Departement Tijdelijke Ordening 2013

Page 1

DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDE足NING


COLOFON TEKSTEN Transitieteam EINDREDACTIE  Edwin Verdurmen FOTOVERANTWOORDING Eva Broekema / p. 12 (interieur Showroom), p. 17 (opening Bartokpark) Masha Bakker Matijevic / p. 14 Richard Vijgen / p. 4-5 Overige foto’s en illustraties / Transitieteam GRAFISCH ONTWERP  Karina Dimitriu DRUK  Rikken Print OPLAGE 300 © 2013, Dit is een uitgave van Stichting Transitieteam, Arnhem. Alle rechten voor­behouden. Niets uit deze uitgave mag wor­den verveelvoudigd, opge­ slagen in een geautomatiseerd ­gegevens­bestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande­ schriftelijke toestemming van Stichting Transitieteam en de auteurs. WEBSITES / CONTACT ww.facebook.com/Departement TijdelijkeOrdening info@transitieteam.nl www.transitieteam.nl


VOORWOORD

Voorwoord Er is een stille revolutie gaande in ­Nederland. De ruimtelijke ordening­ was tot voor kort het exclusieve ­ ­domein van professionals als beleids­­ makers, projectontwikkelaars en stedenbouwkundigen. De gereed­ schapskist van deze professionals bestond uit onder meer wette­ lijke­ kaders, bestemmings­ plannen, beleidsnota’s, vergezichten, master­ plannen en bouw­ vergunningen. De samenleving – en meer in het ­bijzonder de gebouwde omgeving – was maakbaar en wel met een top-down en lange termijn planningsregime. De ongebreidelde drang tot nieuwbouw en uitbreiding van steden is echter door de crisis tot stilstand gekomen.­Een programma als de Slag om Nederland laat zien dat er behoefte is aan democratisering van het (tot voor kort) gesloten bastion van de ruimtelijke ordening. Burgers en bedrijven willen meer zeggenschap over hun directe omgeving. Er zijn maatschappelijke organisaties die inventief op zoek gaan naar nieuwe bestemmingen voor panden die door eerdere gebruikers leeg zijn achtergelaten. Er ontstaan nieuwe coalities in de stad die leegstand niet alleen als een probleem maar ook als een kans zien. De stad wordt een speeltuin van partijen die creativiteit en organiserend vermogen weten te combineren en die langs informele lijnen (al dan niet met inzet van sociale media) ruimtes weten te vullen.

De verandering van de conventionele­ stadsontwikkeling naar een meer infor­ meel en creatief systeem is in Arnhem al enkele jaren bezig. De stad krijgt steeds meer naam op dat vlak, al is de nieuwe manier van denken nog niet bij iedereen ingedaald. Met name de traditionele vastgoedpartijen kunnen de “oude manier” van denken moeilijk loslaten en wachten op betere omstandigheden zoals het was voor de vastgoedcrisis. Volgens velen zal deze tijd niet meer terugkomen en moet gezocht worden naar een andere vorm van stadsontwikkeling. De mensen achter het Departement Tijdelijke Ordening (DTO) zien in het huidige tijdsgewricht juist kansen om met bottom-up initiatieven de stad aantrekkelijker en spannender te maken. Deze publicatie laat zien hoe de tijdelijke ordening een alternatief kan zijn voor de vastgelopen conventionele ruimtelijke ordening en hoe het een oplossing biedt voor de huidige leegstand. De achtergronden, denkwijzen en voorbeeldprojecten van DTO worden in de volgende pagina’s belicht in beeld en tekst. De meeste projecten zijn uitgevoerd in het Arnhemse binnenstedelijke transfor­ma­ tiegebied Rijnboog. Naast eigen projecten zijn ook andere creatieve ondernemers geïnterviewd waardoor een mooi overzicht ontstaat van de spelers binnen de tijdelijke ordening. Deze publicatie is dan ook interessant voor iedereen die momenteel betrokken is bij de ontwikkeling en programmering van de stad.

Marcus Westbury spreekt in zijn beroemde Ted talk over ‘cities as software’. Het gaat bij die benadering nauwelijks om gebouwen, geld en regelgeving (hardware), maar om visie, energie, overtuigingskracht, creativiteit en het mobiliserend vermogen van mensen en netwerken ofwel de Software en Orgware.

1


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

Opening Kunstwerkplaats Schuytgraaf in oktober 2009

A / GEBIED IN TRANSITIE

B / ONTDEKKEN LOKALE ENERGIE

2

EN KENMERKEN

C / MAKEN VAN STRATEGISCHE

D / GEEFT ENERGIE AAN

VERBINDINGEN

OMGEVING EN PLEK


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

Departement Tijdelijke Ordening Een stad is nooit af, altijd wordt er gewerkt aan vernieuwing, uitbreiding of onderhoud. Dit zijn processen die vele jaren duren waardoor er in de stad altijd plekken zijn zonder bestemming; stippen op de kaart die zijn verlaten door hun vroegere 足gebruikers en wachten op een nieu足 we bestemming. Een dynamisch spel van verlaten, leegstand, wachten en herleven. Enkele jaren geleden was dit spel weinig zichtbaar omdat de meeste plekken snel werden opgevuld of het aantal lege plekken relatief beperkt bleef. Die tijd is niet meer. Versterkt door de gevolgen van de vastgoedcrisis kampt de stad steeds vaker met plekken die in de wachtkamer zitten. Steeds langer en steeds meer. De natuurlijke dynamiek is verdwenen en verworden tot een stand-still waarin gehoopt en gewacht wordt op betere tijden. Inmiddels is er een enorm contingent aan braakliggende terreinen, leegstaande panden en afgeschreven kantoren. Tegelijkertijd ontstaat er bottom-up een bescheiden maar groeiende laag van tijdelijke initiatieven. De meeste van deze initiatieven zijn losstaande entiteiten, nog amper georganiseerd.

Tijdelijkheid en leegstand zijn nog geen instrumenten van stedenbouw. Er is geen eenduidige opdrachtgever, de locaties zijn divers, verspreid en onafhankelijk, net als de mensen die er initiatieven voor ontwikkelen. Tijdelijke initiatieven zijn vooralsnog ge誰soleerde korte termijnprojecten die elke plek afzonderlijk even verlossen van hun onbestemdheid. Het zijn speldenprikken, maar met de juiste kennis over de plek en de stedelijke energiebanen kan een speldenprik verworden tot acupunctuur.

niet alleen als waardecreatie voor de plek maar ook voor de straat, de wijk en de stad als geheel. Denk bijvoorbeeld aan een gerichte combinatie van stadslandbouw, een pop-up-restaurant met brainfood en de transformatie van een leegstaand kantoorgebouw tot studentenflats in de nabijheid van een hoge足school. Het gaat erom de energie van verschillende initiatiefnemers te verbinden tot een grotere kracht op de schaal van de stad of regio. Dat is de strategie die DTO voor ogen heeft.

