Tranfer 3

Page 1

t ran sfe r

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Thema Gap Year:

Brugjaar wint aan populariteit

3

jaargang 20 | december 2012

liften, skydiven, zoeken naar jezelf | tussenjaar als aanjager voor mobiliteit |

gap year-student heeft streepje voor bij nhtv | ervaringen omzetten in studiepunten | princetons brugjaar haalt studenten uit comfortzone


3 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt acht keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Zandvliet en Ralph Aarnout Aan dit nummer werkten mee Floor Boon, Annemieke Bosman, Xander Bronkhorst, Sam van den Eijnden, Han van der Horst, Yvonne van de Meent, Erik van Oudheusden, Martine Postma, Annette Posthumus, Robert Visscher Beeld Marcel van den Bergh/HH, Laurie Dieffembacq/Belga, Philip Driessen, Getty Images, Georges Gobet/AFP, Henriëtte Guest, Olaf Kraak/HH, Lex van Lieshout/ANP XTRA, Richard Semik/­ easyfotostock Redactieraad Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Nether), Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Klaartje van Genugten (Fontys), Joep Huiskamp (TU Eindhoven) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 426 0126 / 426 0144 / 426 0122 fax: 070 – 426 0399 e-mail: eheuts@nuffic.nl, azandvliet@nuffic.nl website: www.transfermagazine.nl Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel.: 030 – 263 1089 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Omslag Golden Gate-brug. Foto: David Safanda / Getty Images Transfer 4, jaargang 20, verschijnt op 22 januari 2013

transfer

Binden van internationaal talent Al jaren werven universiteiten en hogescholen buitenlandse studenten. Met succes: vorig studiejaar volgden 56.000 buitenlanders hier een bachelor of master. Wat er vervolgens met dit internationaal talent gebeurt, als het diploma is behaald, is nauwelijks bekend. De initiatieven om deze studenten te behouden voor de Nederlandse arbeidsmarkt zijn op een hand te tellen. Sinds mei is dat veranderd. Toen publiceerde het Centraal Planbureau een kosten-batenanalyse waaruit bleek dat buitenlandse studenten de schatkist jaarlijks 740 miljoen kunnen opleveren, mits een van de vijf hier blijft werken. Voormalig staatssecretaris Zijlstra spoorde het hoger onderwijs en de BV Nederland aan om buitenlandse studenten actief te binden aan ons land. De pas aangetreden minister van Onderwijs, Jet Bussemaker, zet die lijn door. Zij heeft de SER opdracht gegeven te onderzoeken hoe Nederland meer internationale studenten kan verleiden na hun studie hier te blijven en in welke arbeidsmarktsectoren zij het hardst nodig zijn. Grote tekorten dreigen in de bèta- en techniekhoek. Slechts twee op de tien studenten volgen een opleiding op dat gebied. Maar techniek is ook onder buitenlandse studenten niet de favoriete studierichting. Zij komen vooral af op studies in de sectoren Economie en Cultuur & Maatschappij. Met de oplopende werkloosheid in Nederland zijn dat niet de sectoren waar men zit te springen om extra arbeidskrachten. Daarom moet de SER ook onderzoeken hoe verdringing van Nederlands talent op de arbeidsmarkt voorkomen kan worden. De kunst is om de juiste match te maken tussen instroom van internationale studenten en benodigd arbeidsmarktpotentieel. Een interessant thema dat Transfer de komende tijd van verschillende kanten zal belichten. In dit laatste nummer van 2012 staat een fenomeen in opkomst centraal: het gap year. De belangstelling onder scholieren om na hun eindexamen een tussenjaar te nemen groeit. Een deel van hen gaat de grens over. Onderzoek toont aan dat een gap year positief kan uitpakken voor een (meer inter­ nationaal georiënteerde) studieloopbaan. In dit themanummer leest u daar meer over. els heuts eheuts@nuffic.nl


r

i n hou d

24-42 15–28

8

11

Thema: de opmars van het gap year Jongeren die na hun eindexamen een jaar de tijd nemen om, vóórdat ze gaan studeren, de wereld en zichzelf te leren kennen. In veel landen zijn ze geen uitzondering meer. Ook Nederlandse schoolverlaters ontdekken het gap year. In hun kielzog volgen hogeronderwijsinstellingen en beleidsmakers. Want een gap year blijkt meer te zijn dan een jaartje wat anders. Transfer belicht in deze special het tussenjaar van alle kanten.

‘Internationalisering helaas geen verplichte indicator’ Universiteiten en hogescholen zouden in de toekomst moeten kunnen worden afgerekend op hun inspanningen op internationaliseringsgebied. Dat vindt Frans van Vught, oud-rector van de Universiteit Twente. Als voorzitter van de Reviewcommissie beoordeelde hij de prestatieafspraken van universiteiten en hogescholen.

Overleeft het Erasmusprogramma de crisis? Het Erasmusprogramma dreigt in zwaar weer te komen door de financiële problemen in Europa. Als de EU-lidstaten niet met 9 miljard extra over de brug komen om de tekorten van de Europese Commissie aan te zuiveren, zou er volgend jaar wel eens minder geld kunnen zijn voor Erasmusbeurzen. Transfer legt uit wat er precies aan de hand is.

En verder 2 Colofon en redactioneel  4 Nieuwsberichten  12 Aanpakken: internationaliseerders aan het werk  13 Column Erik van Oudheusden  14 Immigratiebeleid internationale studenten  29 Vliegende Hollander  30 Gelezen  31 Agenda


n i euwsb er ic hten

Urennorm bijbaan EU-student kan niet door de beugel Nederland vult ten onrechte zelf in hoeveel uur een EU-student moet werken om in aanmerking te komen voor studiefinanciering, aldus de Raad van State. Voormalig staatssecretaris Zijlstra wilde de norm per 1 januari verhogen van 32 naar 56 uur per maand. Als ‘migrerend werknemer’ hebben EU-studenten met een bijbaan in Nederland recht op studiefinanciering. Zij moeten dan ‘reële en daadwerkelijke arbeid’ verrichten, maar Europa geeft daar geen concrete norm voor. Nederland stelde 32 uur per maand in als eis om voor studiefinanciering in aanmerking te komen. De uitgaven aan studie­

financiering voor EU-studenten stegen echter van 6 miljoen euro in 2006 tot 26 miljoen in 2011. Zijlstra besloot daarom de norm gelijk te stellen aan die in de Vreemdelingencirculaire: ten minste 40 procent van de gebruikelijke volledige arbeidstijd. Maar het Europese Hof van Justitie staat niet toe dat lidstaten het begrip ‘werknemer’ zelf invullen, schrijft de Raad van State. Uit uitspraken blijkt dat het Hof mensen in loondienst die niet meer dan tien uur per week (40 uur per maand) werken en die een dienstverband hebben van tussen drie en veertien uur per week (12–56 uur per maand) al aanmerkt als werknemer volgens het EU-verdrag.  (AZ)

procent buitenlandse studenten

Foto: Philip Driessen

Rector Maastricht mikt op 75

De Maastrichtse rector magnificus Luc Soete.

4 | december 2012 | transfer

Ruim een jaar geleden verklaarde collegevoorzitter Martin Paul dat de studentenpopulatie van de Universiteit Maastricht ook in de toekomst minstens voor de helft van Nederlandse komaf moet zijn. Nu spreekt de Maastrichtse rector Luc Soete de wens uit om de universiteit te laten groeien en meer buitenlandse studenten aan te trekken. “Je kunt denken aan 75 procent”, aldus Soete vorige maand in universiteitskrant Observant, waarbij hij benadrukte dat dit nog geen standpunt van het college van bestuur is. De Universiteit Maastricht heeft volgens de rector potentie om de huidige ruim 15.000 studenten misschien wel te verdubbelen en hij ziet het als een plicht die kans te

benutten. Die groei is niet te realiseren met Nederlandse studenten, denkt Soete. Door het omzetten van de OV-studentenkaart naar een kortingskaart vinden zij het verre Maastricht mogelijk minder aantrekkelijk. Dat internationale studenten naar zijn universiteit zullen blijven komen, staat voor Soete buiten kijf. Door de crisis verwacht hij veel aanwas uit Zuid-Europa. De kritiek dat studenten uit andere EU-landen hier op kosten van de Nederlandse belastingbetaler studeren, denkt de rector te kunnen indammen als een groot aantal hier vervolgens gaat werken. Soete oppert wel de college­gelden te verhogen, bijvoorbeeld naar zo’n 3000 euro.  (AZ)


Bussemaker zet lijn internationalisering HO voort Als het om internationalisering in het hoger onderwijs gaat, zet het huidige kabinet de lijn van het vorige voort: het houdt een ‘internationale infrastructuur’ in stand. Daarnaast geeft minister Bussemaker (Onderwijs) de Sociaal-Economische Raad (SER) opdracht te onderzoeken hoe Nederland meer buitenlands talent kan behouden. In antwoord op vragen van de Tweede Kamer schrijft Bussemaker dat zij vooralsnog niet van plan is geld uit te trekken voor een vervolg op het Huygensprogramma voor excellente studenten. Financiering zou uit de private sector moeten komen, omdat werkgevers er direct belang bij hebben, maar blijkt lastig te vinden.

