Spui 43

Page 18

18 WETENSCHAP 1947

SPUI 43 02 | 2015 alumni.uva.nl

1977

1995

LIESBETH ZEGVELD – 1970 L.Zegveld@uva.nl • 1995 Rechten UU • 2000 promotie EUR cum laude, diverse prijzen voor proefschrift Accountability of Armed Opposition Groups in International Law • 2000 begint als advocaat • 2005-heden advocaat bij Prakken d’Oliveira (tot 2014 Böhler Franken Koppe Wijngaarden Advocaten) als lid van de sectie Internationaal Recht & Mensenrechten • 2006-2013 hoogleraar Internationaal humanitair recht LEI, focus op rechten van vrouwen en kinderen ten tijde van gewapend conflict • 2013-heden hoogleraar War Reparations UvA Op 13 november 2015 hield Liesbeth Zegveld haar oratie.

Hoogleraar War Reparations Liesbeth Zegveld onderzocht waarom het civiele recht oorlogsslachtoffers in de kou laat staan, terwijl in het strafrecht de impact van oorlogshandelingen op slachtoffers juist zwaarder weegt dan ooit. Liesbeth Zegveld staat bekend als een advocaat van vurige pleidooien en spectaculaire rechtszaken. Zo was de Rawagede-zaak er een zonder precedent. Bij de dekolonisatieoorlog in Indonesië hadden Nederlandse militairen in het Javaanse dorp Rawagede, op zoek naar een vrijheidsstrijder, meer dan vierhonderd mannen geëxecuteerd. Nabestaanden eisten een schadevergoeding, de staat beriep zich op verjaring aangezien het bloedbad in 1947 had plaatsgevonden. De rechtbank veegde het verjaringsargument van tafel omdat wat daar gebeurde zo uitzonderlijk was. In de zaak rond de Molukse treinkaping in 1977 nam Zegveld het op voor de nabestaanden van de kapers. Hier was sprake van executie geweest, betoogde Zegveld, omdat toen de trein door mariniers bestormd werd na negentien dagen gijzeling, de kapers geen gewapende weerstand meer boden. Eerder dit jaar werd dat ook bevestigd door minister Ard van der Steur van Veiligheid en Justitie. Namens de nabestaanden van Srebrenica (1995) spande Zegveld een zaak aan tegen de Nederlandse staat. De Nederlandse blauwhelmen hadden de

moslimmannen, die hun toevlucht hadden gezocht tot de compound, zonder pardon overgedragen aan de Serviërs. Ze kreeg gelijk, al zag het Openbaar Ministerie wel af van vervolging van de legerleiding. Moreel gezien trok Zegveld in deze drie zaken aan het langste eind. Maar soepel ging de schadeloosstelling van oorlogsslachtoffers of hun nabestaanden niet. Dat is vreemd, concludeerde Zegveld na bestudering van jurisprudentie en internationale verdragen. Als hoogleraar War Reparations wil ze bestuderen of en zo ja hoe de rechtspositie van oorlogsslachtoffers fundamenteel anders kan. Waar wringt de schoen voor oorlogsslachtoffers? ‘Een probleem is dat het vaak lang duurt voor er helderheid komt over oorlogshandelingen. De misstanden onder het Argentijnse regime, de dekolonisatieoorlog tussen Nederland en Indonesië, Srebrenica... vaak wordt pas decennia later in een “de-onderste-steen-moet-boven-komen”-onderzoek duidelijk wie er wat precies fout gedaan heeft. Ook lastig is dat oorlogsmisdadigers, wetend wat hen boven het hoofd hangt, spoorloos kunnen verdwijnen.’ Om die redenen verjaren oorlogsmisdrijven niet. ‘Niet onder het internationaal recht. Vandaar ook dat de Nederlandse zakenman Frans van Anraat in 2007 kon worden veroordeeld vanwege gepleegde oorloogs-

misdaden. Hij had een wezenlijke bijdrage geleverd aan de gifgasaanval op Halabja, een Koerdische stad in het Noorden van Irak, in 1988. Maar toen de slachtoffers de schade op hem wilden verhalen, bleek de zaak verjaard onder het civiele recht – Van Anraat had de chemicaliën al in 1987 geleverd, twintig jaar eerder dus. Het belangrijkste argument om de verjaring van oorlogsmisdrijven af te schaffen was dat de impact ervan op slachtoffers zo groot is. Maar zodra die slachtoffers verhaal willen halen, krijgen ze de deksel op hun neus. Dat is merkwaardig.’ Waar zit het verschil in opvatting over verjaring? ‘Toen ik mijn oratie aan het voorbereiden was, maakte ik een uitgebreide studie naar de redenen voor het verschil. Ik vond geen logische argumenten. In het internationale rechtssysteem telt de schade voor slachtoffers zwaarder mee dan in het aansprakelijkheidsrecht. Gevoelsmatig klopt dat niet. Wat ik als hoogleraar wil doen, is uitzoeken waaróm het verschil bestaat. Als we die oorzaak niet begrijpen, kunnen we ook niets veranderen.’ Dat klinkt bijna als een hoogleraar met een missie. ‘In de advocatuur ben ik voornamelijk geïnteresseerd in zaken die diepere normen en waarden vertegenwoordigen. In vrijwel alle zaken die ik doe, komen vraagstukken naar voren die nader onderzoek


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.