TIJDELIJKHEID EN LEEGSTAND ZIJN NOG GEEN INSTRUMENTEN VAN STEDENBOUW

Zo bezien zijn er veel argumenten om leegstand en tijdelijkheid in te zetten als een doelgerichte stedenbouwkundige interventie in plaats van een losse verzameling lokale initiatieven. De meerwaarde van de individuele ingreep kan daarmee het belang van de plek overstijgen en door deze schaalvergroting worden ingebed in strategische plannen voor de stad;

DTOlab#2 in april 2010

3


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

TRANSITIEKAART Stedelijke veranderingen worden bepaald door een groot aantal facto­ ren­ die op elkaar inwerken; het beleid van overheden, het oogmerk van de ontwikkelende of beherende partijen, de historie van de plek, het belang van bewoners en gebruikers, de inbreng van de plaatselijke politiek en de fysieke ge­ steldheid van de locatie. DTO gebruikt voor de fase van stedelijke transformatie daarom het woord transitiefase omdat het een complexe verandering is waarop een verzameling uiteenlopende krachten­ en belangen van invloed zijn. Door de vastgoedcrisis is er meer tijd ontstaan om plekken in transitie te onderzoeken naar aanwezige en potentiële kwaliteiten. Ook kan een beoogd gebruik in de transitiefase worden uitgetest. Hierdoor kunnen plannen voor een plek duurzamer van karakter worden en meer passend worden gemaakt voor de plek. Het plan heeft meer tijd om te rijpen, om tot een kritische zelfreflectie te komen, om te hechten aan de stad en haar bewoners. Om de transitiefase ten volle te benutten is er een tool nodig die plekken en initia­ tieven uit de stad kan verbinden en die tevens informatie geeft over de gesteld­ heid van een plek of stedelijk gebied. DTO heeft daarom in samen­werking met Richard Vijgen een digitale, dyna­ mische kaart ontwikkeld waarop de

vraag naar programmeerbare ruimte en het aanbod aan leegstaande gebouwen en braakliggende terreinen worden gekoppeld. Door het stadsbrede over­ zicht, de verschillende informatielagen en de koppeling aan een ideeëndata­ bank is de Transitiekaart een tool voor bottom-up gebiedsontwikkeling en legt het de relaties bloot tussen stadsont­ wikkeling, culturele programmering en lokale economie. De Transitiekaart bestaat uit:

Stippen De Transitiekaart is gebaseerd op het handza­ me google maps. Dit stelt de gebruiker in staat intuïtief en makkelijk te navigeren. Leeg­ staande gebouwen en braakliggende terreinen zijn als stippen aangeduid. Elke stip heeft een bepaalde kleur, grootte en getal die de belangrijkste karakte­ ristieken van de plek visualiseren. Deze kenmerken zijn respectievelijk type (braak, vastgoed, cultureel, commer­ cieel), oppervlakte en beschikbare tijd. Op deze manier zijn de dichtheid,

verspreiding en onderlinge relaties van de plekken in één oogopslag in beeld gebracht.

Data Iedere stip is voorzien van relevante data, zoals eigenaar, omvang, monu­ mentale status, bereikbaarheid vanuit de openbare ruimte en duur van de leegstand. Via een apart venster met Google Streetview is de directe om­ geving te zien. Beeldmateriaal zoals plattegronden, (archief)foto’s of filmpjes kunnen ook aan de plek worden gekoppeld. De Transitiekaart is boven­dien voorzien van een filter die het mogelijk maakt om enkel die plekken te tonen die voldoen aan vooraf gekozen kenmerken.

ZO KAN VOOR ELKE PLEK EEN STEDELIJKE STRATEGIE WORDEN BEPAALD.

Kaarten De Transitiekaart biedt de mogelijk­ heid om verschillende informatielagen zichtbaar te maken, zoals historische kaarten, statistische gegevens of struc­ tuurvisies. Zo kan elke plek gerelateerd worden aan de betekenis van zijn ruimere omgeving zoals de historische achtergrond, het bestemmingsplan, de bevolkingssamenstelling of de toekom­ stige strategie voor de wijk. Zo kan voor elke plek een stedelijke strategie worden bepaald.

Projecten­databank Ten slotte bevat de Transitiekaart een databank met referentieprojecten. Deze projecten dienen ter inspiratie bij het zoeken naar geschikte initiatieven voor een bepaalde plek. Hierdoor is de kaart niet alleen een geschikte tool voor partijen die een plek zoeken voor hun initiatief, maar ook voor gebouw- of gebiedseigenaren die op zoek zijn naar een gepaste invulling. Meer over de Transitiekaart is te zien op de website www.transitiekaart.nl.

4


TRANSITIEKAART

5


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

Tijdelijke Ordening met vallen en opstaan architectuurcentrum CASA, veranderde het terrein van een desolaat gebied in een dynamische broedplaats. Echter nadat de 2005 editie van de Arnhem Modebiënnale in het complex had plaatsgevonden, beëindigde de ontwikkelaar de overeenkomst met De Melksalon en werd er drastisch bezuinigd in bewaking en beheer. In 2007 is CASA ook vertrokken vanwege meerdere inbraken, gesprongen leidingen en ander ongerief. Daarna zijn grote delen van de fabriek gesloopt en heeft het gebied er tot 2012 onbeheerd en vervallen bijgelegen. En dat terwijl het complex op een cruciale scharnierlocatie ligt tussen de binnenstad en het Oostelijk Centrumgebied.

CASA in Coberco (2005)

De meeste projecten van DTO zijn uitgevoerd in het Arnhemse trans­ formatiegebied Rijnboog. Deze publicatie zal dit uitvoerig in beeld brengen. Maar de oorsprong van DTO ligt op een andere plek en de kiem is al jaren voor de intrede van de vastgoedcrisis gelegd. In 2004 lagen er ambitieuze plannen voor het Oostelijk Centrumgebied, een oud Arnhems industrieterrein aan de oostzijde van het stadscentrum. Eén van de eerste te ontwikkelen locaties was die van de voormalige Cobercofabriek aan de voet van de John Frostbrug. In en rondom de monumentale fabriekshallen zou er, onder de wervende titel Art Garden, een creatief woon- en werkmilieu worden geschapen. Om het gebied alvast een creatieve lading mee te geven werd door de ontwikkelaar een groot aantal van de ruimtes beschikbaar gesteld voor initiatieven uit de creatieve sector. Architectuurcentrum CASA kreeg de kans zich te vestigen in het voormalige ketelhuis. Edwin Verdurmen, Peter Groot en Addy de Boer zagen daar als grondleggers van CASA grote kansen liggen.