De minister blijft wel geld steken in Nederlandse instituten in het buitenland. De redenen waarom de subsidie voor de instituten in Syrië, Libanon en Jordanië per 2013 wordt beëindigd – de voortdurende instabiele situatie in het Midden-Oosten en de beperkte uitwisseling en werving van studenten – zijn volgens haar niet van toepassing op de instituten in Turkije en Marokko. De SER gaat bekijken wat onderwijsinstellingen, bedrijven en de overheid kunnen doen om buitenlandse studenten na hun opleiding hier te houden. Nederland heeft behoefte aan hun kennis, aldus Bussemaker, maar zij leveren ook geld op. Het rapport wordt in maart verwacht.  (AZ)

Foto: Olaf Kraak/HH

Chinese ‘studentes’ werken illegaal in massagesalons

Een onderzoek van de politie in Den Haag vorig jaar.

148 Chinese ‘studentes’ hebben hun studievisum gebruikt om in Nederland aan de slag te gaan in Chinese massagesalons. De helft van deze salons is eigenlijk een illegaal bordeel. Dat meldde de Volkskrant begin vorige maand op basis van een onderzoek van het Openbaar Ministerie naar misstanden in de Chinese beautybranche.

Behalve justitie zijn de IND, de Belastingdienst en de Inspectie SWZ hierbij betrokken. Een deel van de medewerksters van de beauty­ salons verblijft illegaal in Nederland. Sommigen zijn het slachtoffer van mensensmokkel en -handel. Volgens officier van justitie Warner ten Kate zijn er signalen dat een groot deel van de salons naast beauty- en ontspanningsdiensten ook seksuele ­diensten aanbiedt. Het is niet duidelijk of de Chinese ‘studentes’ gedwongen werden tot prostitutie. Tussen 2005 en 2010 werden 14.000 studievisa aan Chinezen verstrekt. Sinds 2009 controleert de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) specifiek op illegale arbeid door buitenlandse studenten. In 2010 kwamen 204 gevallen aan het licht en werden boetes van in totaal 2,7 miljoen opgelegd aan werkgevers. Het grootste deel van de betrokken studenten kwam uit Nepal en China. Eind vorig jaar nam de Tweede Kamer een motie aan om misbruik van studievisa bij mensenhandel effectief aan te pakken.  (EH)

transfer | december 2012 | 5


Kort nieuws HAN maakt Duitstalige opleiding meertalig

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) vervangt

het komende studiejaar zijn Duitstalige opleiding logopedie

Vlaamse minister: geen drempels opwerpen voor ‘Hollanders’

door een euregionale opleiding in een mix van Duits, Engels en Nederlands. Daarmee komt de HAN tegemoet aan de

eis van voormalig staatssecretaris Zijlstra dat Nederlandse hogeronderwijsinstellingen zich niet uitsluitend op Duitse studenten en de Duitse arbeidsmarkt mogen richten.

in het Duits en het Engels. Daarnaast leren ze verplicht

Nederlands. Vanaf het tweede jaar kunnen Duitse studenten voor de euregionale of de Nederlandstalige opleidingsvariant kiezen. Nederlandse studenten die Deutsch als

Pascal Smet.

Fremdsprache beheersen, kunnen vanaf het tweede jaar ook de euregionale opleiding volgen.  (RA)

Disbalans studentenmobiliteit VS steeds groter

Het aantal Amerikaanse studenten in het buitenland

neemt nauwelijks meer toe, in tegenstelling tot het aantal

buitenlandse studenten in de VS. Die disbalans is goed voor de Amerikaanse schatkist. In 2011 gaven internationale

studenten in de VS naar schatting 21,8 miljard dollar uit aan collegegeld en levensonderhoud. Dat blijkt uit cijfers van

het Amerikaanse Institute of International Education (IIE). De economische situatie heeft invloed op de uitgaande

studentenmobiliteit, maar de voorzitter van het IIE zegt in de Chronicle of Higher Education dat Amerikaanse universiteiten studie in het buitenland ook onvoldoende stimu-

leren. Van de naar schatting twintig miljoen Amerikaanse studenten in het hoger onderwijs, studeerde anno 2011

circa 1,4 procent voor kortere of langere tijd in het buitenland.  (RA)

Veiligheid belangrijker voor buitenlandse student

Bij de keuze van een buitenlandse studiebestemming speelt veiligheid een steeds grotere rol. Inmiddels is dit criterium

gestegen naar plaats vijf. Dat blijkt uit het rapport Student

Insight Hot Topics: The Rise in Global Student Safety Concerns van de British Council, die dit verklaart door de misdrijven waar een snel groeiende groep mobiele studenten mee te

De Vlaamse onderwijsminister Pascal Smet zal de toenemende studentenstroom vanuit Nederland ter sprake brengen bij zijn nieuwe Nederlandse collega. Maar hij verzet zich tegen het opwerpen van drempels voor ‘Hollanders’ die in Vlaanderen willen studeren. Conservatief parlementslid Boudewijn Bouckaert vroeg de minister in oktober of hij erkende dat er door het groeiende aantal Nederlanders problemen voor Vlaamse studenten ontstaan, zoals plaatsgebrek in laboratoria, en oplopende kosten voor de Vlaamse overheid – volgens Bouckaerts eigen berekening ongeveer 50 miljoen euro. De parlementariër noemde een aantal maatregelen om de extra kosten te beteugelen zoals het verhogen van instellingsgelden, medefinanciering vanuit de Nederlandse overheid of financiële vereffening op Europees vlak. Het aantal Nederlandse studenten is de afgelopen tien jaar inderdaad bijna verdubbeld tot 5.573, antwoordde Smet, ofwel een kleine 2,6 procent alle studenten. Dit beperkte aantal kan volgens hem geen problemen voor Vlaamse studenten veroorzaken. Medefinanciering vanuit Nederland lijkt Smet geen optie. Hij sluit niet uit dat er meer Vlaamse studenten in het buitenland studeren dan andersom. Eerder zei de minister in een toespraak geen zin te hebben om financiële drempels op te werpen voor buitenlanders terwijl hij die juist probeert weg te werken voor Vlaamse studenten die naar het buitenland willen.  (AZ)

maken krijgt in combinatie met de verspreiding van nieuws en meningen via internet.

Studenten uit meer dan tachtig landen beoordeelden het Verenigd Koninkrijk als de veiligste bestemming, voorna-

melijk vanwege het multiculturele karakter. Canada kwam op de tweede plaats, gevolgd door de Verenigde Staten,

Duitsland en Nieuw-Zeeland. De VS scoorden ook hoog op

de lijst van onveilige landen, naast toppers als Israël, ZuidAfrika, India en Brazilië.  (AZ)

6 | december 2012 | transfer

Meer nieuws op www.transfermagazine.nl. De belangrijkste berichten worden voortaan opgenomen in Nuffic News. Abonnees van Transfer Digitaal, dat niet meer verschijnt, ontvangen Nuffic News automatisch.

Foto: Laurie Dieffembacq

In het eerste jaar krijgen Duitse studenten onderwijs


Foto: Richard Semik

De universiteit van Oslo.

