeleidt inwoners naar een energiezuinige woning 30 Burgemeesters in actie 33 praktijk Turnhout Minder voedselkilometers 34 Het warmtenet is helemaal terug van nooit echt weggeweest 36 praktijk Mechelen Met crowdfunding scholen sneller klimaatvriendelijk 38 Nederland klaar voor nieuwe industriële revolutie 40 praktijk Bonheiden Fietsregistratiesysteem verleidt schoolkinderen tot fietsen 42 Mens, dier en natuur centraal in het woonzorgcentrum 44 Hoe maak je van klimaat een dicht-bij-ons-bedshow?

Lokaal is het maandblad van de lokale besturen Contact lokaal@vvsg.be, T 02‑211 55 46 Hoofdredacteur Marlies van Bouwel marlies.vanbouwel@vvsg.be Werkten mee aan dit nummer Redactie Marleen Capelle, Katrien Gordts, Pieter Plas, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke Beeld Layla Aerts, Stefan Dewickere, Bart Lasuy, Nix, Karolien Vanderstappen, Vorm Ties Bekaert Druk Schaubroeck Met de steun van Belfius en Ethias, partners van de VVSG Advertenties Peter De Vester peter@cprojects.be, T 03-326 18 92

4 april 2017 Lokaal

Vacatures en abonnementen Nicole Van Wichelen nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Prijs abonnement VVSG-leden: 70 euro VVSG-leden vanaf 10 ex. 57 euro Niet-leden: 130 euro Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • www.vvsg.be VVSG-bestuur Wim Dries, algemene voorzitter, voorzitter algemene vergadering en voorzitter directiecomité Stijn Quaghebeur, voorzitter raad van bestuur Rudy Coddens, voorzitter directiecomité afdeling OCMW’s Marnic De Meulemeester, voorzitter afdeling veiligheidsdiensten

Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijk uitgever Mieck Vos, algemeen directeur VVSG

De negenjarige Elizabeth kan buiten lekker spelen op de Hoedhaarsite in Lokeren waar ze samen met haar mama en broertje woont in een rijhuis ontworpen door Stéphane Beel.

STEFAN DEWICKERE

20 Interview met Yoeri Vastersavendts, Kris Smet en Goedele Van der Spiegel


Praat mee over Lokaal

in de startblokken. Alles verandert: als individu krijg je zelf de zorgregie in handen. Als dat moeilijk wordt, neemt een zorgteam het over, ingebed in je zorgzame buurt. Zestig eerstelijnszones zullen aangestuurd worden door een zorgraad en hun takenpakket zal systematisch uitbreiden.

6 Kort print & web, perspiraat

12 Burgerlijke stand moderniseert en informatiseert

Met de formele goedkeuring door de federale ministerraad is er geen weg meer terug. Het proces van de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand is in volle gang.

16 De raad van van Gistel Jongeren ontdekken het OCMW

mens & ruimte

46 50

Kort nieuws, print & web, oproepen Interview met Leo Van Broeck

Verdichting is een positieve zaak

‘Doordat onze steden te weinig inwoners en dus te weinig inkomsten hebben, hebben we geen goede steden,’ zegt Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck. ‘We hebben ook geen goede dorpen. De winkels en de scholen zijn er weg. Iedereen woont een of twee kilometer verderop in een verkaveling.’ Voor hem moet het landschap langzaam en zonder agressie maar wel zeker veranderen.

62

54 Nieuwe invulling van eerstelijnszorg De herstructurering van de eerstelijnszorg staat

bestuurskracht

8 Blockchain: de Antwerpse stadsadministratie in de ketting

lien wevers

54

STEFAN DEWICKERE

STEFAN DEWICKERE

34

volg ons op

3 opinie Lokale creativiteit en durf in klimaatbeleid

BART LASUY

50

STEFAN DEWICKERE

8

STEFAN DEWICKERE

#VVSGlokaal

58 Coöperaties versterken lokale economie en burgerbetrokkenheid 62 Door livestreaming meer cultuur beleven 64 Erfgoeddag: elke gemeente koestert een zorgverhaal 66 Kinderopvang verbindt kinderen én hun ouders

beweging

68 Duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen Overschakelen naar betaalbare en duurzame energie voor iedereen

70 Kort laureaat, perspiraat, vacatures 72 Netwerk van korpschefs en beleidsmedewerkers van de lokale politiezones 74 tweets en tweeps 76 agenda 78 Nix Triljoen

Lokaal april 2017

5


bestuurskracht perspiraat

“De Lokale Integrale Veiligheidscel kan uit de gegevensbanken van gemeenten heel wat informatie halen. De vraag is: hoe ver kun je daarin gaan? (…) Vooraleer we de bevoegdheid van LIVC’s uitbreiden, moet er een duidelijker werkkader komen. Het kan ook niet de bedoeling zijn dat gemeentediensten belast worden met een onderzoek.” Johan De Becker, korpschef van de politiezone Brussel-West – Knack Online 14/3 “Kunnen we met minder intercommunales? Zeker, door fusies van gemeenten door te drijven. Maar zolang Vlaanderen dat niet oplegt, gaat het niet gebeuren. Hebben de gemeenten nog hun plaats in de gas- en elektriciteitssector? Neen, en ik pleit er al jaren voor om er uit te stappen.” Burgemeester Louis Tobback (SP.A) van Leuven – Het Laatste Nieuws 18/3 “China is een land met grote problemen, maar men slaagt er heel goed in om signalen van de bevolking snel bij de top te krijgen. Wie er wil besturen, moet eerst op lokaal vlak zijn sporen verdienen. Alleen met goedkeuring van de burgers kun je opklimmen van een lokaal naar een provinciaal naar een nationaal mandaat.” Schrijver Marc Buelens – De Morgen 18/3 “Nederland werkt al jaren met een Groene Golf Team om de doorstroming aan kruispunten te verbeteren. De stad Rotterdam heeft meer verkeersspecialisten in dienst dan heel Vlaanderen samen. Bij ons staan fietsers nog te vaak voor een rood licht terwijl er geen auto aan komt. Het is duidelijk dat steden steeds meer zullen moeten kiezen voor fietsers en het openbaar vervoer in de verkeersproblematiek. En dan is het nodig dat er kortere groentijden voor auto’s komen.” Maarten Matienko van VAB – Het Belang van Limburg 18/3 “Vlaanderen blijft nieuw bedrijfsmateriaal vrijstellen van de belasting op drijfkracht, om investeringen aan te moedigen. Naarmate er meer nieuwe machines komen die van die vrijstelling genieten, verkleint de belastbare basis voor de gemeenten en dalen hun inkomsten.” Anne-Leen Erauw, specialiste publieke financiën bij Belfius – Trends 16/3

6 april 2017 Lokaal

bestuurskracht nieuws

Alleen inkomsten als OOV-tarief op tijd is vastgesteld De VVSG vraagt een oplossing voor gemeenten die niet tijdig het tarief van de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) kunnen vaststellen. Dat heeft grote gevolgen voor het bestuur. De gemeenteraad moet het OOV-tarief uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar vaststellen. Om diverse redenen is het mogelijk dat dat voor een gemeente niet lukt. Dat heeft verregaande gevolgen. Volgens de huidige stand van de regelgeving kan de gemeente dan in dat jaar namelijk geen OOV heffen. Bij een niet-tijdige vaststelling van het tarief van de aanvullende personenbelasting (APB) valt men terug op het tarief

van het jaar daarvoor. Voor de OOV bestaat een dergelijke regeling niet. Het bestuur loopt daardoor de inkomsten uit de OOV voor dat jaar mis. Bovendien wordt de gemeente dan nog extra bestraft door een vermindering van haar dotatie uit het Gemeentefonds. Zo zal de gemeente een kwart minder middelen uit het Gemeentefonds krijgen dan waar ze normaal gezien recht op heeft. De VVSG heeft deze opmerkingen aan de minister van Binnenlands Bestuur en de minister van Financiën bezorgd. BEN GILOT

Automatische rechtentoekenning voor iedereen Met de automatische toekenning van rechten zullen diverse overheidsinstanties niet langer aan burgers vragen dat ze formulieren invullen om rechten aan te vragen, als die informatie al beschikbaar is in een gegevensbank bij een overheidsdienst of een instelling van sociale zekerheid. De Kruispuntbank Sociale Zekerheid (KSZ) heeft een bufferdatabank aangelegd om de informatie die hiervoor vaak gebruikt wordt, bij te houden. Die is nu klaar. Elke instantie die aanvullende rechten toekent, kan de informatie in de Bufferdata-

bank verkrijgen voor alle personen voor wie ze die nodig heeft. Net zoals bij andere stromen van de KSZ moeten instanties die er gebruik van willen maken, een aanvraag indienen. Het beheerscomité van KSZ behandelt vervolgens deze aanvraag. JOLIEN DEWAELE

De VVSG volgt de verdere ontwikkelingen hieromtrent van nabij op. Gemeenten en OCMW’s kunnen voor meer informatie over dit project terecht bij jolien.dewaele@vvsg.be

Strafregister: webpagina voor gemeenten Lokale besturen moeten sinds 12 februari 2017 nieuwe richtlijnen volgen bij het afleveren van uittreksels uit het strafregister. Naar aanleiding daarvan ontving de VVSG talrijke vragen over de vertrouwelijkheidsverklaring en het nieuwe typeformulier, boven op het grote aantal algemene vragen over de stand van zaken van de aansluiting van gemeenten op het Centraal Strafregister, informatiesessies en communicatie over het project. Recent vond er constructief overleg plaats met de FOD Justitie en het kabinet van minister Geens. Communicatie over het project krijgt voortaan hoge prioriteit. De FOD Justitie maakte op vraag van de VVSG en VLAVABBS een speciale webpagina aan, waar voortaan alle informatie voor de lokale bestu-

ren gecentraliseerd en regelmatig bijgewerkt wordt. Praktische vragen worden beantwoord in de gebruikersgids. Bij elke update wordt u ook via onze communicatiekanalen verder op de hoogte gebracht. TOM DE SCHEPPER

De informatie van de FOD Justitie voor lokale besturen vindt u op http://justitie.belgium.be/nl/rechterlijke_ orde/e-services/centraal-strafregister Meer informatie ook op www.vvsg.be/veiligheid/strafregister Koninklijk Besluit van 21 november 2016 betreffende de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren, BS 2 februari 2017, Inforumnum‑ mer 307484


OCMW’s willen sociaal onderzoek zonder financiële drempels De FOD Financiën rekent sinds kort 6,50 euro aan, wanneer een OCMW wil nagaan of een huurcontract werd geregistreerd. Het behoort tot de kerntaken van OCMW’s een sociaal onderzoek te doen, andere overheden mogen dit niet bemoeilijken door kosten aan te rekenen wanneer OCMW’s bij hen inlichtingen vragen, zo vindt de VVSG. Een grondig sociaal onderzoek is nodig om een goed zicht te hebben op de sociale, financiële en juridische situatie van een cliënt. Zo kunnen OCMW’s rechten van hulpvragers detecteren maar ook controleren of wat hulpvragers zeggen, wel klopt. Het is dus

goed dat OCMW’s andere overheidsdiensten kunnen aanspreken om betrouwbare informatie in te winnen, maar dit moet zonder financiële drempels. Voor sommige cliënten is het immers onmogelijk zelfs lage administratiekosten te betalen, en het kan ook niet de bedoeling zijn dat de OCMW’s deze kosten telkens ten laste moeten nemen. De OCMW’s van Brussel, Wallonië en Vlaanderen schreven daarom een brief aan federaal minister van Financiën Johan Van Overtveldt met de vraag de huidige werkwijze te herzien. NATHALIE DEBAST

Werkbaar en wendbaar werk Het wetsontwerp ‘betreffende werkbaar en wendbaar werk’ (de zogenaamde Wet-Peeters) is op 23 februari definitief goedgekeurd in de plenaire vergadering van de Kamer. De wet bevat een heel pak maatregelen ter flexibilisering van de arbeidsmarkt. Een aantal ervan is van toepassing op de lokale besturen, waaronder de versoepeling van de regels voor deeltijdse arbeid en de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid voor onbepaalde duur. Een andere reeks wijzigingen is enkel van toepassing op de diensten waarbinnen de Arbeidswet geldt (bijvoorbeeld de woonzorgcentra en

de diensten gezinszorg): de annualisering van de referteperiode bij de kleine flexibiliteit, de verhoging van de interne grens, de nieuwe regeling voor vrijwillige overuren en – eindelijk – het wettelijk kader voor glijdende uurroosters. Tot slot beperkt de wet het toepassingsgebied van een aantal maatregelen tot de private sector, zoals loopbaansparen, occasioneel telewerk en schenking van conventioneel verlof. ABDERRAZAK EL-OMARI

www.vvsg.be/werking_organisatie/personeel

print & web

Gemeenschappelijke secretaris voor gemeente en OCMW De integratie van gemeente en OCMW wordt de komende jaren een ingrijpende stap voor de lokale besturen. Een mooie aanzet om beide besturen dichter bij elkaar te brengen is de aanstelling van een gemeen‑ schappelijke secretaris voor gemeente en OCMW. Vijf secretarissen delen hun ervaringen in dit boek. van welke situatie zijn ze vertrokken, wat waren de uitdagingen, welke obstakels moesten ze overwin‑ nen en wat wensen ze nog te realiseren? C. Ruys (ed.), K. De Ceuninck, H. Reynaert, B. Van Herck, Gemeenschappelijke secretaris voor gemeente en OCMW, Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 35 euro

Decreet lokaal bestuur in voorontwerp

Het voorontwerp van decreet gaat nu eerst voor advies naar Comité C1.

De Vlaamse regering heeft op 24 februari het voorontwerp van decreet lokaal bestuur een eerste keer goedgekeurd. Dat moet vanaf 2019 het functioneren van gemeenten, OCMW’s en hun samenwerkingsverbanden regelen. Een heel belangrijk onderdeel is uiteraard dat gemeenten en OCMW’s politiek en ambtelijk zoveel mogelijk in elkaar schuiven. Dat gebeurt onder meer door de gemeenteraad en OCMWraad te laten samenvallen, of door één secretaris-directeur en één financieel beheerder aan te stellen die vanuit de gemeente beide besturen zullen bedienen. De Vlaamse regering sleutelt

ook aan de vergoedingen binnen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en hun afgeleide structuren. Het voorontwerp gaat voor de personeelsaspecten eerst voor advies naar het Comité C1. Daarna volgt een tweede goedkeuring door de Vlaamse regering, waarna het voorontwerp naar de Raad van State gaat. Wellicht zal de Vlaamse regering dan na de vakantie het ontwerp een derde keer behandelen, waarna de finale bespreking in het Vlaamse parlement volgt. Het blijft de bedoeling dat het decreet uiterlijk eind dit jaar een feit is, waarna de meeste elementen in 2019 (begin van de volgende gemeentelijke bestuursperiode) in werking treden. De VVSG maakt een grondige analyse van de teksten en zal er ook een formeel politiek advies over uitbrengen. JAN LEROY

Lees het voorontwerp van decreet en de me‑ morie van toelichting via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 24 februari). In het meinummer van Lokaal brengen we hierover een uitgebreider analyse.

Online: portaal voor gebruiksvriendelijke digitale dienstverlening Bij het ontwerpen van digitale dienstverlening houdt u het best rekening met een aantal drempels die burgers ervaren bij het gebruik van digitale toepassingen. Informatie Vlaanderen heeft een handige website ontwikkeld met goede praktijken, richtlijnen en centrale ondersteuning voor gebruiks‑ vriendelijke digitale dienstverle‑ ning. Verschillende persona’s of klantprofielen laten u met een andere bril naar uw eigen digitale dienstverlening kijken. overheid.vlaanderen.be/ gebruiksvriendelijke-digitaledienstverlening

Lokaal april 2017

7


bestuurskracht dienstverlening

Blockchain: de Antwerpse stadsadministratie in de ketting Er gaat geen dag voorbij of ergens ter wereld wordt wel een congres gehouden over blockchain. Antwerpen sprong als eerste stad op de grensverleggende technologie. Die kan de stedelijke en gemeentelijke dienstverlening helemaal transformeren. ‘Alle administratieve processen die we niet kunnen afschaffen, kunnen we wel automatiseren via de blockchain. Ambtenaren kunnen weg achter het loket, de samenleving in, waar de nood het hoogst is.’ tekst jeroen verelst beeld stefan dewickere

D

at de technologie razendsnel verandert, moet je de Antwerpse stadssecretaris Roel Verhaert niet vertellen. In de jaren tachtig kreeg hij als allereerste Antwerpse ambtenaar een vaste schijf. ‘Eén megabyte geheugen, twee werkmannen moesten ze op mijn bureau komen installeren,’ lacht hij. ‘En toen moesten de laptops, de gsm’s, het internet, de smartphones en de tablets allemaal nog komen. Eén constante bij al die nieuwigheden: technologie gaat snel, de overheid gaat traag.’ Na een gesprek met de gewezen strategisch coördinator van de stad Antwerpen, die vandaag een communicatiebureau runt, was Verhaert ook een van de eersten die de enorme disruptieve kracht én het enorme potentieel van blockchain zag. De stad Antwerpen organiseerde

8 april 2017 Lokaal

een inspiratienamiddag over de gloednieuwe technologie en begon zelf te experimenteren met toepassingen. De stadssecretaris maakte zelfs gebruik van zijn zomervakantie, en van een ongelukje dat hem in het gips deed belanden, om een boekje over blockchain neer te pennen. Verhaert is er dan ook rotsvast van overtuigd dat blockchain veel meer is dan de zoveelste internethype, en de manier waarop overheden werken helemaal dooreen kan schudden. Antwerpen heeft de ambitie om een pioniersrol te spelen in die (r)evolutie. ‘De administratieve processen die we niet kunnen afschaffen, kunnen we in de toekomst automatiseren via de blockchain. Dat

heeft tal van voordelen. Ambtenaren hoeven zich niet langer bezig te houden met repetitieve administratieve handelingen. Ze kunnen weg achter hun bureau, de straat op. Letterlijk dichter bij de burger. Goed voor de ambtenaren, die uitdagender werk krijgen, en goed voor de burger. Die hoeft niet meer voor elke verandering in zijn leven naar het stadhuis of districtshuis, en krijgt bovendien een overheid die zich met de grote maatschappelijke uitdagingen bezighoudt.’ Weg met het rijksregister en de burgerlijke stand Om de mogelijkheden voor steden en gemeenten te zien is het natuurlijk essentieel te begrijpen wat blockchain precies


Karin De Craecker, Annick Bogaert, Lies Van den Steen en Roel Verhaert experimenteren bij de stad Antwerpen al volop met blockchain.

is en hoe de technologie werkt. ‘Het is een digitaal register, een beetje zoals een grootboek bij het boekhouden. In een grootboek wordt elke transactie geregistreerd. Er komen alleen maar lijnen bij, die nooit ofte nimmer verdwijnen. Dat maakt fraude onmogelijk, de blockchain kan onmogelijk gehackt worden. In tijden waar de criminaliteit steeds verder verschuift van de straat naar het internet is dat een eerste gigantische troef.’ Dat digitale register biedt de stad en haar inwoners massa’s mogelijkheden, legt Karin De Craecker uit. Zij is als bedrijfsdirecteur loketwerking bij de stad Antwerpen volop bezig met de digitalisering van de dienstverlening aan de Antwerpenaars. Blockchain kan in de

toekomst de fysieke loketten in stads- en gemeentehuizen vervangen, meent De Craecker. ‘Neem nu de geboorte van een kind. De registratie kan perfect gebeuren door een dokter of een vroedvrouw, rechtstreeks in de blockchain. Ze geven uur en plaats van de geboorte in, lengte en gewicht van de baby, vermelden de ouders en twee getuigen. Als alle landen hun voorwaarden programmeren, wordt zelfs de nationaliteit van de baby automatisch bepaald.’

Maar de mogelijkheden van blockchain houden uiteraard niet op bij de geboorte. ‘Ons medisch dossier, onze reispas, ons rijbewijs, onze diploma’s, onze bouwvergunningen… die kunnen allemaal in de blockchain worden bijgehouden. Allemaal documenten die nu op verschillende plekken door verschillende instanties worden uitgereikt en bijgehouden, en die ons met veel administratieve zorgen opzadelen. Denk maar aan wat we nu allemaal moeten ondernemen wanneer we verhuizen. Via de blockchain kunnen niet alleen alle overheden en instanties automatisch op de hoogte worden gebracht, maar kan bijvoorbeeld ook de lokale kruidenier weten dat er een nieuwe buurtbewoner is gearriveerd die misschien wel een welkomkorting kan krijgen.’ Oeroude ruilhandel in een hypermodern kleedje Een belangrijke consequentie van de blockchain is dat het tussenpartijen uitschakelt. Overheden, maar evengoed notarissen. Koper en verkoper kunnen een woning niet alleen onderling van eigenaar laten verwisselen, zonder notaris, maar het kadaster weet ook meteen dat woning X een nieuwe eigenaar heeft. Burgers kunnen in een community rechtstreeks onderlinge transacties uitvoeren, zonder dat er nog banken nodig zijn. Die transacties kunnen ook gebeuren met digitaal geld, zoals Bitcoin of recenter Ether. Dat zijn eigenlijk virtuele munten, waarvan de waarde wordt bepaald op het internet. ‘Een grote troef in de deeleconomie die opnieuw opgang maakt, is dat de leden van de community onderlinge transacties en betalingen ook conditioneel

Blockchain is een digitaal register, een beetje zoals een grootboek bij het boekhouden. Er komen alleen maar lijnen bij, die nooit ofte nimmer verdwijnen. Lokaal april 2017

9


kunnen maken,’ legt Roel Verhaert uit. ‘Via smart contracts kunnen ze zonder juridische poespas voorwaarden verbinden aan een betaling. De transactie wordt dan alleen maar voltooid als aan die voorwaarden is voldaan, of ze wordt onderweg stopgezet als de voorwaarden niet worden nageleefd door de andere partij. Ze gaan dus eigenlijk terug naar de oeroude ruilhandel: mensen bieden elkaar binnen hun gemeenschap diensten aan. Ze regelen die nu alleen via hypermoderne en waterdichte technologie.’ Annick Bogaert, bedrijfsdirecteur Ondernemen en Marketing bij de stad Antwerpen, legt uit hoe een van de bollebozen van de stad op de inspiratiedag over

mensen en voorwerpen met elkaar kan verbinden. Een eenvoudig voorbeeld: slimme auto’s herkennen in de toekomst zelf de bestuurder die achter het stuur kruipt. Als die nog geen rijbewijs heeft of pakweg een tijdelijk rijverbod opgelegd heeft gekregen, zal de slimme auto niet starten. Antwerpen verwacht ook slimme sloten, die via de blockchain regelen welke inwoner wanneer toegang krijgt tot welke gebouwen, voertuigen, toestellen, bestanden… Blockchain is niet de zoveelste internethype, het is een blijver, daar is Roel Verhaert vast van overtuigd. En de baanbrekende technologie zal de steden van de toekomst een pak slimmer maken, ook daar twijfelt de Antwerpse stadssecretaris geen seconde aan. ‘Maar steden

Blockchain is onlosmakelijk verbonden met het internet of things, dat alle mensen en voorwerpen met elkaar kan verbinden. blockchain zo’n smart contract opmaakte voor het zakgeld van zijn dochter. ‘We wilden vooral tonen dat het helemaal niet zo moeilijk is een slim contract op te maken. Het meisje krijgt elke zondag een bepaald bedrag, maar dat is wel aan bepaalde voorwaarden verbonden. Ze kan haar zakgeld niet zomaar aan om het even wat uitgeven. Het smart contract regelt via de blockchain tot ze achttien is, hoeveel zakgeld ze krijgt en hoe ze dat kan spenderen.’ Slimme auto’s en slimme sloten in slimme steden Blockchain is onlosmakelijk verbonden met het internet of things, dat alle

worden maar echt slim door samen te werken. We steken de hand uit naar andere steden en gemeenten, en naar andere overheden.’ Na de inspiratiedag vatte Antwerpen de koe meteen bij de hoorns. Samen met een reeks partners (de federale en Vlaamse

overheid, V-ICT-OR, Digipolis, maar ook IMEC) werden verschillende uitdagingen voorgelegd aan de privésector. Er kwamen via Digipolis 109 voorstellen binnen voor concrete onderzoeksprojecten, die momenteel volop bestudeerd worden. A-Labs, een proeftuin met de creatiefste koppen in de Antwerpse administratie, experimenteerde op stadsniveau ook volop met blockchaintoepassingen. De stad kreeg ondertussen ook al een nieuwsgierige Europese Commissie over de vloer. Wanneer de blockchainrevolutie zich zal voltrekken, durft de afscheidnemende Antwerpse stadssecretaris niet voorspellen. ‘Veel zal afhangen van de weerstand onderweg. Blockchain is ingrijpend, het zou bijvoorbeeld het rijksregister kunnen vervangen. Niet iedereen zal daarvoor staan springen. Een verhuizing van een van onze inwoners kunnen we als stad zelf in de blockchain steken, beleidsdocumenten autoriseren of authenticiteit geven ook. De evolutie zal zich beetje bij beetje voltrekken, maar het is een illusie dat we ze kunnen tegenhouden. We kunnen als overheid maar beter op tijd op de kar springen en gebruik maken van de fantastische mogelijkheden die blockchain ons biedt.’ Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

Antwerpen 28 juni 2017: tweede inspiratiedag blockchain Het programma en alle praktische informatie zijn binnenkort terug te vinden op www. antwerpen.be/blockchain. Wie graag op de hoogte wordt gehouden, kan ook al mailen naar blockchain@stad.antwerpen.be. Het boekje Blockchain: de overheid aan of in de ketting van stadssecretaris Roel Verhaert is verkrijgbaar bij uitgeverij Vanden Broele: www.uitgeverij.vandenbroele.be

HR SOFTWARE LEES EVEN MIJN CV

Ik benOp een intuïtieve softwaretool woensdag 28 juni 2017die: organiseert de stad Antwerpen

Ik ben

Vacatures maakt eninspiratienamiddag publiceert een tweede over blockchain. Procedures en selecties beheert en opvolgt Het programma en alle praktische informatie zijn binnenkort terug te vinden op www. Kandidaten online laat solliciteren antwerpen.be/blockchain. Wie graag op de hoogte wordt gehouden, kan ook al mailen naar Een blockchain@stad.antwerpen.be. dynamische kandidatendatabank bouwt U toelaat zelf persoonlijkheidsassessments af te nemen Het boekje Blockchain: de overheid aan of in de ketting van stadssecretaris Roel Verhaert is Vrijblijvende demo: 09 389 69 90 - info@assolutions.be verkrijgbaar bij uitgeverij Vanden www.uitgeverij.vandenbroele.be JobSolutions is een product vanBroele: A&S Solutions I www.assolutions.be

10 april 2017 Lokaal


Over opportuniteiten gesproken!