6

Doordat de ruimte slechts voor beperkte tijd beschikbaar was kon er niet veel worden geïnvesteerd. Gaandeweg ontstond daardoor het plan om een deel van het door de ontwikkelaar g ­ ewenste eindbeeld alvast op een ­basic manier te realiseren. De programmering en investering van CASA zou in de loop van de tijd langzaam transformeren tot volwaardige gebouw- en programmaonderdelen waardoor het gebied langzaam en als vanzelfsprekend zou groeien in haar rol als creatief woon- en werkmilieu. Aan dit groeimodel wilde de ontwikkelaar echter niet meewerken. De huisvesting van de creatieven was voor deze partij slechts een tijdelijke branding om daarmee de meer financieel draagkrachtigen te verleiden.

Mozaïek College Dat het vóór de crisis moeilijk was om commerciële ontwikkelaars te verleiden tot een andere manier van denken lijkt te verklaren. Verkoop van woningen was in die tijd nimmer een probleem en niemand stelde vraagtekens bij de ‘hit and run methode’ van gebiedsontwikkeling. Maar de naweeën van deze “goede tijd” waren nog jaren lang voelbaar en nog steeds zijn er partijen bij wie de volle impact van de vastgoedcrisis en de oorzaak daarvan niet zijn doorgedrongen. Zo kwam in 2009 aan de noordzijde van het Oostelijk Centrumgebied het Mozaïek College vrij; een scholencomplex van ruim 21.000 m2 aan de Boulevard Heuvelink. Vanwege de strategische ligging tussen binnen­stad, Spijkerkwartier en Oostelijk Centrumgebied zag DTO grote kansen voor dit complex, met name omdat het eigendom was van de gemeente.

NOG STEEDS ZIJN ER PARTIJEN BIJ WIE DE VOLLE IMPACT VAN DE VAST­GOED­CRISIS EN DE OORZAAK DAARVAN NIET ZIJN DOOR­­GEDRONGEN.

Gedurende de korte periode dat het complex werd geprogrammeerd door kunstenaarsinitiatief De Melksalon en


TIJDELIJKE ORDENING MET VALLEN EN OPSTAAN

De aanwezige lokalen, werkplaatsen, sport- en danszalen maakten de voormalige school uitermate geschikt als creatieve broedplaats met publieke functies voor de omliggende wijk. Hierdoor zou het Mozaïek College als een vliegwiel fungeren voor de ­transformatie van het Oostelijke Centrumgebied en de gewenste branding van het gebied als hip en creatief daadwerkelijk handen en voeten geven. Het plan werd enthousiast ontvangen door creatieve partijen, ondernemers in de stad en een aantal gemeentelijke afdelingen. Het gemeentelijke ­Vast­goedbedrijf, de feitelijke eigenaar, dacht daar echter anders over. Ondanks het feit dat de economische recessie zeer duidelijk voelbaar was, bleven zij hangen in het “oude denken” en meenden zij snel en tegen een goede prijs te kunnen verkopen, met als resultaat dat het complex in 2013 nog steeds leeg staat. Na vier jaar leegstand en een jaarlijkse beheerlast van circa drie ton in euro’s onderzoekt de gemeente de mogelijkheden om de naoorlogse bouwdelen

Impressie van danszaal Mozaïek College

van het complex te slopen met de verwachting het monumentale deel beter te kunnen verkopen. De sloop en sanering zullen naar verwachting driekwart miljoen euro kosten. Naast de enorme verspilling van gemeenschapsgeld, is het ook zeer spijtig dat het complex de afgelopen vier jaar

niets heeft kunnen bijdragen aan de stad en dat het drastisch in conditie is achteruitgegaan.

Kunstwerkplaats Schuytgraaf Een goed voorbeeld van het benutten van de transitiefase daarentegen is

Opening Kunstwerkplaats Schuytgraaf in 2009

7


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

investeringen een groot deel van de bestaande fabriek geschikt gemaakt voor het beoefenen van recreatief- ­en competitief Paintballen. Ook is een deel van het terrein ingericht met paintball-wedstrijdbanen en liggen er plannen voor een stedelijk sportstrand. DTO hoopt dat het Cobercoterrein met deze invulling alsnog een levendige verbinding kan vormen tussen de binnenstad en het Oostelijk Centrumgebied. Urban sports lijken daarvoor de aangewezen functies te zijn.

Impressie Coberco Urban Sports

de Kunstwerkplaats Schuytgraaf, een project dat in eerste instantie was gestart onder de vlag van stichting TtOM. De vraag daar was om een tijdelijke invulling te bedenken voor twee centrumvelden in de vinexwijk Schuytgraaf. De ontwikkeling van deze velden lag achter op schema en in de wijk ontbrak het aan culturele functies en reuring. Het plan voorzag in een lichte bebouwing rondom een tijdelijk centrumplein van Stelcon­ platen; het St. Elconplein. In eerste instantie werd gemikt op een invulling met kunstenaarsateliers, immers er was een tekort aan betaalbare werkruimten in Arnhem en bovendien zou daarmee het gebrek aan cultureel klimaat in de wijk worden ­gecompenseerd. Gaandeweg bleek dat de kunste­ naars de weg naar Schuytgraaf moeilijk wisten te vinden, maar wel meldden zich andere partijen die wilden huren; muziekdocenten, creatieve ondernemers, een o ­ rganisatie voor kinderdag­opvang en de buurtvereniging. Hierdoor werd het plan weliswaar anders, maar vooral beter dan het vooraf beoogd was. Naast culturele activiteiten, kreeg het St. Elconplein ook voorzieningen

8

voor ­de buurt en daarmee een breder draagvlak in de wijk. Inmiddels is het project vanwege het succes verlengd en dat komt goed uit, want de geplande bebouwing van het gebied laat nog steeds op zich wachten.

Urban Sports Eind 2011 heeft DTO voor de inmiddels jaren leegstaande Coberco­ fabriek opnieuw een plan gelanceerd. De uitdaging was om in de zwaar vervallen no-go area een kiem voor nieuwe ontwikkelingen te ontdekken. Die is gevonden in de vorm van Urban Sports. Deze passen goed in een om­ geving met een rauw industrieel uiterlijk en sluiten aan bij de belevingswereld van de jongeren; de bewoners van de toekomst. Coberco Urban Sports zou plaats moeten bieden aan een variëteit van sporten zoals skaten, BMX-en, bouldering en parcours. Maar omdat er investeringen nodig waren om het complex veilig te gebruiken heeft DTO gezocht naar een commerciële partij die aansloot bij het concept en die bereid was als uitbater op te treden. Een paintball-bedrijf heeft deze rol op zich genomen en met minimale

Het Hommeltje Dat de energie voor gebiedsontwikkeling soms uit een onverwachte hoek komt, blijkt uit het project ‘het Hommeltje’. Woningcoöperatie Portaal wilde de leefbaarheid van buurt rond de Hommelstraat en Hommelseweg verbeteren aan de hand van drie in de wijk aanwezige kwaliteiten; design, duurzaamheid en delicatessen (3D). Als klein icoon voor deze ambitie bedacht DTO in samenwerking met bakker Tom van Otterloo en ­Fooddesigner Nick Twaalfhoven een ­duurzame design-delicatesse; het Hommeltje. Hierin worden restanten van dagverse bakproducten verwerkt en verrijkt met honing van een Arnhemse stadsimkers en fairtrade­ chocolade. Het ontwerp van de verpakking (door Grafisch ontwerpbureau the Tidbits) sloeg zo goed aan bij de nieuwe ­onder­­­nemersvereniging Hommelshopping dat zij dit ontwerp als huisstijl gebruiken. Het Hommeltje laat zien dat een goed bedachte delicatesse in staat is om de energie voor wijkverbetering ­te stimuleren en ondernemers en bewoners daarbij te betrekken.