Scandinaviëzet verrekening studentenmobiliteit voort Als het aantal Noorse studenten in Denemarken over twee jaar net zo groot is als nu, krijgen de Denen omgerekend bijna 11 miljoen euro extra van Noorwegen. Dat is het gevolg van nieuwe afspraken tussen de Scandinavische landen over de compensatie voor disbalans in onderlinge studentenmobiliteit, meldt University World News. Denemarken, Zweden, Finland en Noorwegen geven met deze afspraken een vervolg aan een overeenkomst uit 1996. Maar het bedrag dat landen met meer inkomende dan uitgaande mobiliteit ter compensatie ontvangen, wordt verhoogd. Nu betaalt Noorwegen jaarlijks een kleine 3.000 euro per student aan Denemarken, in 2014 loopt dat op

tot ruim 4.000 euro. Studenten uit de EU en de Europese Economische Ruimte (EER) kunnen in Denemarken gratis hoger onderwijs volgen, net als Deense studenten. De disbalans in studentenmobiliteit tussen de Scandinavische landen is substantieel, aldus University World News. Dat is ook elders in Europa het geval. Zo studeren er veel meer Duitse studenten in Nederland dan andersom. Dat leidde ertoe dat voormalig staatssecretaris Zijlstra in Duitsland informeerde of hij een rekening kon indienen. Op hun beurt kiezen Nederlanders in groteren getale voor een studie aan een universiteit in Vlaanderen dan er Vlaamse studenten deze kant op komen.  (AZ)

Meeneembare beurs slechts voor snelle

aanvragers

Wie het eerst komt, het eerst maalt. Dat wordt het uitgangspunt bij de verdeling van meeneembare studiefinanciering, zo blijkt uit een wetsvoorstel. Door aan de meeneembare beurs een plafond te stellen wil de regering voorkomen dat Nederland jaarlijks circa 40 miljoen euro meer kwijt is aan deze voorziening. Die extra kosten zouden het gevolg kunnen zijn van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie. Volgens het Hof hoeven migrerend werknemers uit de EU en hun kinderen niet meer te voldoen aan de voorwaarde dat ze van de zes jaar voorafgaand aan de studie in het buitenland drie jaar in Nederland hebben gewoond. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, wordt

jaarlijks vastgesteld hoeveel studenten meeneembare studiefinanciering kunnen krijgen aan de hand van drie criteria: op basis van het aantal gebruikers op dat moment – nu zijn dat er 9000 –, de ontwikkeling van de animo in de afgelopen jaren en de verwachte studentenaantallen in de toekomst. Studenten kunnen dan nog slechts op een moment per jaar meeneembare studiefinanciering aanvragen. Nu kan dat tot drie maanden voor aanvang van hun studie. Om studenten in het buitenland – die geen DigID hebben – zo min mogelijk te benadelen, moet iedereen het formulier per post versturen. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld.  (AZ)

transfer | december 2012 | 7


i ntervi ew frans van vught, vo orzit te r over de p r estati eafsprake n

r evi ewcom m i s s i e

Foto: Marcel van den Bergh / HH

‘Vooral wo profileert zich met inte

De ene hogeronderwijsinstelling is de andere niet, en dat moeten universiteiten en hogescholen vooral laten zien. Die overtuiging heeft Frans van Vught al jaren. Als voorzitter van de Reviewcommissie beoordeelde hij dit jaar de prestatieafspraken waarmee instellingen zich kunnen specialiseren en profileren. “Helaas was internationalisering geen verplichte indicator”.

Frans van Vught (1950) houdt zich al jaren bezig met differentiatie in het hoger onderwijs. “Het spreekt mij aan dat instellingen laten zien wat hen onderscheidt van andere”, vertelt de oud-rector en -bestuurs­ voorzitter van de Universiteit Twente. “Ik wil luikjes openen in het hoger onderwijs waardoor de verschillen tussen instellingsprofielen zichtbaar worden.” Van Vught bekleedt momenteel verschillende (internationale) functies om de profilering van instellingen

8 | december 2012 | transfer

te bevorderen. Zo is hij adviseur voor onderwijs, onderzoek en innovatie bij de Europese Commissie. Maar zijn ambitie om instellingen ertoe aan te zetten hun onderlinge verschillen te tonen, blijkt vooral uit zijn rol als voorzitter van de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek. Van Vught beoordeelde in die hoedanigheid de voorstellen voor de prestatieafspraken, die elke hoger­ onderwijsinstelling in mei dit jaar moest inleveren bij


rnationalisering’ het ministerie van Onderwijs. In die afspraken geven instellingen aan waarop zij zich tot 2015 gaan profileren. Dit nieuwe systeem (zie kader op p. 10) moet leiden tot meer differentiatie, transparantie, kwaliteit en excellentie. Een kolfje naar Van Vughts hand dus.

misschien wordt het na 2015 wel een verplichte ­indicator.” Toch hebben ook in de huidige omstandigheden veel instellingen wel degelijk geprobeerd zich te profileren op internationalisering. Zo vielen kunstopleidingen zoals de Design Academy Eindhoven en Codarts Uitmuntend Rotterdam positief op bij de reviewcommissie. “Zij Internationalisering was een belangrijk aspect waarop hebben ons aangenaam verrast”, vertelt Van Vught. instellingen zich konden profileren, weet de commis“Ze zijn allemaal internationaal georiënteerd en sievoorzitter. “Vooral de universiteiten hebben dat hebben een realistische ambitie die oriëntatie verder volop gedaan. Veel instellingen internationaliseren uit te breiden.” Een goed voorbeeld is volgens Van bijvoorbeeld het curriculum of sluiten aan bij Europese Vught dat de kunstvakopleidingen streven naar kaderprogramma’s, zoals Horizon een voor de helft internationale 2020, het financieringsprogramma bachelorpopulatie. voor onderzoek en innovatie.” “De internationale ambitie Ondanks de internationale ambiGoed uit de bus kwamen vooral de ties van de kunstopleidingen Universiteit Utrecht, de Hogeschool van het kunstonderwijs heeft merkte de review­commissie op van Arnhem en Nijmegen (HAN) en internationaliseringsgebied nog de Hanzehogeschool Groningen. Zij ons aangenaam verrast” altijd een groot verschil tussen scoorden alle ‘uitmuntend’. De HAN hogescholen en universiteiten. viel onder meer op door het voorVan Vught: “Universiteiten zijn veel nemen opleidingsroutes gericht op de Euregio tweeverder gevorderd op dit gebied. Alle universiteiten talig te maken en door samenwerking met instellingen doen aan internationalisering, niet alle hogescholen. in Kleef en Duisburg. De Universiteit Utrecht wil meer Universiteiten scoren hoger omdat ze bij onderzoek buitenlandse stafleden en een honoursprogramma met internationaal samenwerken en vaak veel buitenlandse verplichte buitenlandperiode aan iedere faculteit. “Dat promovendi hebben.” soort concrete initiatieven hebben wij positief beoorOok in de doelstellingen voor internationale mobideeld als vorm van onderwijsdifferentiatie”, zegt Van liteit bestaan verschillen tussen universiteiten en Vught. hogescholen, constateert Van Vught. “Universiteiten Maar de goede beoordeling van de drie was niet uitsluistreven er gemiddeld naar dat ongeveer een derde van tend te danken aan de internationaliseringsplannen. het totale aantal masterstudenten internationaal mobiel “De instellingsvoorstellingen die als uitmuntend is. Bij de Universiteit Maastricht is dat streefpercentage zijn beoordeeld, tonen goede plannen op meerdere zelfs 50 procent. Bij hogescholen is het beeld divers. gebieden. Het was niet verplicht om internationaliseVrijwel alle pabo’s zijn vooral nationaal georiënteerd. ring in de prestatieafspraken op te nemen. Instellingen Het specialistisch onderwijs, zoals de Hotelschool Den kunnen zich bijvoorbeeld ook profileren op regionaliHaag en de NHTV in Breda, streeft naar een internatiosering of door aan te sluiten bij het mbo. Ook dat zien nale bachelorpopulatie van 50 procent.” wij als differentiatie.”