24 De Week van 27 de Ondernemers april

Kom ideeën delen en creëer zo nieuwe opportuniteiten Innovatieve businessmodellen zijn steeds vaker de start van een mooie groeispurt. Laat u inspireren door de ervaringen van Infrax en ontdek hoe u dit dagdagelijks kunt aanpakken. Schrijf u in voor deze en andere inspirerende lezingen op ing.be/ondernemers

‘De Week van de Ondernemers’: gratis lezingen georganiseerd door ING België van 24/04/2017 tot en met 27/04/2017 in verschillende steden in België (Brussel, Gent, Oostende, Antwerpen, Zwevegem, Genk, Leuven, Louvain La Neuve, Luik en Frameries), elke dag tussen 11u00 en 20u30. Deelname zonder verplichting tot aankoop van een product of dienst van ING. Inschrijven enkel mogelijk via ing.be/ondernemers. Aanbod onder Lokaal april 2017 voorbehoud van het aantal beschikbare plaatsen bij ING België. Maximum 150 plaatsen per lezing. ING België nv – Bank/Kredietgever – Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC:11 BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789. Verzekeringsmakelaar ingeschreven bij de FSMA onder het nummer 12381A – www.ing.be - Verantwoordelijke uitgever: Marie-Noëlle De Greef – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel.


bestuurskracht burgerlijke stand

Burgerlijke stand moderniseert en informatiseert Decennialang vroegen de lokale besturen de moderne tijd in te stappen en de akten van de burgerlijke stand via elektronische kanalen op te maken. Nu zijn we bijna zo ver. De modernisering en informatisering is ingezet. Blockchain is daarop het vervolg. tekst serge mapendo d’ambalasa beeld stefan dewickere

D

e modernisering van de burgerlijke stand moet tot aanzienlijke efficiëntiewinst in de gemeentelijke werking leiden, onnodige verplaatsingen van burgers vermijden en plaatsonafhankelijke dienstverlening realiseren. Ook de automatische informatie-uitwisseling tussen de gemeenten en andere overheidsadministraties zal vlotter verlopen. Om dit mogelijk te maken is een nieuw wettelijk kader noodzakelijk. Zo zal een deel van het Burgerlijk Wetboek in een modern en leesbaarder jasje worden gestoken. Daardoor krijgt de ambtenaar van de burgerlijke stand een helder juridisch kader om zijn opdrachten vlot en toch zorgvuldig af te werken. Hiervoor keurde de federale ministerraad op 9 december 2016 de krachtlijnen van de modernisering en informatisering van de burgerlijke stand goed. Een dergelijk revolutionair project vereist de betrokkenheid van diverse federale overheidsdiensten, zoals die van Justitie, Buitenlandse Zaken en Binnenlandse Zaken, er is dus een stevige coördinatie vereist. Daarvoor staat de Dienst Administratieve Vereenvoudiging in. Hij is er samen met de Vlaamse Vereniging van Ambtenaren en Beambten Burgerlijke stand (Vlavabbs) en de VVSG in geslaagd dit project in de uitvoeringsfase te krijgen. De gemeentesecretarissen en ambtenaren van de burgerlijke stand van bijna alle Vlaamse gemeenten hebben er in februari uitvoerige informatie over gekregen. Mee met de tijd Op geen enkele wijze raakt de informa-

12 april 2017 Lokaal

tisering aan een fundamenteel grondwettelijk principe: ‘Het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het houden van de registers behoren bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de gemeentelijke overheid.’ (artikel 164 van de grondwet) De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand is en blijft dus cruciaal. Elke Vlaamse gemeente heeft eigen registers met verschillende akten van de burgerlijke stand, die ook nog lokale nummeringssystemen volgen. Om bestaande akten aan te passen gelden vandaag omslachtige procedures. Denk maar aan het bijhouden van duplicaten voor de rechtbank of de vele randmeldingen en vonnissen van wijziging. Dergelijke werkprocessen komen de efficiëntie niet ten goede en de ambtenaar van de burgerlijke stand verliest er veel tijd mee. De informatisering van de burgerlijke stand moet de procedures dus flink rationaliseren. Het huidige Burgerlijk Wetboek is ook verouderd en complex en het bevat ver-

vereiste gegevens per akte. De databank voor akten van de burgerlijke stand (DABS) moet de vermelde tekortkomingen verhelpen. Naar één centrale databank burgerlijke stand Van de 589 gemeentelijke registers en 102 Belgische consulaire registers naar een centrale authentieke databank voor de akten van de burgerlijke stand, dat is de bedoeling. In een eerste fase zullen de akten van de burgerlijke stand elektronisch opgemaakt én elektronisch ondertekend worden door de ambtenaar van de burgerlijke stand of wie er de delegatie voor heeft. Daarna worden ze opgeslagen in de centrale databank burgerlijke stand. Daardoor valt de gemeentelijke archiveringsopdracht weg. Ook de opmaak van de akten zal efficiënter gebeuren, want er komen uniforme modellen van gestandaardiseerde

Om bestaande akten aan te passen gelden vandaag omslachtige procedures. Ze komen de efficiëntie niet ten goede en de ambtenaar van de burgerlijke stand verliest er veel tijd mee. De informatisering van de burgerlijke stand moet ze dus flink rationaliseren. plichtingen die vandaag achterhaald zijn. Daarom werkt de FOD Justitie aan een helder wettelijk kader. Alle types akten zullen begrijpelijk en afzonderlijk opgenomen worden in het Burgerlijk Wetboek, met een toelichting van de

akten. Bovendien wordt een unieke gegevensinvoer door de gemeenten gegarandeerd. Door de integratie binnen de databank van de burgerlijke stand zullen parketten, rechtbanken, de dienst naamsverandering of de dienst adoptie


De informatisering van de burgerlijke stand moet de procedures flink rationaliseren.

de lokale besturen de helft van de zetels krijgen. Ook de FOD Binnenlandse Zaken, de FOD Buitenlandse Zaken en de DAV zullen deel uitmaken van deze structuur. Bovendien wordt de databank burgerlijke stand gekoppeld aan het rijksregister en aan de databank van vonnissen en arresten van de FOD Justitie. Wijzigingen aangebracht door de ambtenaar van de burgerlijke stand of ten gevolge van een arrest of een vonnis, zullen automatisch leiden tot aanpassingen in het rijksregister. Manueel wijzigingen aanbrengen op de akten behoort binnenkort dus tot het verleden. Deze werkwijze beperkt het risico op fouten, de opmaak van parallelle akten en het verlies van data tot het strikte minimum. Zo zal elke akte een uniek aktenummer toegewezen krijgen.

de informatie centraal kunnen consulteren. De portkosten voor de gemeenten zullen drastisch dalen. Uiteraard rijst dan meteen de volgende vraag: wie zal of kan toegang krijgen tot deze databank? Dit wordt geregeld in het

Omwenteling op 1 januari De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de akten van de burgerlijke stand op, ondertekent ze en laadt ze op in de databank van de burgerlijke stand. Het juridische spinnenweb waarin hij momenteel zit (zoals burgerlijk wetboek en

vernieuwde Burgerlijk Wetboek en zal ook opgevolgd worden binnen de zogenaamde governancestructuur, die instaat voor het beheer van de databank. Wegens de grondwettelijke rol van de gemeenten is het vanzelfsprekend dat

IS DEZE ADVERTENTIE WEL LEGAAL? U staat er misschien niet bij stil, maar deze advertentie is onderhevig aan een pak wetgeving. Beeldmerken, auteursrecht, plaatsing, nanciën... Meer dan u op het eerste gezicht zou vermoeden. Dat geldt eigenlijk voor de wet in het algemeen. Alles hangt met elkaar samen, zeker bij steden en gemeenten. Dus kunt u maar beter samenwerken met een partner die alle kennis in één huis heeft. Zelfs als het gaat om een advertentie.

Speciek voor overheden: ruimtelijke ordening - overheidsopdrachten en pps personeelsbeleid - overheidsaansprakelijkheid - administratief recht - grondgebiedszaken - milieu Mechelsesteenweg 27 - 2018 Antwerpen - T +32 3 232 50 60 - E info@gsj.be - www.gsj.be

Lokaal april 2017

13


rondzendbrieven), verdwijnt. Hij blijft verantwoordelijk voor de door hem opgeladen akten, niet voor de hele databank. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal een beroep kunnen doen op een Burgerlijk Wetboek waarin de vereiste gegevens voor de opmaak van de akten duidelijk zijn. Om lange wachttijden voor de aflevering van een afschrift of uittreksel van een akte te vermijden, kan hij zijn handtekening delegeren aan een beambte.

maanden een volledig elektronisch gevoerde burgerlijke stand te testen. Als dat niet lukt, wordt de streefdatum verdaagd naar 1 januari 2019. Een bijkomende kwestie is die van de oude akten die opgesteld werden of nog worden vóór de inwerkingtreding van de databank. De gemeenten zullen hiervoor een evenwichtsoefening moeten maken tussen relevantie en kosten. Maar vanaf de inwerkingtreding van de databank akten burgerlijke stand, zullen

Van de 589 gemeentelijke registers en 102 Belgische consulaire registers naar een centrale authentieke databank voor de akten van de burgerlijke stand, dat is de bedoeling. In de nota die de ministerraad op 9 december 2016 goedkeurde, werd 1 januari 2018 als startdatum opgegeven. Na intens lobbywerk door Vlavabbs, de VVSG en de DAV kreeg deze streefdatum een bijkomende voorwaarde mee: alle gemeenten in de drie gewesten moeten de gelegenheid krijgen gedurende zes

afschriften en uittreksels van de oude akten enkel nog via de databank afgeleverd worden. De akten die opgemaakt worden na de inwerkingtreding van de databank, worden in ieder geval enkel nog digitaal opgesteld. Daarom kunnen gemeenten er nu al voor kiezen akten te digitaliseren, naar eigen vermogen en

zonder verplichting. De VVSG zal er overigens over waken dat de ambtenaren burgerlijke stand voldoende opleiding krijgen. Hun rol is immers doorslaggevend voor het welslagen van de hele operatie. Volgende stappen Met de formele goedkeuring door de federale ministerraad is er geen weg meer terug. Het proces van de modernisering en informatisering is in volle gang. Het wettelijke kader zal waarschijnlijk in de eerste helft van dit jaar ter goedkeuring aan de federale regering en de Kamer voorgelegd worden. Tijdens de informatiesessies in februari werden tal van interessante vragen gesteld. De antwoorden van Erwin de Pue, directeur-generaal bij de DAV, Steve Heylen, voorzitter van Vlavabss, en Margot Bruyninckx, attaché bij de FOD Justitie, zijn gebundeld en zullen weldra ter beschikking gesteld worden aan alle stakeholders. Serge Mapendo D’ambalasa is voormalig stafmedewerker Burgerzaken Vlavabbs en VVSG.

Indigo, wereldspeler in stadsmobiliteit, beheert meer dan 2 miljoen parkeerplaatsen in 500 steden in 17 landen. Indigo levert ondersteuning in diverse types van samenwerking, gaande van een typisch dienstverleningscontract tot het volledige beheer en de exploitatie van parkeerconcessies in zowel on-street als off-street contracten, en beschikt hiervoor over een volledig uitgeruste centrale controlekamer. Dit alles kan u ondersteuning bieden bij beleidskeuzes betreffende het al dan niet uitbesteden van bepaalde taken van parkeerbeheer, zowel op de openbare weg als in één of meerdere parkings. Wij komen met veel genoegen het uitgebreide gamma aan diensten voorstellen. Lees meer op onze website of neem contact op voor meer uitleg. Philippe.vranckx@parkindigo.be I +32 473 52 20 16 I www.parkindigo.be

14 april 2017 Lokaal

16134 www.sprengers.be

U DENKT ERAAN OM HET PARKEERBEHEER IN UW STAD/GEMEENTE UIT TE BESTEDEN ? U ZOEKT OPLOSSINGEN OM DE MOBILITEITSPROBLEMEN IN UW STAD/GEMEENTE AAN TE PAKKEN ?


SYNERGIE IN OPTIMA FORMA!

Bij JCC Software geloven we in de kracht van samenwerken. Samen bereik je meer door gebruik te maken van ieders kwaliteiten en kennis. De bundeling van krachten van ieder individu levert daardoor meer op dan de som der delen; synergie in optima forma. Voor de oplossingen van JCC Software geldt precies hetzelfde. Het zijn stuk voor stuk krachtige applicaties die los van elkaar gebruikt kunnen worden om uw processen te optimaliseren. Door ze samen te gebruiken versterken ze elkaar en daarmee uw organisatie. Zo bereikt u een nóg hogere efficiency tegen lagere kosten. Een absolute meerwaarde in combinatie met een verhoogde kwaliteit en tevreden klanten en medewerkers.

T BEZOEK ONS OP HE

Maak kennis met de oplossingen van JCC Software op www.jccsoftware.be. Hier leest u alles over de

VLAVABBS EN / OF SHOPT IT CONGRES

specifieke kwaliteiten van onze oplossingen én over de ervaringen van tevreden gebruikers.

10 / 11 MEI 2017

Zutphenstraat 59 • 7575 EJ Oldenzaal • T. +31 541 62 70 62 • info@jccsoftware.nl • www.jccsoftware.be

Lokaal april 2017

15


de raad van van Gistel

Jongeren ontdekken het OCMW De OCMW-raad van Gistel krijgt wel vaker jonge bezoekers over de vloer. Vandaag volgen Lukas, Robbe en Thomas de zitting voor de les politieke vorming. Omdat de inhoudelijke jaarverslagen 2016 op de agenda staan, krijgen ze meteen een goed beeld van de OCMWdienstverlening.

tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

H

et sociaal huis van Gistel is sinds 2011 in de voormalige dekenij gevestigd, een prachtig beschermd gebouw in het centrum van de gemeente. Omdat de voordeur drie trapjes hoog ligt, is er aan de achterzijde een nieuwe, toegankelijke ingang gemaakt. Bezoekers komen via de tuin aan de onthaalbalie. OCMW-voorzitter Annie Cool (CD&V) toont de mooie stenen vloeren in enkele ruimten op de begane grond. Ze gaat via de beschermde trap voor naar de raadzaal op de tweede verdieping, onder het dak. Maar eerst houdt ze nog even halt in een kantoor op de eerste verdieping. Achter een kastdeur blijkt een twee-

16 april 2017 Lokaal

de trap te zitten die rechtstreeks naar de vroegere keuken van de dekenij leidt. De meid kwam hier, in gelukkig vervlogen tijden, letterlijk uit de kast om spijs en drank aan te brengen. In de mooie zolderruimte zitten acht OCMW-raadsleden – Johan Kerckhof (Open VLD) is verontschuldigd – en OCMW-secretaris Joost Mangeleer aan de vergadertafel. Onder het tiental aanwezigen in het publiek drie 17-jarigen: Thomas, Lukas en Robbe volgen Wetenschappen-Wiskunde aan het SintGodelievecollege in Gistel, ze zullen in de les politieke vorming verslag uitbrengen van de zitting. Om hen wegwijs te maken stelt de voorzitter

de raadsleden voor. Ze verduidelijkt dat er op de openbare zitting een voor het publiek gesloten vergadering volgt. En dan is iedereen er klaar voor. Er is bijzondere aandacht voor de jaarverslagen 2016 over de algemene werking van het sociaal huis, de schuldbemiddeling, het lokaal opvanginitiatief, het lokaal dienstencentrum en de assistentiewoningen. Enkele opvallende cijfers. Annie Cool: ‘Er is voor het derde jaar op rij een duidelijke toename van het aantal leefloners. Er werden in 2016 78 leefloondossiers goedgekeurd en vijftien geweigerd. Van die 78 leefloners waren er 34 jonger dan 26 jaar, 53 waren Belg en 25 niet-Belg. Het aantal budgetterings- en

schuldbemiddelingsdossiers lag met 279 in de lijn van de voorgaande jaren. We deelden voedselpakketten uit aan 181 gezinnen, in 2015 waren er dat nog maar 163. De Katrol gaf studieondersteuning aan huis aan 23 kinderen in dertien gezinnen. In de doorgangswoningen vingen we vijftien gezinnen en alleenstaanden op, in het LOI 35. Dat waren er meer dan de voorgaande jaren.’ Pieter Decrock (onaf hankelijke) bedankt de OCMW-medewerkers voor het werk aan het jaarverslag, maar merkt op dat niet alle cijfers even relevant zijn voor


het beleid. ‘Meten is weten, maar we hoeven ook niet alles te meten. We moeten ons afvragen welke cijfers we nodig hebben.’ De samenwerking van OCMW en gemeente brengt voor de medewerkers verandering en vernieuwing mee. Secretaris Joost Mangeleer licht toe hoe het personeel daar via vorming in begeleid wordt. Vervolgens passeren enkele logistieke punten de revue: vloerbekleding, elektriciteitswerken en waterverzachters in de assistentiewoningen, de aankoop van terrasmeubilair voor het lokaal dienstencen-

trum. Gerard Gevaert (Open VLD) heeft bedenkingen bij de kwaliteit van de stoelen. ‘Ik kijk altijd nauw toe op het budget, maar de prijs voor de stoelen lijkt me toch zeer laag.’ Dan staat de goedkeuring van de aanpassing aan het reglement thuiszorg op de agenda. ‘De klusjes bij mensen thuis worden door het maatwerkbedrijf Footstep vzw uit Brugge uitgevoerd,’ zegt Annie Cool. ‘Tot nu toe moet iemand minimaal zeventig jaar zijn om er een beroep op te kunnen doen. De seniorenraad stelt voor de leeftijdsgrens naar 65 jaar te

verlagen. Tegelijkertijd willen we voor de klusjes een financiële tussenkomst invoeren voor mensen ouder dan zeventig jaar met een laag belastbaar inkomen. Wie jonger is dan zeventig en een medisch attest kan voorleggen, komt er ook voor in aanmerking.’ Het punt wordt tot tevredenheid van de aanwezige vertegenwoordiger van de seniorenraad zonder probleem goedgekeurd. Om 21.15 uur is de openbare zitting afgelopen. Het publiek kan in de belendende kamer nog wat napraten bij een drankje. Het laatste woord is voor Rob-

be, Lukas en Thomas. ‘Het OCMW is nieuw voor ons. We kregen les over de verschillende politieke partijen, maar in de OCMWraad blijkt politiek niet echt te spelen. We hadden ook geen idee van de uitgebreide dienstverlening van het OCMW. Dat kinderopvang De Zonnebloem van het OCMW was, wisten we niet. En van studieondersteuning aan huis bijvoorbeeld hadden we nog nooit gehoord.’

Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal april 2017

17


Hoera, open ruimte! P L AT T E L A N D S B E L E I D

IN STEDEN EN GEMEENTEN

Onze open ruimte staat onder druk. Elke dag verliest Vlaanderen er ongeveer 5,7 hectare van. Nochtans is onze open ruimte een onmisbare bouwsteen en hefboom om het sterk verstedelijkte Vlaanderen leefbaar te houden. Tien jaar geleden werden daarom de eerste stappen gezet naar een volwaardig Vlaams plattelandsbeleid, dat bij uitstek integraal, gebiedsgericht en bottom-up is. De lokale besturen vormen daarbij een belangrijke partner. Deze publicatie vormt een inspiratiebron voor lokale besturen om te blijven werken aan het landelijk gebied en de open ruimte van morgen.

WAT K A N U V E RWAC H T E N VA N H E T B O E K ? ê Toekomstvisies van experts. ê 7 streefbeelden voor het Vlaamse platteland: open ruimte, ruimtelijke kwaliteit en identiteit, het wegennet, kwetsbare groepen, leefbare dorpen, ondernemerschap en duurzame ontwikkeling. ê Concrete praktijkvoorbeelden en verwijzingen naar (online) informatie. ê Het plattelandsbeleid uitgelicht, op Europees, Vlaams, provinciaal en lokaal niveau. ê Een inspirerende gids voor mandatarissen en ambtenaren, maar ook voor iedereen geïnteresseerd in (aspecten van) plattelandsbeleid.

✁ BESTELKAART

Ja,

ik bestel .... ex. van HOERA, OPEN RUIMTE! ....

*

boek voor € 69/59*

....

E-book voor € 59/49*

-lid ja/nee (schrappen wat niet past)

Uitgeverij Politeia

Naam: ......................................................................................

Keizerslaan 34 1000 Brussel

Functie: ..................................................................................... Bestuur/Organisatie: .................................................................. Tel.: ..........................................................................................

Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via

www.politeia.be info@politeia.be 18 april 2017 Lokaal

E-mail: ...................................................................................... Adres: ...................................................................................... Btw: ......................................................................................... Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Voor actuele prijzen, raadpleeg steeds www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven.

Datum en handtekening


Energie- en klimaatdag

Antwerpen 4 mei 2017 www.energieklimaatdag.be Lokaal april 2017

19


Drie schepenen van energie poseren bij de zonnepanelen op het dak van het gemeentehuis van Asse, met op de achtergrond twee windturbines van de coรถperatie Ecopower.

20 april 2017 Lokaal


Interview met Kris Smet (Kruibeke), Goedele Van der Spiegel (Edegem) en Yoeri Vastersavendts (Asse)

De stap naar hernieuwbare energie lukt niet zonder burgerparticipatie Asse bouwde jaren geleden vier windmolens met de coöperatieve Ecopower. Edegem won de Klimaatprijs voor zijn communicatie met de inwoners. Kruibeke werkt aan een model om het gemeentelijke patrimonium om te turnen tot passiefgebouwen, een model dat in de toekomst ook voor de inwoners kan werken. Een gesprek met drie bevlogen schepenen bevoegd voor energie. tekst cedric depuydt, bart van moerkerke, alex verhoeven beeld stefan dewickere

E

nergiebeleid staat hoog op de agenda van veel gemeenten. Het zijn zeker niet alleen de steden die de voortrekkers zijn en die, vaak samen met hun inwoners, spraakmakende projecten realiseren. Ook kleinere besturen trekken aan de kar. Lokaal sprak met drie schepenen bevoegd voor energie: Goedele Van der Spiegel (Edegem, Groen), Yoeri Vastersavendts (Asse, Open VLD) en Kris Smet (Kruibeke, Samen voor Kruibeke).

U wilde bij de coalitievorming alle drie graag energie in uw bevoegdheidspakket. Waarom? Goedele Van der Spiegel: ‘Voor Groen zijn klimaat en energie vanzelfsprekend essentiële beleidsthema’s. Bovendien zijn het domeinen waar je absoluut de burgers moet meenemen, zonder hen geraak je nergens. Aan die betrokkenheid werken, dat is waarom ik politiek actief ben geworden. Het lokale niveau is daarvoor het meest geschikt.’ Kris Smet: ‘Energie, zuiver water en afval, dat zijn de drie thema’s die wereldwijd de toekomst mee zullen bepalen. De energiesector is in volle verandering, een lokaal bestuur moet mee aan het roer staan om het verschil te maken.’ Yoeri Vastersavendts: ‘Ik wilde absoluut energie in mijn portefeuille omdat ik er persoonlijk al zeer lang mee bezig ben. Ook de gemeente Asse is een voorloper. Onder mijn voorganger zijn er vier windmolens gebouwd met de coöperatie Ecopower. Hij heeft sterk in een draagvlak geïnvesteerd. Op die weg gaan we nu verder. We waren de eerste Vlaams-Brabantse gemeente met een goedgekeurd klimaatactieplan in uitvoering van het burgemeestersconvenant. Dat plan is breed gedragen.’

Edegem kreeg de Klimaatprijs voor zijn communicatie met de inwoners. Hoe organiseert u die? Goedele Van der Spiegel: ‘Je moet je beleid niet zozeer richten op wie al overtuigd is, die mensen zetten vanzelf stappen naar rationeler energiegebruik. Het is belangrijk de brede bevolking te bereiken. Dat doen we met veel kleine sensibilisatieprojecten. We hebben bijvoorbeeld een doe-kaart met vrij eenvoudige acties met betrekking tot vier thema’s: energie, mobiliteit, lokaal voedsel, en afval en hergebruik. We verspreiden die kaart via scholen, via het gemeentehuis enzovoort. De acties zijn voor iedereen haalbaar. We hebben ook een klimaatchallenge voor scholen opgezet: waarmee wil je als school het verschil maken? Hoe wil je de ouders van de kinderen erbij betrekken? Kinderen zijn de hefboom om de ouders te bereiken. Als ze het in de klas gewend zijn het licht uit te schakelen, beginnen ze daar ook thuis wel mee. Uiteraard zullen ze er hun ouders niet van overtuigen om het huis te isoleren, maar misschien wel om met de fiets naar de bakker te rijden in plaats van met de auto. En de kinderen zullen natuurlijk de huizen van morgen bouwen of verbouwen. Je moet hen nu vertrouwd maken met de klimaat- en energieproblematiek.’ Kris Smet: ‘We moeten nu sensibiliseren om er over tien jaar de vruchten van te plukken.’ Yoeri Vastersavendts: ‘En als we iedereen willen meehebben, moeten we realistische doelstellingen stellen. Wij gaan voor 20-20-20: twintig procent minder uitstoot van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990, twintig procent meer energie-efficiëntie en twintig procent duurzame energie. De gemeente klimaatneutraal maken is niet realistisch.’ Lokaal april 2017

21


Kris Smet: ‘Waarom zou iemand neen zeggen als hij zelf niet moet investeren en als hij een ESCO terugbetaalt met het geld dat hij bespaart op zijn energiefactuur?’ Asse heeft voor de bouw van de vier windturbines gekozen voor burgerparticipatie. Kunt u even het proces schetsen dat tot die realisatie heeft geleid? Yoeri Vastersavendts: ‘Een tiental jaar geleden spraken verschillende grondeigenaars de gemeente aan. Ze waren door grote energiespelers gecontacteerd om hun grond in concessie te geven voor de bouw van windturbines. Dat was de aanleiding om een visie op hernieuwbare energie uit te werken die de gemeenteraad in 2008 goedkeurde. We stelden daarin dat Asse resoluut gaat voor participatie. Op die basis hebben we een overeenkomst met de coöperatie Ecopower afgesloten.’ U bent als liberale schepen voorstander van de coöperatieve benadering. Is dat niet vreemd? Yoeri Vastersavendts: ‘Participatie van burgers is de enige manier om windturbines te zetten en bij uitbreiding om snel op hernieuwbare energie over te schakelen. Met beslissingen van bovenaf lukt het niet. Ik ben het met minister Tommelein eens die zegt dat we voor energieproductie naar een coöperatief model moeten gaan. Je laat de mensen die de energie verbruiken, zelf investeren in de productie, je activeert hun kapitaal. Dat is toch een liberaal principe. We moeten er wel op toezien dat het over een daadwerkelijke coöperatie gaat. Ik merk dat grote energiespelers een coöperatieve dochtervennootschap oprichten die dan tien procent van de aandelen van de moedervennootschap in handen heeft. Burgers kunnen participeren in de coöperatie, maar uiteindelijk hebben ze niets te zeggen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Een van die grote bedrijven kwam onlangs inlichtingen vragen op het gemeentehuis: het wil een windmolenpark realiseren in Asse. Ik wist van niets. Als Belgocontrol akkoord gaat met het park wordt er over één, twee jaar misschien al gebouwd. En dan is de kans groot dat de steun bij de bevolking waaraan we jaren hebben gewerkt, in één klap verloren gaat.’ Kris Smet: ‘In Kruibeke werken we samen met de coöperatie Wase Wind. Dat loopt zeer goed, het draagvlak is groot.’ Yoeri Vastersavendts: ‘De lokale sturing is belangrijk, maar eigenlijk is de gemeente een te kleine entiteit voor windmolenparken. Als wij een turbine plaatsen in een KMO-zone op de grens met Ternat, dan zorgt dat voor problemen in de woonwijk van onze buurgemeente 200 meter verderop. Wij realiseren dan misschien wel een deel van ons klimaatactieplan, maar we houden geen rekening met de buren. Binnenkort ga ik praten in de Oostkantons waar twee gemeenten en een coöperatie samen een project willen realiseren. Dat lijkt me een goede manier van werken. Een windturbine zie je vanop twaalf kilometer afstand staan, je moet dus werken aan steun van de burgers over de gemeentegrenzen heen.’ 22 april 2017 Lokaal

Woningen en gebouwen in het algemeen zijn grote energieverslinders. Wat doen jullie daaraan? Goedele Van der Spiegel: ‘Een lokaal bestuur heeft een voorbeeldfunctie en moet zijn eigen gebouwen onder handen nemen, maar het moet voor ogen houden dat de impact van die vaak grote inspanningen al bij al beperkt is. We hebben de CO2uitstoot in de gemeente in kaart gebracht. Slechts één tot twee procent is voor rekening van de gemeente.’ Kris Smet: ‘Dat klopt, maar je moet het toch doen. We zullen ons eigen patrimonium state-of-the-art maken. Het gaat over zeventien gebouwen die we willen aanpakken in samenwerking met een Energy Service Company (ESCO).’ Kunt u dat even toelichten? Kris Smet: ‘De basis is een energiescan van elk gebouw. Welke kleine en grote investeringen zijn er nodig om er een passiefbouw van te maken? Hoeveel euro geven we vandaag uit aan energie? Hoeveel zal de renovatie ons doen besparen? Uit de scan van een oud schoolgebouw bijvoorbeeld blijkt dat een investering van 100.000 euro een jaarlijkse besparing van 47.000 euro kan opleveren. Het model is dat de ESCO die investeringen doet en dat wij gespreid over enkele jaren terugbetalen met de energiebesparing die we realiseren. We hebben een akkoord met Eandis dat zij voor ons de lastenboeken opstellen, de markt screenen en de werken opvolgen van aanbesteding tot uitvoering. Ook voor hen is dat pionierswerk. We voerden al verkennende gesprekken met enkele ESCO’s, ze reageerden zonder uitzondering positief op ons model. We zullen binnenkort ons hele patrimonium in één keer aanbesteden. De terugbetalingsperiode zal van gebouw tot gebouw verschillen, afhankelijk van de terugverdientijd. Het is de bedoeling om dit systeem op termijn ook uit te breiden naar KMO’s, landbouwers en particulieren. We willen dus niet enkel het goede voorbeeld geven maar ook een model opzetten dat voor iedereen kan werken. Waarom zou iemand neen zeggen als hij zelf niet moet investeren en als hij een ESCO terugbetaalt met het geld dat hij bespaart op zijn energiefactuur? Na enkele jaren heeft hij een energiezuinige woning en is de lagere factuur pure winst.’ Yoeri Vastersavendts: ‘Wij willen iets gelijkaardigs doen met Eandis en een ESCO, we willen nog in deze bestuursperiode vaart in het dossier krijgen. Maar eigenlijk heb ik het wel gehad met terugverdientijden. We hebben één milieu, één klimaat, één aarde, als we over de middelen beschikken, zijn we het aan de komende generaties verplicht om te investeren, met of zonder terugverdieneffect.’ Kris Smet: ‘Een overheid kan dat misschien wel opbrengen, maar als je de verandering breed wilt uitrollen, heb je een eco-


Yoeri Vastersavendts: ‘We hebben één milieu, één klimaat, één aarde, als we over de middelen beschikken, zijn we het aan de komende generaties verplicht om te investeren, met of zonder terugverdieneffect.’ nomisch model nodig dat de mensen tot investeren beweegt. De zonnepanelen hebben dat bewezen: zonder een pushmodel gebeurt er niets.’ Is decentrale energieopslag de toekomst? Goedele Van der Spiegel: ‘Wij willen het nieuwe natuureducatief centrum dat we bouwen van het net afhalen en volledig off grid gaan. We hebben een studiebureau in de arm genomen om met verschillende leveranciers de mogelijkheden van energieopslag te bekijken.’ Yoeri Vastersavendts: ‘Er is momenteel geen incentive om te investeren in eigen opslag. De energiezekerheid in Vlaanderen is enorm groot. Waarom zou je een eigen batterij aankopen?’ Goedele Van der Spiegel: ‘Ik geloof zeer sterk in het decentrale, semicollectieve verhaal voor energie, voor water, voor voedselproductie. Nu moet iedereen bijvoorbeeld een eigen hemelwaterput hebben, waarom zou je die niet vervangen door één grote put onder het plein, op wijkniveau? De Vlaamse overheid moet dit veel meer stimuleren.’ Werkt Edegem voor het natuureducatief centrum samen met Eandis? Goedele Van der Spiegel: ‘We hebben een onafhankelijk studiebureau gezocht om ons bij te staan in innovatieve technieken. Bij Eandis blijven we soms op onze honger zitten. Zo heeft Eandis geen groot gamma ledverlichting en is het niet evident om andere verlichting op het openbare net aan te sluiten.’ Kris Smet: ‘Mijn ervaring is veeleer positief. Wij hebben met Eandis onlangs een overeenkomst afgesloten om onze openbare verlichting volledig om te schakelen naar led. We kunnen er 23 procent mee besparen en de CO2-uitstoot met 1900 ton verminderen. We zijn aan het onderzoeken of we de investering kunnen financieren via crowdfunding. Het probleem is dat de burgers dan eigenaar worden van de verlichtingspalen en voor Eandis moet dat de gemeente zijn. Dat moeten we nog zien op te lossen.’ Yoeri Vastersavendts: ‘In sommige dossiers zou de dienstverlening van Eandis nog beter kunnen, maar over het algemeen

gaat het toch de goede kant uit. Eandis is bijvoorbeeld een zeer goede partner voor het uitrollen van de energieprestatiecertificaten bij de besturen en later ook bij de particulieren en KMO’s. Ook over de samenaankoop van elektrische auto’s bijvoorbeeld zijn we zeer tevreden.’ Hoe staat het met het wagenpark van de gemeente? Kris Smet: ‘We zijn volledig aan het overschakelen op CNG. Eerst pakken we onze wagens aan, vanaf 2023 volgen ook de vrachtwagens.’ Jullie schakelen niet over op elektrische voertuigen? Kris Smet: ‘Neen. Eandis heeft in Kruibeke een CNG-station gebouwd. Bovendien heb ik wel wat vragen bij de uitrol van de elektrische laadpalen. Zodra daar meer duidelijkheid over is, zullen we de elektrische voertuigen bekijken.’ Goedele Van der Spiegel: ‘Dat gaat ook voor mij te langzaam. We hebben nu twee laadpalen, die zijn continu bezet. We hebben wel al een elektrische dienstwagen. Die kan in het weekend ook als deelwagen door inwoners worden gehuurd.’ Yoeri Vastersavendts: ‘Dat is interessant, wij zijn op dit ogenblik aan het onderzoeken hoe we hetzelfde kunnen doen. Mag ik ons diensthoofd milieu vragen contact op te nemen met zijn collega in Edegem?’ Goedele Van der Spiegel: ‘Uiteraard. Ik stel ook vandaag weer vast dat gemeenten zeer veel mooie initiatieven nemen, maar dat de uitwisseling van goede praktijken nog beter kan. Daar is nog werk aan.’ Cedric Depuydt is VVSG-stafmedewerker energie en klimaat, Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal, Alex Verhoeven is VVSGdirecteur Ruimte

Goedele Van der Spiegel: ‘Het is belangrijk met het energiebeleid de brede bevolking te bereiken. Dat doen we met veel kleine sensibilisatieprojecten en acties die voor iedereen haalbaar zijn. Lokaal april 2017

23


SPECIAL klimaatadaptatie

Op de breuklijn De massale uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen door de mens doet de aarde opwarmen. Die opwarming zet onze leefomgeving steeds meer onder druk. Door de klimaatverandering krijgen we drogere zomers en meer hittegolven, afgewisseld met periodes van intense neerslag en onweersbuien. Klimaatadaptatie betekent: anticiperen op deze veranderingen. De provincie Antwerpen is hierin een pionier en wil inspiratie bieden aan de andere overheden. tekst resi pansaert beeld louis schoeters

N

u al is de klimaatverandering merkbaar op vele terreinen: droogteproblemen in de landbouw, toestellen waarvan de koeling het laat afweten, overstromingen en rioleringen die water na hevige regenval niet meer kunnen afvoeren, schade aan fruitteelten na hevige onweders en hittegolven die in de eerste plaats in stedelijke omgevingen de leefbaarheid onder druk zetten. Voor neerslag zit België in een bijzondere situatie: we zitten net op de breuklijn tussen natter en droger. Zuiderse landen bereiden zich voor op hitte en droogte. Noordelijke landen bekijken de overstromingsrisico’s. In Bel-

gen. Tegen eind 2016 stuurde de provincie Antwerpen haar provinciaal klimaatadaptatieplan in. ‘Dit is het eerste in een hele rij. De klimaatverandering is slechts beperkt voorspelbaar. Creatieve en flexibele oplossingen bedenken die ook los van de klimaatverandering interessant zijn, is de boodschap!’ zegt provinciaal gedeputeerde van natuur en leefmilieu Rik Röttger. Hij is trots op dit plan dat na een wetenschappelijke klimaatanalyse vorm heeft gekregen. Het bevat zeven strategieën en een hele reeks acties waar verschillende diensten mee aan de slag gaan.