RIJNBOOG, EEN STEDELIJK LABORATORIUM

Rijnboog in de jaren vijftig van de vorige eeuw (beeld: Gelders Archief)

Rijnboog, een stedelijk laboratorium Rijnboog heeft een interessant en divers verleden. Het begon als nat gebied tussen de stadsmuur van Arnhem en de rivier. Na het slopen van de stadsomwalling werd er een imposante Rijnpromenade aange­ legd met monumentale herenhuizen voor de welgestelden, maar ook met smalle duistere steegjes waar de arbeiders leefden. Het leven aan de kade werd bepaald door scheep­ vaart, overslag van goederen en daaraan gerelateerde ambachten. Tijdens de Slag om Arnhem werd ­ het gebied grotendeels verwoest. Het modernistische wederopbouwplan, met strikt toegepaste functiescheidingen, wierp een barrière op tussen de oude binnenstad en de rivier. De stadssanering uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw maakte

deze scheiding compleet. Vanuit de binnenstad waren er daarom weinig aanleidingen om naar de kade te gaan, die daardoor een geïsoleerd bestaan leidde. Vanaf de jaren tachtig worden er plannen gemaakt om deze relatie weer te herstellen. Ook de laatste plannen, genaamd Rijnboog, kwamen door politieke meningsverschillen nauwelijks van de grond. Sinds enkele jaren gooit ook de vastgoedcrisis roet in het eten. Om verpaupering in het gebied tegen te gaan en de gewenste stedelijke dynamiek op gang te krijgen heeft DTO meerdere projecten in het gebied geïnitieerd en uitgevoerd. Dit zijn niet zozeer tijdelijke kunstjes of pauzenummers om vervolgens plaats te maken voor het ‘echte werk’, maar eerder experimenten, prikkels en

kleine ondernemingen om het gebied interessant te maken voor publiek en ondernemers en beoogde toekomstige functies te testen. DTO programmeert het gebied met publieke en culturele activiteiten en loopt daarmee vooruit op de ambities om van het gebied een cultureel stadsdeel te maken. De ervaring leert dat succesvolle locaties, zoals Showroom Arnhem en het atelier van DTO, langer dan gepland functioneren en mogelijk een meer permanente status krijgen. Evenementen zoals de Kademarkten en andere activiteiten van Kwartiermakers trekken een breed publiek naar het gebied waardoor Rijnboog meer en meer plaats krijgt op de ‘mental map’ van inwoners en bezoekers.

9


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

RIJNBOOGOVERZICHT B

RIJN A E

E E

H

F

10


RIJNBOOGOVERZICHT

M M

N

J C

K G

L

O I

EVENEMENTEN A Kademarkt B Rijnloper C WederAfbouwFestival D Kwartiermakers

D

5

CENTRUM

CREATIEVE MILIEUS E Paradijs F Broerenstraat / D.A.D. / SLAK G MEE pand / SLAK H Atelier DTO / Kwartiermakers / Dynamic Food / Filmstudio Under The Apple Tree I Kleine Oord - Grote Kansen

GROENE PROJECTEN J Roof Garden Arnhem / As We Speak K Reizende Tuin L Bartokpark M Boulevard Weerdjes CULTUURGEBOUWEN E Filmhuis in plannen Paradijs N Kenniscluster O Showroom Arnhem

11


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

SHOWROOM ARNHEM Showroom Arnhem is de bottom-up variant van het beoogde Kunstencluster­ en vervult een culturele pioniersrol in het gebied. Op de locatie van Showroom Arnhem, onder de Langstraatparkeer­ garage, heeft jarenlang een voetgan­ gerspassage gelopen als poging om de binnenstad en de kade te verbinden. Nadat deze route werd verbroken door de bouw van een appartementencom­ plex, werd de passage een stedelijke blinde darm en een ongure plek die vooral werd gebruikt door junks en hangjongeren. Om de overlast voor de buurt tegen te gaan heeft Stichting G.A.N.G. de ruimte geclaimd als culturele projectlocatie. Gedurende enkele jaren zijn vooral in de zomermaanden culturele projecten­ georganiseerd in de overdekte en van hekken voorziene buitenruimte. In 2008 hebben G.A.N.G., architectuurcentrum CASA en Ontwerpplatform Arnhem (OPA) plannen gemaakt om de ruimte te transformeren tot een culturele projectruimte die het hele jaar door wordt gebruikt. Het plan is vervolgens architectonisch uitgewerkt door Peter Groot en Addy de Boer. Door plaatsing van wandsystemen uit de kassenbouw, het aanleggen van sanitaire voor­ zieningen en een dekvloer met vloerverwarming is, dankzij de financiële hulp van ge­ meente en provincie 600 m2 aan binnenruimte ontstaan. Showroom Arnhem is in maart 2009 geopend met een 20x20! avond waar circa vijfhonderd bezoekers op afkwa­ men. Deze overweldigende opkomst illustreert de behoefte aan een ruimte waar breed cultureel geprogrammeerd wordt. In augustus 2011 verliep de ge­ bruiksovereenkomst met de gemeente, maar deze is inmiddels meerdere keren verlengd. Begin 2013 krijgt Showroom Arnhem een nieuwe boost. Het DTO-Transitie­ team betrekt de ruimte en de voor- en achtertuin worden ingericht als exposi­ tieruimten. Samen met het Bartokpark en het Kenniscluster vormt Showroom Arnhem een ingrijpende verbetering van de stedelijke kwaliteit rond de Kleine Oord.

12

SHOWROOM ARNHEM IS GEOPEND MET EEN 20X20! AVOND WAAR CIRCA VIJFHONDERD BEZOEKERS OP AFKWAMEN


PROJECTEN

VAN WEERDJESSTRAAT NAAR BOULEVARD WEERDJES Het gebied tussen de historische bin­ nenstad en de Rijn is al vanaf de eerste verstedelijking een diffuus en onbestemd gebied. Respectievelijk verkrotting, een niet geslaagd wederopbouwplan en weinig kwalitatieve bebouwing uit de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw hebben een kloof gevormd tussen de stad en de rivier. De Weerdjesstraat en Trans snijden hier, als onderdeel van de stadsring, nog eens dwars door­ heen en vormen een stenige barrière die ­bovendien geen aansluiting heeft op het groene karakter van de overige singels rondom het centrumgebied.