Realistische ambitie Van Vught vindt het jammer dat internationalisering geen verplichte indicator was bij het maken van de prestatieafspraken. "De HBO-raad, VSNU en staatssecretaris Zijlstra hebben van tevoren bepaald welke indicatoren budgettaire consequenties hebben. Studierendement, docentkwaliteit en studie-uitval zitten daar bij, internationalisering helaas niet. Maar

Schijnwereld

Ook de drie technische universiteiten en Wageningen Universiteit (alle beoordeeld als ‘zeer goed’) vielen positief op. “Zij differentiëren door aan te sluiten bij Europese kaderprogramma’s en het European Institute of Technology.” Bij de universiteiten scoorden de Universiteit van Tilburg en de beide Amsterdamse universiteiten het laagst. Volgens Van Vught kwam dat overigens niet door de mate

transfer | december 2012 | 9


van internationalisering. “De commissie vond hun plannen relatief minder concreet en ambitieus, maar zeker altijd nog goed.” De afgelopen maanden zijn de prestatieafspraken ook onder vuur komen te liggen. Het college van bestuur van Fontys Hogescholen was bijvoorbeeld zeer sceptisch. De prestatieafspraken leiden volgens de collegeleden tot “een schijnwereld van kwaliteitsfinanciering”. Van Vught is het met die uitspraak niet eens. “Het is wel degelijk mogelijk om aan de hand van vergelijkende cijfers en ambities te oordelen”, zegt hij. “In diverse landen, waaronder Hongkong, Australië en Ierland, wordt dit beleidsinstrument gehanteerd. De prestatieafspraken bevorderen de transparantie. Ze tonen de buitenwereld welke doelen instellingen hebben en hoe ze die willen bereiken.” Ook Saxion plaatste kanttekeningen bij het nieuwe systeem. In Transfer stelde hoofd international office Chris van den Borne dat het in de voorstellen lastig is om internationalisering meetbaar en zichtbaar te maken. Maar ook dat bestrijdt Van Vught. “Er zijn diverse concrete criteria, zoals mobiliteitscijfers, het aantal buitenlandse afgestudeerden, het percentage internationale staf en aantallen publicaties met buitenlandse collega-onderzoekers. Dit soort indicatoren wordt ook internationaal gehanteerd.”

U-Multirank Van Vught is betrokken bij meer nieuwe systemen die de verschillen tussen hogeronderwijsinstellingen zichtbaar moeten maken. Zo leidt hij het project U-Multirank. Dat gebruikersgedreven rankinginstrument, dat wordt ontwikkeld in opdracht van de Europese Commissie (EC), moet meer transparantie creëren over de diversiteit onder hogescholen en universiteiten. Zij worden in U-Multirank vergeleken aan de hand van verschillende ‘dimensies’ en indicatoren, zoals onderzoek, onderwijs, innovatie, regionale betekenis en internationalisering. Van Vught legt het verschil uit van U-Multirank met gerenommeerde rankings als die van Times Higher Education en de Shanghai Jiao Tong University. “Die

vo orwa ar delij k

laatste twee richten zich voornamelijk op onderzoek. Maar dat zegt niets over de regionale impact of de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast ranken gebruikers van U-Multirank hogescholen en universiteiten zélf, op basis van wat zij belangrijk vinden.” U-Multirank zit nog in de ontwikkelingsfase. Vorig jaar werd een pilot afgesloten, waarin de methode werd ontwikkeld en waarin ruim tweehonderd instellingen wereldwijd werden vergeleken. Onlangs heeft de EC groen licht gegeven voor een nieuwe, grotere pilot. Deze proef, ook weer met Van Vught als projectleider, moet eind 2013 leiden tot een werkende wereldwijde ranking.

Onzin Net als de prestatieafspraken in Nederland ligt ook U-Multirank fors onder vuur. Vooral uit Engeland komt kritiek. Het House of Lords vroeg zich bijvoorbeeld af of het nieuwe rankinginstrument Europese instellingen niet zal bevoordelen, omdat het wordt bekostigd wordt door de EC. “Dat is onzin”, vindt Frans van Vught. “Als U-Multirank uit de pilotfase is, gaat de EC het zeker niet zelf uitvoeren. Dat gaat een onafhankelijke organisatie zonder politieke voorkeur of doelstelling doen.” Ook sommige onderwijsinstellingen zijn kritisch. Een aantal daarvan, waaronder vooraanstaande instellingen als Oxford University en de Universiteit Utrecht, trok zich al terug uit U-Multirank. Van Vught denkt dat deze oude universiteiten misschien bang zijn voor een nieuwe ranking, waarin ook andere dimensies en indicatoren dan onderzoek worden meegewogen. Hij onderstreept dat veel andere universiteiten en hogescholen juist blij zijn met de multi-dimensionale insteek van het nieuwe instrument. “Instellingen die minder gericht zijn op alleen fundamenteel onderzoek, kunnen in deze ranking tonen dat zij bijvoorbeeld goed scoren op onderwijs en regionale impact. Hoger onderwijs is zo veel meer dan alleen onderzoek. Dat gaat U-Multirank tonen.”

robert visscher

on derwi js b u d g e t

De Reviewcommissie met voorzitter

budget voorwaardelijk toegekend. Wie

basis van ‘selectieve toekenning’ die

Frans van Vught beoordeelde afgelo-

een voldoende heeft voor de prestatie-

de instellingen volop gelegenheid

pen zomer de prestatievoorstellen van

voorstellen (dat zijn alle instellingen)

biedt om zich te profileren. De Open

de instellingen. Vanaf 1 januari 2013

verdient al 5 procent daarvan. De ove-

Universiteit herschrijft haar voorstel

wordt 7 procent van het onderwijs-

rige 2 procent wordt toegekend op

nog.  (RV)

10 | december 2012 | transfer


actu eel

Erasmus dreigt dupe

te ­ orden van crisis w Is er volgend jaar nog genoeg geld voor het Erasmusprogramma? Dat is volgens de Europese Commissie maar de vraag. Studentenvakbond LSVb vreest zelfs afschaffing van de Erasmusbeurs. Transfer zet de feiten op een rij.

moeten worden, het bedrag vast op 129,1 miljard euro. Bovendien moest de Europese Commissie dit jaar nog zo’n 5 miljard aan rekeningen uit 2011 betalen, toen zij ook al minder geld kreeg dan gevraagd.

Kan de Europese Commissie niet beter begroten?

Minister Dijsselbloem en Eurocommissaris Lewandowski.

Wat is er aan de hand? De Europese Commissie heeft 9 miljard euro extra nodig om aan haar juridische verplichtingen voor 2012 te kunnen voldoen, bleek eind oktober. Komen de EU-lidstaten daarmee niet over de brug, dan is er dit kalenderjaar onder meer een tekort van 90 miljoen voor het Erasmusprogramma.

Wat merken wij van het tekort? Misschien slinkt het aantal Erasmusbeurzen aanzienlijk of moeten de bedragen worden verlaagd, aldus de Commissie. Dit jaar zullen hogeronderwijs­ instellingen en studenten daarvan nog niets merken. Desnoods wordt het tekort aangevuld uit het budget voor 2013. Maar daardoor kan iemand die in de loop van volgend jaar met een beurs naar het buitenland wil, pech hebben.

Hoe is het tekort ontstaan?

Foto: Georges Gobet

Bij het vaststellen van de begroting voor 2012 zei de Europese Commissie 132,7 miljard euro nodig te hebben. Uiteindelijk stelden de lidstaten en het Europees Parlement, die het daarover onderling eens

Dat zou je zeggen, maar dit heeft te maken met het meerjarig financieel kader waarmee de EU werkt. Aan het begin daarvan, zoals in 2007, worden langdurige programma’s opgezet. Naarmate die langer lopen, nemen de kosten toe. Wanneer het einde van een meerjarig kader nadert, zoals nu, wordt het verschil tussen inkomsten en uitgaven gewoonlijk steeds groter. In het verleden waren EU-lidstaten vaak bereid bij te betalen. Door de economische crisis ligt dat nu anders. Daarnaast zijn de huidige begrotings­ onderhandelingen een opmaat voor het meerjarig financieel kader 2014–2020. Ook Nederland is fel tegen ‘meer geld naar Europa’.

Maken de lidstaten geen uitzondering voor Erasmus? Volgens Arnout Mijs, EU-begrotingsdeskundige bij Instituut Clingendael, springen de lidstaten eerder op de bres voor bijvoorbeeld landbouwfondsen, waarvan zij vervolgens zelf kunnen profiteren.

Wat staat Erasmus te wachten vanaf 2014? Dan begint een nieuwe begrotingscyclus. Het huidige Leven Lang Leren-programma, waarvan Erasmus onderdeel is, wordt beëindigd en vervangen door Erasmus for All of YES, waarvoor de Europese Commissie in totaal 19 miljard euro wil uittrekken. Niet alleen over de naam wordt gesteggeld, ook de kosten staan ter discussie.

annelieke zandvliet

transfer | december 2012 | 11


a an pakken

‘Ik had beter

een ­buitenlander kunnen zijn’ Onder de noemer internationalisering worden in het hoger onderwijs de meest uiteenlopende taken verricht. In de derde aflevering van deze rubriek: de Leidse studentendecaan Len Buis, bij wie

Foto’s: Henriëtte Guest

buitenlandse studenten een luisterend oor kunnen vinden.