De provincie Antwerpen hoopt de volgende jaren de maatregelen uit het adaptatieplan te realiseren in de sectoren milieu en natuur, ruimtelijke planning en waterbeleid, en tegen de volgende legislatuur nieuwe acties voor te stellen. gië zullen we met heel creatieve oplossingen beide problemen tegelijk moeten behandelen. De winters zullen natter zijn, en na lange droogteperioden in de zomer kan het ook hevig gaan onweren, waardoor straten blank kunnen staan. Daarom ondertekende de provincie Antwerpen twee jaar geleden het Europese convenant ‘Mayors Adapt’. Samen met tientallen steden en enkele andere Europese provincies engageerde ze zich mee naar oplossingen te zullen zoeken om de klimaatveranderingen op te van24 april 2017 Lokaal

Plan met zeven stappen Rik Röttger noemt het als het ware een science-non-fictionverhaal: ‘Over een leefomgeving met veel meer bufferend groen en veel meer wateropvangmogelijkheden. Zo bouwen we eerst en vooral aan een sterk netwerk van water en natuur als basis voor omgevingskwaliteit, veiligheid en een bloeiende economie in stedelijk gebied en de dorpskernen. Hierbij denken we aan vergroening van straten en pleinen.’ Meer groen in het straatbeeld geeft een aangenaam frisser

gevoel in de zomer en is tegelijk goed voor de biodiversiteit en de gezondheid. Stadmoestuintjes versterken het sociaal gebeuren. Waterelementen kunnen bijdragen om hitte-eilanden te milderen. Via de natuurbeheerplannen wordt werk gemaakt van een klimaatrobuuste natuur. Ook op bedrijventerreinen kan er nog veel ‘onthard’ worden ten voordele van groen en water. Zo telt de provincie Antwerpen ruwweg 17.000 hectare bedrijventerreinen. Door de open ruimte op een slimme manier in te richten of te beheren creëren bedrijven winst voor zowel zichzelf als de natuur. 2B Connect is zo’n project om zeventig bedrijventerreinen in de grensregio ecologisch te vergroenen en duurzaam te maken, in samenwerking met Nederland. Het ‘vergroenen’ van bedrijventerreinen kan enerzijds letterlijk, met kleine maatregelen zoals nestkasten voor vogels en het behoud van waardevolle bomenrijen. Maar anderzijds gaat het ook om een duurzame transitie: een inkapseling in het milieumanagementsysteem. Rik Röttger hecht ten tweede ook belang aan een sterk blauw-groen netwerk in het buitengebied: ‘Behoud en vrijwaring van het buitengebied is heel belangrijk in termen van klimaatadaptatie met ruimte voor water, verkoeling en ontspanning voor de mensen, duurzame voedselproductie en ook soorten die willen migre-


De provincie Antwerpen wil een sterk netwerk van water en natuur bouwen als basis voor omgevingskwaliteit.

ren in een meer noordelijke richting. Ook groen- en recreatiedomeinen evolueren richting klimaatrobuust. Er worden meer overstromingszones aangelegd. Telkens wordt naar kansen gezocht voor zachte recreatie en biodiversiteit.’ Ten derde wil de provincie Antwerpen infrastructuur en materialen klimaatbestendig (her)ontwikkelen. Het gaat hier over nieuwe bouwconcepten, alternatieve woonvormen en aangepaste woonwijken waar het zowel bij zware neerslag als tijdens een hittegolf nog aangenaam wonen kan zijn. Het koel houden van gebouwen door bijvoorbeeld zonnewe-

vorderen en neerslag op te vangen in opslagtanks en regentonnen of vast te houden op groendaken. De ‘duurzaam omgaan met water’-boodschap zal nog luider klinken bij burgers, bedrijven, scholen en architecten. ‘Via een living lab of een proeftuin willen we onze partners hier al vroeg in het ontwikkelproces bij betrekken,’ zegt Rik Röttger. ‘We willen hen mee laten brainstormen over de manier waarop we innovatief kunnen werken met de waterkringloop, de ideeën in de praktijk uittesten, kortom: cocreatie.’

Rik Röttger: ‘Onder het motto “The next big thing will be a lot of small things” is er veel mogelijk om te anticiperen op een veranderend klimaat.’ ring helpt om mensen maar ook toestellen goed te laten functioneren. Hierbij hoort ook een knelpuntencheck van de infrastructuur voor energie, spoor en weg, logistiek, communicatie, recreatie en horeca. De waterkringloop sluiten is een vierde strategie: door waterinfiltratie te be-

Ten vijfde wil het plan ook bouwen aan een klimaatbewuste en zelfredzame samenleving. ‘Gemeenten, burgers, verenigingen en bedrijven wijzen op de klimaatgevaren en leren hoe ze ermee kunnen omgaan, zal een hele uitdaging vormen,’ zo beseft Rik Röttger. ‘Daarnaast zullen we ook klimaatextremen in

rampenplannen integreren en hitte- en wateroverlastkaarten updaten.’ De voorlaatste actie van de provincie Antwerpen zet in op hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, duurzame mobiliteit en betere luchtkwaliteit. Hier wordt de relatie gelegd met een ander luik van klimaatzorg, namelijk ‘klimaatmitigatie’. Voor Rik Röttger zijn dit maatregelen om de broeikasgasuitstoot te beperken: ‘Denk aan het stimuleren van zonnepanelen, het investeren in windenergie en het onderzoeken van de mogelijkheden met betrekking tot aardwarmte. Tot slot stippelt de provincie beleid uit om adaptatie georganiseerd te krijgen in heel de provinciale werking en daarbuiten. De provincie Antwerpen hoopt de volgende jaren de maatregelen uit het adaptatieplan te realiseren in de sectoren milieu en natuur, ruimtelijke planning en waterbeleid, en tegen de volgende legislatuur nieuwe acties voor te stellen uit een brede waaier thema’s die ook nauw aansluiten bij adaptatie, zoals landbouw, economie, recreatie, maar ook welzijn, infrastructuur, mobiliteit en rampenplanning. Het adaptatieplan kan al een voorbeeld zijn voor de andere provincies en gemeenten. Nu al worden in een Vlaams overlegplatform nieuwigheden besproken en concrete plannen gemaakt. De portaalsite www.burgemeestersconvenant.be zal in de loop van 2017 opgestart worden met inzoombare kaarten, maatregelen en inspirerende projecten. Vele kleine beetjes ‘Onder het motto “The next big thing will be a lot of small things” is er veel mogelijk om te anticiperen op een veranderend klimaat,’ zegt Rik Röttger. ‘Een duurzamer leefomgeving komt immers tot stand als grote acties verbonden worden met vele kleine acties. De inspanningen om onze broeikasgasuitstoot te verminderen, lopen onverminderd door. Tegelijk biedt klimaatadaptatie ook een kans om werk te maken van groene, leefbare steden, slimme mobiliteit, meer ruimte voor natuur en water en duurzame energie. We moeten dit als een kans zien die we voor de honderd procent moeten grijpen.’ Resi Pansaert is adviseur milieu en duurzame ontwikkeling van de provincie Antwerpen

Lokaal april 2017

25


SPECIAL klimaat praktijk

Een label voor wie duurzaam onderneemt BEERSE - De industrie heeft in de Kempense gemeente Beerse een groot aandeel in de totale CO2-uitstoot. Om ondernemingen extra aan te moedigen hun uitstoot te verminderen heeft de milieuraad het label ‘duurzaam ondernemen’ ontwikkeld.

voor alle klanten en passanten. Informatie over de uitgevoerde actie verschijnt op www.beerse. be/duurzaamondernemen, zodat andere bedrijven ervan kunnen leren.

Voor elke nieuwe duurzame investering kan het bedrijf een label aanvragen.

Wat is er al gebeurd? GR-technics heeft in 2016 geïnvesteerd in ledver‑ lichting (zestig procent energiebesparing in vergelij‑ king met de vroegere situatie) en een oplaadstation voor elektrische voertuigen (tien procent energiebe‑ sparing tegenover vroeger). Janssen Pharmaceutica heeft 161 oude diepvries‑ kasten vervangen door 149 nieuwe energiezuinige diepvrieskasten. Hiermee is er een besparing van 73 procent gerealiseerd. Metallo Chimique heeft een nieuwe condensatie‑ verwarmingsketel met hoog rendement op aardgas geplaatst en produceert hiermee op jaarbasis elf ton CO2 minder. Het bedrijf Stubbe bvba is een koploper wat duur‑ zaamheid betreft en heeft een hele reeks energie‑ besparende maatregelen toegepast in zijn nieuwe bedrijfsgebouw, met onder meer doorgedreven isolatie, ledverlichting en recuperatie van de warmte die de machines produceren. Wienerberger nv heeft een mobiliteitsplan ontwik‑ keld voor zijn werknemers. 36 werknemers hebben zich geëngageerd om zestig procent van de dagen met de fiets naar het werk te komen in plaats van met de auto. CenCmedia bvba heeft in zijn zaak de klassieke verlichting vervangen door ledverlichting.

26 april 2017 Lokaal

In maart 2014 ondertekende de gemeente Beerse het Burgemees‑ tersconvenant voor klimaat en energie. Daarmee engageerde ze zich de CO2-uitstoot tegen 2020 met twintig procent te verminde‑ ren. Er zitten nogal wat industri‑ ële bedrijven op het grondgebied van de gemeente, hun mede‑ werking is dus onmisbaar om het streefdoel te bereiken. Om ze aan te moedigen kunnen ze sinds 2016 en tot het streefjaar 2020 een label duurzaam ondernemen ver‑ dienen. De actie is een initiatief van de milieuraad van Beerse in samenwerking met Eandis en de gemeente Beerse. De milieuraad kent het label toe aan ondernemingen die kunnen aantonen dat ze ingrepen doen om hun uitstoot te verminderen. Ze krijgen een sticker met het la‑ bel aan hun raam, goed zichtbaar

Intussen hebben al zes grote on‑ dernemingen in Beerse het label duurzaam ondernemen ontvan‑ gen, telkens voor een ander soort actie die CO2-reductie oplevert. De ondernemingen zijn gemotiveerd om in 2017 weer een duurzame investering te doen, zodat ze ook dan het label in ontvangst mogen nemen. Het is dus niet zo dat een bedrijf zich door een eenma‑ lige ingreep voor de rest van zijn dagen duurzaam mag noemen, maar voor elke nieuwe duurzame investering die het realiseert, kan het wel opnieuw een label aanvragen. De gemeente doet haar best ondernemers zo goed mogelijk over het label te informeren, vertelt Carolien Van Gorp van de milieudienst: ‘Het is belangrijk dat alle ondernemingen op de hoogte zijn van de actie. Bovendien mag de drempel om een duurzame investering voor de bekroning in te dienen niet te hoog zijn. In 2017 werken we extra hard aan de communicatie om zo nog meer ondernemingen te overtuigen een duurzame investering te doen en het label aan te vragen.’ De actie loopt tot en met 2020.

Carolien Van Gorp milieudienst Beerse T 014-62 25 87 milieu@beerse.be www.beerse.be/duurzaamondernemen


Klimaatsubsidie geeft boost aan lokaal klimaatbeleid De provincie Antwerpen en bijna alle gemeenten van de provincie zetten zich al jaren in voor het klimaat. Met de klimaatsubsidie geeft de provincie het lokale klimaatbeleid een welkome extra boost. Ben je een gemeente of organisatie uit de provincie Antwerpen en heb je ook een idee om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen? Dien een project in en maak kans op een klimaatsubsidie. In de zomer van 2017 volgt een nieuwe projectoproep. www.provincieantwerpen.be > klimaatsubsidie

Lokaal april 2017

27


FP

••• FutureproofedCities

FutureproofedCities helpt gemeenten op een eenvoudige manier klimaatplannen te ontwikkelen, beheren en delen.

Van klimaatplan naar actie: via één handige online tool ONTWIKKEL

B EH EER

DEEL

#

KLIMAATPLAN OPSTELLEN

MAATREGELEN MANAGEN

Begin met de starterskit en inspireer je bij andere steden.

"

ACTIES UITROLLEN

Organiseer je maatregelen en monitor de vooruitgang naar je doelstellingen.

!

Werk makkelijk samen met jouw team en met andere departementen.

BURGERS BETREKKEN

Deel je successen en laat je inwoners participeren.

Gebruikers aan het woord We hebben voor FutureproofedCities gekozen, onder andere omdat we geloven dat de app ons kan helpen de samenwerking tussen diensten en politiek rond klimaatplannen efficiënt en overzichtelijk te laten verlopen.

Voor ons lijkt het belangrijkste voordeel participatie en engagement. We denken dat we met FutureproofedCities onze inwoners beter kunnen betrekken bij onze klimaatacties door een verbeterde communicatie. Hierdoor wordt de drempel immers lager voor geïnteresseerde burgers.

Hans Bonte

Klaas Geers

B u r g e m e e s t e r, V I LV O O R D E

D u u r z a a m h e i d s a m b te n a a r, OV E R IJ S E

Probeer FutureproofedCities gratis uit Ontdek FutureproofedCities op de Energie- en Klimaatdag van VVSG op 4 mei 2017 in de Zoo van Antwerpen. Contacteer ons vandaag voor vrijblijvende toelichting en demo-versie. info@futureproofed.com

28 april 2017 Lokaal

$ cities.futureproofed.com

% +32 16 24 29 70


SPECIAL klimaat praktijk

Huisbezoeker begeleidt inwoners naar een energiezuinige woning HOOGSTRATEN - Gezinnen met een hoge energiefactuur of een matige tot lage woonkwaliteit kunnen terecht bij de huisbezoeker Wonen. De huisbezoeker trekt ook naar wijken met veel renovatiepotentieel, waar gezinnen die wel voldoende kapitaalkrachtig zijn, wonen in een woning die intussen verouderd is. Zo kan ze alle soorten mensen en gezinnen in verschillende woonsituaties helpen.

Wie in Hoogstraten in een woning met lage woonkwaliteit of hoog energieverbruik woont, kan rekenen op de huisbezoeker Wonen. Zij komt bij de mensen thuis langs, bespreekt het energieverbruik van de woning en geeft advies op maat. De huisbezoeker bewan‑ delt samen met hen de hele weg naar een betere woonsituatie, zo lang dat nodig is. Dankzij deze manier van werken bereikt ze mensen die anders niet bij de reguliere dienstverlening terecht‑ komen. Niet alleen eigenaars, maar ook huurders kunnen bij de huisbezoeker terecht. Wanneer het mogelijk en zinvol is, brengt zij gezinnen samen om in groep actie te ondernemen. Tijdens het huisbezoek bespreekt de huisbezoeker de energiefac‑ tuur en wordt de woonkwaliteit in kaart gebracht. Net zoals onze smartphone ons tegenwoordig zelf waarschuwt welke energie‑ verslindende apps we op ons toestel hebben, zo gaat zij met een energiemeter op zoek naar energieverslindende toestellen in huis – en tel die smartphone gerust mee, of die ijskast die zoveel sneeuw produceert dat je er een sneeuwman van in de tuin kunt zetten! Is het huis slecht geïsoleerd of heeft de warmwaterinstal‑ latie haar beste tijd gekend? De huisbezoeker ontdekt het. Ze pluist ook mee de markt uit naar voordeliger energiecontracten op maat van het gezin. Op basis van de huidige en ook de toekom‑ stige woonwensen geeft de huisbezoeker advies over aanpas‑ singsprioriteiten voor de woning. Ze rekent ineens ook voor hoe snel de maatregelen terugverdiend worden door het geringere energieverbruik. Zodra de bewoners aan de uitvoering van de maatregelen begin‑ nen, begeleidt de huisbezoeker hen daarbij. Ook deze dienstverle‑ ning is maatwerk: van eenvoudige wijzigingen in enkele dagelijkse handelingen over vervanging van slecht functionerende of verou‑ derde toestellen tot ingrijpender veranderingen aan de woning. ‘De formule werkt,’ zegt duurzaamheidsambtenaar Judith Schrij‑ vers. ‘Na één jaar werking kan de huisbezoeker al fraaie resultaten voorleggen. Daken, muren of ramen worden geïsoleerd, met een gezondere woning als resultaat. Oude, energieverslindende ver‑ warmingstoestellen of elektrische apparaten worden vervangen en leveren meer comfort met minder energie. Of mensen passen

Na een jaar werking kan de huisbezoeker al fraaie resultaten voorleggen, van isolatie tot het vervangen van oude toestellen of gedragsveranderingen van de bewoners.

hun gedrag aan en leren dat ze zelf invloed hebben op de hoogte van hun energiefactuur.’ Zo kreeg Gerd Smets de huisbezoeker over de vloer. Ze kreeg het advies haar dak te isoleren en de oude diepvriezer te vervangen. Binnen drie weken startte Gerd met de isolatiewerken.

Judith Schrijvers

duurzaamheidsambtenaar stad Hoogstraten T 03-340 19 23 judith.schrijvers@hoogstraten.be

Lokaal april 2017

29


SPECIAL klimaat Burgemeestersconvenant

Burgemeesters in actie Meer dan de helft van de gemeenten in Vlaanderen ondertekende het Burgemeestersconvenant al. De gemeentelijke plannen of SEAP’s (Sustainable Energy Action Plans) zijn volop in uitvoering. Gemeenten leveren zo een belangrijke bijdrage aan het halen van de Europese energiedoelstellingen. tekst stefan kempeneers beeld gf

gemeenten vaak nog kleiner dan hier. Daarom heeft het Burgemeestersconvenant zogenaamde territoriale coördinatoren erkend die lokale besturen ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van SEAP’s. Interleuven is zo’n coördinator en ondersteunt de gemeenten in het arrondissement Leuven. De lokale besturen kunnen kiezen uit verschillende vormen van samenwerking, afhankelijk van de eigen ambities. Interleuven levert dan technische specialisten of algemene milieumedewerkers om die taken te helpen uitvoeren. Buitenschoolse kinderopvang in Bekkevoort Bouwen is vooruitdenken, want gebouwen gaan verschillende generaties mee. Met die gedachte in het achterhoofd bouwde de gemeente Bekkevoort in 2013 een pand voor buitenschoolse kinderopvang met polyvalente kantoorruimtes. Het werd een bijna-energieneutraal (BEN) gebouw dat voldoet aan de passiefbouwstandaard op het vlak van bouwkundige constructie en technische

Gemeenten delen ervaringen, ook Europees

Voor de Herentse schepen Jo De Clercq is veilig en duurzamer verkeer een prioriteit: ‘Maar hiervoor is het draagvlak bij de bewoners essentieel.’

T

ijdens de eindconferentie van twee Europese projecten begin februari in Brussel bleken gemeenten tegen twee barrières te botsen: gepaste financiële instrumenten en menselijke

30 april 2017 Lokaal

en technische capaciteit om al die acties efficiënt voor te bereiden en uit te voeren. Vooral in kleinere gemeenten is dat een hindernis. Dit is geen typisch Vlaams probleem, elders in Europa zijn

De projecten BEAST (Beyond Energy Action Strategies) en Mayors in Ac‑ tion organiseerden op 8 februari sa‑ men hun slotconferentie in Brussel. Na drie jaar werking werden tiental‑ len lokale acties uitgevoerd en inte‑ ressante instrumenten en leidraden opgesteld om ook andere gemeen‑ ten te inspireren bij de realisatie van hun SEAP. Het is absoluut niet nodig het warm water telkens opnieuw uit te vinden. Tal van goede praktijken uit heel Europa kunnen inspireren en bijdragen tot een efficiëntere uitvoe‑ ring van het lokale beleid. Het is ze‑ ker de moeite een kijkje te nemen op beide websites. http://www.mayorsinaction.eu http://www.beastproject.eu


De buitenschoolse kinderopvang is een schoolvoorbeeld van duurzaam bouwen. De 100.000 euro extra om de BEN-norm te halen verdient Bekkevoort volgens schepen Benny Reviers op acht jaar terug.

installaties. Het verbruikt een minimum aan energie voor verwarming, ventilatie, koeling en warm water. Dat beetje energie dat het gebouw toch nog nodig heeft, haalt het gedeeltelijk uit hernieuwbare energiebronnen. Een mooie SEAP-actie is dit. Bekkevoort gaat intussen voort met de uitvoering van zijn SEAP en kan voor het voorbereidend werk rekenen op Interleuven als territoriaal coördinator van het Burgemeestersconvenant. Het gebouw werd intussen door de provincie Vlaams-Brabant uitgeroepen tot schoolvoorbeeld van duurzaam bouwen. Van de totale kostprijs (1,66 miljoen euro) vloeide zo’n 100.000 euro naar maatregelen om de BEN-norm te halen. Hier staat de Bekkevoortse schepen Benny Reviers helemaal achter: ‘Die extra investering verdienen we als gemeente op acht jaar terug.’ Het project streefde behalve naar energie-efficiëntie overigens ook naar dorpskernversterking en -ontwikkeling die een betere dienstverlening met minder verplaatsingen mogelijk maken. Mobiliteit in Herent Het zal niemand verwonderen dat mobiliteit in Vlaams-Brabant een van de grote uitdagingen voor het klimaatbeleid is. Met haar ligging tussen Leuven en Mechelen is de gemeente Herent dagelijks getuige van lange files en sluipverkeer. Voor schepen Jo De Clercq is veilig en duurzamer verkeer dan ook een prioriteit. Jo De Clercq: ‘Maar hiervoor

is het draagvlak bij de bewoners essentieel.’ Via de actie InspirHerent brachten burgers zelf ideeën aan voor mogelijke ingrepen. Naast de al bestaande actie ‘autodelen’ waarbij intussen al veertig inwoners betrokken zijn die samen zes auto’s delen, werd samen met Leuven het kinderfietsendeelproject opgestart waar ouders een stevige en veilige kinderfiets kunnen huren. Het is voor de ouders goedkoper, er moeten minder fietsen aangekocht worden en de fietsen die door een gezin niet meer gebruikt worden, krijgen ergens anders een nieuw leven. De actie loopt sinds 1 mei 2016, aankoop en onderhoud gebeuren in samenwerking met de vzw Velo. Resultaat: minder fietsen in aankoop (energie en grondstoffen bespaard!) en hergebruik. Maar een probleem als mobiliteit is om-

vangrijk en dat kan een relatief kleine gemeente niet alleen de baas. Daarom werkt Herent ook samen met andere gemeenten in de omgeving, bijvoorbeeld door deel te nemen aan een intergemeentelijke actie van Interleuven voor het collectief aankopen van elektrische fietsen. Ook hecht het veel belang aan het provinciaal plan om een netwerk van fietssnelwegen uit te bouwen. Herent ligt op de as Leuven-luchthaven Zaventem-Brussel. De provincie wil onder meer op deze as het fietsen aanmoedigen en de gemeente Herent draagt bij door infrastructurele knelpunten op die as weg te werken. Samenwerking tussen diverse bestuurslagen is essentieel om een probleem als mobiliteit te kunnen tackelen. Stefan Kempeneers is milieubegeleider van Interleuven

Europa keurt 36 gemeentelijke klimaatplannen goed Het Covenant of Mayors (CoM) prijst in zijn goedkeuring van 34 gemeentelijke plan‑ nen de werkwijze in Vlaams-Brabant waar de provincie en Interleuven, beide erkend als territoriaal coördinator van de CoM, de gemeenten ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van hun SEAP’s. In het beoordelingsrapport worden pluimen uitgedeeld voor de gemeenschappelijke strategie, het sterke en gebruiksvriendelijke monitoring‑ instrument dat VITO heeft ontwikkeld, de aandacht en instrumenten om de burgers effectief bij het streefdoel te betrekken, de keuze van actiedomeinen, identificatie van financiële bronnen en de wijze waarop de uitvoering zal worden opgevolgd. De SEAP’s van Leuven en Vilvoorde waren al eerder goedgekeurd. Hiermee komt Vlaams-Brabant aan 36 goedgekeurde SEAP’s die elk een mooie bijdrage kunnen le‑ veren aan de ambities van de provincie om tegen 2030 klimaatneutraal te worden.

Lokaal april 2017

31


Hoe maakt u uw stad of gemeente klimaatbestendig? Het klimaat staat vandaag hoog op de Vlaamse agenda. EĂŠn van de uitdagingen is omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering. Het ruimtelijk beleid speelt daarin een belangrijke rol. Ondoordacht ruimtelijk beleid kan de impact van de klimaatverandering immers vergroten, een duurzame ruimtelijke ontwikkeling kan de effecten van de klimaatverandering milderen en tegengaan. Om overheden, projectontwikkelaars, architecten en andere professionals inzake ruimtelijke ontwikkeling te inspireren om steden en gemeenten klimaatbestendig in te richten, ontwikkelde Ruimte Vlaanderen de website

klimaatenruimte.be

32 april 2017 Lokaal


SPECIAL klimaat praktijk

TURNHOUT - Wat lekker is, hoeft niet van ver te komen. Dat hebben ze in Turnhout begrepen. De stad investeert sinds enkele jaren in korteketenprojecten en stimuleert de lokale bevolking om producten van dicht bij huis te consumeren. Zo krijgen lokale producenten meer kansen en daalt het aantal voedselkilometers voor de dagelijkse boodschappen.

Turnhout vermindert voedselkilometers Mensen zijn almaar meer geïnteresseerd in manieren om beter te consumeren, beter voor zichzelf en voor het milieu. Maar de mogelijkheden zijn niet voor iedereen even groot. De stad Turnhout ontwikkelde daar‑ om een aanbodcascade van initiatieven die het de lokale bevolking daarbij makkelijk maken. Die cascade bestaat momenteel uit zes trappen, afhankelijk van de mate waarin de inwoners zelf de handen uit de mouwen willen steken bij de voedselpro‑ ductie en -collectie. De hoogste en meest arbeidsintensieve trap van de cascade is voor mensen die een eigen volkstuin hebben en daar zelfstan‑ dig groenten en fruit willen kweken. De deelnemers krijgen ondersteuning van vzw Tuinhier. Bij de tweede trap hoeft de deelnemer al iets minder tijd en werk te investeren, want daar verdelen de deelne‑ mers de taken in collectieve volkstuintjes waar ze ‘samentuinen’ in samenwerking met vzw Velt. Bij de derde trap kunnen deelnemers hun groenten telen op gronden van een landbouwer die in de loop van het jaar zijn vakkennis ter beschikking stelt door een aantal taken uit te voeren, zoals de grond voorbereiden in bedden en met folie bedekken. Trap vier is dan weer aantrekkelijk voor mensen met weinig tijd. De deelnemers hoeven niet zelf te planten of te zaaien, ze komen gewoon wekelijks oogsten in de zelfoogsttuin. Zulke tuinen staan ook bekend als CSA-tuinen (Com‑ munity Supported Agriculture), omdat de deelnemers letterlijk een aandeel in het boerenbedrijf kopen. In ruil krijgen ze dan het aandeel van de oogst dat ze zelf nodig hebben. De boer is daardoor zeker van zijn

afzet en zijn inkomen en kan al zijn energie steken in waar hij goed in is: boeren. Wie helemaal niet zelf wil of kan spit‑ ten, planten of oogsten, maar wel graag voedselkilometers spaart, kan bij een voedselteam aansluiten (trap vijf). De leden bestellen wekelijks goederen via een website. De lokale producenten zetten de bestellingen klaar in twee depots. Voor deze vijf trappen zijn er tot nu toe in totaal een dikke driehonderd deelnemende gezinnen. Als laagste en gemakkelijk‑ ste, maar niet minder waardevol trapje promoot Turnhout de aankoop van lokaal geteelde of biologische producten via ge‑ vestigde handelaars die specifiek aandacht hebben voor korte keten, duurzaamheid en het klimaat. De stad Turnhout wil blijven inzetten op groene economie. Zo zoekt ze bijvoorbeeld naar geschikte gebieden om CSA-tuinen in de stad en de regio aan te leggen. Lokale horecazaken worden aangemoedigd meer gebruik te maken van het aanbod van lokale producenten. Zo levert de Stads‑ boerderij Turnhout al groenten en kruiden bij vijf lokale restaurants. Marc Machielsen, coördinator milieu van de stad Turnhout: ‘De Stadsboerderij, de CSAzelfoogsttuin, de boerenhofjes (trap drie) en de collectieve volkstuintjes zijn plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten. Ook op opleidingsmomenten en informatieses‑ sies komen ze elkaar tegen. Zo neemt automatisch de milieubewustwording toe. Belangrijk aspect is ook dat mensen op‑ nieuw geleerd wordt volgens de seizoenen te eten.’