Vooruitlopend op de Rijnboogplannen stelden DTO en CASA in 2009 daarom voor om op strategische plekken de verblijfskwaliteit van de Weerdjestraat en de dwarsstraten alvast te verbeteren met relatief kleinschalige ingrepen. Inmiddels zijn, onder de stimulerende leiding van Marco de Wilde van Portaal Arnhem, op twee plekken aan de kop van de Weerdjesstraat groene projecten uitgevoerd. Gesprekken met de gemeen­ te Arnhem over het vergroenen van andere gevels zijn gestopt omdat de gemeente voornemens is deze panden te slopen in het kader van Rijnboog en daarom geen investeringen wil doen in het vergroenen van de gevels.

VERBINDEN

Dit besef zit ook vervat in de toekomst­ plannen waar aansluiting op de groene singels uitgangspunt is. Maar door de traag verlopende gebiedstransformatie

verslechtert de kwaliteit van de open­ bare ruimte zienderogen.

FILMSTUDIO UNDER THE APPLE TREE WAT? Under The Apple Tree is een animatie­ filmproductie van Erik van Schaaik. De openbare filmstudio in combinatie met social media maken deze griezel­ komedie toegankelijk voor een wereldwijd publiek. WAAROM? Een groot deel van het filmbudget zal door middel van crowd-funding worden verworven. Daarom wordt de ‘crowd’ uitgenodigd om het maakproces van deze animatiefilm te volgen in een openbare studio in het centrum van Arnhem.

AANGENAAM

WAAR? We zijn in gesprek gegaan met SLAK, HOD en particulieren, maar uiteindelijk was het DTO die ons het pand aan de Turfstraat 1a aanbood. WIE? Het plan voor deze filmproductie is opgestart door Erik van Schaaik (filmmaker) en Anita van Dalen (Webdesign). Ze worden bijgestaan door een kleine denktank ­bestaande uit Oscar Lourens (kunstenaar), Erik Vos (grafisch ontwerper) en Arne Broekhoven (social media deskundige). WHAT’S NEXT? Mocht deze productie een succes worden, dan is het de bedoeling om er een serie van te maken met tenminste drie films.

13


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

POPUPKLUP WAT? De PopupKlup is een tijdelijke en reizende club die op een creatieve manier invulling geeft aan leegstand in de stad. De PopupKlup geeft gedurende de wintermaanden iedere donderdag, vrijdag en zaterdag op een laagdrempelige manier plek aan liefhebbers van elektronische muziek. Ook wordt de samenwerking aangegaan met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem, Theatergroep Oostpool en het Focus Filmtheater. WAAROM? PopupKlup ziet leegstand als een kans voor creatieve ondernemers. Op deze manier wordt de negatieve spiraal van verloedering tegengegaan en worden pandeigenaren geholpen. Daarnaast was er behoefte aan een plek voor experiment op het gebied van elektro­nische muziek en is het vernieuwende­concept van de PopupKlup een reactie op het eenzijdige aanbod van de Koren­markt. WAAR? De PopupKlup is op dit moment te vinden aan de Hoogstraat in Arnhem, op de hoek van de Korenmarkt. Veel panden rond de Korenmarkt leeg omdat pandeigenaren steeds meer moeite hebben om een uitbater te vinden. WIE? Voor het project hebben de twee ­onder­nemers Maurice Schoot en Yosser Dekker een grote groep van circa 80 enthousiaste vrijwilligers gevonden die een gemeenschappelijk doel nastreven;­ met veel plezier de tijdelijke plek om­ to­veren tot een klein paradijs. Door de inzet van deze grote groep is binnen korte tijd veel draagvlak ontstaan, blij­ven de kosten laag en ontstaan ­er nieuwe samenwerkingen voor projecten buiten de PopupKlup. WHAT’S NEXT? 31 maart 2013 sluiten de deuren van de PopupKlup aan de Hoogstraat, maar per oktober 2013 moet er weer een nieuwe tijdelijke plek komen waar dezelfde positieve vibe kan ontstaan. Leegstand aanpakken door mensen te laten genieten, dat is voor de PopupKlup het mooiste!

14

Roof Garden Arnhem (boven) en PopupKlup (onder)

POP-UP THE VALUE Doordat Rijnboog in afwachting is van de grote transformatie wordt er weinig geïnvesteerd in de kwaliteit van gebou­ wen en publieke ruimte. Neveneffect hiervan is dat het verloop aan bewoners en ondernemers groot is en er relatief veel leegstand heerst. DTO is ervan overtuigd dat deze ontwikkeling kan worden omgezet naar een nieuwe kans in de vorm van tijdelijk programmeren; Pop-up als dynamisch model voor stad en gebruiker. Door de tijdelijke program­ mering van lege panden te koppelen aan het gebruik van sociale media kunnen telkens nieuwe initiatieven ont­ staan op steeds verschillende locaties.

Dan is er weer een leuke designshop, dan weer een geweldig restaurantje een straat verderop en een hippe club in een aanloopstraat. Een meer gerichte sturing op - en facilitering van - pop-up initia­ tieven geeft de stad de mogelijkheid te experimenteren met specifieke functies op bepaalde plekken. Tegelijkertijd biedt het startende ondernemers de mogelijk­ heid om laagdrempelig de markt te betreden en bij succes door te groeien. Dat dit concept werkt is al door verschil­ lende pop-up-initiatieven als Dynamic Food, Roof Garden Arnhem en de PopupKlup bewezen.


PROJECTEN

KLEINE OORD – GROTE KANS Elke locatie heeft wel aanleidingen in zich die de basis vormen voor een tran­ sitie. De zuidelijke plint van het Kleine Oord maakt een wat desolate indruk. Naast de weinig uitnodigende entree van het bovengelegen appartementen­ complex worden de grotendeels dicht­ geplakte etalages voor een groot deel als opslag gebruikt. De huidige gebrui­ kers, Kledingbank Arnhem en Stichting Home Sweet Home, zijn maatschappe­ lijk betrokken partijen. Beide organisaties zamelen goederen in om deze vervol­ gens te verdelen onder de minima van de stad. Daarnaast ligt de locatie niet ver van de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten met een groot potentieel aan creatief talent. DTO stelt daarom voor om de leegko­ mende centrale ruimte te verhuren aan

Opslag 97,873 mm 2e hands

jonge afgestu­deerde kleding- dan wel meubel­ontwerpers met een affiniteit voor het hergebruik van materialen. Door de ge-upcyclede stukken te verkopen kunnen de ontwerpers huur opbrengen en krijgen de maatschap­ pelijke organisaties geld om daarmee minder eenvoudig te recyclen zaken aan te schaffen voor hun doelgroep. Daarnaast kunnen deze activiteiten ­gekoppeld worden aan stage-, werk­ ervarings- en zorgwerkplekken. De etalages zullen weer als visitekaartje fungeren en door de bescheiden winkel­functie zal er overdag meer aanloop zijn naar de panden. Kortom, door het handhaven van de huidige twee orga­nisaties en het toevoegen van een ­creatieve motor ontstaan er grote ­kansen voor de Kleine Oord.