De problemen waarmee internationale studenten aankloppen bij de studentendecaan, zijn niet alleen talrijker dan bij Nederlandse studenten, ze zijn vaak ook groter, vertelt Len Buis. “Door het ontbreken van een sociaal netwerk grijpt iets dieper in, ontstaat er meer stress. Schaamte kan daarbij ook een rol bij spelen.” Aan het begin van het studiejaar gaan de problemen vaak over praktische zaken, zoals huisvesting en bankrekeningen. Als het nieuwe eraf is, kunnen buitenlandse studenten heimwee krijgen of blijkt het onderwijsniveau tegen te vallen. Ook aan het eind, als hun opleiding dreigt uit te lopen, schakelen ze soms de studentendecaan in. “Ze beseffen niet allemaal dat je in Nederland per jaar collegegeld betaalt.” Met korte vragen kunnen studenten terecht op het inloopspreekuur, voor complexere zaken moeten ze bij Buis een afspraak maken. Ook in dat laatste geval is het contact redelijk vluchtig, vertelt de decaan. Een gesprek duurt hooguit een halfuur, plus eventueel een halfuur nawerk voor het schrijven van een brief of het benaderen van een opleiding. “We kunnen bijvoorbeeld bemiddelen bij een conflict en fondsen zoeken of een overbruggingsmogelijkheid regelen bij financiële problemen.” Financiën vormen de hoofdmoot van de problemen waarmee buitenlandse studenten aankloppen. Buis merkt dat hun budget vaak krap is. “Als de beurs die

12 | december 2012 | transfer

zij van hun eigen land krijgen, een maand uitblijft, kan dat betekenen dat ze geen eten meer kunnen betalen. We zien ook steeds meer Griekse en Spaanse studenten die hier met weinig geld hun heil komen zoeken vanwege de crisis.”

Foute benadering Net als aan Nederlanders biedt de decaan buitenlandse studenten vooral een luisterend oor. “Ik merk dat mensen in wezen niet erg verschillen. Dezelfde complimenten werken motiverend, dezelfde foute benadering doet ze in hun schulp kruipen. Dat is bij een Chinees niet anders dan bij een Vlaming.” Buis zal niet snel zeggen: ‘Dat moet je anders aanpakken’, zoals binnen opleidingen vaak gebeurt. “Dan ligt er meteen een schuldvraag. Wij zeggen: ‘Wat vervelend. Zullen we samen een oplossing zoeken?’” Die oplossing is er lang niet altijd. “Maar het is vaak al heel wat dat we de tijd nemen”, weet Buis. Studenten met heimwee kunnen goed terecht bij de van oorsprong Australische studentenpsycholoog in Leiden. “Zij weet wat het is om vrienden en familie te moeten missen. Dat herkenningsaspect missen studenten bij mij, een grote witte man die altijd in Nederland heeft gewoond. Ik had wat dat betreft beter een buitenlander kunnen zijn.”

annelieke zandvliet


C

O

L

U

M

Het land der zienden Rwanda zal voor weinigen een droombestemming zijn, maar als je er eenmaal woont, blijkt het een verschrikkelijk dynamische plek te zijn. Verrassend efficiënt, schoon, transparant en goed georganiseerd, maar vooral ook toekomstgericht. Met zevenmijlslaarzen wil men zo snel mogelijk vooruit in de vaart der volkeren. Alles wat modern is, is goed. Het verleden moet zo snel mogelijk worden vergeten. Rwanda komt van ver: tijdens de genocide van 1994 werd een hele generatie docenten, artsen, rechters en specialisten uit alle andere beroepsgroepen vermoord. Veel daders, vaak buren of collega’s van de slachtoffers, belandden voor jaren in de cel of vluchtten naar het buitenland. Rwanda moest zichzelf aan de haren uit het moeras trekken en het land van de grond af opnieuw opbouwen. Een stroom van terugkerende hoogopgeleide Rwandezen die jaren in het buitenland hadden gewoond, zorgde ervoor dat Rwanda in sneltreinvaart werd opgebouwd, waarbij ontwikkelingsgelden zeer efficiënt zijn ingezet. Het land verandert sindsdien snel. Onderwijs geldt daarbij als een van de belangrijkste pijlers – niet alleen om alle vernietigde kennis te vervangen, maar ook om jonge mensen te helpen zich opnieuw te verbroederen en de haat in te ruilen voor een gemeenschappelijke toekomst. Het voorheen etnisch-exclusieve Rwandese onderwijs werd gedemocratiseerd en voor iedereen toegankelijk. Inmiddels studeren zo veel Rwandezen dat het nauwelijks nog als iets bijzonders wordt gezien. Zelfs van een PhD raakt niemand nog overdreven opgewonden. In het land der zienden heb je tegenwoordig drie ogen nodig om koning te kunnen zijn.

Dat derde oog heet vooralsnog buitenland. Vooral Europa en de Verenigde Staten, maar ook ZuidKorea, Kenia en Zuid-Afrika zijn in trek bij Rwandese studenten. Nadat zij een buitenlandse opleiding hebben afgerond, zwaaien bij terugkeer de deuren naar een goede baan open. Het aantal jonge topambtenaren en jeugdige directeuren in Rwanda is verfrissend; een ode aan de meritocratie. Zij zijn het die Rwanda opstuwen in de vaart der volkeren, zij zijn de brains achter de indrukwekkende economische groeicijfers die het land jaar op jaar noteert. Het middenkader daar net onder kan het soms nauwelijks bijhouden. Daaruit blijkt: met een Rwandese bul alleen kom je er nog niet. Rwanda wil graag een kenniseconomie worden. Aan visie geen gebrek. Ver verwijderd van welke kust dan ook en zonder noemenswaardige bodemschatten resten er weinig andere opties. Maar het aantal goede (veelal kleine) universiteiten in Rwanda is op één hand te tellen. Het collegegeld is bijna net zo hoog als in Nederland, maar je krijgt veel minder waar voor je geld. Het curriculum kan nog wel wat steviger. Genoeg te doen dus, want net als op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wil Rwanda ook qua onderwijs niets liever dan zo snel mogelijk de eigen boontjes doppen, onafhankelijk van het buitenland.

erik van oudheusden Erik van Oudheusden werkt als politiek secretaris op de Nederlandse ambassade in Kigali, Rwanda. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.

transfer | december 2012 | 13

N


actu eel

Meer internationale studenten,

minder bijbaantjes

De verhoging van het collegegeld heeft de instroom van niet-EU-studenten in Nederland niet beïnvloed. En ze zijn hier niet massaal gaan werken om hun studie te betalen. Dat blijkt uit een net verschenen rapport van het Europees Migratienetwerk (EMN).

Foto: Lex van Lieshout/ANP XTRA

Van alle verblijfsvergunningen die in 2010 in de EU werden verstrekt, was 20 procent bedoeld voor studie. In Nederland was dat vijf procent. Toch noemt het rapport ‘Immigratie van internationale studenten naar Nederland’ het beleid hier, gericht op het doen toenemen van het percentage inkomende studenten, succesvol. In 2006 werden nog geen 8.000 verblijfsvergunningen voor studie afgegeven, vijf jaar later waren dat er bijna 11.000, ook al gingen studenten van buiten Europa in de tussentijd meer collegegeld betalen. Zij behaalden in die periode

14 | december 2012 | transfer

bovendien een stijgend aantal diploma’s: van ruim 1.700 naar een kleine 3.000. Het rapport zet uiteen welk beleid Nederland voert om internationale studenten aan te trekken en hoe de toelating verloopt, maar ook wat er wordt gedaan om misbruik van studievisa te voorkomen. In 2006 en 2007 was de uitval van vooral Pakistaanse studenten ongebruikelijk hoog, met name bij private instellingen. Toen Nederland informeerde of dat ook in andere Europese landen het geval was, bleek Finland het probleem te herkennen. Nederland volgde daarna het Finse voorbeeld door op de ambassade in Islamabad alle diploma’s te gaan controleren en aankomende studenten zelfs te interviewen, met een significante daling van het aantal aanvragen uit Pakistan als gevolg. Valse diploma's Een andere vorm van misbruik die in het rapport aan de orde komt, is die van de term ‘universiteit’. In Nederland blijken er maar liefst dertig diploma mills actief te zijn, die via internet zogenaamde hoger­ onderwijsdiploma’s te koop aanbieden. Het ministerie van OCW werkt aan maatregelen die de naamgeving van echte instellingen, hun graden en titels beschermen. Het EMN beoogt met het rapport beleidsmakers- en uitvoerders te helpen om een balans te vinden tussen enerzijds het aantrekken van internationale studenten en anderzijds het voorkomen dat misbruik wordt gemaakt van studievisa. Daarnaast wordt het gebruikt om, samen met vergelijkbare rapporten over andere EU-lidstaten, de Europese Richtlijn over toegang en verblijf van internationale studenten te herzien. De toepassing daarvan varieert nu nogal van land tot land.