De Stadsboerderij en de CSA-tuin ontvan‑ gen ook scholen. ‘Er zijn educatieve koffers opgemaakt per leeftijdsgroep. Het doel is de volgende generatie en in één moeite ook haar ouders meer milieubewust maken,’ besluit Marc Machielsen.

Lekker Lokaal Lekker Lokaal is een gezamenlijk pro‑ ject van de gemeente Oud-Turnhout en de stad Turnhout. Het heeft tot doel een korte keten te creëren tus‑ sen lokale en rurale ondernemers en consumenten in de stedelijke omge‑ ving van Turnhout. Grote aandacht gaat naar het distri‑ butiemodel dat het meest aansluit bij wat de klant wil en wat financieel haalbaar blijft voor de ondernemers. Daarnaast is het ook de bedoeling een band te creëren tussen stad en platteland door op zoek te gaan naar locaties voor lokale voedselproductie. Het project wordt uitgevoerd met provinciale en Europese subsidies (Plattelandsontwikkelingsfonds 2014-2020) en met expertise-in‑ breng van Regionaal Landschap Gro‑ te en Kleine Nete, RURANT vzw en Innovatiesteunpunt.

Marc Machielsen

coördinator milieu stad Turnhout T 014-44 33 48 marc.machielsen@turnhout.be

Lokaal april 2017

33


SPECIAL klimaat deelverwarming

Het warmtenet is helemaal terug van nooit echt weggeweest In Roeselare verwarmen de inwoners met hun eigen huisvuil een flink deel van de stad. De restwarmte van de verbrandingsoven loopt via een warmtenet – tegen het einde van de zomer bijna twintig kilometer lang – door de stad. Roeselare ambieert een pioniersrol in de transitie naar duurzame en hernieuwbare energie, samen met zijn inwoners, met de bedrijven en met de hele regio. Het kreeg voor die inspanningen van de Vlaamse regering de Slim in de Stad-prijs. tekst jeroen verelst beeld stefan dewickere

W

Michèle Hostekint: ‘Tegen 2020 kunnen we dankzij de warmtenetten bijna vijf procent CO2reductie realiseren, ongeveer een vijfde van het engagement dat we zijn aangegaan door de ondertekening van het Burgemeestersconvenant.’

34 april 2017 Lokaal

einig mensen in Roeselare weten dat de stad al dertig jaar een warmtenet heeft. De huisvuilverbrandingsoven van intercommunale Mirom maakt energie van restwarmte, warmte die anders massaal zomaar onbenut de lucht in gaat. De werking van een warmtenet is eigenlijk doodeenvoudig. Het huishoudelijk afval wordt in de oven verbrand op een temperatuur van 1000 graden. De warmte van de koeling wordt omgezet in warm water, dat via een gesloten ondergronds leidingsysteem door de stad loopt. ‘Roeselare was niet de enige stad met zo’n warmtenet,’ legt schepen voor Energie Michèle Hostekint uit. ‘Maar waar de kleine warmtenetten op de meeste plaatsen werden opgedoekt, bleven ze in Roeselare bewaard. Toen de klimaatproblematiek op de voorgrond trad en het duidelijk werd dat iedereen – ook gemeenten – actie moest ondernemen om de CO2-uitstoot terug te dringen, bleek ons warmtenet een geweldige troef. In plaats van het af te bouwen of op te doeken, zijn we het verder gaan uitbreiden.’ Het warmtenet is een duurzame centrale verwarming op stadsniveau. Nu al levert het warmte aan het stedelijk zwembad, aan het ziekenhuis, aan het cultuurcentrum, aan een aantal scholen, aan het serrecomplex, aan de veiling enzovoort. Zo dekt het een zesde van de warmtevraag van de volledige Roeselaarse dienstensector. Na 31 jaar, sinds 1986, zal het doorbreken in woningverwarming. Dit


jaar verdubbelt het warmtenet onder en door Roeselare in omvang: van negen naar negentien kilometer tegen het einde van de zomer. In de nabije toekomst zal Roeselare er onder andere een gloednieuwe woonwijk van duizend woningen op aansluiten. ‘De mogelijkheden van warmtenetten zijn enorm,’ zegt schepen Hostekint. ‘De verbrandingsoven alleen kan in één derde van de Roeselaarse warmtevraag voorzien. En dan hebben we het nog niet eens over andere bedrijven die veel restwarmte produceren. Steden met veel industrie laten hier nu nog een enorm potentieel liggen. De technologie staat ook niet stil, in de toekomst moet het mogelijk zijn ook andere hernieuwbare energiebronnen aan te sluiten op het warmtenet. Zo kan bijvoorbeeld ook de meerproductie van zonnepanelen gedeeld worden.’ Het is ook van zeer groot economisch belang. ‘Voor de warmte die MIROM nu al levert, zouden we voor bijna anderhalf miljoen euro aan aardgas moeten aankopen. Dat is dan geld dat naar het buitenland zou verdwijnen, maar dat we nu investeren in lokale energiebronnen en het energienetwerk in de stad.’ De warmtenetten spelen een belangrijke rol in de klimaatdoelstellingen van de stad Roeselare, geeft Hostekint aan. ‘Tegen 2020 kunnen we dankzij de warmtenetten bijna vijf procent CO2-reductie realiseren, ongeveer een vijfde van het engagement dat we zijn aangegaan door de ondertekening van het Burgemeestersconvenant. Om het nog concreter te maken: als we het warmtenet nu niet hadden, zouden we een honderd jaar oud bos nodig hebben dat dertig keer zo groot is als het Sterrebos in Roeselare om dezelfde CO2-uitstoot te compenseren.’ Slimme energieregio De warmtenetten zijn het paradepaardje van Roeselare, maar de stad legt niet al haar eieren in één mandje. Vanuit de ambitie deel uit te maken en trekker te zijn van een slimme energieregio zet ze

in op een brede waaier aan acties om het energieverbruik terug te dringen en maximaal gebruik te maken van hernieuwbare energie. ‘We werken volop aan een Klimaat Plusplan, dat al die acties bundelt in een heldere klimaatvisie op lange termijn,’ aldus Michèle Hostekint. ‘Voor dat plan willen we samenwerken met experts, onze inwoners, onze scholen, onze bedrijven… Samen met Citizen Lab zul-

ganiseerd en een energierenovatieteam op poten gezet. De Straat van Morgen is een proefproject dat erkend is door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen. Het loopt vier jaar. De lessen die hieruit worden getrokken, wil de stad ook in andere buurten inzetten. Hostekint meent dat participatie en cocreatie op het niveau van straten, buurten en gemeenten een belangrijke rol kunnen spelen in het realiseren van kli-

Michèle Hostekint: ‘De verbrandingsoven kan in één derde van de Roeselaarse warmtevraag voorzien. En dan hebben we het nog niet over andere bedrijven die veel restwarmte produceren. Steden met veel industrie laten hier nu nog een enorm potentieel liggen.’ len we een digitaal forum opzetten waar iedereen kan bijdragen aan het klimaatplan. Die interactie en participatie moeten voor het einde van het jaar een duidelijke toekomstvisie met concrete acties en meetbare doelstellingen opleveren.’ Een van de speerpunten van die participatie is de ‘Straat van Morgen’. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het om één straat in Roeselare waar de stad, de bewoners en allerlei partners de krachten bundelen om woningen te renoveren en energiezuiniger te maken. ‘Belangrijk is dat het om een mix van eigendommen en huurwoningen gaat,’ benadrukt Hostekint. ‘Net die huurwoningen hinken vaak achterop: de huurders zullen als tijdelijke passanten niet investeren, en de verhuurders vrezen dat ze hun energiezuinige investeringen niet terugverdienen. Daarom willen we ook de huurwoningen maximaal in de Straat van Morgen betrekken.’ De bewoners steken samen de handen uit de mouwen, maar leren ook van elkaar en denken samen met de stad en partners na over innovatieve oplossingen. Zo werd er een straatcoöperatie opgericht, er werden groepsaankopen voor energiebesparende maatregelen geor-

maatplannen en -doelstellingen. ‘Op Vlaams niveau zijn er plannen, doelstellingen, acties, subsidies om de energiebesparing en de energietransitie te versnellen. Tegelijkertijd nemen nogal wat gezinnen individueel maatregelen om hun energieverbruik terug te dringen of te verduurzamen. Maar tussen dat macroniveau en dat particuliere niveau heeft de stad een belangrijke rol te spelen en is er nog geweldig veel winst te boeken.’ ‘Lokale besturen kunnen in de eerste plaats natuurlijk een voorbeeldfunctie vervullen door hun eigen patrimonium onder handen te nemen. Maar ze kunnen ook gebiedsgericht burgers stimuleren, ondersteunen en een stadsbrede ontwikkeling faciliteren en organiseren. Uiteraard willen mensen geld besparen, maar we onderschatten nog vaak de praktische hindernissen. Als we onze inwoners “ontzorgen” en samenbrengen en als we voor de juiste stadsinfrastructuur kiezen, zullen we nog veel meer mensen meekrijgen in het duurzame en hernieuwbare energieverhaal.’

Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

Lokaal april 2017

35


SPECIAL klimaat praktijk

MECHELEN – Elk jaar roepen twee geselecteerde scholen de ouders, de oud-leerlingen maar ook de buurt op om elk 100 euro mee te investeren in klimaatmaatregelen in de school. De energiefactuur daalt en achteraf kan de school dankzij die lagere energiekosten de investeerders zonder intrest terugbetalen.

Met crowdfunding scholen sneller klimaatvriendelijk

In 2015 besloot de stad Mechelen scholen te stimuleren om versneld te investeren in klimaatvriendelijke infra‑ structuurmaatregelen. Met de jaarlijkse wedstrijd ‘Paraat voor het klimaat’ maken telkens twee scholen kans op een bedrag van 35.500 euro om te investeren in klimaatvrien‑ delijke infrastructuur. ‘We wilden de scholen stimuleren om maximaal in klimaatmaatregelen te investeren,’ zegt Mechels consulent Arnout Ruelens. ‘We beseften dat het budget de moeite waard moest zijn om te investeren. Daarom kiezen we elk jaar “maar” twee scholen uit, toch gaat het snel, we verwachten binnenkort de dossiers voor de derde ronde.’ En omdat Paraat voor het klimaat de Vlaamse Klimaatprijs van 2016 won, kon Mechelen ook een extra school laten investeren, zodat naast de campussen Caputsteen en Pitzemburg van het Busleyden Atheneum, ook de vrije basisschool Don Bosco, de metho‑ deschool De Wondertuin en het deeltijds onderwijs CDO volop werken laten uitvoeren. Om de wedstrijd te winnen moeten scholen een dossier indienen waarin ze aantonen hoe ze zullen werken aan kli‑ maat op school. Er zijn vier criteria: betrokkenheid ouders 36 april 2017 Lokaal

(20%), betrokkenheid leerlingen (20%), crowdfunding (20%) en impact op emissies (40%). In mei 2016 werd een eerste geslaagde crowdfunding opgezet. Deze bracht 5200 euro op voor campus Caputsteen van het Busleyden Atheneum en 4080 euro voor de vrije basisschool Don Bosco. Mechelen wilde niet alleen dat de scholen in gebouwen zouden investeren, het wilde ook werken aan draagvlak. ‘Put your money where your mouth is,’ vat Arnout Ruelens de tactiek samen. ‘Als je alleen informeert, blijft alles zeer vrijblijvend. Als ze investeren, denken mensen veel meer na en verandert misschien ook hun attitude.’ En hetzelfde geldt voor de scholen die na een eerste selectie door de jury bestaande uit Camp C, Milieuzorg op School en de crowdfundingor‑ ganisatie Socrowd cvba ondersteuning krijgen om hun milieu-ideeën in stevige dossiers vorm te geven. De verwachte besparingen van de winnende scholen vari‑ ëren tussen 20% en 35%. Deze reductie is eenvoudig aan te tonen omdat de verbruiksgegevens van de gebouwen (gas en elektriciteit) van vóór de ingreep bekend zijn. Het verschil tussen deze meting en de meting na de ingrepen geeft de besparing weer. Mechelen biedt bovendien een groep aan op het platform energieid.be voor de winnende scholen. Op deze wijze kunnen de scholen hun verbruik monitoren en zich vergelijken met andere scholen.

Arnout Ruelens consulent stad Mechelen 015 297 922 - arnout.ruelens@mechelen.be


ZERO EMISSION SOLUTIONS HELPT U NAAR KLIMAATNEUTRALITEIT ! Opmaak klimaatplan (mitigatie en adaptatie) Opmaak SEAP in het kader van Burgemeestersconvenant Energie-audits van uw gebouwen Begeleiding bij Hernieuwbare Energie projecten Verduurzaming events INFO ? 053/41.66.66 of info@zeroemissionsolutions.com Lokaal april 2017

37


SPECIAL klimaat Nederlandse voorbeelden

Nederland klaar voor nieuwe industriële revolutie Op de klimaatverandering kan het beleid reageren met maatregelen die de effecten zoveel mogelijk beperken of waardoor we leren omgaan met de veranderingen. Maar het kan ook anders. Dat gebeurt al in Nederland. De omschakeling naar een koolstofarme samenleving wordt daar als een kans gezien, met positieve effecten voor de samenleving en de economie. tekst cedric depuydt beeld gf

‘W

e leven in een memorabel tijdperk,’ zegt Jeremy Rifkin in Rotterdam. Deze Amerikaanse econoom wordt zowel door de Chinese en de Duitse overheid als door de regio Rotterdam om advies gevraagd. ‘We zetten enorme stappen vooruit voor drie technologieën, meer bepaald de (data)communicatie, de (hernieuwbare) energie en de mobiliteit. Op het vlak waar deze drie technologieën samenkomen, zullen we een technologische omwenteling meemaken.’ Hij noemt deze ontwikkeling ‘the internet of things’. Deze stappen zullen we niet zetten omwille van milieu of klimaatverandering. ‘Neen, dit gaat over de economie. Dit behelst

38 april 2017 Lokaal

werk, werk, werk. We staan aan de vooravond van een nieuwe industriële revolutie,’ aldus Rifkin. De vorige industriële revolutie ging uit van economische groei, maar dat is nu volgens Rifkin als graadmeter van onze welvaart een achterhaald model: ‘Het is veel belangrijker een model uit te werken dat zich toespitst op sociale indicaties voor levenskwaliteit.’ Hij verwijst naar de natuur, waar alle modellen cyclisch georganiseerd zijn, zoals de watercyclus. Dit cyclische model moeten we ook integreren binnen ons economisch model. Elke regio moet zelf zorgen voor deze omslag, maar het moet snel gaan. We keren niet terug in de tijd. Hij verwacht dat de omslag wereldwijd


Deelauto’s hebben het voordeel dat ze, met een rit in de voormiddag, de namiddag en in de avond, vaak stilstaan tijdens de uren met piekvraag of piekproductie van de zon.

Honderd elektrische deelauto’s in Utrecht moet lukken in een periode van twintig tot dertig jaar. Rifkin stelde voor de regio Rotterdam de Roadmap Next Economy op, samen met de Nederlandse hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans. Ook Rotmans maakt graag de vergelijking met de vorige industriële revolutie, die van begin 1900: ‘Toen moest in Rotterdam de haven nog gebouwd worden, waardoor de bevolking groeide van 70.000 naar 400.000 mensen. De huidige haven is voor tachtig procent gebaseerd op fossiele brandstoffen en petrochemie. En we zien de omzet van de haven jaar na jaar dalen en het aantal werklozen jaar na jaar stijgen. Daarnaast komen er in deze streek ook veel serres voor die met gas worden verwarmd.’ En toch is er volgens Rotmans geen reden tot angst: ‘Integendeel. Ik ben optimistisch. Er zijn maar een paar visionairen nodig om het pad uit te stippelen.’ Hij verwacht een complete omschakeling naar een koolstofarme samenleving op een korte periode van tien tot vijftien jaar. ‘En wat meer is, we stappen af van een economie van massaproductie met lage kosten, en keren terug naar detailproductie op maat met een hoge kwaliteit.’ Op ons bezoek horen we CEO’s van grote bedrijven uit de haven nog vertellen dat zij vanaf nu niet meer investeren in aardolie en petrochemie, maar wel in hernieuwbare energie. Cedric Depuydt is VVSG-stafmedewerker energie en klimaat

In de wijk Lombok, achter het station van Utrecht, komen vóór het einde van 2017 honderd elektrische deelauto’s, zij worden opgeladen met 22 bidirectionele laadpalen, zeg maar laadpalen die ook de elektriciteit gebruiken van de zonnepa‑ nelen in de wijk. ‘Om een wezenlijke bijdrage te kunnen leve‑ ren moeten we de voertuigen in korte tijd en met een hoge capaciteit kunnen laden en ontladen,’ zegt Robin Berg van Lombox. ‘Deelauto’s hebben het voordeel dat ze, met een rit in de voormiddag, de namiddag en in de avond, vaak stilstaan tijdens de uren met piekvraag of piekproductie van de zon.’ Daarnaast is Utrecht al bijna honderd jaar voorloper met wijk‑ verwarming. Het warmtenet verwarmt nu al een kwart van de gebouwen in de stad en volgens Gerrit Trouwborst van Eneco groeit het netwerk nog: ‘In nieuwbouwwijken kan dat relatief goedkoop, omdat je het warmtenet tegelijk met de andere nutsvoorzieningen aanlegt. In bestaande wijken vor‑ men de andere buizen en leidingen die al in de grond zitten een grote hinderpaal. Daarom werd in de wijk Ondiep een tiental jaar geleden een stuk warmtenet over de zolders van rijwoningen gelegd.’

Wij geloven in eerlijke lonen voor de boeren die onze koffie telen. Puro zet zich ook in voor de bescherming van de regenwouden. Voor elk kopje koffie dat u drinkt, staan wij een financiële bijdrage af aan de natuurbeschermingsorganisatie World Land Trust om bedreigde stukken tropisch regenwoud in Zuid-Amerika duurzaam te beschermen.

www.purocoffee.com - 0800/44 0 88 Lokaal april 2017

39


SPECIAL klimaat praktijk

BONHEIDEN – Hoe ontstaat een fietscultuur? Hoe maak je van de fiets een vanzelfsprekend vervoermiddel? Een fietsregistratiesysteem voor alle leerlingen in de basisscholen in de gemeente kan hiervoor zorgen.

Fietsregistratiesysteem verleidt schoolkinderen tot fietsen

Via een draadloos systeem worden alle fietsen met een gepersonaliseerde chip geregistreerd.

Raf Bogaerts Teamleider Studie & Mobiliteit gemeente Bonheiden T 015-50 28 33 Raf.bogaerts@bonheiden.be

40 april 2017 Lokaal

De kinderen van de basisscholen krijgen een gepersonaliseerde chip in het voorwiel van hun fiets of in hun fietshelm. Via een draad‑ loos systeem aan de fietsenstalling worden alle fietsers geregistreerd. Op een prettige, eenvoudige en veilige manier worden zo de fietskilometers van thuis naar school geteld. De gemeente koppelde er een aantrekkelijk beloningssysteem aan vast: de fietsritten brengen dukaten op die de jongeren kunnen inruilen op een van de vijf kermissen die jaarlijks in de gemeente plaatsvinden. En alles is natuurlijk ook te volgen via een app. De kinderen en hun ouders kunnen zo zien wie het meeste kilometers heeft gere‑ den, maar ook de gemeente kan haar winst uitrekenen: zo zullen de kinderen op een schooljaar drie keer de aarde rondgefietst hebben en maar liefst 29 ton CO2-uitstoot hebben voorkomen. Bonheiden telt ongeveer 800 schoolgaande kinderen in het kleuter- en lager onderwijs.

Zowat 500 kinderen registreerden zich tot nu voor het project. ‘In plaats van twaalf procent fietsgebruik bij onze schoolgaande jeugd, hebben we een potentieel opge‑ bouwd van 62 procent fietsgebruik,’ zegt burgemeester Guido Vaganée. De bevolking kan de algemene resultaten volgen op de website en de informatieschermen in de gemeente. Alle deelnemers kunnen hun persoonlijke resultaten opvragen via de website. Volgens burgemeester Vaganée maakt Bonheiden zo drie keer winst: ‘Onze schoolomgevingen worden veiliger, doordat er minder ouders hun kinderen met de auto brengen. We creëren vanzelf meer capaciteit voor ons doorgaand verkeer. En natuurlijk werken we ook aan een gezon‑ dere gemeente met minder CO2, gezondere inwoners en sociale winst, want fietsende mensen spreken elkaar ook makkelijker aan.’ Maar daar blijft het niet bij. Burgemeester Vaganée: ‘De volgende stap is ook andere locaties te voorzien van dergelijke scanners, zoals de sporthal, de voetbalvelden en de muziekschool. We kunnen het systeem ook gebruiken om bepaalde veilige fietsroutes, zoals onze fietsstratenroutes, te onder‑ steunen met extra bonuspunten. Het zou bijvoorbeeld ook mogelijk zijn deze tech‑ nologie in te zetten om verkeerslichten te sturen in functie van het aantal gescande fietsers. Ook voor het gemeentepersoneel zal de registratie van de wettelijke fietsver‑ goeding vanaf nu digitaal verlopen.’ Ondertussen is Bonheiden al in de prijzen gevallen voor zijn innovatieve mobiliteits‑ actie, zoals een eervolle vermelding bij de Business Mobility Awards 2016 en als win‑ naar van de Agoria Smart City Award 2017.


Wat is goede service voor u?

“Iemand die klaarstaat. Vandaag.” “Iemand die mijn organisatie klaarmaakt. Voor morgen.”

Bij Proximus staat er altijd een contactpersoon voor u klaar, die u en uw organisatie persoonlijk kent. Iemand die uw IT-en telecomvragen snel beantwoordt en ook actief meedenkt. Zo komen we samen tot de juiste oplossingen die uw organisatie verder helpen groeien.

Ontdek onze persoonlijke service op

proximus.be/nieuwperspectief Lokaal april 2017

41


SPECIAL klimaat groene zorg

Mens, dier en natuur centraal in het woonzorgcentrum GENT – In september 2016 valt het Gentse woonzorgcentrum Het Heiveld in de prijzen met zijn project Groene zorg. De European Association for Homes and Services for the Ageing (EAHSA) onderscheidt Het Heiveld daarmee als beste zorgvoorziening voor ouderen in Europa. Lokaal bekijkt van dichtbij hoe de verbinding tussen de bewoners, de planten en de dieren de klassieke zorgverlening van elke dag doorbreekt. tekst en beeld rika verpoorten

Wat ooit begon met twee moestuinbakken op hoogte, groeide uit tot een brede waaier van groene activiteiten, waarin mens, natuur en dier centraal staan. Het zijn deze activiteiten die de kern vormen van het winnende project Groene zorg. De moestuinbakken staan er nog steeds, en ze zijn aangevuld met een moestuin in volle grond en een serre. Hier kweken de bewoners van Het Heiveld, samen met het personeel en enkele vrijwilligers met groene vingers, tomaten, pompoenen, selder en prei. De oogst wordt gedeeld. Pompoenen en prei belanden tijdens de kookacti‑ viteiten in de soep. ‘Ge proeft dat dat uit den hof komt,’ weet een bewoner ons te vertellen. Ook de buurtbewoners genieten mee. In het voorjaar kunnen zij terecht in Het Heiveld om een voorraad tomatenstekjes in te slaan, die ze kunnen uitplanten in hun eigen moestuin. Zo vermengt het woonzorgcentrum zich letterlijk met de buurt.

De zorgboerderij zal niet enkel bijdragen aan het welzijn van de bewoners, maar ook een aantrekkingspool zijn voor buurtbewoners, kinderen en scholen. Behalve de moestuin herbergt de site van Het Heiveld sinds 2016 een bloemenweide en een hoogstamboomgaard met inheemse fruitsoorten. Dat wordt over enkele jaren een zelfplukboomgaard. Mensen uit de buurt en bezoekers van het woonzorgcentrum zullen er zelf het fruit mogen plukken en verwerken. Ook aan het educatieve luik is gedacht. In de boomgaard worden bordjes ge‑ plaatst met tekst en uitleg over de verschillende fruitsoorten. Dat creëert de gelegenheid voor scholen uit de buurt om een bezoek te brengen aan de site van het woonzorgcentrum, en tegelijkertijd iets op te steken over de natuur. Een belevenis voor de leerlingen, maar ook voor de bewoners van Het Heiveld. Op de site van het woonzorgcentrum zijn ook dieren graag gezien. Kippen scharrelen in de kippenren. En binnenkort vinden ook dwerggeiten en varkentjes een onderkomen in een echt neerhof op 42 april 2017 Lokaal

Buurtbewoners kunnen in het voorjaar terecht in Het Heiveld voor tomatenstekjes, die ze kunnen uitplanten in hun eigen moestuin. Zo vermengt het woonzorgcentrum zich letterlijk met de buurt.

de site. In 2018 begint het bestuur met de bouw van een zorgcha‑ let, naast de gebouwen van het woonzorgcentrum. Daar zullen kleine groepjes bewoners samen met een ergotherapeut terecht kunnen voor groene activiteiten, zoals fruit inmaken of groenten uit de moestuin verwerken maar ook koken of dieren verzorgen. Samen met het neerhof moet dit zorgchalet een heuse zorgboer‑ derij worden. Die zal niet enkel bijdragen aan het welzijn van de bewoners, maar ook een aantrekkingspool zijn voor buurtbewo‑ ners, kinderen en scholen.

Actief ouder worden Het project Groene zorg vertrekt van de inspirerende en positieve visie op ouder worden die duidelijk leeft in Het Heiveld. ‘Ouderen‑ zorg in Het Heiveld wil bijdragen aan de levenskwaliteit van de bewoners. Goede zorg, gemotiveerd personeel en een aangename en stimulerende omgeving staan centraal,’ zegt directeur Geert Roggeman. Vanuit deze visie werkt het Heiveld aan drie pijlers van goede zorg. De eerste pijler slaat op het personeel. Hun motivatie is van es‑ sentieel belang om goede zorg te verstrekken. ‘Als het personeel het belang van een project voor de bewoners inziet, dan staat het er ook achter. Dit beïnvloedt de slaagkansen van een project, en dat is op zijn beurt dan weer nodig is om het te laten uitgroeien tot een vaste waarde in het woonzorgcentrum,’ zegt Geert Roggeman hierover. ‘Zo’n bekroning als die van EAHSA doet ook deugd voor het personeel, het is een vorm van waardering.’ De tweede pijler is gebaseerd op het uitgebreid aanbod van activiteiten, zowel collec‑ tief als individueel. Die activiteiten moeten mee-evolueren met de interesses en mogelijkheden van de bewoners.’ Bovendien leiden activiteiten tot de nodige contacten tussen de bewoners onder‑ ling, de medewerkers en de buurt. En tot slot moet het woonzorg‑ centrum een aangename en stimulerende omgeving zijn voor de bewoners. Dit is de derde pijler die centraal staat in de visie van Het Heiveld op goede zorg. ‘Vanuit deze visie wil Het Heiveld een thuis zijn voor zijn bewoners en hun familie, maar ook een open huis met een zo laag mogelijke drempel voor de buurtbewoners,’ benadrukt Geert Roggeman nogmaals. Rika Verpoorten is VVSG-stafmedewerker woonzorg


Prijs:

DURVEN MET ENERGIE EN KLIMAAT

€ 29 € 25*

PRAKTIJKBOEKJE

'Durven met energie en klimaat' bundelt voor het eerst goede praktijkvoorbeelden van lokale besturen op het vlak van energiebezuiniging en klimaatadaptatie. Vandaag hebben meer dan twee op de drie Vlaamse steden en gemeenten het Europese Burgemeestersconvenant ondertekend, waarmee ze zich engageren om de CO2-uitstoot te verminderen. In deze publicatie wijzen voorlopersteden en -gemeenten hun collega-besturen nu de weg met concrete acties en innovatieve experimenten.

Goede praktijken inspireren uw bestuur over … • de bevordering van hernieuwbare energieproductie • goedkopere én duurzamere openbare verlichting • het stimuleren van milieuvriendelijke mobiliteit • het doorbreken van energiearmoede

BESTELKAART

Ja, ik bestel:

Stuur of fax naar:

....... ex. van

*

Uitgeverij Politeia Keizerslaan 34 1000 Brussel Fax: 02 289 26 19 Tel.: 02 289 26 10 Of bestel via website: www.politeia.be e-mail: info@politeia.be

Durven met energie en klimaat

voor ¤ 29 / ¤ 25*

-lid ja/nee (schrappen wat niet past)

Naam: ............................................................................................................. Functie: .......................................................................................................... Bestuur/Organisatie: ....................................................................................... Tel.: ................................................................................................................ E-mail: ............................................................................................................ Adres: ............................................................................................................. ........................................................................................................................ BTW: ...............................................................................................................

Datum en handtekening

Prijzen inclusief btw en exclusief verzendingskosten. Voor actuele prijzen, raadpleeg steeds www.politeia.be. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven.