expo atelier

Opslag 2e hands

ROOF GARDEN ARNHEM WAT? Roof Garden Arnhem is een mobiele publieke daktuin. Het is een plek voor ontspanning, midden in de stad met een geweldig uitzicht. We verbouwen voedsel en je kunt hier eten en drinken. Met behulp van horeca en culturele activiteiten brengen we een leeg dak tot leven en voegen op een verrassende wijze waarde toe. WAAROM? Met dit project geven we op een positieve manier antwoord op leegstand en lelijkheid. We laten zien dat bestaande plekken met een beetje fantasie heel goed voor andere doeleinden zijn te gebruiken. Daken staan bijvoorbeeld altijd in de zon, waardoor ze perfecte zijn voor energieopwekking, voedsel verbouwen of recreatie. WAAR? In de zomer van 2012 was Roof Garden Arnhem een maand lang te zien op het topdek van de parkeergarage aan de Langstraat. Dit betonnen dek stond vaak leeg en leende zich perfect voor een publieke daktuin: het is een openbaar gebouw, goed bereikbaar, veilig voor publiek en biedt bovendien een schitterend uitzicht over de stad. WIE? Roof Garden Arnhem is een initiatief van As We Speak en Belhamels. De hele organisatie bestaat uit onmisbare vrijwilligers en is opgezet zonder subsidie of budget. Dat betekent dat alle meubels zelf zijn gebouwd van afvalmateriaal of gesponsord door lokale bedrijven. Juist de verbinding met lokale organisaties en bedrijven maakt het project tot een succes. Alle partijen voegen op hun manier iets toe aan de daktuin. Of het nu om plantjes gaat of om een bad, iedereen mag trots zijn op een daktuin waar ze zelf deel van uit maken. WHAT’S NEXT? De eerste editie smaakte zeker naar meer. Al tijdens het opruimen werd dui­ delijk dat we het heel jammer vonden dat het afgelopen was. Voor de zomer van 2013 zijn we daarom druk op zoek naar een ander dak dat een opleving kan gebruiken!

Schema en sfeerbeeld Kleine Oord

15


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

DYNAMIC FOOD WAT? Dynamic Food ondersteunt kleine boerderijen in de omgeving van de stad door hun producten te kopen en te verwerken in gerechten. Het eetcafé van Dynamic Food vestigt zich in een tijdelijk leegstaand pand, en biedt daar­ mee een innovatieve oplossing voor het grote aantal leegstaande winkelpanden. Dyna­mic Food is tevens een platform­waar de stad en het regionale plattelands­product elkaar ontmoeten, presenteren, bespreken (debat) en doen ervaren (eten en drinken).

DEPARTEMENT ARNHEMS DESIGN Op de hoek Broerenstraat - Beekstraat is in juni 2012 het Departement Arnhems­Design (D.A.D.) gestart. Dit is een crea­tieve broedplaats annex ontmoetingsplaats voor Arnhemse ontwerpers. Het pand is eigendom van de gemeen­ te Arnhem en stond al ruim twee jaar leeg. Het beheer is overgenomen

door SLAK en er zijn in het pand zestig atelierruimtes beschikbaar. DTO heeft de Stichting OPA (Ontwerp Platform Arnhem) geholpen met het gebruiks­ klaar maken van de ruimte. Van WiFi tot en met vergunning­aanvragen en van huurcontract tot en met de vrijwilligers die hard hebben gewerkt aan de inrich­ ting van D.A.D.

WAAROM? In 2050 zal 75% van de menselijke bevolking in steden wonen. Dit heeft effect op onze voedingssystemen en op onze stedelijke omgeving. Het platform Dyna­ mic Food ondersteunt met het debat, lezingen en onderzoek dit onderwerp actief. WAAR? Van DTO kreeg ik een leegstaand winkelpand aan de Turfstraat in Arnhem aangeboden. Hier heb ik gedurende de maanden mei/juni en september/­ oktober het eetcafé Dynamic Food georganiseerd. WIE? Dynamic Food is een project vanuit Studio Annelou van Griensven. ­ De lezingen en avonden (Proef de Stad) in september en oktober zijn in samen­ werking met archi­tectuurcentrum CASA georganiseerd. Daarnaast heeft Dynamic Food veel samengewerkt met vrijwilligers. WHAT’S NEXT? Dynamic Food is een geslaagd project en er zijn inmiddels andere ondernemers die het project willen uitvoeren. Daarnaast zal in september het boek Dynamic Food uitkomen. Naast het inhoudelijk aspect van het project zal de formule van het eetcafé open-source worden aangeboden. Het boek is ontwikkeld in samenwerking met Sandra Holleman en zal tot stand komen door middel van crowd-funding. Departement Arnhems Design (boven) en Dynamic Food (onder)

16


PROJECTEN

Zicht Theater a/d Rijn

Passage

Events Terras Kenniscluster

Passage

Wolf

Hotel Showroom Arnhem

BARTOKPARK Kort nadat de Bartokzaal, een vroeg naoorlogse kerk in het centrum van de stad, werd gesloopt om plaats te maken voor nieuw­ bouw, kwam de beoogde gebiedsontwikkeling tot stilstand en bleef de omgeving zitten met een braakliggend terrein. De lege bouwput lag op een prominente plek i­n het verlengde van een winkel­straat en tegenover het in aanbouw zijnde Kenniscluster en een toekomstig hotel. Het in samenwerking met Harro de Jong ontwikkelde concept voor het Bartokpark heeft gezorgd voor een totale omkering van deze vervelen­ de­situatie. Midden in de binnenstad ligt nu een klein stukje Veluwe dat als openbaar park fungeert en regelma­ tig wordt geprogrammeerd door de aangrenzende ondernemers. Juist door in de conceptfase tegemoet te komen aan de belangen van alle betrokken partijen is het Bartokpark in slechts drie maanden tijd tot stand gekomen. Dit bewijst de kracht van een goed samen­ spel tussen ontwikkelaar, gemeente ­ en ondernemers met DTO in de rol van buitenboordmotor.

Aanleg en opening Bartokpark (juni 2012)

17


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

KWARTIERMAKERS Om letterlijk en figuurlijk kwartier te maken voor het nieuwe Rijnboog heeft DTO samen met Wendo Kroon het project Kwartierma­ kers gestart. Vanuit een voormalige winkel in het gebied programmeert Kwartiermakers een brede variëteit aan sociaal-­culturele activiteiten in nauwe samenwerking met ondernemers en bewoners uit het gebied. Hierdoor ontstaat er, nog voordat de eerste steen wordt gelegd, meer stedelijke dyna­ miek in Rijnboog en wordt het alvast leuker gemaakt voor bezoekers en bewoners.