annelieke zandvliet


b r ug

tusse n

sc ho ol

en

stu d i e

year

Foto: altrendo travel / Getty Images

Thema: Gap

In het huidige, steeds strenger wordende studie­ klimaat staan jongeren onder grote druk om de juiste studiekeuze te maken. Die druk wordt nog groter als in de toekomst een sociaal leenstelsel wordt ingevoerd. Studenten zullen dan aanzienlijk meer geld moeten investeren in hun studie dan hun voorgangers met basisbeurs. Een foute studiekeuze wordt nog kostbaarder. ‘Bezint eer ge begint’ zou wel eens het motto kunnen worden. Het zogenaamde tussenjaar kan daar een belangrijke rol in vervullen. In het Verenigd Koninkrijk is die ontwikkeling al te zien. De collegegelden zijn daar per afgelopen september

vaak verdrievoudigd tot ongeveer 11.000 euro per jaar. Het aantal Britse jongeren dat ervoor kiest om tussen eindexamen en studie een jaar iets heel anders te gaan doen, is in 2012 opgelopen tot 3 miljoen. Ook in Nederland neemt de belangstelling onder jongeren voor een tussenjaar toe, merken schooldecanen. Zij gebruiken het jaar om vrijwilligerswerk te doen, een taal te leren of werkervaring op te doen. Zo’n 3.750 jongeren per jaar doen dat in het buitenland. De Nuffic en het Europees Platform lieten onderzoeken welk effect een (deels) buitenlands tussenjaar heeft op de studiekeuze en het studiesucces. Een eerste verkenning toont aan dat studenten die na het tussenjaar naar de universiteit gaan, minder vaak uitvallen. Ongeveer tweederde van de ondervraagde studenten geeft aan door het tussenjaar meer zekerheid te hebben gekregen over de studiekeuze. Bovendien kiest ongeveer de helft van de betreffende jongeren na het tussenjaar voor een meer internationale georiënteerde studie. Nader onderzoek is nog nodig, maar het lijkt erop dat studenten die al internationale ervaring hebben opgedaan, eerder geneigd zijn nog een keer de grens over te gaan. Dat is een gunstige ontwikkeling met het oog op de lage uitgaande mobiliteit in Nederland. Daarnaast zijn studenten die al voor hun studie internationale ervaring hebben opgedaan, beter voorbereid op de culturele verschillen binnen de i­ nternational classroom. Het gap year, waarin internationale ervaring wordt opgedaan, kan meerwaarde hebben voor het hoger onderwijs. In het buitenland ziet men dat ook en zijn al diverse initiatieven ontwikkeld om het tussenjaar te promoten. Meer over het nut, effect, maar ook mogelijke nadelen van het gap year leest u in dit themanummer.

els heuts

transfer | december 2012 | 15


:

gap

year

Foto: Richard L’Anson / Getty Images

th ema

b ewuster e

stu di ekeuze

do o r

Aanjager voor

ga p

yea r

internationale mobiliteit Het gap year is in opkomst. De belangstelling onder jongeren om tussen eindexamen en vervolgstudie een jaar iets heel anders te doen, groeit. Een deel van hen gaat de grens over. Door de opgedane buitenlandse ervaring kiest deze groep vaker voor een meer internationaal georiënteerde studie. Tijd voor meer onderzoek en beleid op dit thema.

Een jaar lang vrijwilligerswerk doen in een exotisch land als Peru of India op kosten van de universiteit. Sinds 2009 biedt de Amerikaanse topuniversiteit Princeton aankomend studenten deze mogelijkheid. En daarvan wordt gretig gebruikgemaakt. “Wij willen dat onze studenten internationale ervaring opdoen, maar ze zijn moeilijk de campus af te krijgen”, aldus John Luria, directeur van het Bridge Year Program. Luria was eind oktober keynote-spreker op een seminar, gewijd aan het fenomeen tussenjaar. Ook in Nederland groeit de belangstelling onder jongeren

16 | december 2012 | transfer

om tussen eindexamen en vervolgstudie een jaar iets anders te doen. Dat was voor de Nuffic en het Europees Platform reden om onderzoek te laten doen naar de achtergronden van het tussenjaar en een seminar te organiseren waar onder meer een aantal uitkomsten werd gepresenteerd. “Dit jaar vormt een betekenisvolle brug”, vertelde Luria op het seminar. Princeton heeft daarom gekozen voor de term bridge year en niet, zoals internationaal gebruikelijk, gap year. “We zien dat onze studenten na dit tussenjaar enorm gemotiveerd aan de studie


beginnen. Ze halen over het algemeen betere studieresultaten en maken tijdens de studie meer gebruik van de mogelijkheden om buitenlandse ervaring op te doen dan directe doorstromers.” Luria spreekt van een transformational jaar: de studenten komen als andere mensen terug door alle ervaringen die ze hebben opgedaan (zie ook pagina 19–21).

De balans tussen een jaar ontspannen na de middelbare school en een leerzame en waardevolle ervaring is de afgelopen jaren verschoven. “De algemene opvatting is toch dat je je tijd goed en effectief moet besteden”, stelt Margje Geurts. “Jongeren geven nu ook zélf aan dat ze in het tussenjaar echt iets willen doen. Uit gesprekken met organisaties die gap yearervaringen aanbieden, blijkt dat die motivatie de afgeMeer zekerheid lopen jaren sterker is geworden.” Margje Geurts, projectleider van het gap year-project, Het is voor jongeren overigens niet altijd even makkeherkent dat beeld. Zij sprak een aantal Nederlandse lijk om een keuze te maken uit het grote en vaak jongeren die voorafgaand aan hun studie reisden. Bij onoverzichtelijke aanbod. In het gap year-onderzoek terugkomst begonnen zij extra gemotiveerd aan hun werden ook schooldecanen ondervraagd. Zij geven studie. Uit het onderzoek dat ResearchNed uitvoerde in meerderheid (60 procent) aan een paar keer per in opdracht en in samenwerking jaar vragen van leerlingen te krijgen met de Nuffic blijkt dat universiover het tussenjaar en de mogelijkteitsstudenten die gereisd hebben, “Het tussenjaar heeft heden. Maar die informatie is niet minder vaak uitvallen (18 procent) altijd op scholen aanwezig, zegt een dan directe doorstromers (26 een grotere invloed dan derde van de respondenten. Veel procent). Daarnaast geeft 65 procent decanen/docenten hebben de benovan de ondervraagde studenten aan verwacht, dat is een digde informatie zelf opgezocht op door het tussenjaar meer zekerinternet. heid te hebben gekregen over de interessante ontwikkeling” De decanen die wél over informatie studiekeuze. Bijna de helft stelt dat beschikken, hebben die gekregen het tussenjaar heeft geleid tot een van organisaties die gap yearandere studiekeuze dan men aanvankelijk gemaakt ervaringen aanbieden, zoals Travel Active, Projects zou hebben. Bovendien kiest 47 procent van de Abroad en Activity International. Geurts: “Het aantal studenten door het tussenjaar in het buitenland een organisaties dat tussenjaarervaringen aanbiedt, is de meer internationaal georiënteerde studie. afgelopen jaren explosief gestegen. Jongeren zien door “Dat zijn opmerkelijke uitkomsten”, aldus projectde bomen het bos niet meer.” leider Geurts. “Dat het tussenjaar zo veel invloed zou hebben op de studiekeuze, hadden wij niet Minder uitval verwacht.” Een belangrijke uitkomst in het kader Gottfried Erdtsieck: “Jongeren gaan zelf op zoek, van internationalisering in het hoger onderwijs is de maar er is zó veel te vinden. The sky is the limit: het keuze voor een internationaler georiënteerde studie, gaat van een weekje taalcursus in Valencia tot een vindt Geurts. “Het zou verder onderzocht moeten jaar studeren in de VS.” Erdtsieck onderhoudt contact worden, maar de aanname is dat deze studenten ook met leerlingen die een tussenjaar hebben gedaan. “Zo eerder geneigd zullen zijn om tijdens hun studie ben ik op de hoogte van hun ervaringen en kan ik ze nogmaals de grens over te gaan.” in contact brengen met jongeren die een tussenjaar overwegen.” Hij vindt het belangrijk dat docenten de Weloverwogen leerling advies op maat kunnen geven. “Je moet de Gottfried Erdtsieck, decaan bij het Montessoricollege leerling kennen. Niet elke jongere is geschikt voor een in Nijmegen en bestuurslid van de decanenvereniging jaar ontwikkelingswerk in Ghana.” VvSL, heeft het aantal leerlingen dat een tussenjaar Voor hogeronderwijsinstellingen is het interessant overweegt, de laatste jaren zien toenemen. Hij benadat de uitval onder universitaire studenten die tijdens drukt het belang van een gemotiveerde en weloverhun tussenjaar hebben gereisd, lager dan gemiddeld wogen keuze. “De jongere die helemáál niet weet wat is. Daarnaast passen veel instellingen steeds vaker hij moet gaan studeren en daarom een jaartje naar het selectiecriteria toe om een betere match – en dus buitenland wil, loopt het risico uiteindelijk niet meer minder uitval – te bereiken tussen student en opleiaan een studie te beginnen. Ik adviseer ze om al tijdig ding. Geurts: “Er komt steeds meer selectie aan de te beginnen met nadenken en onderzoek doen.” poort en bij het inrichten van de selectieprocessen