Lokaal april 2017

43


SPECIAL klimaat participatie

Hoe maak je van klimaat een dicht-bij-ons-bedshow? Een breed gedragen gemeentelijk klimaatbeleid, hoe komt dat tot stand? Een duidelijke visie kiezen en acties ontwikkelen waar de gemeente achter kan staan, burgerinitiatieven ondersteunen zonder ze te recupereren en de krachten bundelen binnen en buiten de gemeente: dat zijn enkele van de sleutels tot succes. tekst geertrui de cock beeld marlies van bouwel

D

e ene gemeente schuift het hele klimaatbeleid door naar de milieuambtenaar. De andere wil een participatiemoment – een droomdag – met burgers en middenveld organiseren, maar is eigenlijk bang voor wat daar dan uit de bus zou komen, omdat het beleidsmatig misschien niet te hanteren valt. Beide strategieën zijn gevoelig voor valkuilen. Het klimaatbeleid als een hefboom zien voor een krachtig hedendaags transversaal beleid: daar ligt de sleutel tot succes. Hefbomen Goed gemeentelijk klimaatbeleid is geen zaak van de milieudienst alleen. Integendeel. Klimaatbeleid kan de blaasbalg zijn die op alle beleidsdomeinen een nieuwe wind doet waaien. Neem nu economie: korteketenhandel stimuleren komt niet alleen het klimaat maar ook de lokale economie en het sociale weefsel ten goede. Stimuleren dat burgers de auto voor de fiets verruilen komt niet alleen de lucht maar ook de plaatselijke fietsenhandelaar ten goede en fietspools organiseren naar de scholen draagt meteen ook bij tot veiligheid en sociale cohe-

Goed gemeentelijk klimaatbeleid is geen zaak van de milieudienst alleen. Integendeel. Klimaatbeleid kan de blaasbalg zijn die op alle beleidsdomeinen een nieuwe wind doet waaien. sie. Maak van klimaat een transversaal beleidsthema, en het zal u helpen alles op een hedendaagser manier te benaderen. En dan komt het erop aan zowel de schepenen en de collega’sambtenaren als de burgers en het middenveld warm te maken voor zo’n klimaatbeleid. Wat politiek en administratie betreft is de sleutel tot succes op zoek te gaan naar situaties waar iedereen voordeel bij heeft. Als de milieuambtenaar een soort politieagent speelt voor de andere diensten, zal dat op weinig enthousiasme kunnen rekenen. Als hij vanuit het beleid de opdracht krijgt zijn oor te luisteren te leggen bij de verschillende gemeentelijke diensten, 44 april 2017 Lokaal

Na de procesbegeleiding ontstond in Gent een enorme kruisbestuiving en synergie, zoals blijkt uit de presentatie van schepen Tine Heyse.


te kijken wat er de pijntjes en problemen zijn en te onderzoeken hoe klimaatbeleid mee tot verbetering kan leiden, is de kans veel groter dat hij de collega’s mee krijgt. Binnen elke dienst ‘ambassadeurs’ voor het klimaatbeleid vinden is dan een volgende stap vooruit. Positieve invalshoeken opzoeken en synergie creëren is ook de manier om de bevolking warm te maken voor klimaatbeleid. Veel gemeenten zien het nut in van een droomdag samen met middenveld en burgers. Tegelijk zijn ze bang dat de ideeën die uit zo’n droom-

dag zouden komen te veel van het goede zijn, of zelfs regelrecht tegen het beleid in gaan. Dat hoeft echter niet zo te zijn. Kruisbestuivingen Doorslaggevend is duidelijkheid. Burgerinitiatieven zijn er altijd. Deze bestaande initiatieven ondersteunen is de efficiëntste manier om klimaatbeleid samen met burgers en middenveld te realiseren. Maar daarbij moet een beleid keuzes maken, het kan immers niet alles doen. In Gent, bijvoorbeeld, begeleidde ik als onafhankelijke Gent en garde, de

opmaak van een beleidsplan betreffende stadslandbouw met alle stakeholders. Dit proces resulteerde in vijf mogelijke sporen. De stad koos er twee uit die binnen de eigen beleidsvisie pasten: korte keten en sociale meerwaarde. De concrete inbreng van de stad bestond erin mij als procesbeleider in te zetten. Daardoor kon de milieudienst zelf gewoon als deelnemer mee aan tafel schuiven. Probeer als bestuur de burgerinitiatieven niet te recupereren, dat doodt binnen de kortste keren alle energie die erachter zit. Net het mooie aan het Gentse project, waar de stad ‘enkel’ de procesbegeleiding financiert, is dat er een enorme kruisbestuiving en syner-

Probeer als bestuur de burgerinitiatieven niet te recupereren, dat doodt binnen de kortste keren alle energie die erachter zit. gie tot stand komt. Organisaties kunnen zo dingen realiseren die ze in hun eentje niet kunnen. Heel bewust worden in dit project ook alleen maar die dingen ondersteund waarin de samenwerking net het verschil maakt, initiatieven die de bestaande systemen doorbreken in plaats van ze te bestendigen. Een externe procesbegeleider biedt daarvoor een aantal voordelen, zo’n neutrale buitenstaander ziet met een frisse blik mogelijkheden die een beleidsmedewerker niet altijd in de gaten heeft, zo iemand kan gemakkelijker hokjesoverschrijdende verbanden leggen, én gemakkelijker de politieke context benoemen en er iets mee doen. Geertrui de Cock is participatie-expert bij Levuur. Levuur werkte en werkt aan grote en kleine klimaatprojecten voor Aalter, Maldegem, Gent, Antwerpen, Neerpelt, Oostkamp, Kruishoutem, Eeklo, Brugge, Asse… www.levuur.be

Lokaal april 2017

45


mens en ruimte nieuws

Saneringsbijdrage dekt rioolkosten niet

STEFAN DEWICKERE

Om het bestaande rioolstelsel te onderhouden en tijdig te vervangen zijn de ontvangsten van de saneringsbijdrage nauwelijks voldoende. Dan houden we nog geen rekening met de middelen (meer dan 6 miljard euro) nodig voor de aanleg van de ontbrekende rioolinfrastructuur en voor de extra investeringen die nodig zullen zijn door de klimaatverandering. Alle gemeenten zullen uit algemene middelen moeten bijdragen om de doelen van het rioolbeleid te realiseren.

De ontvangsten uit de waterfactuur zijn nauwelijks voldoende om bestaand rioolstelsel in stand te houden.

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) maakte een rapport over de kosten van het rioolbeleid versus de opbrengsten (subsidies en saneringsbijdragen). daaruit concluderen dat de vervuiler teveel betaalt voor de sanering van het afvalwater, zou niet correct zijn. In haar toelichting op de Vlariodag van 14 maart preciseerde de VMM dit ook. Het is fundamenteel fout om conclusies te trekken over een tarief louter op basis van een boekhoudkundig resultaat. Men moet im-

mers ook rekening houden met de doelstellingen op langere termijn, met nog geplande investeringen, met de maximaal mogelijke schuld die kan aangegaan worden voor investeringen, met kosten/opbrengsten versus cash-in/cash-out, met de langere termijn omwille van de stabiliteit van het tarief enzovoort. Er kan bijvoorbeeld een boekhoudkundig overschot zijn, maar een kasmatig tekort. De VVSG en AquaFlanders zullen in overleg met gemeenten en rioolbeheerders met de VMM afspraken maken om de financiĂŤle informatie over het gemeentelijk rioolbeheer te verduidelijken en transparanter te maken. Waar de verschillende investerende overheden ook werk van moeten maken, is het verlagen van de doorlooptijd van investeringen. CHRISTOPHE CLAEYS

De link naar het VMM-rapport vindt u via www.vvsg.be/nieuws, bericht van 20 maart

Checklist voor erkende assistentiewoningen

46 april 2017 Lokaal

De VVSG ondersteunt deze campagne, maar vraagt ook aandacht voor de betaalbaarheid van assistentiewoningen. Lokale besturen kunnen gratis folders met de checklist aanvragen via de website www.checkassistentiewoning.be. De folders kunnen verspreid worden via het lokaal dienstencentrum, de gezinszorg, de lokale ouderenverenigingen enzovoort. RIKA VERPOORTEN

Een noodoproepsysteem is essentieel voor een assistentiewoning.

STEFAN DEWICKERE

Vlaams minister van Welzijn Vandeurzen lanceerde begin maart een campagne om het aanbod van erkende assistentiewoningen in de kijker te zetten. Met een checklist en een informatiecampagne wil hij de voordelen van het wonen in een assistentiewoning belichten. Een aangepaste woning, de aanwezigheid van een woonassistent en een noodoproepsysteem, de beschikbaarheid van crisiszorg maken van een assistentiewoning de ideale omgeving om langer zelfstandig te kunnen wonen.


Sociale huurder moet Nederlands kennen Afgelopen maand bekrachtigde de Vlaamse regering de decretale wijzigingen aan de Vlaamse Wooncode. Die legt de sociale huurder de kennis van het Nederlands op als verplichting. De decreetwijziging moet nog omgezet worden in uitvoeringsvoorwaarden, waarbij de Vlaamse regering ook nog de datum van inwerkingtreding zal vastleggen. Als bewoners niet beschikken over een basiskennis van het Nederlands, kan dat problemen geven voor de leefbaarheid en veiligheid in de sociale wooncomplexen, doordat de communicatie tussen de sociale huurders en de verhuurder en tussen de sociale huurders onderling gebrekkig verloopt. Het is er de oorzaak van dat de voorschriften van de sociale verhuurder in sommige wooncomplexen onvoldoende nageleefd worden. Sommige sociale huurders begrijpen hun rechten en plichten op dit moment onvoldoende en geraken achtergesteld, omdat ze hun verzoeken niet geformuleerd krijgen. Door de kennis van de Nederlandse taal in te schrijven als een verplichting waaraan de sociale huurder moet voldoen, wil de Vlaamse regering deze problematiek uit de wereld helpen. Concreet zal de overheid de sociale huurder verplichten over een basistaalvaardigheid, namelijk

niveau A1, te beschikken. De sociale huurder zal dus niet langer beoordeeld worden op zijn bereidheid om Nederlands te leren, maar wel op zijn kennis van het Nederlands. De sociale verhuurder heeft de opdracht de kandidaat-huurder uitdrukkelijk op de hoogte te brengen van deze verplichting. Sociale huurders die ernstig ziek zijn, een mentale of fysieke handicap hebben of over beperkte cognitieve vaardigheden beschikken, worden vrijgesteld van die verplichting. Personen die vóór de inwerkingtreding van deze decreetwijziging al sociale huurder waren, blijven onderworpen aan de taalbereidheidsverplichting. De kandidaat-huurders die voor de inwerkingtreding van deze decreetwijziging ingeschreven zijn in het inschrijvingsregister maar die nog geen huurder zijn, zullen onderworpen zijn aan de nieuwe taalkennisverplichting als ze huurder worden. De sociale verhuurder is verplicht om die kandidaathuurders op de hoogte te brengen van de nieuwe verplichting. JORIS DELEENHEER Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, BS 19 augustus 1997, inforumnummer 118051

OCMW’s en CAW’s bundelen krachten voor beter sociaal beleid De OCMW’s en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW’s) gaan beter samenwerken voor sterk sociaal beleid ten dienste van kwetsbare burgers. Hun respectieve koepelorganisaties, de VVSG en SOM, de federatie van sociale ondernemingen, ondertekenden daartoe op 6 maart een samenwerkingsprotocol. De samenwerking tussen de lokale OCMW’s en de Vlaams gesubsidieerde CAW’s maakt dat de lokale uitdagingen gezamenlijk en beter kunnen worden aangepakt. Drie terreinen zijn daarbij prioritair. Een eerste is de strijd tegen onderbescherming, want mensen moeten krijgen waar

ze recht op hebben. Daarnaast zijn algemeen toegankelijke onthaalpunten, waar elke burger terecht kan met elke vraag, een prioriteit. Ten slotte is ook een gezamenlijke strijd tegen daken thuisloosheid van groot belang. De OCMW’s en CAW’s bundelden ook een hele reeks aanbevelingen voor de Vlaamse overheid. PETER COUSAERT

Lees meer en bekijk de samenwerkingsovereen‑ komst via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 6 maart)

Tot 8 mei: Europese prijzen voor bevordering van het ondernemerschap Deze Europese wedstrijd gaat voor de elfde maal op zoek naar de succesvolste initiatieven ter stimulering van de ondernemingszin en het ondernemerschap. Ook gemeenten kunnen opnieuw deelnemen, in vijf prijscategorieën. In 2016 selecteerde België twee projecten van de stad Mechelen, namelijk ‘Café Herman’ (in de categorie Verantwoord en inclusief ondernemerschap) en ‘Mest vzw’ (in de categorie Bevordering van de ondernemingszin). Meer informatie op http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/ondernemerschap/europese_ondernemingsprijzen/

print & web

Sociale en coöperatieve economie: van cohousing tot volkstuin Wat hebben een volkstuin in Zellik, een complementaire munt in Gent, de prefinancie‑ ring van energiezuinige toestellen in Antwerpen, en de coöperatieve sociale kruidenier voor Vlaams-Bra‑ bant met elkaar gemeen? Het zijn allemaal initiatieven waar burgers en middenveldorgani‑ saties het heft in eigen handen nemen. Sinds de economische crisis zit de sociale en coöperatieve economie in de lift. Maar hebben ook maatschappelijk kwetsbare groepen daar baat bij? De auteur trok door Vlaan‑ deren langs stadslandbouw‑ projecten, sociale kruideniers en distributieplatformen voor gezonde voeding, cohousing‑ projecten, initiatieven van buurteconomie, ruil- of deeleconomie. Hij consul‑ teerde hoofdrolspelers, bevoorrechte getuigen en experts. Met het boek Van cohousing tot volkstuin: de opmars van een andere econo‑ mie inspireert hij actoren die willen investeren in alterna‑ tieve economische modellen en burgerparticipatie, en daarbij uitgaan van het perspectief en de kracht van maatschappelijk kwetsbare groepen. Hautekeur, Van cohousing tot volkstuin: de opmars van een andere economie, Uitgeverij EPO, Antwerpen, 22.50 euro Lokaal april 2017

47


mens en ruimte nieuws

Kinderopvang: tarieven bij afwezigheid moeten eerlijker In de inkomensgerelateerde kinderopvang kan vandaag voor een ongerechtvaardigde afwezigheid van een kind maximaal het maximumtarief worden aangerekend. Momenteel is dat 28,13 euro. De VVSG vraagt dat dit tarief regelgevend beperkt wordt tot het berekende inkomensgerelateerde tarief voor de opvang zelf. Ze heeft dit voorstel ook bezorgd aan minister Vandeurzen.

Het is voor de VVSG logisch dat opvangvoorzieningen niet de mogelijkheid krijgen ouders meer te laten betalen voor een afwezigheid dan voor een aanwezigheid. De huidige bepaling én elk ander voorstel om een ouder een hoger tarief te laten betalen voor een afwezigheid dan voor een aanwezigheid kan de realisatie van de sociale functie in de inkomensgerelateerde kinderopvangvoorzieningen extra bedreigen.

De VVSG vreest dat zo’n maatregel bijgevolg de drempel naar kinderopvang voor kwetsbare gezinnen alleen maar verhoogt. SOFIE VERHAERT

Een uitgebreider bericht en de brief aan de minister vindt u via www.vvsg.be/nieuws (bericht van 9 maart)

Netwerk tegen zwerfvuil en sluikstorten heet voortaan Vlaanderen Mooi Indevuilbak, het samenwerkingsverband tegen zwerfvuil en sluikstorten van het kabinet van minister Schauvliege, de OVAM, het bedrijfsleven en de VVSG, krijgt een nieuwe naam: Vlaanderen Mooi. Bij de nieuwe naam hoort ook een nieuwe website: mooimakers.be. Vlaanderen Mooi geeft uitvoering aan het beleid onder de naam Mooimakers en wil de motor zijn van een maatschappelijke beweging waarvan iedereen deel kan uitmaken. Het voert

onderzoek, stimuleert kennisuitwisseling, organiseert campagnes, ondersteunt alle betrokkenen proactief en zet zelf aanstekelijke acties op. De tien medewerkers van Vlaanderen Mooi, die voordien aan beleidsondersteunend werk deden onder de naam Netheidsnetwerk, helpen onder andere lokale besturen op te treden tegen zwerfvuil en sluikstort en de openbare netheid te

verbeteren. Dat gebeurt onder andere via coaching van individuele gemeenten of afvalintercommunales of via verschillende vormen van financiële en materiële ondersteuning voor lokale projecten. PIET COOPMAN EN SARA COESSENS

Op www.mooimakers.be kunt u terecht voor meer informatie.

De Vlaamse regering keurde op 24 februari principieel het voorontwerp van het nieuwe decreet lokaal sociaal beleid goed. In de ontwerptekst lezen we dat lokale besturen ervoor moeten zorgen dat mensen een menswaardig bestaan kunnen leiden door ze een maximale toegang tot de sociale grondrechten te verzekeren. Het lokale bestuur voert een integraal lokaal sociaal beleid dat deel uitmaakt van het meerjarenplan, en betrekt er alle lokale initiatiefnemers bij. Diensten of voorzieningen die door Vlaanderen erkend of gesubsidieerd zijn, moeten bijdragen aan de uitvoering van het lokaal sociaal beleid; hun subsidie kan er voor een deel afhankelijk van gemaakt worden. Nog volgens het ontwerp blijft het sociaal huis een herkenbaar aanspreekpunt 48 april 2017 Lokaal

voor lokale sociale hulp- en dienstverlening, met een geïntegreerd breed onthaal waarbij minstens het OCMW, het CAW en de diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen samenwerken. Vermaatschappelijking van de hulpverlening en ondersteunen van de vrijwillige en informele zorg wordt een lokale opdracht. De VVSG is relatief tevreden over de richting van het ontwerpdecreet. Het sociaal huis blijft het fundament en er liggen kansen om een meer integraal beleid te realiseren. Maar als de lokale besturen deze opdrachten moeten vervullen, moeten ze kunnen rekenen op partners die daaraan een bijdrage leveren. Het concretiseren

STEFAN DEWICKERE

Voorontwerp decreet lokaal sociaal beleid goedgekeurd

van de instrumenten waarmee lokale besturen de regie kunnen voeren (afstemmen van de Vlaamse programmatie op de lokale beleidsdoelstellingen, een slot op de Vlaamse middelen enzovoort) wordt in het voorontwerp echter aan de Vlaamse regering toevertrouwd. Dat kan beter. Het voorontwerp gaat nu voor advies naar de Strategische Adviesraad voor het Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid. PETER COUSAERT


print & web

In beroep tegen beslissing omgevingsvergunning? Ja, maar alleen als de gemeente fout zat Het beroep tegen een vergunningsbeslissing zou enkel mogelijk mogen zijn als de gemeente een fout beging. Nam de gemeente een correcte beslissing, dan moet die overeind blijven. Dat vragen de gemeenten naar aanleiding van de nakende goedkeuring van de zogenaamde codextrein, een nieuwe reeks wijzigingen aan het omgevingsvergunningsdecreet. De gemeenten vragen dat beroep niet meer mogelijk is als er een juridisch correcte vergunningsbeslissing werd genomen. De beleidskeuze van de gemeente moet in dat geval overeind blijven. Beroep moet wel mogelijk blijven als de gemeente bijvoorbeeld een steek liet vallen in de procedure, een slecht onderbouwde beslissing nam, een toepasselijke regel verkeerd interpreteerde of niet tijdig besliste. In de codextrein wordt nu echter voorgesteld het beroep in die zin te beperken dat een derde enkel tegen een verleende vergunning in beroep kan gaan als hij een bezwaar indiende tijdens het openbaar onderzoek. Boete bij niet-tijdig beslissen Verder stelt de codextrein voor dat wanneer een gemeente niet tijdig beslist, zij automatisch (zonder ingebrekestelling) een forfaitaire boete aan de aanvrager moet betalen. Die boete bedraagt 5000 euro in een dossier met openbaar onderzoek en 2500 euro zonder openbaar onderzoek. Dat gaat voor

de gemeenten om meerdere redenen veel te ver. Allereerst komt het bijna nooit voor dat een gemeente niet tijdig beslist. Gemeenten doen er alles aan om de aanvrager zo snel mogelijk antwoord te bezorgen. Als een gemeente niet tijdig beslist, is er trouwens nu al een voldoende sanctie: ze verliest hoe dan ook haar bevoegdheid en haar beroepsrecht. In Nederland (waar men de mosterd hiervoor haalde) is men minder bestraffend: eerst is een ingebrekestelling nodig, en het bedrag loopt op tot maximaal 1260 euro, als er acht weken na de ingebrekestelling nog steeds niet is beslist. Ten slotte boezemt de maatregel geen vertrouwen in op een moment dat iedereen nog in onzekerheid verkeert over de software voor de volledig digitale procesvoering van de omgevingsvergunning. Verdere procedure Het omgevingsvergunningsdecreet zal grotendeels op 1 juni in werking treden. De codextrein is de zesde wijziging van het omgevingsvergunningsdecreet. Hij wordt binnenkort door de Vlaamse regering afgewerkt en in het Vlaams parlement ingediend.

Brochure bij het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

DEPARTEMENT RUIMTE VLAANDEREN

RUIMTEVLAANDEREN.BE

Samen werken aan de ruimte van morgen Het departement Ruimte Vlaanderen maakte een mooie brochure die de hoofdlijnen schetst van het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Het Witboek, dat de Vlaamse regering eind 2016 goedkeurde, bevat een strategische visie voor de ruimte van morgen. Het vormt de basis voor concrete maatregelen en een aangepaste regelgeving, en het geeft de aanzet voor het toekomstige ruimtebeleid: hoe kunnen we zorgvuldiger omgaan met de schaarse ruimte, en welke keuzes maken we om Vlaanderen in de toekomst sterk en leefbaar te houden? Lees of download de brochure via vlaanderen.be/ publicaties (zoek ‘brochure witboek ruimte’). Daar vindt u ook het volledige Witboek.

STEVEN VERBANCK EN XAVIER BUIJS Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, BS 23 oktober 2014, inforumnummer 279624

Wild van bijen in de Week van de Bij van 28 mei tot 4 juni Bijen vervullen een uiterst belangrijke functie als bestuiver van landbouwgewassen en fruitteelten, maar ze hebben het steeds moeilijker om te overleven. Met de Week van de Bij wil het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) burgers, bedrijven en overheden aanzetten tot acties ten voordele van bijen. Zo worden burgers aangemoedigd om van hun tuin een ‘bijenrestaurant’ te maken door de plantendiversiteit te verhogen en het gebruik van pesticiden te bannen. Ook gemeenten, scholen en verenigingen kunnen hun steentje bijdragen en positieve bijenacties organiseren, zoals het aanplanten van een bijenbos of het vieren van een bijenfeest op school. Dit jaar organiseert het Departement LNE overigens opnieuw de wedstrijd ‘Bijenvriendelijkste gemeente van Vlaanderen’. www.weekvandebij.be

SAMEN WERKEN AAN DE RUIMTE VA N M O R G E N

Online: jeugdruimte en speelweefsel in kaart Met www.jeugdmaps.be stellen de Ambrassade en Mediaraven een GISinstrument ter beschikking waarmee gemeenten jeugdwerkinfrastructuur of het speelweefsel in kaart kunnen brengen. Informatie over jeugdlokalen, jeugdhuizen, speelterreinen en skateterreinen kan op die manier eenvoudiger in rekening worden gebracht bij ruimtelijke beleidsbeslissingen. www.jeugdmaps.be

Lokaal april 2017

49


Leo Van Broeck: ‘De natuur heeft geen passiefbouw nodig, geen warmtepompen, geen gelabeld hout, ze heeft plaats nodig. Dat vergeten we. Ruimtelijke nederigheid is een belangrijke attitude’.

Bekijk de opname van het interview via deze link.

50 april 2017 Lokaal


INTERVIEW met Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck

Verdichting is een positieve zaak ‘We moeten de pretfactor van de verkaveling meenemen naar de stad en de dorpskern en er beter openbaar vervoer, de nabijheid van werk en van voorzieningen aan toevoegen. Minder file, minder CO2, minder klimaatproblemen, vroeger thuis van het werk, meer groen, meer fiets, meer vrije tijd. Met een ander model kunnen de mensen winnen aan woon- en levenskwaliteit.’ Voor Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck is dat een positieve zaak. tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere

L

eo Van Broeck is sinds 1 september vorig jaar de nieuwe Vlaams Bouwmeester. Sindsdien trekt hij door Vlaanderen met een pleidooi voor meer open ruimte en voor de verdichting van stad en dorp. Het is een visie die hij als professor aan de KULeuven en bij het architectenbureau Bogdan en Van Broeck al langer uitdraagt. ‘Wij weigeren te bouwen op een verkaveling, we ontwerpen geen vrijstaande villa’s. We bouwen niet op autolocaties. We doen niet mee aan de versnippering, we verprutsen geen natuur meer.’

Dat de Vlaamse regering u heeft aangesteld, is dus wel een duidelijk statement. ‘De eerste poging om de versnippering tegen te gaan is grotendeels op een mislukking uitgedraaid. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is niet half zo sterk gerealiseerd als de bedoeling was. Dat kunnen we ons geen tweede keer veroorloven. Bovendien zijn er intussen de klimaatakkoorden van Parijs. En er zijn de feiten: we hebben het wereldrecord uren file per werknemer, we zijn na Malta het meest verharde land van de wereld, Vlaanderen heeft maar 2,8 procent beschermde natuur, de biodiversiteit neemt snel af, in verkavelingsgebieden vallen er vier keer meer verkeersdoden dan in steden en dorpskernen, de belastingaftrekbare bedrijfswagen begint ons heel veel geld te koste. Alle politieke partijen zijn het erover eens dat er iets moet gebeuren. Mijn team en ik kunnen mogelijke oplossingen aanreiken. We leggen de ambitielat zo hoog mogelijk en zien wel waar het beleid geraakt. We hebben een onafhan-

kelijke positie en dat is comfortabel: we mogen alles vertellen, want we hebben toch niets te zeggen. Dat is ook comfortabel voor de politiek, want de Bouwmeester kan een bliksemafleider zijn voor electorale schade. Ik incasseer die schade, zodat politici wat meer moed aan de dag kunnen leggen.’ U stelt dat klimaat en energie niet de allerhoogste prioriteit zijn. Wat is dat dan wel? ‘De hoogste prioriteit is overbevolking op planetaire schaal. Een florissante planeet zou maar tussen twee en vier miljard inwoners tellen. Florissant wil zeggen dat de biodiversiteit spontaan herstelt, dat er nieuwe soorten bijkomen, dat er geen probleem is van broeikasgassen en klimaatopwarming, dat de druk overal van de ketel is. Er zijn nu 7,5 miljard mensen en we gaan naar elf à twaalf miljard voordat het weer afneemt. We kunnen de komende dertig, veertig jaar de vergrijzing al verteren, daar moeten we niet bang voor zijn.’ ‘De tweede prioriteit is bodemgebruik. Als we daar niets aan doen, zullen we over twee, drie generaties vaststellen dat we wel klimaatneutraal gebouwd hebben maar dat toch alle fauna en flora uitgestorven zijn. De mensheid moet leren om niet alle ruimte te pakken die ze krijgen kan. De aarde is niet van ons, wij zijn een van de 8,7 miljoen soorten. Studies suggereren dat we ongeveer dertig procent van het vruchtbare deel van de aarde moeten vrijwaren voor natuur, dat is niet voor ons, ook niet voor landbouw of recreatie. Nu zitten we aan dat maximum.’

Lokaal april 2017

51


We mogen zeker niet in de oude afbakeningslogica vervallen. In plaats van alleen maar regels te schrijven, moeten we beginnen met een hoofdstuk over de intenties, over wat we willen bereiken.