Theatervoorstellling ‘The Sound Of Breaking Glass’

18

Bewonersfeest op Roof Garden Arnhem


KWARTIERMAKERS

Om de kwaliteiten van de Rijnkade als publiek gebied aan te tonen, organiseert Kwartier足 makers in opdracht van de gemeente jaarlijks meerdere KADEMARKTEN. De markt is vanaf de eerste editie een groot succes en de enorme opkomst van bezoekers bewijst dat de Rijnkade incidenteel, maar waarschijnlijk ook structureel een grote trekker voor de stad kan zijn.

19


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

DE REIZENDE TUIN RIJNBOOG 足 is ontworpen en gemaakt in opdracht van de gemeente en reist langs verschillende evenementen en plekken in het gebied. 足 De meubelstukken zijn gemaakt van gerecyclede pallets.

Kerst-con-snert, 28 december 2012 KWARTIERMAKERS organiseert een reeks van concerten en theatervoorstellingen op verschil足lende plekken, zoals het DTO-atelier en Showroom Arnhem. Klassieke muziek wordt bij de concerten afgewisseld met andere genres waardoor een breed publiek wordt aangesproken. Deze culturele activi足 teiten zijn gratis toegankelijk en daardoor laagdrempelig van opzet.

20


KWARTIERMAKERS

DE RIJNLOPER is een visueel-literair p ­ roject dat in samenwerking met Sinds 1416 ontwerpers en Jibbe Willems is uitgevoerd in opdracht van de gemeente. Citaten uit de verhalen van een ‘dwaler’ zijn zichtbaar gemaakt in de publieke ruimte en dagen de beschouwer uit met andere ogen naar het gebied te kijken.

Nieuwjaarsconcert, 4 januari 2013 Kennis over het verleden geeft inzicht voor de toekomst. Vanuit deze gedachte is in samenwerking met CASA en het Gelders Archief het project SOUVENIR RIJNBOOG georganiseerd. Hiervoor zijn op vele plekken­ in Rijnboog grootformaat historische archief­ beelden geplaatst. Door de vooroorlogse situatie van het gebied inzichtelijk te maken wordt duidelijk dat het naoorlogse wederop­ bouwplan de kwaliteit van het gebied niet ten goede is gekomen. Zeker n ­ u de recente plannen teruggrijpen naar een historische stadsstructuur is een dergelijk terugblik leer­ zaam. Welke kwaliteiten van het vooroorlogse Rijnboog willen we terughalen en is dit wel mogelijk?

21


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

Een mogelijke toekomst voor Rijnboog in twee plannen De huidige kanteling binnen de ruimtelijke ordening en de projecten van DTO maken duidelijk dat er een omkering binnen de stadsontwikke­ ling nodig is; het gaat in eerste instantie om mensen en activiteiten, daarna pas om de gebouwen. Een van de belangrijkste doelstellingen van Rijnboog is de transformatie tot een dynamische en levendi­ ge­stads­wijk. Zolang de beoogde ontwikkeling niet op gang komt, is het daarom van groot belang om bestaande potenties in het gebied te verzilveren.

PARADIJS

ZO ONTSTAAT ER EEN CREATIEVE CAMPUS MIDDENIN HET CENTRUM

DTO heeft samen met Paul de Bruijn en Hans Jungerius een plan gemaakt om de potentie die al aanwezig is in het Rijnbooggebied te activeren. Vlak achter de Markt en om de hoek van de Eusebiuskerk ligt een interessant binnengebied met onverwachte moge­ lijkheden; het Paradijs. Oorspronkelijk gebouwd als ‘handelshof’ voor markt­ lieden bieden de loodsen, waarvan sommige zijn voorzien van fraaie sheddaken, een ideale biotoop voor creatieve ondernemers en instellingen.

en pop-up-stores zorgen overdag voor levendigheid. In de plint van de flat aan de Trompetstraat zijn al verschillende creatieve bedrijven gehuisvest. Alles is voorhanden, het dient alleen nog als kans te worden gezien en vooral... gegrepen. En zo kan nu al een levendig en cultureel stadskwartier ontstaan waarmee, vooruitlopend op meer ingrijpende transformaties, op een natuurlijke manier de stad met de rivier wordt verbonden.

Er is plek voor aansprekende horeca en startende creatieve ondernemers en in samenwerking met ArtEZ kunnen onderdelen van de masteropleidingen een plek krijgen. De jaren ‘50 apparte­ menten rondom het Paradijs kunnen tijdelijk als studentenwoningen worden gebruikt. Zo ontstaat er een creatieve campus middenin het centrum. Een loods kan tot tentoonstellingsruimte en evenementenlocatie worden ingericht

Daarnaast liggen er ook kansen voor leegstaande panden die niet gesloopt worden voor de Rijnboogplannen. Aan de kop van het Paradijs, aan de hoek van het Eusebiusplein met de Rodenburgstraat staat het voormalige Arbeidsbureau al enkele jaren leeg. Dit gebouw is opgetrokken in betonskelet­ bouw die zich uitstekend leent om getransformeerd te worden tot een multifunctioneel film- en debathuis

22

met horeca. De patio in het centrum van het gebouw kan worden ingevuld met twee filmzalen en door een derde zaal aan de kopgevel te bou­ wen ontstaat daaronder een beschutte entree met lobby. Door het strippen van de gevel en deze opnieuw te be­ kleden met een eigentijdse ‘huid’ zal de stad worden verlost van een anonieme kantoorkolos. De stad krijgt er een beeldbepalend openbaar gebouw voor terug. Door zich in eerste instantie te richten op het hergebruik van bestaande, leegstaande gebouwen kan Arnhem zich werkelijk als creatieve stad manifesteren; als een stad die zich in eerste instantie richt op een slimme, innovatieve en creatieve stadsontwikkeling die bovendien nog duurzaam is ook!


EEN MOGELIJKE TOEKOMST VOOR RIJNBOOG IN TWEE PLANNEN

2013

NU

pop-up hotel

roof garden

film mode biënnale

mmk on stage

2014

2015

energetic city

uit-je-eigen-stad

buurtfeest living statues

beachvolleybal

RIJNBOOG

farmers market park concert

hotel wonen

werken

shops / cultuur park / publiek markt / commercieel

WEDERAFBOUWFESTIVAL Alle lessen van de eerdere DTO-­ projecten komen samen in het Weder­ AfbouwFestival, kortweg WAF. Terwijl de ontwikkelingen in Rijnboog tergend langzaam verlopen, worden elders in het land complete gebieden voor een weekend getransformeerd tot enorme festivalterreinen. Bij deze ‘pop-up ste­ den’ is niet de hardware (de gebouwen) maar de orgware (het programma) en de software (het publiek) leidend. Vanuit dit perspectief lijkt het een goed idee om eens met een festivalbril naar de transitiefase te kijken. Een festival is een gezonde mix van bottum-up en top-down waarbij ieder­ een hetzelfde doel voor ogen heeft.­ Er wordt een bepaalde doelgroep aangesproken en aan de hand van ver­ schillende acts wordt die doelgroep zo goed mogelijk bediend. Het is een staps­gewijs en flexibel gebeuren waarbij het ene jaar weer aanleiding en energie geeft voor het volgende zonder daar