transfer | december 2012 | 17


kan ook de buitenlandervaring in het gap year worden meegenomen." Wat Erdsieck van de decanenvereniging betreft, mag het tussenjaar een grotere rol gaan spelen binnen het decanaat. “Het moet geïncorporeerd worden in loopbaanoriëntatie en studiekeuzeadvies. Het tussenjaar heeft een grotere invloed dan verwacht. Dat is een interessante ontwikkeling.”

breed fenomeen en de invulling ervan kan alle kanten opgaan. Een jaartje op het strand op Bali liggen, gaat je waarschijnlijk geen grote inzichten verschaffen over wat je wil gaan doen. Het is verstandig om al vóórdat je naar het buitenland gaat, bewust na te denken over je vervolgstudie. Een weloverwogen en gemotiveerde keuze draagt bij aan het studiesucces later.”

Bewust nadenken

annette posthumus en els heuts

De resultaten van het gap year-onderzoek geven aan dat een tussenjaar in veel gevallen positief uitpakt voor studenten én instellingen. Maar niet altijd, benadrukte Annemiek Jonker, werkzaam voor het Utrechtse Centrum Studiekeuze tijdens het seminar. “Er is weinig bekend over de andere kant. Sommige studenten komen na een buitenlands verblijf niet in hun studieritme. Of hebben, doordat zij veel zelfstandiger zijn geworden tijdens hun buitenlandverblijf, moeite om zich aan te passen aan hun minder zelfstandige medestudenten.” Volgens Jonker heeft het gap year vooral positieve effecten als het wordt gezien als onderdeel van de studieloopbaan en als er voor en tijdens het jaar aandacht is voor de studiekeuze. Meer kwalitatief onderzoek naar de effecten van het gap year is nodig, vindt Margje Geurts. “Ons onderzoek is een eerste verkenning. Het tussenjaar is een

eigen

ontwi kkeli ng

perc entage

(h

b o

stu denten

/wo)

dat

ger eisd

h eef t

6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

2008 ■ Hbo

2009

■ Wo

2010

2011

■ Totaal

Bron: ResearchNed, 2012

vo o r n a amste

r e d e n

vo o r

ga p

yea r

De Nuffic en het Europees Platform

(74 procent) reden voor een gap year in het

in het studiejaar 2010/2011 een tussenjaar

hebben het afgelopen jaar op ruim 300

buitenland dat ze het goed vinden voor de

(voor een deel) in het buitenland hadden

middelbare scholen enquêtes afgenomen

persoonlijke ontwikkeling. ‘Internationale

doorgebracht. Dat gebeurde op basis van

onder havo/vwo-leerlingen en decanen/

ervaring opdoen’ wordt door 56 procent van

de jaarlijkse Startmonitor, een grootschalig

docenten om meer inzicht te krijgen in het

de jongeren genoemd. Op de derde plaats

onderzoek met zo’n 25.000 respondenten,

tussen­jaar. Het totale aantal respondenten

komt ‘talenkennis verbeteren’ (39 procent.)

dat het studiekeuzeproces in kaart brengt en

voor de jongerenvraaglijst bedroeg 409,

Gevraagd naar wat de scholieren het liefst

determinanten opspoort van studie­succes

van wie in totaal 59 met concrete plan-

willen ontwikkelen, scoort zelfstandigheid

en studie-uitval in het eerste studiejaar.

nen voor een tussenjaar. Bij de decanen/

(63 procent) het hoogst.

De groep studenten die antwoordde te heb-

docenten lag het aantal respondenten op

Daarnaast werden, in samenwerking met

ben gereisd, werd extra vragen voorgelegd

70. Voor scholieren is de meest genoemde

ResearchNed, studenten ondervraagd die

over motivatie en opbrengsten.  (AP/EH)

18 | december 2012 | transfer


:

gap

year

Foto: Getty Images

th ema

Princetons brugjaar haalt studenten uit­ comfortzone

Princeton University biedt een klein groepje eerstejaars de mogelijkheid voor aanvang van hun studie negen maanden vrijwilligerswerk te doen in een ontwikkelingsland. Dat kost de universiteit 30.000 dollar per uitgezonden eerstejaars, maar het levert studenten op die gretiger en gemotiveerder aan hun studie beginnen. “Daar plukt Princeton natuurlijk de vruchten van.�

transfer | december 2012 | 19


:

gap

year

Van het noorden van New Jersey naar Urubamba, de Sacred Geschiedenisstudent Joe Barrett (21), was drie jaar geleden Valley van Peru. De 19-jarige studente antropologie Divya een van de uitverkorenen om naar India te gaan. “Ik was Farias bracht samen met vier andere Princeton-studenten een van de meest ambitieuze en best presterende leerlingen negen maanden door in het Zuid-Amerikaanse land. Daar van mijn klas, maar dat geldt eigenlijk voor elke Princetonwoonde ze in gastgezinnen en draaide ze mee in een project student, anders kom je niet op deze universiteit. Daarom dat gericht was op de gezondheid van de wordt er bij de selectie meer gekeken naar plaatselijke bevolking. “We hielden ons attitude. Ik ben natuurlijk bevoorooreerst bezig met het installeren van kera“Het tussenjaar heeft me deeld, maar volgens mij zijn bridge yearmische waterfilters en schonere kachels studenten een bijzonder stel.” in dorpen op het platteland. Later hebben niet radicaal veranderd, Gedurende het brugjaar hoeven de we ook Engelse les gegeven en handwerkstudenten geen collegegeld te betalen. Dat groepen opgezet voor de vrouwen van de maar ik heb nu een drive die scheelt behoorlijk, want een jaar ingelokale gemeenschap. Het was een geweldige schreven staan bij Princeton kost normaal ervaring.” ik eerder niet had.” gesproken 38.650 dollar. De universiteit Een groeiende groep Amerikaanse neemt bovendien het leeuwendeel van de studenten kiest ervoor om na de high bijkomende kosten voor haar rekening. school niet meteen te gaan studeren, maar eerst een jaar te “Wij betalen de basiskosten zoals onderdak en de voorbereiwerken of te reizen. Universiteiten spelen daar op in en dende taalcursussen. Die bedragen ongeveer 30.000 dollar bieden jongeren die al zijn toegelaten de mogelijkheid een per student”, vertelt Luria. “Zaken als het vliegticket, vaccijaar later te beginnen met hun studie. Princeton gaat nog een naties en vrijwillige uitstapjes ter plekke betalen de studenten stapje verder. De prestigieuze Ivy League-universiteit aan de zelf.” De universiteit financiert dit alles vooral met behulp Amerikaanse oostkust biedt studenten de mogelijkheid om van vrijgevige alumni. voor aanvang van de studie negen maanden vrijwilligerswerk Antropologiestudente Divya Farias zou zonder financiële te doen in het buitenland. Op kosten van de universiteit. ondersteuning nooit op de topuniversiteit terecht zijn Het Bridge Year Program bestaat sinds 2009 en Princeton gekomen. “Princeton is voor mij en mijn familie eigenlijk biedt elk jaar vier verschillende bestemmingen aan. Dit jaar onbetaalbaar, maar de universiteit komt studenten die het viel de keuze op projecten in China, India, Senegal en Peru. niet kunnen betalen flink tegemoet. Ik hoef geen collegeDe universiteit bepaalt dit in samenspraak met verschillende geld te betalen en ook het brugjaar wordt dus bijna helemaal non-gouvernementele organisaties (ngo’s). “Samen met onze vergoed. Dat is echt super, want anders had ik mezelf nooit partners bekijken we waar onze studenten van nut kunnen zo kunnen ontplooien.” zijn en hoe we de programma’s invullen”, vertelt John Luria, directeur van het Bridge Year Program. “Hierbij maken we Moeilijk werk dus vooral gebruik van de expertise van de ngo’s, zij kennen Het brugjaarproject is een onderdeel van Princetons internade landen immers beter dan wij.” tionaliseringsbeleid. “We hopen studenten op deze manier klaar te stomen voor een leven en carrière in een steeds Strenge selectie internationaler wordende wereld”, legt Luria uit. Daarnaast is Dit studiejaar zullen 28 studenten hun Amerikaanse comforthet ook een vorm van maatschappelijk verantwoord onderzone tijdelijk verruilen voor vrijwilligerswerk in een ontwiknemen. “Het werk van de studenten heeft ook direct posikelingsland. Luria: “We hadden negentig aanmeldingen, dus tieve invloed in de landen waar ze zijn. Goed voor de lokale er kwam een vrij uitgebreide selectieprocedure aan te pas. gemeenschap dus.” We kijken heel sterk naar de instelling van de studenten. Naast het brugjaar biedt de universiteit alle studenten de Ze moeten natuurlijk een motivatiebrief sturen, maar we mogelijkheid een blok in het buitenland te volgen. “Ons houden ook interviews via Skype. In een later stadium volgen streven is dat Princeton-studenten tenminste één internatiogesprekken met onze partners erbij.” Princeton wil het nale ervaring opdoen tijdens hun studie.’ programma graag intensiveren. “Op de lange termijn zouden Joe Barrett werkte drie jaar geleden in India voor de Canadese we graag honderd freshmen per jaar een brugjaar aanbieden”, organisatie World Literacy. Ervaring met vrijwilligerswerk vertelt Luria. had hij nog niet, maar ‘ineens’ stond hij Engelse les te geven