‘En dan komt het derde deel van de drietrapsraket: het klimaat. Stel dat we die dertig procent ruimte vrijwaren, dan hebben we nog steeds de plicht om die niet droog te koken door een te heet klimaat of te laten verzuipen door een stijgende zeespiegel. Het klimaat is dus belangrijk, maar als we niet eerst iets aan de overbevolking en het ruimtegebruik doen, dan zullen de natuur en de biodiversiteit nog altijd verdwijnen. Voor ons team is de tweede prioriteit, het ruimtebeslag, de belangrijkste hefboom. De afgeleide hefboom is het klimaat, omdat verspreid staande woningen heel veel CO2-uitstoot veroorzaken, net als de mobiliteit die dat verspreid wonen meebrengt.’ Vlaanderen doet het op het punt van verspreide bebouwing heel slecht. ‘Ja. En voor alle duidelijkheid, dat is niet de schuld van de bewoners van verkavelingen. De Schelde-Rijndelta wordt sowieso gekenmerkt door meanders en beken en door verspreide hoeves. Daar is de auto bovenop gekomen en een soort oorlog tussen de stad van de socialisten en het platteland van de katholieken. In Nederland bijvoorbeeld is die tweespalt er niet geweest, het heeft een compacter stedelijk beleid kunnen voeren.’ Waar moeten we verdichten? Welke criteria kunnen we daarvoor hanteren? ‘Ik denk dat de VITO-kaart (zie Lokaal van maart 2017, nvdr) die momenteel wordt verfijnd, wel klopt. Je moet kijken naar parameters als werkgelegenheid, niet-autogebonden mobiliteit, knooppuntwaarde, aanwezigheid van voorzieningen. Je moet verdichten op de plaatsen waar je dat potentieel al hebt of waar je het kunt creëren. We zullen een dynamisch model moeten maken, want de toestand kan evolueren als er bijvoorbeeld ergens een tramlijn wordt aangelegd. We moeten naar een soort indicatieve kaart die het beleid richting geeft. We mogen zeker niet in de oude afbakeningslogica vervallen. In plaats van alleen maar regels te schrijven, moeten we beginnen met een hoofdstuk over de intenties, over wat we willen bereiken. De regels zijn het tweede hoofdstuk. Het derde hoofdstuk is de interpretatie. Dat derde deel zegt dat je een vergunning krijgt als je binnen de regels werkt, maar dat je ook buiten de regels mag gaan op voorwaarde dat je de intenties minstens even goed bereikt. Een soort kwaliteitskamer moet dat beoordelen. Op die manier maak je oplossingen mogelijk waaraan je bij 52 april 2017 Lokaal

het opstellen van de regels niet hebt gedacht. Dat kan nu niet, alles ligt vast en we zitten gebetonneerd in een verhaal van juridisering. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ging over afbakening, het was dwingend: je moet, je mag niet. Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zal over gebiedsgestuurde ontwikkeling in coproductie tussen Vlaanderen en lokaal bestuur spreken, met veel meer indicatoren en veel minder dwang. Die evidence based policy die door pragmatiek en gezond verstand gestuurd wordt, is ook wel spek voor de bek van de Vlaming.’ Wil dit zeggen dat we zowel in de stad als in het dorp moeten verdichten? ‘Ja, nu wordt er veel tussenin gebouwd, waar geen stad en geen dorp is. Dat brengt mee dat we niets goeds hebben. Onze steden zijn te dun bebouwd. Brussel heeft gemiddeld 7000 inwoners per vierkante kilometer, Parijs drie keer zoveel. Dat laatste is te veel, maar in onze steden is nog wel wat plaats. Doordat ze te weinig inwoners en dus te weinig inkomsten hebben, hebben we geen goede steden. We hebben ook geen goede dorpen. De winkels en de scholen zijn er weg, iedereen woont een of twee kilometer verderop in een verkaveling. Daardoor staan ook natuur en landbouw onder druk. Het doel is: betere steden, betere dorpen, beter platteland, betere landbouw en betere natuur. Dorpen horen dus zeker thuis op het platteland. Zelfs tussen de dorpen, op het echte platteland, heb je boeren, veeartsen, handelaars in veevoeder, de bed & breakfast voor agrotoerisme. Laat die daar maar blijven, het platteland moet geen ontvolkt, abstract openruimtegebied worden. Maar er moeten geen zakenkantoren met twee jeeps en twintig paarden gevestigd zijn. Nu ziet de kaart van Vlaanderen eruit als het resultaat van een ontplofte stofzuigerzak: iedereen woont overal. Het is een gigantisch misverstand dat verkavelen ook maar iets te maken heeft met landelijk wonen. De dorpen in de Provence of in Toscane tellen 100 tot 150 woningen per hectare, ze zijn supercompact en vaak autovrij. Daarrond liggen de bossen, de velden en het wijngoed. We betalen fortuinen om er onze vakantie door te brengen, we vinden het fantastisch. Eenmaal thuis zijn we het onmiddellijk weer vergeten. De vraag is hoe we het bij ons samen weer opgekuist krijgen, zodat we er allemaal beter van worden.’ Hoe kunnen we dat doen? ‘Ik zie drie grote voorwaarden: niet te rap, met behoud van


De kleinste gehuchten en stukjes lint zullen verdwijnen om de andere dorpen voldoende dens te maken. Die uitdoving is al begonnen. Zelfs als we niets doen, zal in de meest afgelegen zones in Vlaanderen twintig tot dertig procent leegstand komen. Als we dat niet begeleiden, zal er spaargeld verdampen.

spaargeld en vastgoedwaarde, en op vrijwillige basis. Er is een hele waaier aan mogelijkheden om in overleg en met medewerking van de burger tot overeenkomsten te komen die verdichting mogelijk maken. De ruil van grondrechten is een belangrijk instrument. Stel dat twee gebouwen versleten zijn, dan kun je een slecht gelegen gebouw afbreken en de grond teruggeven aan de natuur, en op de plek van het goed gelegen gebouw twee keer zo hoog bouwen. De twee eigenaars behouden hun bouwrechten, er is geen vastgoedwaarde verdwenen, de bouwsector heeft werk en er is een stuk natuur gecreëerd. Een ander mogelijk instrument is het meenemen van registratierechten: iemand die al eens gekocht heeft en die wil verhuizen naar een betere knooppuntlocatie, betaalt dan geen tweede keer registratierechten. Wat de timing betreft, moet je op minstens twee afschrijvingstermijnen van vastgoed rekenen, dat is zestig jaar. En het moet vrijwillig gebeuren, mensen moeten het zelf willen. Als je de zaken begrijpelijk uitlegt, mensen helpt en kansen geeft, dan zullen ze met plezier meegaan. Het is dus een trein die langzaam en zonder veel agressief gedender het landschap moet transformeren.’

Ook in dorpen moet er hoger gebouwd kunnen worden. ‘Middelhoog volgens de brandnorm. Dat is maximaal nul plus zeven lagen, de hoogte van een stevige hoogstam, vaak minder hoog dan de kerk. Je hebt een mix van hoog en laag nodig, van veel rijwoningen met tuintjes en wat gestapelde appartementen of een toren met zorgwoningen. Zo maak je een landelijk, compact ministadje dat midden in het groen ligt.’

Een verkaveling, een vrijstaande woning heeft natuurlijk ook voordelen voor de bewoner. Hoe zorg je ervoor dat hij die toch wil loslaten? ‘We moeten de pretfactor van de verkaveling ernstig nemen en die realiseren in rijwoningen en appartementen. We zullen dus betere woningen moeten bouwen. In de steden moeten er appartementen komen met terrassen en tuinen, met een plek voor de barbecue, met ateliers waar je een fiets kunt afspuiten of een kastje van je tante verven, met daktuinen. Gedaan dus met de konijnenkoten met een terras van een vierkante meter. Naast betere woningen heeft de stad behoefte aan echte natuur. Parken moeten meer zijn dan gras, bomen, een vijver en lawaaierige bladblazers. Ze moeten voor de helft ook verwilderde stadsnatuur worden die niet toegankelijk maar wel zichtbaar is. Je moet de voordelen van de fermette meenemen naar de stad en de dorpskern en daar beter openbaar vervoer, de nabijheid van werk en van voorzieningen aan toevoegen. Minder stof, minder file, minder CO2, minder zeespiegelstijging en klimaatproblemen, vroeger thuis van het werk, meer groen, meer fiets, meer vrije tijd, minder gezondheidsproblemen. Het is eigenlijk een zeer positief verhaal. We moeten de mensen laten zien dat ze met een ander model veel kunnen winnen, financieel en aan woon- en levenskwaliteit.’

Uitdoven heeft natuurlijk grote gevolgen voor de gemeentefinanciering. Moet die ook op de schop? ‘Waar de uitdoving er komt, deels gestuurd en deels spontaan, zijn die gemeenten bezig met de creatie van natuur, van landbouw, van zuurstof. Zij moeten daarvoor betaald worden. Onze gemeentefinanciering zal ook moeten inzetten op de creatie van open ruimte, anders geraken we er nooit uit. Ik denk dat dit stof is voor het volgende Vlaamse regeerakkoord.’

Wil verdichten ook zeggen dat kleine, niet goed gelegen kernen verdwijnen? ‘De allerkleinste gehuchten en stukjes lint zullen langzaam verdwijnen om de andere dorpen voldoende dens te maken. Die uitdoving is al begonnen. Zelfs als we niets doen, is de voorspelling dat er de komende decennia in de meest afgelegen zones in Vlaanderen twintig tot dertig procent leegstand zal komen. Als we dat niet begeleiden, zal er spaargeld verdampen. Dus moeten we de ruil van grondrechten op tijd in gang zetten, anders blijft er voor de eigenaars van die gronden en woningen geen ruilwaarde meer over.’

De Vlaamse regering heeft beslist dat er vanaf 2040 geen open ruimte meer ingenomen mag worden. Wat vindt u van de timing? ‘Ik vind 2040 te laat, maar we moeten niet wachten op nieuwe regelgeving. Alles wat we nu al kunnen doen, is meegenomen. Als er geen RUP is dat je tegenhoudt, kun je nu al verdichten. Er is geen nieuwe regelgeving nodig om morgen compacter te bouwen op een goed gelegen kavel en een deel van die kavel aan de natuur terug te geven. Je hebt geen Beleidsplan Ruimte Vlaanderen nodig om zuinig met open ruimte om te gaan. Gezond verstand is niet verboden.’ Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal

Lokaal april 2017

53


mens & ruimte zorgbeleid

Nieuwe invulling van eerstelijnszorg Omdat het zorglandschap een doolhof van voorzieningen in gezondheids- en welzijnszorg is, wilde de Vlaamse regering bij haar aantreden de eerstelijnszorg eenvoudiger en sterker maken. De herstructurering staat nu in de startblokken. Door een nieuwe structuur moet de eerste lijn aan efficiëntie winnen door overlappingen weg te werken en beter samen te werken.

TEKST VEERLE CORTEBEECK, ELKE VERLINDEN EN RIKA VERPOORTEN BEELD STEFAN DEWICKERE

O

p 16 februari lanceerde minister Jo Vandeurzen de eerste ideeën voor deze reorganisatie tijdens de conferentie ‘Reorganisatie van de eerste lijn in Vlaanderen’. Deze conferentie, bijgewoond door zowat duizend mensen uit het veld, van de belangengroepen en de universiteiten, en via livestream uitgezonden, lichtte een tipje van de sluier hoe de eerste lijn er in 2025 zal uitzien. Aan de conferentie ging een intensieve voorbereiding vooraf. Zes werkgroepen voerden gedurende een jaar druk gesprekken, ze namen de organisatie van de eerste lijn vanuit verschillende invalshoeken onder de loep: welke rol speelt de burger, welke taken moeten op welk ni-

lijn wil minister Vandeurzen de muur tussen de welzijnszorg en gezondheidszorg slopen en de eerste en tweede lijn naadloos in elkaar doen vloeien. Altijd staan de zorgbehoevende persoon en zijn omgeving centraal. Elke persoon heeft immers recht op zorg en ondersteuning die integraal bijdragen aan een optimale levenskwaliteit. Mensen hebben het recht hun leven zelf te regisseren en moeten daarvoor de juiste informatie krijgen. Er moeten antwoorden komen voor wanneer de zorgproblemen groter worden.

Betrouwbare en begrijpelijke informatie zijn erg belangrijk: kennis over het zorgproces en –aanbod, informatie over specifieke aandoeningen, maar ook praktische tips moeten binnen het bereik van de mantelzorger gebracht worden. veau georganiseerd worden, hoe kunnen we optimaal gegevens delen? Provinciale toetsingsronden en een wetenschappelijke reflectiekamer maakten het traject compleet. Met de herstructurering van de eerste 54 april 2017 Lokaal

Zelf beslissen Waar mogelijk moet de persoon zelf de regie in handen nemen. Als dat niet mogelijk is, krijgt de mantelzorger deze belangrijke rol. In overleg met de zorgverleners formuleert de persoon zijn ei-

gen zorgdoelen die worden geïntegreerd in het persoonlijke zorg- en ondersteuningsplan. Vlaanderen erkent expliciet de mantelzorger als volwaardige partner in de zorg en wil hem nog versterken. Betrouwbare en begrijpelijke informatie zijn erg belangrijk: kennis over het zorgproces en zorgaanbod, informatie over specifieke aandoeningen, maar ook praktische tips moeten binnen het bereik van de mantelzorger gebracht worden. Geïntegreerd breed onthaal Om de juiste kennis en informatie bij de zorgvragers en hun mantelzorgers te brengen komt er een laagdrempelig, vlot bereikbaar, lokaal onthaal waar zorgvragers en mantelzorgers terecht kunnen. Het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal, dat op lokaal niveau de expertise van het OCMW, het CAW en de diensten voor maatschappelijk werk van de ziekenfondsen bundelt, geeft hier invul-


sitie de zorg en ondersteuning en zoekt uit waar het beter kan. De zorgende buurt Mensen blijven langer thuis wonen. Een brede waaier aan ondersteuningsvormen, professioneel én informeel, maakt dit mogelijk. Er wordt een appel gedaan op de buurt om personen met een zorgbehoefte zo lang mogelijk deel te laten zijn van de samenleving, en vereenzaming en sociale uitsluiting tegen te gaan. Vrijwilligers, het lokaal dienstencentrum, het centrum voor dagverzorging, elk ondersteunt het langer thuis wonen in de buurt. Organisaties en zorgaanbieders worden gemotiveerd om meer in te zetten op een buurtgerichte werkwijze. Ook hier is de rol van het lokale bestuur niet te onderschatten. Volgens minister Vandeurzen spelen lokale besturen een cruciale rol in zulke initiatieven van buurtgerichte zorg. Een herstructurering van de eerste lijn, waarbij de persoon met een zorgbehoefte en de mantelzorger centraal komen te staan, vraagt om vereenvoudigde structuren. Meer tijd voor zorg en minder voor overleg, daar wil minister Vandeurzen naartoe. Er komt een geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal dat op lokaal niveau de expertise van de zorgbieders deelt.

ling aan. Het lokale bestuur is hierbij de spil. Het is de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur (of samenwerkende besturen) het samenwerkingsverband daadwerkelijk te realiseren. Als het moeilijk wordt In complexe zorgsituaties komen diverse, door de zorgvrager zelf gekozen, zorgaanbieders over de vloer. Er ontstaat een zorgteam, waar de zorgvrager en mantelzorger integraal deel van uitmaken. De individuele leden van het zorgteam moeten alles in het werk stellen om samen te komen tot zorg van goede kwaliteit, afgestemd op de zorgdoelen van de zorgvrager. Soms vraagt de samenwerking in het zorgteam meer structurele coördinatie. Zulke zorgcoördinatie kan door ieder lid van het zorgteam gebeuren, ook door de persoon zelf of door de mantelzorger. Diegene die de zorgcoör-

dinatie opneemt, gaat na of de gemaakte afspraken nagekomen zijn, organiseert het overleg tussen de individuele leden van het zorgteam en volgt het zorg- en ondersteuningsplan op.

De eerstelijnszone De eerstelijnszone staat in de eerste plaats in voor de inhoudelijke afstemming in welzijn en gezondheid, de intersectorale en interdisciplinaire samenwerking tussen lokale besturen, mensen en organisaties uit de welzijns- en gezondheidssector

Als in uitzonderlijke situaties de zorg te moeilijk wordt, kan de zorgcoördinator tijdelijke ondersteuning vragen via casemanagement. Een deskundige zoekt dan vanuit een neutrale positie uit waar het beter kan. Als in uitzonderlijke situaties de zorg te moeilijk wordt, kan de zorgcoördinator tijdelijke ondersteuning vragen via casemanagement. Een deskundige die geen lid is van het zorgteam (casemanager), beoordeelt dan vanuit een neutrale po-

en ondersteuning bij de geïntegreerde zorgplanning. Lokale besturen en zorgaanbieders werken samen en nemen de verantwoordelijkheid op voor de bevolking in de eerstelijnszone: lokale behoeften worden in kaart gebracht, en het aanLokaal april 2017

55


bod wordt hierop afgestemd en getoetst op zijn toegankelijkheid, efficiëntie en kwaliteit. Uiteraard zullen niet alle taken vanaf dag één opgenomen kunnen worden. Minister Vandeurzen gaat dan ook uit van een groeiscenario, waarbij het takenpakket van de eerstelijnszones systematisch uitgebreid wordt. De Vlaamse overheid zal dit zonale niveau, aldus de minister, steeds nadrukkelijker erkennen en ondersteunen. Een zorgraad zal de eerstelijnszone aansturen. Lokale besturen moeten deel uitmaken van deze zorgraden, naast zorgaanbieders van verschillende disciplines, vertegenwoordigers van de woonzorgcentra, gezinszorg, diensten maatschap-

op het vlak van palliatie, preventie, dementie en geestelijke gezondheidszorg. De Logo’s, palliatieve netwerken, expertisecentra dementie en overlegplatforms geestelijke gezondheidszorg zullen samenwerkingsafspraken maken en op termijn zelfs evolueren naar één regionale ondersteuningsstructuur. Deze regionale zorgzones zullen scharnieren met de zorggebieden van de klinische netwerken van de ziekenhuizen uit de regio.

ganisatie van de eerstelijnszorg kan niet losgekoppeld worden van het lokale bestuur en zijn sociaal beleid. Het tijdspad voor de hele reorganisatie van de eerstelijnszorg loopt ten einde in 2025. Het is duidelijk: lokale besturen moeten nu in actie schieten voor die nieuwe, hervormde eerstelijnszorg en ze zullen daar ook na de volgende gemeenteraadsverkiezingen mee bezig moeten blijven.

Wat met de lokale autonomie? De hervorming van de eerste lijn heeft de lokale besturen vaak in het vizier. Het lokale niveau is immers het niveau waar de

Vlaanderen zoekt u Voor het uittekenen van de eerstelijnszones kiest Vlaanderen voor een bottomupbenadering. De verantwoordelijkheid hiervoor legt de minister bij de eerste lijn zelf. Alle belanghebbenden in de eerste lijn en in de gemeente krijgen de kans een voorstel in te dienen. Want de afbakening van eerstelijnszones moet voldoen aan de criteria van de eerstelijnszone qua omvang en draagvlak. De concrete voorwaarden hiervan zijn nog niet bekend, maar het is wel duidelijk dat de lokale besturen een belangrijke rol moeten spelen in de afbakening van de eerstelijnszones. Het moment voor actie is nu!

Met een omvang van 75.000 tot 125.000 inwoners komt de indeling van Vlaanderen neer op een zestigtal eerstelijnszones. De afbakening ligt nog niet vast, maar voldoende draagvlak bij de belangrijkste stakeholders, waaronder de lokale besturen, zal essentieel zijn. pelijk werk van de ziekenfondsen, CAW en vertegenwoordigers van de gebruikers. Met een omvang van 75.000 tot 125.000 inwoners komt de indeling van Vlaanderen neer op een zestigtal eerstelijnszones. De concrete afbakening ligt nog niet vast, maar voldoende draagvlak bij de belangrijkste stakeholders (zoals lokale besturen, huisartsenkringen en de woonzorgsector) zal essentieel zijn. De regionale zorgzone Naast de eerstelijnszones tekent Vlaanderen ook regionale zorgzones uit. Een regionale zorgzone omschrijft een gebied van ongeveer 400.000 inwoners, dus een aantal eerstelijnszones samen. Sommige expertise kan immers niet georganiseerd worden binnen de eerstelijnszone, omdat voldoende kritieke massa ontbreekt. Zulke expertise kan dan op het niveau van de regionale zorgzone ingericht worden. Op dit niveau zal onder andere ondersteuning geboden worden 56 april 2017 Lokaal

zorg en ondersteuning het meest zichtbaar is én het dichtst bij de burger staat. Vlaanderen schuift de lokale besturen sterk naar voren voor buurtgerichte zorg, het samenbrengen van mensen en organisaties, de regie in het geïntegreerd breed en herkenbaar onthaal, de deelname van de eerstelijnszones… De or-

Voor meer informatie: rika.verpoorten@vvsg.be Veerle Cortebeeck is VVSG-stafmedewerker lokaal gezondheidsbeleid, Elke Verlinden is regionaal medewerker Vlaams-Brabant van het VVSG-netwerk thuiszorg en Rika Verpoorten is VVSG-stafmedewerker woonzorg

Oproep eerstelijnszones brengen actoren in de zorg samen Met haar projectoproep wil Flanders Synergy nieuwe netwerken in de eerstelijns‑ zone ontwerpen en ondersteunen. Doel is een zo goed mogelijke samenwerking te realiseren, over organisaties, sectoren en disciplines heen, om te eindigen bij een zo goed mogelijke zorg voor de persoon met een zorgvraag. Flanders Synergy zal twee eerstelijnszones begeleiden, gebaseerd op een samenwerkingsverband tussen de verschillende initiatiefnemers in de eerste lijn. Deze proefprojecten moeten een bron van inspiratie zijn voor het werkveld en het beleid, met concrete en praktische inzichten, noodzakelijke randvoorwaarden en een strategie om dit op grote schaal uit te rollen. Flanders Synergy lanceerde in maart een oproep, waarop de samen‑ werkingsinitiatieven kunnen intekenen tot en met dinsdag 18 april (12 uur). Voor meer informatie kunnen geïnteresseerden terecht op www.flanderssynergy.be of rechtstreeks bij laura.jacobs@flanderssynergy.be.


BETROUWBARE NETWERKEN IN ONZE GEMEENTEN: DAT IS INFRAX! Dirk Moerenhout Infrax-medewerker

www.infrax.be Lokaal april 2017

57


mens en ruimte lokale economie

Coöperaties versterken lokale economie en burgerbetrokkenheid Zelfstandige thuisverplegers die zich in hun regio verenigen om efficiënter te kunnen werken en lokale cliënten beter te kunnen bedienen; producenten die zich verenigen om samen te vermarkten; werknemers die zelf eigenaar zijn van hun bedrijf; burgers die zich verenigen rond lokale energievoorziening of het beheer van een ontmoetingsruimte. Coöperatieve ondernemingsvormen zitten in de lift. Ook overheden nemen er een steeds actievere rol in op. Welke kansen en voordelen bieden ze voor uw lokaal bestuur? tekst pieter plas, hannes hollebecq en lieve jacobs beeld gf en tim vandewiele

V

olgens de gangbare definitie zijn coöperaties autonome organisaties van personen die zich vrijwillig verenigen om hun gemeenschappelijke economische, sociale en culturele behoeften en ambities te behartigen door middel van een onderneming waarvan ze samen eigenaar zijn en die ze democratisch controleren. ‘Een coöperatie genereert dus voordelen voor gebruikers.

58 april 2017 Lokaal

Dat kunnen klanten of burgers zijn, werknemers, zelfstandigen, producenten of leveranciers. Ze is eigendom van die gebruikers, die investeren dus risicokapitaal, en ze wordt door hen gecontroleerd,’ zegt Hannes Hollebecq van de dienstverlening coöperatief ondernemen van Cera. Juridisch gezien is een coöperatie een vennootschap, vanuit economisch oogpunt een ondernemingsmo-

del. Karakteristiek is dat ze niet zozeer streeft naar maximale winst, als wel naar doelmaximalisatie. ‘Uiteraard maakt ook een coöperatie het best winst, want verlies maken is niet duurzaam en je moet middelen reserveren voor toekomstige investeringen of slechte tijden,’ gaat Hollebecq voort. ‘Maar het rendement op het kapitaal zit hem niet in het maximaliseren van het dividend of de meer-


waarde bij uitstap. Dat rendement komt anders: een coöperatie wil in de eerste plaats waarde creëren door een goede dienstverlening te bieden voor haar vennoten, op basis van een gedeelde behoefte.’

Green on Wheels biedt alternatieve, ecologische en betaalbare autobrandstof. Ieper participeert in het kapitaal en is met zijn gemeentevoertuigen zelf klant waardoor het het draagvlak voor duurzame mobiliteit vergroot.

Lokale verankering: bedrijven, werkers, burgers en buurt Coöperaties zijn er in soorten, afhankelijk van wie de vennoten zijn. Bij werkerscoöperaties verenigen werknemers of zelfstandigen zich om samen te werken en te ondernemen. Het mede-eigenaarschap van de onderneming creëert verantwoordelijkheidsgevoel, bevordert het langetermijndenken en impliceert risico- en resultaatsdeling. Ondernemingen en organisaties kunnen zich dan weer verenigen in ondernemingscoöperaties om bepaalde facetten van de bedrijfsvoering samen te doen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het delen van infrastructuur en ICT, het gezamenlijk aankopen van goederen en diensten, gemeenschappelijke marketing. Bij beide coöperatietypes gaat het om lokaal verankerde bedrijven, die dus voor werkgelegenheid en welvaart zorgen in de lokale gemeenschap. Kleine KMO’s zien zich in dit verband versterkt en kunnen zichzelf blijven, terwijl ze anders misschien zouden verdwijnen door concurrentie door heel grote spelers of delokalisering. Alle coöperatieve ondernemingsvormen bieden in ieder geval kansen voor zelfregie en voor decentralisering van productie, vraag en aanbod. Maar consumenten- of burgercoöperaties zetten het maatschappelijke aspect meer in de verf. Hannes Hollebecq: ‘Burgers of consumenten richten die op als antwoord op uitdagingen of behoeften die zowel economisch als maatschappelijk zijn: omdat ze een bepaald goed niet in de markt vinden, of omdat ze denken dat de levering van een bepaalde dienst goedkoper, toegankelijker of degelijker kan worden georganiseerd.’ In het Luxemburgse Malempré zette een dorpscoöperatie met succes een lokaal warmtenet op. Dichter bij huis, in Gent, organiseert burgercoöperatie Partago elektrisch autodelen als duurzame mobiliteitsoplossing. Of wat te denken van kinderopvanginitiatief Jaagbaar, een gezinscoöperatie die bij de Gentse Dampoort participatieve kinderopvang combineert met een eigen keuken en de georganiseerde aanschaf van voedsel? Sociale doelstellingen zijn dan weer sterker uitgesproken in burgercoöperaties zoals het Antwerpse Collectief Goed cvba-so, dat zich inzet voor een duurzaam en betaalbaar woningaanbod voor kwetsbare groepen. De ‘so’ in de naam staat daarbij voor ‘sociaal oogmerk’. Lokale overheid als stakeholder Ook de coöperatie Sociale Kruidenier Vlaams-Brabant heeft een expliciet sociaal oogmerk. Ze onder-

steunt lokale initiatieven in verband met betaalbare, gezonde en duurzaam geproduceerde voeding, en laat mensen in kansarmoede deelnemen als vennoten. Bijzonder is wel dat naast de oprichters en andere organisaties ook het provinciebestuur in het kapitaal participeert en ondersteuning biedt. Zitten verschillende groepen belanghebbenden samen in één onderneming, dan spreken we van een multistakeholderscoöperatie. Zo is de coöperatieve kaasmakerij Het Hinkelspel in Gent een gezamenlijke onderneming van leveranciers, werkers en klanten. ‘In zo’n multistakeholdersmodel kan bijvoorbeeld ook de gemeente toetreden als vennoot,’ zegt Hannes Hollebecq. ‘Essentieel is wel dat alle betrokken partijen een gemeenschappelijke nood of uitdaging voelen. De gemeente moet er zelf ook belang bij hebben. Een coöperatie mag dan nog zo goed klinken, als alle vennoten de meerwaarde ervan niet zien, zal de succesratio bijzonder laag zijn.’

Ook de gemeente kan toetreden als vennoot. Essentieel is wel dat alle betrokken partijen een gemeenschappelijke nood of uitdaging voelen. In Bocholt is de gemeente vennoot in een brede coöperatie die de plaatselijke schoolgebouwen verwarmt met houtsnoeisel uit eigen streek – een succes voor zowel gebruikers als lokale landbouw, waarbij ook de natuur wint (zie ook Lokaal nr. 11 van 2015). Een ander voorbeeld van succesvolle gemeentelijke participatie is de West-Vlaamse cvba Green on Wheels, die met een tankstation cng (aardgas) aanbiedt als alternatieve, ecologische en betaalbare autobrandstof. De coöperatie, die in 2012 in Ieper werd opgericht, creëert lokale werkgelegenheid en deelt de winst met elke burger die vennoot is en aardgas tankt. De stad Ieper ondersteunt de onderneming van bij de start, ze participeert in het kapitaal en haar duurzaamheidsambtenaar zit in het bestuur. Doordat ze met haar gemeentevoertuigen ook zelf klant is, vergroot de stad het draagvlak voor duurzame mobiliteit. Burgercoöperaties voor hernieuwbare energie (REScoops) werken regelmatig samen met gemeenten. De gemeente stelt bijvoorbeeld een stuk grond ter beschikking van de burgercoöperatie, die in ruil een deel van haar opbrengst door de gemeente laat Lokaal april 2017

59


gebruiken voor energiebesparende maatregelen in publieke gebouwen of sociale woningen. In Vlaanderen gebeurt dat al in Eeklo en Asse. Burgercoöperatie Ecopower betaalt er met een deel van haar winst het loon van een energie-ingenieur die ten dienste staat van de gemeente. De ingenieur geeft inwoners gratis energieadvies en hulp, en ontwikkelt energieefficiëntieprojecten in samenwerking met de gemeente, zoals (in Eeklo) de bouw van een zonneluifel waar mensen hun elektrische fiets kunnen opladen.

Zijn coöperaties een succesformule voor meer burgerbetrokkenheid bij gemeentebeleid? JA, want: • burgers en lokale overheid participeren samen economisch • de coöperatie wordt democratisch bestuurd door de vennoten • zeggenschap kan ook los van financiële inbreng • eigenaarschap is niet zozeer gericht op winst, als wel op de doelstelling • het verzamelde kapitaal is lokaal verankerd, winsten blijven binnen de gemeenschap • het sociale doel kan verankerd worden in de statuten • samenwerken kan met het behoud van ieders identiteit • juridische vrijheid maakt maatwerk mogelijk MAAR niet zonder: • de wil en de capaciteit om effectief samen te werken • een ‘coöperatieve cultuur’ en een grote dosis vertrouwen • inzet en overleg voor een gedeelde en voldoende gedragen missie en visie • een gemeenschappelijke behoefte en gemeenschappelijke belangen

60 april 2017 Lokaal

De Groentelaar in Gooik is als project van De Landgenoten een voorbeeld van een multistakeholderscoöperatie.

Voordelen en kansen Ook Lieve Jacobs van Cera, dienstverlening coöperatief ondernemen ziet lokale besturen een actievere rol opnemen in coöperaties. ‘Ook als lokale overheden zelf niet participeren, is het belangrijk dat ze de voordelen en kansen van coöperatieve modellen bekendmaken bij de lokale gemeenschap, bijvoorbeeld via ondernemersloketten of adviesraden,’ zegt ze. Het statuut van vennootschap met sociaal oogmerk of vso – zoals bij Sociale Kruidenier Vlaams-Brabant – is voor haar een bijkomend aandachtspunt voor besturen die zelf willen participeren: ‘Het vso-statuut biedt een juridisch label voor activiteiten die een sociaal

oogmerk combineren met een commerciële of industriële hoofdactiviteit. Het is goed dit samen met de coöperatieve vennootschapsvorm in gedachten te houden, bijvoorbeeld bij de uitwerking van erkenningsvoorwaarden en subsidieregelingen. Coöperaties worden daarbij vaak ongelijk behandeld in vergelijking met verenigingen of andere ondernemingsvormen.’

Pieter Plas is redacteur van Lokaal Hannes Hollebecq en Lieve Jacobs zijn adviseurs bij Cera, dienstverlening coöperatief ondernemen www.coopburo.be


HULP BIJ DE HAND

Hoe zit het met die stroomonderbreking? www.eandis.be/stroomonderbrekingen

4 webtools maken het je makkelijk Dat Eandis ‘Altijd in uw buurt’ is, merk je pas écht als er iets niet loopt zoals gehoopt: de stroom valt uit, of werken in je buurt zorgen voor hinder. Op zulke momenten is het belangrijk dat je snel de juiste informatie krijgt. Dankzij een handvol makkelijke webtoepassingen helpen we je in een handomdraai op weg!

Wat doe ik als ik geen stroom heb in huis? www.eandis.be/geenstroom

NL

www.eandis.be

Waar werken we in jouw buurt?