een exacte kopie van te zijn. Meer nog, het gebeurt vaak dat in de loop der jaren van het initiële pad wordt afgeweken. De verschillende podia geven zowel organisatoren als deelnemers de kans bepaalde concepten uit te proberen en te testen wat aanslaat. Dit kan ook een manier zijn om de transformatie van stadsdelen vorm te geven; een vorm van stedenbouw waarbij stapsgewijs, flexibel en met een kleiner en gespreid risico kan worden ingespeeld op veranderende omstan­ digheden. Het is ook een vorm van ­stedenbouw waarbij het experiment niet wordt geschuwd, maar omarmd omdat het ten dienste staat van de stad, de bewoner en de bezoeker. Hierbij gaat het niet alleen om het resultaat maar ook om de weg er naartoe. Waarom zouden sloop, leegstand of braakligging enkel problematisch, onaantrekkelijk en inactief zijn? Met enige creativiteit kan van slopen een

spektakel worden gemaakt; een blinde muur wordt een drive-in bioscoop, een braakliggend terrein een stadslandbouw­ project, een leegstaand pand een tijdelijk hotel of kunstobject. Plekken die succes­­ vol zijn, kunnen een meer permanente status krijgen. Tijdens festivals wordt sloopmateriaal zoals deuren en kozijnen door studenten van ArtEZ, kunstenaars en architecten getransformeerd tot tijdelijke en mobiele gebouwtjes die de publieke ruimte verlevendigen. Niet alleen wil DTO Rijnboog voorzien­ van nieuwe culturele en creatieve initi­a­­­tieven, een belangrijk onderdeel van het concept is ook dat de samenwerking wordt aangaan met bestaande evene­ menten in de stad als MoBA, Living Statues en Koninginnedag. Door het samenwerken met deze activiteiten is het mogelijk om energie en financiën te bundelen en daardoor meer mogelijk te maken.

23


DEPARTEMENT TIJDELIJKE ORDENING

Tot slot ITIETEA ANS M TR

DT

O

De kansen tot stedelijke dynamiek ­ zijn er daarentegen legio. Het wemelt overal van de creatieve geesten die initiatieven ontplooien om de stad aantrekkelijker te maken. Politiek en bestuur moeten deze bottom-up beweging omarmen en faciliteren. De gereedschapskist van de ruimtelijke planning en stedelijke ontwikkeling moet daarvoor beter worden ingericht. Tijdelijke ordening wordt de norm. Bruikleenovereenkomsten komen in de plaats van huurcontracten. De gebruikers moeten weer aan het stuur komen te zitten en er zijn nieuwe tools als de Transitiekaart nodig om vraag naar en aanbod van ruimte te koppelen.

Er is een verandering nodig in ons den­ ken over de stedelijke ontwikkeling. Het huidige complexe regelsysteem staat ruimtelijke innovatie in de weg en geeft weinig antwoorden op de hardnekkige problematiek van leeg­ stand en stilgevallen bouwprojecten.

TRANSITIETEAM Departement Tijdelijke Ordening is een project van Stichting Transitieteam. Dit is een compact team van personen die opereren binnen het vakgebied van de stedelijke transitie. Versterken van bestaande ruimtelijke kwaliteiten, selectief toevoegen van elementen, experimenteren met nieuwe functies en samenwerken met lokale onderne­ mers en bewoners vormen de ingre­ diënten voor de gebiedsontwikkeling nieuwe stijl.

We roepen inwoners en plannenmakers­ op om met behulp van stickers lege ruimtes in de stad te claimen en voor­ Het Transitieteam gelooft sterk in het stellen te doen voor een alterna­tieve activeren van het bestaande stede­ invulling. De suggesties worden bij­ lijke landschap met maatschappelijk eengebracht op de facebookpagina relevante projecten. Daarom wordt van Departement Tijdelijke Ordening.­ naast een grondige ruimtelijke, histo­ Deze crowdsourcing activiteit moet rische en programmatische analyse de potentie laten zien van de bottomook ingezet op het maximaliseren van up stadsvernieuwing. Door creativiteit de lokale economische en sociale en organiserend vermogen aldus te potenties van elke plek. In overleg met bundelen, zetten we de software en overheid, eigenaren en andere belang­ de orgware van de stadsontwikkeling hebbende maakt het Transitieteam centraal – in tegenstelling tot de voorstellen voor de transitie van een hardware van de gebouwen en de plek. Het T ­ ransitieteam initieert ook infrastructuur die bij projectontzelf projecten, zoekt relevante wikkelaars en de overheid altijd partners en voert uit. Het team WAS DIT centraal stonden. bestaat uit: MAAR EEN... Peter Groot studeerde Bouwkunde met afstudeer­ differentiatie Architectuur aan de Technische Universiteit Eindhoven. Peter heeft aan de basis gestaan van CASA (centrum voor architectuur en­ stedenbouw Arnhem) en is mede­op­ richter en voorzitter van het DTO-­ transitieteam.

24

Christiaan Holland studeerde politi­ cologie en communicatiewetenschap. Innovatie is de rode draad in zijn loop­ baan (achtereenvolgens Ministerie van Economische Zaken, TNO en Dialogic). Christiaan heeft eerder met succes ver­ schillende ondernemingen opgericht, waaronder een organisatie- en advies­ bureau en een ICT bedrijf. Zijn huidige aandachtsgebieden zijn ruimtelijke innovatie en creatief ondernemerschap. Steve Swiggers wijkt na zijn afstu­ deren aan de K.U.Leuven als burgerlijk ingenieur architect uit naar Nederland. De analytische Belgische achtergrond in combinatie met de meer visionaire, grootschalige projecten in Nederland resulteren in een eigen kritische visie op architectuur en stedenbouw. Deze wordt ingezet in verschillende ambiti­ euze organisaties en bij de oprichting van enkele allianties voor onderzoek. Recente focuspunten zijn stadsland­ bouw, de relatie tussen voedsel en stad. Edwin Verdurmen studeerde aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven, differentiatie Architectonisch Ontwerpen. In het ver­ leden werkte hij als architect en direc­ tielid bij het bureau K3 architectuur, als beleidsadviseur Stadsontwikkeling bij de gemeente Nijmegen en als adviseur Welstand en Monumenten bij het Gel­ ders Genootschap. In 2003 was hij me­ deoprichter van architectuurcentrum CASA, waar hij momenteel als directeur werkzaam is. Ook is hij medeoprichter van het DTO-Transitieteam.


WE ROEPEN INWONERS EN PLANNENMAKERS OP OM MET BEHULP VAN STICKERS LEGE RUIMTES IN DE STAD TE CLAIMEN EN VOORSTELLEN TE DOEN VOOR EEN ALTERNA足TIEVE INVULLING



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.