Meld een defecte straatlamp

www.eandis.be/werkenvaneandis

www.eandis.be/straatlampen

@eandis_cvba eandis cvba company/eandis

Lokaal april 2017

61


mens en ruimte cultuurbeleid

Door livestreaming meer cultuur beleven Livestreaming inzetten bij lokale kunst- en cultuurbeleving levert een veel breder publiek op. Of bent u bang dat er geen mens meer komt kijken? Uit onderzoek blijkt net het omgekeerde. De positieve impact van livestreaming op lokale kunst- en cultuurparticipatie is veel groter dan de investering erin. tekst lieselot van maldeghem en an vanlierde beeld lien wevers

M

et livestreaming bereikt u een jonger en diverser doelpubliek, want streamers zijn meestal tussen 16 en 45 jaar. Wie ouder is dan 45 heeft er nauwelijks ervaring mee. Maar livestreaming is ook een middel waarmee een cultuurhuis een diverser publiek kan bereiken, en dat is soms een eerste stap naar het fysieke bijwonen van een voorstelling of concert. Kijkers proeven van het aanbod en willen er de volgende keer bij zijn. Extra promotie dus voor de volgende voorstellingen.

Een extra pluspunt van livestreaming is de mogelijkheid tot directe interactie met het publiek: gebruikers spenderen meer dan drie keer zoveel tijd aan uw video als u live uitzendt en reageren tien keer vaker. Een belangrijke nieuwe doelgroep die u met livestreaming kunt bereiken, zijn minder mobiele mensen of mensen die gewoon te ver van de eigenlijke voorstelling af verblijven. In de digitale wereld bestaan er geen fysieke grenzen, mensen overal ter wereld kunnen uw voorstelling bijwonen via livestreaming. Daar komen nog de mensen bij die een voorstelling hadden willen zien die al uitverkocht is. Een extra pluspunt van livestreaming is de mogelijkheid tot directe interactie met het publiek: gebruikers spenderen meer dan drie keer zoveel tijd aan uw video als u live uitzendt en reageren tien keer vaker. Voor een theaterstuk kunt u voor of na de voorstelling een interview livestreamen, waarop volgers ook kunnen reageren of vragen stellen. Ook een auteurslezing kunt u livestreamen, zodat kijkers tijdens de lezing kunnen reageren of vragen aan de auteur kunnen stellen via comments. Bovendien krijgt de toeschouwer een gevoel van exclusiviteit: voor de volledige livebeleving moet je kijken en reageren op het moment van de streaming. Op zich zijn er trouwens niet meer beperkingen op het gebied van auteursrecht en privacy dan bij standaard programmering. Het volstaat vooraf toestemming te vragen aan de 62 april 2017 Lokaal

makers van de voorstelling, aan de spreker of aan de artiest(en). Bij livestreamen in een gesloten circuit – dat wil zeggen dat je niet openbaar streamt, maar controle hebt over wie de livestream bekijkt – komt u samen waarschijnlijk relatief gemakkelijk tot een overeenkomst. Verder moet u uiteraard rekening houden met auteurs- en portretrecht en luisteren naar uw gezond verstand wanneer u mensen in beeld brengt. Toch heerst er nog wat koudwatervrees in de cultuursector om livestreaming te integreren in de werking. Over de invloed van livestreaming bestaan een aantal misvattingen en angsten, waarvan de grootste het verlies van publiek in de zaal lijkt te zijn. Uit het onderzoeksrapport van From Live to Digital, een grootschalige enquête waarmee AEA Consulting de impact van digitale ontwikkelingen op het publiek, de productie en de verspreiding in Engels theater onderzocht, kunnen we afleiden dat deze angst ongegrond is. De impact van livestreaming op het aantal mensen dat de vertoning in levenden lijve bijwoont, is minimaal, zowel in negatieve als positieve zin. Het is dus niet zo dat theatergangers ineens massaal zullen beslissen thuis te blijven om de voorstelling te streamen, wanneer ze die mogelijkheid krijgen. Voor het publiek kan livestreaming de fysieke beleving immers niet vervangen, maar wel aanvullen. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten het eerder als een aparte ervaring beschouwen, een kans om op een andere manier cultuur te kunnen beleven. Meer dan de helft van de ondervraagde theatergangers verkiest overigens ter plekke te genieten van een voorstelling. Mensen zijn dus wel te vinden voor een gelivestreamde voorstelling, maar uit een onderzoek van Digital R&D for the Arts leren we wel dat de mate van appreciatie van een livestream bij de toeschouwers ook afhangt van de manier waarop de voorstelling gedigitaliseerd wordt: hoe hoger de kwaliteit, hoe hoger de appreciatie, maar ook, hoe hoger de kost. Wat moet dat kosten? Voor de zender is het in principe perfect mogelijk op een goed-


toelaat die betaald hebben. U kunt ook zo’n eventpagina met betalende toegang op uw website aanmaken, waar u dan het hele jaar door op regelmatige basis voorstellingen streamt. In Parktheater Eindhoven wordt momenteel gewerkt met een apart ticketingsysteem: bewoners van woonzorgcentra kopen er een ticket voor 7,5 euro om naar de gestreamde voorstelling te kunnen kijken. Ten slotte is het een goed idee om samen te werken, bijvoorbeeld in regioverband. Investeringen moeten dan maar één keer gebeuren voor de hele regio en ze worden gedragen door alle partners van het samenwerkingsverband.

In woonzorgcentrum De Wending genoten de bewoners van de voorstelling ‘Slumberland’ van Zonzo Compagnie.

Hoe werkt het? Streaming is een techniek waarbij een audio- of videobe‑ stand via het internet direct beluisterd of bekeken kan worden, zonder het eerst te downloaden. De populariteit van Spotify toont dat dit meer en meer ingang vindt bij een grote groep mensen. Je hoeft de muziekbestanden niet te downloaden om ze te kunnen beluisteren, waardoor je geen tijd verliest met het downloaden van de bestanden en er geen geheugen wordt ingenomen op je smartphone, tablet of laptop. Bij livestreaming gaat het nog een stapje verder: wat je bekijkt of beluistert, vindt op datzelfde moment ook plaats. De kijker of luisteraar maakt dus deel uit van het live publiek.

kope en eenvoudige manier te streamen in goede kwaliteit. Voor een ideale livestreamervaring is een performante internetverbinding bij zowel zender als ontvanger een conditio sine qua non. De financiële kant van de zaak is natuurlijk afhankelijk van de keuzes die u maakt. Enkele voorbeelden van prijsbepalende elementen zijn opnametijd, extra grafische elementen (zoals ondertiteling), internetvoorzieningen, het aantal camera’s en of die al dan niet bemand zijn. De investering zorgt ervoor dat u veel meer mensen bereikt, omdat u kunt streamen naar zo veel plekken als u zelf wilt. Toch kunt u de kosten beperken. Zo is het af te raden telkens een externe firma in te schakelen. Een beter alternatief is te investeren in een specifieke opleiding voor (een van) uw techniekers en in de aankoop van degelijke materialen. U kunt bijvoorbeeld een tablet uitrusten met een extra lens en een microfoon die omgevingsgeluid uitschakelt, waardoor u enkel het geluid op de scène opneemt. Dit zijn geen zware investeringen, maar ze leveren wel een stream van goede kwaliteit op. Verder houdt u beter rekening met het fenomeen van de digital attendees. Livestreaming hoeft niet gratis aangeboden te worden. Produceer hogekwaliteitsstreaming die u enkel aanbiedt aan betalende kijkers, bijvoorbeeld op een privépagina of een eventpagina op Facebook waar u enkel mensen

Terug naar de Warande Cultuurconnect heeft een project livestreaming samen met cc De Warande en woonzorgcentrum De Wending in Turnhout. Samen testen ze livestreaming om de voordelen voor zowel (het publiek van) het cultuurcentrum als (het publiek van) het woonzorgcentrum in Turnhout te verkennen. Doel is zicht te krijgen op technische mogelijkheden en moeilijkheden enerzijds, maar evengoed te bekijken hoe je de beleving voor het publiek dat niet in het cultuurcentrum zit, kunt verbeteren en hoe je eventuele interactie kunt opzetten. Op 14 februari hielden ze het eerste experiment. ‘Slumberland’ van Zonzo Compagnie speelde ter plaatse in de Warande voor honderd leerlingen uit het eerste en tweede leerjaar. Tezelfdertijd volgden twintig rusthuisbewoners samen met één klas van het tweede leerjaar de voorstelling vanuit de cafetaria in WZC De Wending. Voordat de kinderen de theaterzaal binnengingen, voerden ze – via streaming – een gesprek met de bewoners. Beide publieken konden elkaar zien en horen en maakten zo kennis met elkaar. Vervolgens zagen de bewoners de kinderen binnengaan in de theaterzaal en op datzelfde moment dimden ook de lichten in de cafetaria. Na afloop van de voorstelling verzamelden de kinderen opnieuw in de Warande, samen met de muzikanten en artiesten van de voorstelling voor nog een live-interactie tussen beide publieken. De bewoners van het woonzorgcentrum waren dankbaar voor de livestreaming. Dankzij livestream kunnen zij opnieuw cultuur beleven zoals vroeger, toen ze wel nog in staat waren om naar de Warande te gaan.

Het is niet zo dat theatergangers ineens massaal zullen beslissen thuis te blijven om de voorstelling te streamen, wanneer ze die mogelijkheid krijgen. Het volgende experiment is gepland op 21 april, wanneer ze ‘Gedeelde Smart’ van Jan De Smet, Lien Van De Kelder en Pieter-Jan De Smet zullen streamen naar het woonzorgcentrum. Ook daar bekijken ze hoe ze – naast het pure livestreamen – interactie kunnen opzetten. In een derde experiment zullen ze onderzoeken hoe digitale tools een voorstelling kunnen verrijken. Lieselot Van Maldeghem
is Communicatiemedewerker en An Vanlierde is projectleider van Cultuurconnect

Lokaal april 2017

63


mens en ruimte erfgoed

Elke gemeente koestert een zorgverhaal

De zorg voor de archiefstukken, manuscripten en objecten vereist de nodige kennis en heel veel geduld.

Op zondag 23 april heeft de zeventiende editie van de Erfgoeddag plaats. Door een wisselend thema worden de instellingen telkens uitgedaagd anders naar hun collectie en werking te kijken. Dit jaar is het thema zorg, en dat biedt een mooie kans om bruggen te slaan met de zorgsector die hier gretig op ingaat. tekst tine vandezande beeld mashid mohadjerin

H

et verleden en het erfgoed van de zorg lopen als een rode draad door de activiteiten van 23 april. In de geschiedenis van de zorg speelden veel mensen en organisaties een belangrijke rol. Denk maar aan OCMW’s, kloosters en andere zorginstellingen. Zij openen tijdens Erfgoeddag hun deuren om aan klein en groot het brede verhaal van de zorg te tonen.

Dat erfgoed- en zorgsector elkaar versterken, wordt op de Erfgoeddag aangetoond met diverse activiteiten. Zo krijgt het publiek een idee hoe de zorg in al haar facetten in de loop van de tijd geëvolueerd is. Ook is de Erfgoeddag een mooie kans om kennis te maken met diverse benaderingen van de zorg voor ons erfgoed, materieel en immaterieel. Musea, archieven, heemkundige kringen, erfgoedbibliotheken en andere collectiebeherende instellingen nodigen uit voor een blik achter de schermen. Want de zorg voor de archiefstukken, manuscripten en objecten vereist de nodige kennis en heel veel geduld. Dit blijft een fascinerende wereld, grijp dus uw kans en ga samen met uw buren, kinderen of kleinkinderen op pad. Consulent vrijwilligerswerking van erfgoed Mechelen Greet Voorhoof liet de vrijwilligers hun favoriete stukken kiezen uit de verschillende collecties die ze inventariseerden: ‘Hierdoor kun je kennismaken met pareltjes uit het Stadsarchief, de historische kerken, beeldsmederij De Maan en toneelgroep Arsenaal/Lazarus. Dankzij verschillende inventarisatieprojecten dragen de vrijwilligers van het museum Hof van Busleyden zorg voor diverse collecties. Erfgoeddag is een kans om hun werk achter de schermen te tonen aan het publiek.’ Daarbovenop koppelen ze de keuze voor de kostuumcollectie van Arsenaal/Lazarus meteen ook nog aan de keuze van enkele bewoners van woonzorgcentrum Hof van Egmont. Zorgen voor ons erfgoed wordt zo ook een beetje zorgen voor elkaar. 64 april 2017 Lokaal

Verbindend werken Onderzoek heeft aangetoond dat met cultureel erfgoed bezig zijn een positieve impact heeft op het welzijn en de gezondheid van mensen. Dus alleen al daarom loont het de moeite op pad te gaan tijdens de Erfgoeddag. Dat erfgoed- en zorgsector elkaar versterken, wordt op de Erfgoeddag aangetoond met diverse activiteiten. Zo zijn er ook activiteiten op maat van mensen met dementie en hun mantelzorgers. De zorgsector zoekt door toenemende vragen ook zelf zeer actief naar nieuwe partners. De Haaltertse cultuurmedewerker Lieve Van den Driessche is erg enthousiast over de samenwerking tussen het gemeentebestuur en woonzorgcentrum Sint-Anna: ‘Het woonzorgcentrum zette de eerste stap en vroeg of we zin hadden om deel te nemen aan Erfgoeddag. Zo ging de bal aan het rollen. Je kunt tijdens Erfgoeddag een lezing van Kasper Bormans volgen. Hij heeft al heel veel onderzoek gedaan naar de kracht van verbeelding op het geheugen van alzheimerpatiënten. Dankzij Erfgoeddag zullen we alles wat we nu al voorbereiden ook kunnen uitrol-

Erfgoeddag kan een uitgelezen kans zijn om ouderen en jongeren dichter bij elkaar te brengen, zo kunnen ouderen getuigen over cultureel erfgoed en met jongere generaties in gesprek gaan. len naar de Alzheimercode. We slaan dus twee vliegen in een klap!’ Het thema zorg betekent zeker kansen creëren en anders


TIPS • In Aalter kunt u een presentatie van de gemeente volgen over de Broeders van Liefde: twee eeuwen zorg. Ook in hun kloostergebouw in Sint-MariaAalter kunt u op twee wanden kennismaken met het verhaal van de zorg door de Broeders van Liefde. Een broeder vertelt over de verschillende soor‑ ten zorg die ze aanbieden. • Het gemeentebestuur van De Pinte schotelt een filmvoorstelling voor: mensen en voorwerpen uit een zorgeloos Pints verleden. De Heemkring Scheldveld verzamelde artefacten en liet ze zien aan kinderen. Hun reacties werden gefilmd, ook terwijl ze uitleg kregen door een oudere. • In Hoegaarden hebben het gemeentebestuur, Jeugdhuis ’t Paenhuys, de Landelijke Kinderopvang Stekelbees en de Zusters van het klooster Mariadal een zorgwandeling uitgedacht. Want iedereen heeft wel eens zorg nodig. Maar hoe zat dit vroeger? 750 gratis activiteiten verspreid over Brussel en Vlaanderen kunt u online ont‑ dekken op www.erfgoeddag.be.

durven kijken. Buurten of wijken actief betrekken bij voorbereidingen is altijd raadzaam en het is logisch dat verhalen altijd verbindend werken. Erfgoeddag is een manier om hierop in te zetten. Door een nieuwe bril Activiteiten bekijken door de bril van ouderen kan erg zinvol zijn. Zij zijn dikwijls nog erg actieve en dankbare Erfgoeddagbezoekers. Erfgoeddag kan dus een uitgelezen kans zijn om ouderen en jongeren dichter bij elkaar te brengen, zo kunnen ouderen getuigen over cultureel erfgoed en ze kunnen ook met jongere generaties in gesprek gaan. Tijdens een rondleiding in het Antwerpse woonzorgcentrum Residentie Lichtenberg krijg je tal van verhalen te horen over zorg in het verleden. Op de afdeling met mensen met dementie is er een demonstratie van het Magisch Interactief Schilderij, een belevenisschilderij dat helpt bij het ophalen van waardevolle en plezierige herinneringen. David Pietquin, directeur van woonzorgcentrum Lichtenberg: ‘Het contact tussen de kinderen en de ouders is merkwaardig beter en ouderen stellen zich weer wat meer open. Er is opnieuw iets gemeenschappelijks om over te praten op basis van een simpele opmerking als “Ken jij dat pleintje nog?” Zo wordt de drempel om weer echt met elkaar te communiceren verlaagd. Ze gaan terug in de tijd en kunnen samen met hun familie herinneringen ophalen. Voor familieleden en zorgmedewerkers is het anders lastig om echt in contact te komen met bewoners met dementie’. Tine Vandezande is coördinator erfgoeddag bij FARO

Sint-Niklaas 30 mei Kunst doet leven! Over ouderen en cultuurparticipatie Vorig jaar ondertekenden de ministers Sven Gatz en Jo Vandeurzen de intentieverklaring tot meer samenwerking tussen het cultuur- en welzijnsbeleid, dit jaar slaan het departement Cultuur, Jeugd en Media met Sint-Niklaas de handen in elkaar om elkaar te inspireren. Via het VVSG-verkennend netwerk De brug tussen cultuur en zorg engageerden tien lokale besturen zich om inspiratie te delen over cultuurparticipatie en ouderen. lise.switsers@vvsg.be

Lokaal april 2017

65


beweging kinderopvang

Kinderopvang verbindt kinderen én hun ouders Kinderopvang brengt niet alleen kinderen samen, maar ook hun ouders. Ze bouwen via de kinderopvang een netwerk uit en delen opvoedingstwijfels en tips met andere ervaringsdeskundigen. Veel kinderopvanginitiatieven zijn zich bewust van het belang van die ontmoetingen tussen ouders en ze proberen ze ook aan te zwengelen. tekst jeroen verelst beeld stefan dewickere

K

inderen zijn ijsbrekers bij uitstek. Elke ouder zal het wel herkennen: kinderen hollen in de speeltuin achter andere kinderen aan, ze beginnen spontaan samen te spelen, er valt al even spontaan wel eens een haar in de boter. De ouders kijken toe, moedigen aan, grijpen in en raken op die manier eveneens met elkaar in gesprek. Hoeveel vriendschappen ontstaan er niet met de kinderen als bindmiddel? Ook voor ouders vervult de kinderopvang een belangrijke sociale functie. In de kinderopvang zitten alle ouders min of meer in hetzelfde schuitje. De slapeloze nachten, de eerste woordjes en de eerste stapjes, de potjestraining, de stap naar de kleuterschool, de ouders zijn allemaal ervaringsdeskundigen. Uiteraard hebben nogal wat ouders nu en dan professioneel advies van de verzorgenden in de kinderopvang nodig en hechten ze er ook veel waarde aan. Maar soms snakken ze naar een gewoon gesprek van mens tot mens, waarin ze hun twijfels kunnen delen en simpele tips kunnen uitwisselen die hun leven en dat van hun kind eenvoudiger en aangenamer maken. De kinderopvanginitiatieven erkennen het belang van die ontmoetingen tussen ouders. Op de Inspiratiedag Kinderopvang, op 27 april in Gent, komen mensen uit een aantal van die initiatieven vertellen hoe zij kansen willen creëren door de ontmoeting tussen ouders een duwtje in de rug te geven.

66 april 2017 Lokaal

Leuven: mama- en papacafé in De Ketteflet Kinderopvang De Ketteflet in Leuven investeert veel tijd in ouderparticipatie, legt verantwoordelijke Eveline Vuerstaek uit. ‘We hebben bijvoorbeeld geen heenen-weer-boekje, maar onze kinderbegeleiders hebben twee keer per dag een persoonlijk gesprek met de ouders. We vragen hun ook deel te nemen aan activiteiten: schilderen, voorlezen, een liedje komen zingen in hun eigen moedertaal. Omgekeerd merken we dat onze kinderbegeleiders voor veel ouders, zeker voor ouders van vreemde origine, hun allereerste netwerk vormen. Terwijl ze veel vragen – Waar moet mijn kind naar school? Hoe schrijf ik het in? Waar kan het terecht tijdens de vakantie? – perfect aan andere ouders zouden kunnen stellen. Maar dan moeten ze eerst een kleine drempel over.’ ‘Daarom zijn we een paar jaar geleden begonnen met een mamacafé, met een bijzonder lage drempel: koffie of thee met een koekje in de ruimte waar de ouders de opvang binnenkomen. We hebben alle mama’s uitgenodigd en we zijn hen ook echt beginnen aan te spreken om hen te overtuigen zeker langs te komen. Toen we merkten dat de vaders zich een beetje buitengesloten voelden, hebben we er gewoon oudercafés van gemaakt. We proberen altijd iets extra’s te koppelen aan het café: het Huis van het Kind dat zich komt voorstellen, een ra-

Naast professioneel advies snakken ouders soms ook naar een gewoon gesprek van mens tot mens.

votnamiddag voor vaders en kindjes… In de zomer zijn we overgeschakeld naar zomerterrassen. We vragen de ouders dan zelf iets te maken of mee te brengen om te eten of te drinken.’ Bij De Ketteflet merken ze dat de cafés en de zomerterrassen de relaties tussen de begeleiders en de ouders, maar vooral tussen de ouders onderling, echt veranderen. ‘Ouders knopen veel gemakkelijker gesprekken aan. Ze polsen naar elkaars ervaringen, delen informatie, wisselen tips uit. De drempel is weg, ze voelen zich hier echt thuis. Een heel belangrijke stap in hun eigen integratie.’ Halle: less is more in De Speelwolk De stad Halle opende met De Speelwolk twee jaar geleden een spel- en ontmoetingsruimte – een binnenspeeltuin, zeg maar – voor kinderen tot vier jaar én voor hun ouders. ‘Het grote verschil met andere binnenspeeltuinen is dat de doelgroep veel jonger is, maximaal vier jaar, en dat de toegang volledig gratis is. Het grote verschil met een crèche is dan weer dat de ouders meekomen met hun kinderen en ook aanwezig blijven,’ benadrukt Gaëlle Saelens, deskundige kinderbeleid bij de stad Halle. ‘Kinderen leren er andere kinderen kennen, en ouders ontmoeten er ook andere ouders.


Voor kinderen die bijvoorbeeld niet naar een crèche of onthaalouder gaan, doet het zowel voor de kinderen als voor de ouders deugd om eens in een andere omgeving – tussen andere kinderen en andere ouders – te vertoeven.’ De Speelwolk is een bijzonder laagdrempelig initiatief. ‘Geen praatgroepen, geen thema’s, less is more. De namen van de kinderen worden door onze vrijwilligers op een krijtbord geschreven, maar de ouders blijven anoniem. Als ze met andere ouders willen praten, graag, natuurlijk. Maar als ze liever rustig met hun kind

ken in De Speelwolk. Maar nogmaals, dat hoeft niet.’ De Speelwolk is open op woensdag, donderdag en zaterdag. Donderdag heeft Kind en Gezin er ook een vrij inloopmoment. ‘Handig, maar het moet heel duidelijk zijn dat De Speelwolk en de consultatieruimte van Kind en Gezin twee aparte initiatieven zijn,’ legt Gaëlle Saelens uit. ‘De Speelwolk is er voor iedereen, niet alleen voor ouders met twijfels of problemen. Dat is net onze grote kracht: ouders ontmoeten er op een spontane manier andere ouders. Professionele hulp en advies zijn cruciaal, maar

Hoeveel vriendschappen ontstaan er niet met de kinderen als bindmiddel? Ook voor ouders vervult de kinderopvang een belangrijke sociale functie. spelen of toekijken, is dat ook geen enkel probleem. We willen ouders de kans geven andere ouders te ontmoeten, maar we willen vooral niets forceren. Soms komen ouders hier tien keer zonder met andere ouders te praten, en ontmoeten ze de elfde keer via de kinderen die samenspelen, plots een andere mama of papa met wie het goed klikt. We zien ook moeders die ondertussen echt samen afspre-

vaak hebben ze gewoon behoefte aan een vrijblijvend gesprek over hun kinderen met andere ouders. Met ervaringsdeskundigen. Onder gelijken.’ Puurs: etentje onder ouders bij de onthaalmoeder Tinne Van Bulck is al 22 jaar onthaalouder in Puurs. Al bijna even lang organiseert ze elk jaar een fel gesmaakt

etentje voor de ouders van haar onthaalkinderen. De eerste jaren mét kinderen, sinds een paar jaar alleen onder ouders. ‘Het doel is net dat de ouders elkaar leren kennen. Dat was moeilijk met een hele bende kinderen erbij. Geweldig plezant, hoor, maar ik merkte dat de ouders veel moeilijker aan de praat raakten.’ ‘De etentjes zijn gegroeid vanuit de vaststelling dat de ouders elkaar, in tegenstelling tot hun kinderen, amper kennen. Ze komen de kleintjes brengen en halen op verschillende momenten, zijn vaak gehaast, er is weinig tijd voor een gesprekje met andere ouders. Op die jaarlijkse etentjes kan dat. We plannen de etentjes ruim op tijd, zodat we alle agenda’s kunnen afstemmen en iedereen erbij kan zijn. De avond zelf verloopt heel spontaan. Er is geen thema of geen opgelegd gespreksonderwerp. Het gaat natuurlijk vaak over de kinderen, maar de laatste keer werden bijna de hele avond jeugdherinneringen opgehaald door de ouders zelf.’ ‘Ik merk dat het etentje een zekere drempel wegneemt. Ouders knopen nadien gemakkelijker gesprekken aan, als ze elkaar hier of in de winkel tegenkomen. Ze wisselen al eens ervaringen uit – “Doen jouw kinderen dat ook?” – en geven tips.’ Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal De verantwoordelijken uit Leuven, Halle en Puurs komen hun projecten ook voorstellen op de Inspiratiedag Kinderopvang op 27 april in het ICC in Gent. In ruim twintig sessies wordt dieper ingegaan op talloze aspecten van kinderopvang. Er is ook een infobeurs en de Gouden Kinderschoen bekroont inspirerende kinderopvangprojecten van lokale besturen. Het slotwoord is voor Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen, die inzoomt op de uitdagingen voor lokale besturen betreffende kinderopvang. Inschrijven kan op www.inspiratiedagkinderopvang.be, op die website vindt u ook het volledige programma terug. Lokaal april 2017

67


beweging aan de slag met de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen

In september 2015 werden de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties ondertekend, een set van zeventien doelstellingen die elk land wereldwijd verantwoordelijk stellen voor het nastreven van duurzame ontwikkeling tegen 2030. Om de doelstellingen te realiseren zijn lokale besturen van doorslaggevend belang. Niet alleen raakt elke doelstelling aan lokale bevoegdheden, gemeenten moeten ook het goede voorbeeld geven. Vlaamse gemeenten dragen al hun steentje bij aan dit globale kader, maar er zijn extra inspanningen nodig om het BETAALBARE EN doel te bereiken. Gemeenten kunnen op drie niveaus bijdragen: intern binnen het DUURZAME eigen bestuur, lokaal voor de eigen bevolking en mondiaal door internationale ENERGIE samenwerking. De komende jaren vertaalt de VVSG deze internationale doelstellingen samen met de gemeenten tot op het lokale niveau.

In Tocountouna is zonne-energie het antwoord op het energieprobleem.

Eeklo zet in op duurzaam energiebeleid.

Elke indiener pitcht het projectvoorstel in een korte presentatie de camera. Devoor Dampoort knapt op.

68 april 2017 Lokaal


Overschakelen naar betaalbare en duurzame energie voor iedereen Via de zevende duurzame-ontwikkelingsdoelstelling wordt er wereldwijd ingezet op toegang tot betaalbare, betrouwbare en duurzame energie voor iedereen. We moeten energiearmoede bestrijden en onze energie efficiënter produceren en gebruiken. Daarnaast worden hernieuwbare energiebronnen steeds belangrijker. Hanne Albers

Eeklo ter land en in de lucht

Dampoort knapt op!

Merelbeke laat zijn licht op Toucountouna schijnen

De stad Eeklo besliste al rond de eeuwwisseling in te zetten op duurzaam energiebeleid. Ze koos voor windenergie als motor voor hernieuwbare-energieprojecten. Met een bezoek voor Eeklonaars aan de windturbine van Middelkerke en met duidelijke communicatie over het project is de stad erin geslaagd de bevolking te overtuigen. Inwoners kregen bovendien de mogelijkheid rechtstreeks financieel te participeren. Dit vergrootte de betrokkenheid bij de participanten, die de windmolens als iets van hen beschouwen, en het zette hen aan hun eigen energiegebruik wat beter te bekijken. In de loop der jaren heeft Eeklo zijn blik op duurzame energie steeds meer verruimd. Zo heeft de stad ingezet op zonne-energie, de productie van koolzaadolie en het gebruik van resthout. Het verduurzamen van de eigen gebouwen was een belangrijk gegeven. Eeklo plaatste onder meer zonnepanelen op de stadsgebouwen en investeerde in hernieuwbare energie en energiebesparende technieken in het stadskantoor. Momenteel werkt Eeklo aan een warmtenet. Hiermee wordt restwarmte, bijvoorbeeld van een verbrandingsoven, gebruikt om gebouwen te verwarmen. Energie die anders verloren gaat, wordt zo duurzaam hergebruikt. De stad beoogt hierbij opnieuw rechtstreekse financiële burgerparticipatie.

Eigenaars van kwalitatief minderwaardige woningen hebben niet altijd de financiële ruimte en kennis om renovatiewerken uit te voeren. Daardoor schiet de maandelijkse energiefactuur sterk de hoogte in, wat op termijn dan weer energiearmoede kan veroorzaken. Om deze problemen voor kwetsbare gezinnen structureel op te lossen startte het OCMW van Gent met het project ‘Dampoort knapt op’. Het begon met een proefproject: tien woningen in de Dampoortwijk kregen elk 30.000 euro voor renovatiewerken zoals het herstel of de vervanging van lekkende of nietgeïsoleerde daken, buitenschrijnwerk en onveilige elektriciteit. De eigenaars kregen intensieve sociale en technische begeleiding om de verbouwingen in goede banen te leiden. De klemtoon bij de renovatie ligt onder meer op energiebesparing, waardoor het gemiddelde energieverbruik van de woningen al halveerde naar 243,6 kWh/m²/jaar. Wanneer de eigenaar zijn gerenoveerde woning verkoopt, betaalt hij de tussenkomst met eventueel een stuk van de meerprijs terug aan het OCMW. Hiermee kan het OCMW dan weer andere gezinnen helpen renoveren.

Voor ons is het evident om op elk uur van de dag te kunnen koken, onze gsm op te laden en het licht aan te steken. In een lage-inkomensland als Benin is toegang tot energie niet zo vanzelfsprekend. In de gemeente Toucountouna, waarmee Merelbeke sinds 2014 een stedenband heeft, is er enkel in het centrum aansluiting op het elektriciteitsnet. Op het platteland is de schemering van een olielamp vaak de enige lichtbron bij het studeren, koken en zelfs bevallen. Een uitbreiding van het bestaande netwerk zou te omslachtig en te duur zijn. Daarom heeft Merelbeke vorig jaar, in overleg met het gemeentebestuur van Toucountouna, de handen in elkaar geslagen met de ngo Solar Zonder Grenzen om een zonnekiosk te installeren. Zonne-energie biedt namelijk een ideaal antwoord op de energieproblemen in het zonnige Benin. De kiosk wordt gerund door een lokale zelfstandige die door Solar Zonder Grenzen opgeleid is. Inwoners kunnen hier terecht om oplaadbare lampen te huren en op te laden. Ook andere batterijen, bijvoorbeeld van gsm’s, kan men tegen een kleine vergoeding herladen. De zonnekiosk is een groot succes, in slechts één week tijd waren alle lampen al verhuurd. Merelbeke bekijkt dan ook de mogelijkheid om dit initiatief in de toekomst uit te breiden.

Hanne Albers is VVSG-stafmedewerker internationaal

Lokaal april 2017

69


perspiraat

“Loketbezoeken op afspraak komen steeds vaker voor. Het past in de evolutie naar dienstverlening op maat. De Nederlandse gemeente Molenwaard heeft intussen zelfs geen gemeentehuis meer. Alles gebeurt er digitaal. En bij wie het nodig is, zoals de oudere bevolking, komt iemand aan huis.” VVSG-directeur Beweging Jan Van Alsenoy – Het Nieuwsblad 20/3 “Vlaanderen haalt van zijn begroting van 38 à 39 miljard euro amper 100 miljoen uit de onroerende voorheffing, terwijl de Vlaamse gemeenten 2,3 miljard van hun gezamenlijke budget van 10 miljard euro puren uit de opcentiemen op die onroerende voorheffing. Als Vlaanderen zijn beleid aanpast, bijvoorbeeld door kortingen toe te kennen, kan dat een grote impact hebben op de gemeentefinanciën, terwijl er weinig of zelfs helemaal geen effect is op de eigen begroting. Vlaanderen stimuleert de investeringen met andere woorden met het geld van de gemeenten. Het is alsof ik mijn kinderen een cadeau doe, maar de rekening aan mijn buurman bezorg.” VVSG-directeur Bestuur Jan Leroy over de door Vlaanderen toegekende vrijstellingen van belasting op drijfkracht – Trends 16/3

beweging laureaat

Mechelen nu ook Lokale Overheidsorganisatie van het Jaar Groep Mechelen, zeg maar de Mechelse stadsdiensten en het sociaal huis, draagt sinds 14 maart de eretitel Lokale Overheidsorganisatie van het Jaar, uitgereikt door Ernst & Young in samenwerking met De Tijd/L’Echo en BNP Paribas Fortis. Met de ‘Overheidsorganisatie van het Jaar’-bekroningen willen initiatiefnemers Ernst & Young, De Tijd/L’Echo en BNP Paribas Fortis de onmisbare en ondersteunende kracht van overheidsorganisaties onder de aandacht brengen. Kersvers beste burgemeester ter wereld Bart Somers reageert uiteraard enthousiast: ‘Dit is onbetwist weer een topbekroning op het werk van de hele organisatie. Namens het hele stadsbestuur wil ik dan ook alle ambtenaren van Groep Mechelen van harte bedanken voor hun dagelijkse inzet om ten dienste van de Mechelaars het beste van zichzelf te geven.’ Schepen Marc Hendrickx nam de prijs in ontvangst, volgens hem dankt Groep Mechelen deze prijzen aan haar gedurfde keuzes waardoor de stad inspirerend wordt voor anderen: ‘Deze uitstraling is gelukt door het centraal stellen van de 86.000 Maneblussers met wortels in 138 landen. Intense inzet op innovatie en het verbinden van burgers, bedrijven, verenigingen, partijen en ambtenaren heeft een positieve dynamiek op gang gebracht. Deze strategie resulteert in een uniek Mechels verhaal dat tot ver buiten de grenzen van de Dijlestad bewondering en navolging wekt.’ Naast de lokale overheidsorganisatie werd ook de federale en regionale overheidsorganisatie van het jaar gekozen. De overkoepelende winnaar van de drie categorieën was de FOD Financiën. MARLIES VAN BOUWEL

www.overheidsorganisatievanhetjaar.be

“We moeten niet naast elkaar werken, maar we moeten nog meer samenwerken, met het welzijn van onze kwetsbare burgers voor ogen.” Rudy Coddens, VVSG-voorzitter afdeling OCMW’s, over het nieuwe samenwerkingsprotocol tussen de OCMW’s en de CAW’s – Belga 6/3 “Het is begrijpelijk dat de verlichting in uitgaansbuurten of op gevaarlijke knooppunten blijft branden, maar in slapende woonwijken is het een grote verspilling en ecologisch niet te verantwoorden om al die lantaarns aan te laten. Natuurlijk zijn er her en der wat klachten, maar niemand heeft al kunnen aantonen dat de criminaliteit stijgt door het doven van de lampen. Op termijn zullen veel gemeenten trouwens overschakelen op leds of straatlampen met bewegingssensoren en dan hoeft niemand zich nog in het donker te verplaatsen.” VVSG-directeur Ruimte Alex Verhoeven – Het Laatste Nieuws 2/3

70 april 2017 Lokaal

Uw personeelsadvertenties in Lokaal, VVSG-week, op de VVSG-website én getweet via @JobLokaal inlevering personeelsadvertenties

Lokaal 5 (meinummer 2017) – 10 april 2017 Lokaal 6 (juninummer 2017) – 11 mei 2017 informatie:

NICOLE VAN WICHELEN: nicole.vanwichelen@vvsg.be, T 02-211 55 43


@joblokaal vacatures in lokale besturen

OCMW

NINOVE

Op zoek…

naar nieuwe collega’s? De VVSG biedt vernieuwde tariefformules aan voor de plaatsing van uw vacatures. Ook een gezamenlijke formule met Jobpunt behoort tot de mogelijkheden. U leest er alles over op www.vvsg.be/vacatures.

Ninove is een stad met 38 440 inwoners gelegen op de grens van Zuid-Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Het is een echte leefstad die rekening houdt met haar bewoners. Een stad op mensenmaat die de kwaliteit en de leefbaarheid samen met haar bewoners wil optimaliseren. Stad en OCMW Ninove zijn op zoek naar:

sectorcoördinator seniorenvoorzieningen OCMW Ninove – statutair – voltijds – A4a-A4b

2-04-17

Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten organisator vorming en evenementen 3-04-17

Stad Waregem projectleider wegen- en waterinfrastructuur OCMW Leuven deskundige evenementen Zorg Leuven animator 4-04-17

AGB Hasselt juridisch adviseur

11-04-17

Stad en OCMW Ninove stafmedewerker financiën stafmedewerker organisatiebeheersing sectorcoördinator seniorenvoorzieningen 13-04-17

Gemeente Lint stafmedewerker 15-04-17

Veneco stafmedewerker economie stafmedewerker handhaving stafmedewerker mobiliteit management assistent

5-04-17

Gemeente Dilbeek deskundige vreemdelingenzaken medewerker wonen en ondernemen

16-04-17

Hulpverleningszone ZuidOost preventieadviseur 18-04-17

7-04-17

Gemeente Vosselaar financieel beheerder

Stad en OCMW Ieper diensthoofd ICT 23-04-17

10-04-17

Gemeente Overijse omgevingsdeskundigen

Sociaal Huis Oostende diensthoofd informatica Stad en OCMW Lier deskundige mobiliteit 15-05-17

Pidpa milieudeskundige

Jouw functie: je coördineert de organisatie en werking van de dienst Seniorenvoorzieningen. Je geeft leiding aan de dienstverantwoordelijken binnen de sector. Jouw profiel: masterdiploma met 3 jaar relevante beroepservaring. Je hebt een rijbewijs B. Ons aanbod: 3800,72 euro brutomaandloon (3 jaar ervaring)

stafmedewerker organisatiebeheersing

Stad/OCMW Ninove – statutair/contractueel – voltijds – A1a-A3a Jouw functie: je werkt managementondersteunende maatregelen uit, met doel het optimaliseren en beheersen van de organisatie. Jouw profiel: masterdiploma. Ons aanbod: 2987,26 euro brutomaandloon (0 jaar ervaring)

stafmedewerker financiën

Stad Ninove – statutair/contractueel – voltijds – A1a-A3a Jouw functie: je coördineert op financieel en projectmatig vlak de hele beleids- en beheerscyclus van de stad en het AGB Ninove. Later wordt dit uitgebreid met het OCMW. Jouw profiel: masterdiploma. Ons aanbod: 2987,26 euro brutomaandloon (0 jaar ervaring)

Wij bieden jou: een boeiende en uitdagende functie in een stabiele werkomgeving met sociaal engagement en een marktconform salaris. Interesse? We verwachten je kandidatuur uiterlijk op 11 april 2017 online via www.jobpunt.be. Je vindt hier ook de uitgebreide functiebeschrijvingen met aanwervingsvoorwaarden. Meer inlichtingen kan je opvragen bij de verantwoordelijke personeelsdienst (stad: tel. 054 31 33 04 - OCMW: tel. 054 51 53 77) of mailen naar personeel@ninove.be of secretariaat@ocmw.ninove.be. Er wordt voor bovenstaande functies een wervingsreserve aangelegd van 3 jaar. Stad en OCMW Ninove letten als werkgever op het bevorderen van gelijke kansen bij aanwerving. Kwaliteiten bij mensen zijn belangrijker dan leeftijd, geslacht, etnische afkomst, handicap en nationaliteit.

www.jobpunt.be

Lokaal april 2017

71


beweging netwerk

Samen wegen we op de politieke agenda, als politiezone alleen zou dat nooit lukken Elke twee maanden verzamelen korpschefs en beleidsmedewerkers van de lokale politiezones bij de VVSG. Ze bekijken wat er vanuit ‘Brussel’ op hen afkomt, wisselen ervaringen uit en bundelen de krachten om samen op de wet- en regelgeving te wegen. ‘Natuurlijk zijn er verschillen tussen politiezones, maar we zitten veel vaker wel dan niet in hetzelfde schuitje. En uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde doel: de veiligheid garanderen en de burger optimale dienstverlening bieden.’ tekst jeroen verelst beeld stefan dewickere

Koen Van Heddeghem, diensthoofd veiligheid en stafmedewerker lokale politie VVSG. ‘We zijn zo’n dertien jaar geleden op de VVSG met deze stuurgroep gestart. Vanaf het begin wilden we een klankbord voor korpschefs en beleidsmedewerkers zijn, en zoveel mogelijk voeling houden met wat leeft in de lokale politiezones. We vormen met de VVSG ook de brug tussen de gemeenten en de politiezones, en linken de lokale politie aan andere beleidsdomeinen. Wat mijn collega’s doen omtrent de brandweerhervorming, radicalisering, het decreet lokaal bestuur… is ook relevant en interessant voor de politie.’ Roger Leys, korpschef PZ Regio Turnhout. ‘Ik ben vanaf dag één aangesloten bij deze overleggroep. We nemen nieuwe wetsontwerpen door, nemen standpunten in en proberen op de besluitvorming te wegen wanneer we dat nodig vinden. En er wordt door de hogere overheden wel degelijk naar ons geluisterd, wat vermoedelijk niet zo zou zijn als we op ons eentje aan belangenbehartiging zouden doen. Natuurlijk zijn er verschillen tussen politiezones, maar we zitten veel vaker wel dan niet in hetzelfde schuitje. De VVSG bundelt onze krachten.’ Johan Geeraert, korpschef PZ Polder. ‘Dankzij dit overleg blijven we op de hoogte van het reilen en zeilen op andere niveaus, het federale niveau op kop. Omgekeerd krijgen we samen met de andere zones en met de VVSG ook dossiers op de politieke agenda. Als individuele zone zou ons dat nooit lukken.’ 72 april 2017 Lokaal

Filip Van Steenbergen, waarnemend korpschef PZ KASTZE. ‘De regelgeving op federaal niveau heeft soms verregaande gevolgen voor de lokale politie. Op dit platform komen we tot gezamenlijke standpunten, die we ook gezamenlijk kunnen verdedigen. Ook de samenwerking met andere belangrijke partners, zoals de federale politie en de parketten, kunnen we via dit overleg stroomlijnen.’

Ann Demuynck, afdelingshoofd analyse en sturing & politiesecretaris PZ Grensleie. ‘Deze overleggroep is een wisselwerking. Ik ga met relevante informatie terug naar mijn politiezone. Omgekeerd kan ik vanuit de zone thema’s en dossiers ter sprake brengen waarmee ikzelf of mijn collega’s worstelen. Veel van die dossiers leven ook in andere zones, waardoor we ze in groep kunnen voorleggen aan de beleids-

Bart Van Thienen Korpschef PZ Aarschot Kurt Vermeersch Commissaris van politie PZ Damme/Knokke-Heist

Johan Geeraert Korpschef PZ Polder

Isabelle Bouckaert Politiesecretaris PZ MIRA

Ann Demuynck Politiesecretaris PZ Grensleie


makers. Zo hebben we wel degelijk invloed op toekomstige beslissingen.’ Annelies Verplaetse, politiesecretaris PZ Vlas. ‘Deze stuurgroep is een uitstekende bron van informatie. De regelgeving wijzigt zo snel dat we niet altijd weten wat er op komst is. Hier horen we dat, zodat we er rekening mee kunnen houden en sommige beslissingen eventueel nog kunnen proberen bij te sturen. Ik hou ook een uitstekend netwerk over aan deze overleggroep. Als ik nieuwe of ongewone dingen op mijn bord krijg, kan ik bij mensen uit andere zones, die ik hier in Brussel bij de VVSG heb leren kennen, aftoetsen of zij daar ervaring mee hebben en hoe zij daar mee omgaan.’ Isabelle Bouckaert, politiesecretaris PZ Mira. ‘Wijzigingen aan regels en wetten worden vaak zo doorgegeven van bovenaf, zonder uitleg of kadering. In deze overleggroep krijgen we de context en

ook veel ruimere informatie. We kunnen onmiddellijk samen met de andere zones kansen of knelpunten beoordelen. Katrijn Kelchtermans, bijzonder rekenplichtige PZ HerKo en PZ AMOW. ‘Hoewel ze een grote impact heeft op werking van de lokale politie, wordt de financiële werking van de politiezones al eens stiefmoederlijk behandeld. Hier is dat niet zo, ook de financiën staan op de agenda. Die informatie, die we anders moeilijk krijgen, kan ik doorgeven aan mijn korpschefs. Het is ook een grote troef dat we de officiële beslissingen hier vaak te horen krijgen voor ze definitief zijn, zodat er voldoende tijd is om ze in te calculeren.’ Yves Rotty, hoofdcommissaris PZ Brugge. ‘Wij kunnen vanop het terrein ook advies geven aan de VVSG. We toetsen wetgeving en regelgeving af aan onze dagelijkse ervaringen, op straat en in

contacten met burgers. Het is een groot voordeel dat deze overleggroep zo heterogeen is samengesteld: korpschefs, hoofdcommissarissen, zonesecretarissen, rekenplichtigen. Dat levert een gevarieerde kijk op en garandeert dat we dossiers van alle mogelijke invalshoeken belichten.’ Tom De Schepper, stafmedewerker politie en veiligheid VVSG. ‘Of ze nu leiding geven, met hun beide voeten op het terrein staan of een korps beheren, de politiemensen van vandaag zijn echte bruggenbouwers. Binnen hun eigen korps, met andere korpsen, met de verschillende overheden, met justitie. Dat vraagt een enorm brede kennis en expertise. Onze vergaderingen lopen bijna altijd uit: hier zit zoveel expertise verzameld dat er altijd wel nieuwe of andere invalshoeken opduiken.’ Jeroen Verelst is redacteur van Lokaal

Koen Van Heddeghem Diensthoofd en stafmedewerker politie en veiligheid VVSG

Steve De Smet Roger Leys Korpschef Yves Rotty Korpschef PZ Damme/Knokke-Heist Hoofdcommissaris PZ Regio Turnhout Alain Collier van politie PZ Brugge Katrijn Kelchtermans Hoofdcommissaris van politie Tom De Schepper Bijzondere PZ Sint-Niklaas Stafmedewerker politie rekenplichtige Annelies Verplaetse en veiligheid VVSG PZ HERKO en Politiesecretaris PZ AMOW PZ VLAS

Kurt Lamerant Politiesecretaris PZ MIDOW

Daniël Carlucci Politiesecretaris PZ Beringen/ Ham/ Tessenderlo

Lokaal april 2017

73


tweets en tweeps

Volg ons op

@Willebroek_be, gemeente Willebroek: ‘ZOWI’ (Zomer #Willebroek) werd genomineerd voor de #goudenkinderschoen van de @vvsg

@KVDHeuvel_VP, Koen Van den Heuvel, burgemeester Puurs: Prachtig fietsweer! Komende jaren extra inzetten op woonwerk-verkeer per fiets, dmv fietsostrades, douche op ‘t werk,etc. #Koningfiets

@ElkeV_vvsg, Elke Verlinden, regionale stafmedewerker Thuiszorg VVSG: Feestelijke opening van de CADO van OCMW TieltWinge op de Dag van de Zorg. Mooi initiatief!

@FrancescoFV, Francesco Vanderjeugd, burgemeester Staden: Een dikke pluim voor de inzet van alle vrouwen in de Vlaamse land- en tuinbouwsector! Dankjewel voor alles! #internationalevrouwendag

@JanLeroyVVSG, directeur Bestuur VVSG: Voor wie het voorontwerp decreet lokaal bestuur nog niet heeft kunnen lezen, hier is het alvast als woordenwolk

@GezondeGemeente: Met dienst internationalisering @vvsg vorming over #SDGs , gezondheid en integraal lokaal beleid voorbereiden @VIGeZine. #kennisdelen

@MieckVos_VVSG, algemeen directeur VVSG: Voorzitter @vvsg @wimdries met een unieke boodschap vandaag (zie button): #iedereenfem

@Stad_Antwerpen: Gisteren is programma #Barokjaar 2018 bekend gemaakt! O.a. Fabre en Tuymans zullen #Rubens vergezellen!

@BartTommelein, Vlaams minister van Energie: Zonnekaart toont hoe geschikt uw dak is voor zonnepanelen of een zonneboiler #zonneplan #energie

@PZRegioTurnhout, PolitieRegio Turnhout: Wij flitsen vandaag wél, en dat doen we onder meer op de Lichtaartsebaan in Kasterlee! @infoKasterlee

@Vlaamssteunp, Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk: Jan Verdee over uitdagingen en kansen voor lokaal vrijwilligerswerk #vrijwilligersweek

@PieterVVSG_Plas, communicatiemedewerker VVSG: Campagneteam #VVSGklimaatdag, druk in de weer om van 4 mei een bijzondere dag te maken!

74 april 2017 Lokaal


Vakbeurs voor de uitrusting van politie-, bewakings- en veiligheidsdiensten, urgentiediensten en rampenbestrijding

25 - 2 6 - 2 7 | 0 4 | 2 0 1 7 9:30 -17:00

9:30 -17:00

9:30 -16:00

In samenwerking met de lokale en federale politie

www.infopol-xpo112.be SPONSORS

PARTNERS

GRATIS BEZOEK: registratie via de website met code

601

Lokaal april 2017

75


beweging agenda

ONTDEK ONS OPLEIDINGSAANBOD OP WWW.VVSG.BE/AGENDA

Kortrijk 18 en 25 april

Seminarie - is de verkeersknoop te ontwarren? Knooppunt 21 analyseert in twee avonden wat er mis is met onze mobiliteit, en hoe we verkeersnetwerken beter kunnen organiseren.

puc.kuleuven-kulak.be/opleidingen/ info/2913 Mechelen start 20 april Gent start 31 mei Leuven start 3 oktober

Procesmanagement

Procesdenken is burgergericht of cliëntgericht denken. De kwaliteit van dienstverlening hangt niet alleen af van de afzonderlijke taken of van afzonderlijke afdelingen, maar vooral van het samenspel ervan.

www.vvsg.be/agenda

Tweedaagse algemene vorming

Hasselt start 21 april

Gent 1 en 8 juni, Leuven 22 en 29 juni

In de regionale werktafels gaat u vier dagen gespreid over het jaar met collega’s resultaatgericht aan de slag om de kwaliteit van uw zorg-, hulp- of dienstverlening en de bijhorende processen of werkdomeinen permanent te verbeteren.

Personeelsvraagstukken

Regionale werktafels woonzorgcentra

www.vvsg.be/agenda Mechelen 22 april

Workshop voedselstrategie - De zaak van de grond Een lokaal bestuur kan als grondeigenaar bijdragen tot lokale voedselstrategieën.

www.delandgenoten.be/agenda Antwerpen 25 april

Jezelf wapenen tegen burn-out Begeleidend medewerkers van diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg zijn gedreven en flexibele medewerkers met een snel probleemoplossend vermogen. Maar om een burn-out te voorkomen hebben ze veerkracht nodig. In een interactieve workshop met herkenbare voorbeelden worden ze zich bewust van de noodzaak van meer veerkracht en leren ze stressreducerende technieken.

www.vvsg.be/agenda 76 april 2017 Lokaal

Brussel 20 oktober

Juridische structuur en OCMW-vereniging Brussel 26 oktober

Thuiszorg Brussel

9 november (voormiddag)

Ouderenzorg Brussel 9 november (namiddag)

Kinderopvang Brussel 21 november

Met deze vormingenreeks ondersteunt de VVSG besturen bij het onderzoek naar de oprichting van een Zorgvereniging of Zorgbedrijf. De reeks biedt een totaalbeeld van de inhoudelijke en juridische vragen, geeft ideeën over de werkwijze, wijst op valkuilen en uitdagingen en raakt specifieke regelgeving en procedures aan die van belang zijn in de sectoren ouderenzorg, thuiszorg en kinderopvang. Meer informatie bij emme.vandeginste@vvsg.be.

congrescentrum.vvsg.be


Antwerpen 27 april

Ambulante handel Het nieuwe Vlaamse decreet op de ambulante handel moet de regels voor iedereen eenvoudiger maken en zal meer ruimte bieden voor lokaal maatwerk.

www.vvsg.be/economie of economie@vvsg.be Brussel 2 mei

Integer handelen Wat is moreel juist? In sommige omstandigheden geven wetten, regels en voorschriften geen uitsluitsel, al was het maar omdat ze soms onderling tegenstrijdig zijn. Persoonlijke overtuigingen en sociale normen zijn ook niet de maatstaf; en hoe verhoudt de ambtelijke organisatie zich precies tot de politiek? De training morele oordeelsvorming geeft u een instrument dat u in staat stelt zelfstandig of in gesprek met anderen het juiste antwoord te vinden op lastige morele vragen.

Leuven start 4 mei Roeselare start 9 mei

Brussel start 11 mei

ROP Wonen en leven in het WZC De regionale ondersteuningspunten wonen en leven focussen op het stimuleren van een positief woon- en leefklimaat door ervaringen en kennis te delen. Hoe kunt u bijvoorbeeld takenpakket van uw personeelsleden het best invullen? Als er actuele bijsturingen, norminterpretaties, veranderingen van wetgeving zijn, worden ze toegelicht.

www.vvsg.be/agenda Leuven start 4 mei Roeselare start 9 mei

TOP Ethisch reflecteren in de zorg Op het thematisch ondersteuningspunt wordt u met collega’s geoefend in het nemen van ethisch verantwoorde beslissingen, het maken van de juiste keuzes in morele dilemma’s. De deelnemers brengen de dilemma’s zelf aan.

www.vvsg.be/agenda

www.vvsg.be/agenda

Leuven start 3 mei Gent start 2 oktober

Oostduinkerke 8 tot 11 mei

Functionerings- en evaluatiegesprekken In deze training krijgt u als leidinggevende inzicht in verschillende soorten gesprekken. Na afloop zult u essentiële vaardigheden verworven hebben om deze gesprekken op een goede manier te voeren.

Pensionering: een nieuwe start – residentiële cursus In een mensenleven heeft iedereen te maken met grote veranderingen. Op pensioen gaan is een van die mijlpalen. Het kan natuurlijk ook een start betekenen van een nieuw of een ander, misschien zelfs een beter leven.

Train de begeleider in moreel beraad Wat is moreel juist? In sommige omstandigheden geven wetten, regels en voorschriften personeelsverantwoordelijken geen uitsluitsel, al was het maar omdat ze soms onderling tegenstrijdig zijn. Persoonlijke overtuigingen en sociale normen zijn ook niet de maatstaf; en hoe verhoudt de ambtelijke organisatie zich precies tot de politiek? De training moreel beraad geeft personeelsverantwoordelijken een instrument dat hen in staat stelt zelfstandig of in gesprek met anderen het juiste antwoord te vinden op lastige morele vragen. In deze training wordt er extra aandacht besteed aan tucht.

www.vvsg.be/agenda Gent 23 mei Antwerpen 5 september Brugge 24 oktober Brussel 14 november

Hoe omgaan met discriminatie op de werkvloer? Diverscity organiseert samen met Unia een gratis opleiding voor leidinggevenden en geïnteresseerde medewerkers die geconfronteerd worden met racistische of discriminerende vragen en uitspraken.

www.vvsg.be/agenda

www.vvsg.be/agenda

www.vvsg.be/agenda

Antwerpen 4 mei

Energie-en klimaatdag voor lokale besturen Gent 27 april

Inspiratiedag Kinderopvang Deze klassieker is meer dan een dag vol inspiratie. Naast keuze uit meer dan twintig workshops, lezingen, goede praktijken en toelichting bij actuele dossiers over kinderopvang, is er ook een plenaire spreker, aantrekkelijke randanimatie en een niet te missen goedepraktijkenbeurs. Het is ook een ideale dag om collega’s uit andere regio’s te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. Dit jaar zal er ook een inhoudelijk aanbod zijn voor de kinderbegeleiders. Een dag vol aantrekkelijkheid en inspiratie! www.vvsg.be/agenda

Met deze vierde editie van de Energie- en Klimaatdag voor Lokale Besturen wil de VVSG besturen andermaal prikkelen om nog beter werk te maken van een toekomstgericht energie- en klimaatbeleid op vele fronten. De Klimaatdag omvat een rijk palet aan sessies over beleidsmatige, sociale, financiële en technische aspecten van lokaal energie- en klimaatbeleid. Hij biedt deelprogramma’s speciaal over mobiliteit, ruimtelijke ordening, OCMW-zorg omtrent energie en water voor kwetsbare doelgroepen, waterbeleid. energieklimaatdag.be

Lokaal april 2017

77


78 april 2017 Lokaal


Smart Belgium Samen bouwen aan de oplossingen van morgen

Smart Belgium is onze uitnodiging om samen te bouwen aan een meer duurzame belfius.be/smartbelgium en ‘slimme’ samenleving die we met fierheid, vertrouwen en een gerust hart aan onze kinderen en kleinkinderen kunnen overdragen. Laat u inspireren door de visies die de uitdagingen van morgen aanpakken op belfius.be/smartbelgium.

Lokaal april 2017

79


met de steun van

COLLOQUIUM

INNOVATIEF AANBESTEDEN VOOR OVERHEDEN Bouwteams in België en de nieuwe Wet overheidsopdrachten Donderdag 11 mei 2017 - Provinciehuis, Provincieplein 1 - 3010 Leuven Grote bouwprojecten vergen een fikse inspanning. Maar hoe zet u de neuzen in dezelfde richting en komt u tot een correcte, vlotte en kostenbewuste realisatie? De bouwteamformule biedt hiervoor de beste garanties. Ook voor openbare besturen is dit mogelijk. Tijdens dit gratis colloquium leggen we uit welke perspectieven de bouwteamaanpak voor aanbestedende diensten kan bieden. Verwacht inspirerende inzichten over de nood aan een betere samenwerking, geïllustreerd met praktische tips en concrete voorbeelden.

• 15u30 Samenwerkingsgericht aanbesteden Hoe kan u inschrijvers screenen op hun samenwerkingsbereidheid en -vaardigheid? Hoe bereidt u zich als overheid intern voor op een intensieve samenwerking met een bouwconsortium? Door mevr. Annick De Swaef, managing partner Consensa consulting

PROGRAMMA

• 16u30 Ervaringen van bouwteamleden: opdrachtgevers, ontwerpers, advies- en ingenieursbureaus en uitvoerders

• 13u30: Ontvangst met broodjes • 14u00: Verwelkoming. Presentatie: Wim De Vilder, VRT-nieuwsanker Inleiding: Werken in bouwteam: een innovatief bouwproces. Bouwteams, Design & Build, DB(F)M(O): bijna dagelijks worden wij met deze termen om de oren geslagen. Maar wat wordt er precies onder verstaan? Welke kansen bieden deze nieuwe vormen van aanbesteden en samenwerken? • 14u10 Bouwteams in België en de nieuwe Wet overheidsopdrachten Tijdens dit eerste deel lichten we op een praktische manier toe hoe u in bouwteam kan werken binnen de (nieuwe) wetgeving overheidsopdrachten. Door prof. dr. Steven Van Garsse (UAntwerpen, U.Hasselt) • 14u35 Lessons learned uit binnen- en buitenland Door mr. Annelies Verlinden (Country Managing Partner DLA Piper Belgium) • 15u00 Pauze

80 april 2017 Lokaal

• 16u00 Een inspirerende case in Vlaanderen: OPZ Geel Wat betekende de bouwteamaanpak voor de renovatie van een halve ziekenhuiscampus en de realisatie van een nieuw psychiatrisch ziekenhuis in Geel? Een praktische en concrete toelichting. Door dhr. Jan Vanreusel, directeur financiële en technische diensten OPZ Geel

• 17u00: Afsluitende receptie PRAKTISCH Genodigden Het colloquium is bestemd voor opdrachtgevers in de openbare sector, architecten, ingenieur-architecten, adviesen ingenieursbureaus, aannemers en hun medewerkers Deelnameprijs Gratis, maar inschrijven is verplicht. Inschrijven www.werkeninbouwteam.be Dit event vindt plaats in het kader van het project ‘Werken in bouwteam, een innovatief bouwproces’.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.