20 | december 2012 | transfer

Foto: ChinaFotoPress / Getty Images

th ema


voor op een succesvolle studie, daar plukt Princeton natuurlijk ook de vruchten van.”

Flexibiliteit

aan een klas vol Indiase kinderen. “Deze bijlessen gingen bijna helemaal in het Hindi. Dit was in het begin wel erg wennen, ondanks de taalcursus die ik had gevolgd. Het was erg interessant en vooral ook moeilijk werk. Elke dag werd je gedwongen om na te denken over grote en kleine vragen. Je vraagt je bijvoorbeeld af hoe je met onderwijs armoede kan bestrijden, maar ook hoe je leerlingen het best uit kan leggen hoe je Engelse werkwoorden correct vervoegt.” De uitdagingen in het Aziatische land hebben Barrett aan het denken gezet. Hij was bij terugkomst wat overtuigder van zijn eigen capaciteiten en zekerder van zijn studiekeuze. Voor het programma begon, was hij al geïnteresseerd in internationale betrekkingen en ontwikkelingssamenwerking. Na het project wist hij zeker dat hij zich wil richten op landen in Zuid-Azië. “Het tussenjaar heeft me niet radicaal veranderd – ik heb nog steeds dezelfde doelen voor ogen – maar ik heb nu wel een focus, een drive die ik eerder niet had.” Luria komt dit tegen bij vrijwel alle studenten die het programma hebben gevolgd. Hij noemt het brugjaar transformational, studenten komen terug als andere mensen door alle ervaringen. “Ze zijn gretiger en gemotiveerder. Het gap year bereidt studenten dus

Divya Farias kan dit na haar ervaringen in Peru alleen maar beamen. “Ik ben nu nog gedrevener en extra vastberaden om veel te leren in de collegezaal, maar ik heb ontdekt dat je ook daarbuiten veel kunt opsteken.” In Peru leerde ze het meest van contact met de lokale bevolking, haar gastgezin bijvoorbeeld. “Flexibiliteit is daar iets heel natuurlijks: go with the flow. Ik heb geleerd dat heel veel dingen waar we ons in Amerika druk om maken, helemaal niet zo’n big deal zijn. In dat opzicht is het leven in Peru eenvoudig, ik voelde me bevrijd.” Het was voor Farias dan ook niet makkelijk om na negen maanden haar Peruviaanse gastgezin te verlaten en naar het bijna zesduizend kilometer noordelijker gelegen Princeton terug te reizen. “Het vertrek was erg verdrietig. Je kunt zeggen dat het tussenjaar een project is, maar gedurende die negen maanden was het mijn complete leven. Die mensen voelden bijna als mijn echte ouders. Het was niet makkelijk om de omschakeling naar Princeton te maken. Een cultuurshock gewoon. Maar ondanks dat heb ik geen seconde spijt gehad van het brugjaar.” Farias en Barrett raden alle aankomend studenten aan een tussenjaar te nemen. Ze zijn beiden van mening dat de baten de kosten ruimschoots overtreffen. Barrett: “Ik kan niet genoeg benadrukken hoeveel het voor mij betekend heeft. Na mijn eigen ervaringen heb ik ontzettend mijn best gedaan om mijn zusje ervan te overtuigen dat ze ook een tussenjaar moest nemen. Afgelopen zomer heeft ze haar high schooldiploma gehaald en nu werkt ze een jaar als onderwijsassistent in Texas.” Farias vindt het jammer dat studenten zich door het huidige economisch klimaat gedwongen voelen zo snel mogelijk aan een hun carrière te beginnen. “Je hebt de tijd, die loopbaan komt wel. Ik denk dat het erg belangrijk is om te weten waarom je gaat studeren voor je eraan begint. Een tussenjaar is een hele goede manier om daarachter te komen. De wereld is zo groot, het is nooit te vroeg om te beginnen met ontdekken.”

sam van den eijnden

transfer | december 2012 | 21


th ema

:

gap

year

NHTV: streepje voor met gap year

De internationale opleiding Media en Entertainment Management van de NHT V in Breda wil studenten

Afgestudeerden komen ook vaak terecht in een marketingfunctie en niet alleen bij mediabedrijven of theaterbureaus.

binnenhalen die verder hebben gekeken dan de

Bescheiden

Nederlandse landsgrenzen. Jongeren die na hun middelbare school een jaar in het buitenland hebben doorgebracht, hebben daarom een grotere kans om door de selectieprocedure te komen.

Studenten met buitenlandervaring zijn in het voordeel bij de NHTV in Breda. Wie na de middelbare school een langere periode buiten Nederland heeft vertoefd, maakt een grotere kans toegelaten te worden tot de Engelstalige opleiding International Media and Entertainment Management (IMEM). Vermelding van het tussenjaar in de motivatiebrief en het cv telt voor maximaal een kwart mee bij de beoordeling. Hierdoor wordt de kans op een uitnodiging voor een vervolginterview – desnoods via Skype – groter. Elke buitenlandervaring is een pluspunt in de toelatingsprocedure. “Het maakt niet uit of je gaat backpacken in Australië, au pair bent in Parijs of een jaar doorbrengt op een college in Amerika”, zegt Frank Weissman, coördinator intake assessment en docent bij de Academy for Digital Entertainment van de NHTV. De Bredase media- en entertainmentopleiding mag sinds 2005 zelf bepalen welke studenten er toegelaten worden. Dat is te danken aan het project Ruim baan voor talent, waarin een beperkt aantal opleidingen mocht experimenteren met selectie aan de poort, met als doel ‘de juiste student op de juiste plaats’ te krijgen. Bij IMEM was grote behoefte aan een betere matching omdat studenten vaak binnenkwamen met een verkeerd beeld van de opleiding. Veel studenten dachten ‘iets leuks met tv of sociale media’ te gaan doen, terwijl vakken als bedrijfskunde en (online) marketing centraal staan in het onderwijsprogramma.

22 | december 2012 | transfer

Met de toestemming om zelf studenten te selecteren, kon een tweede wens in vervulling gaan: het internationale karakter van IMEM versterken. De entertainmentbusiness is internationaal georiënteerd, daarom wil de NHTV studenten ook in een internationale setting opleiden. En in een echte international classroom zitten niet alleen buitenlandse studenten, maar ook Nederlandse studenten die verder hebben gekeken dan de landsgrenzen. Vanuit die gedachte besloot de opleiding een gap year in de selectieprocedure aan te merken als pre. Daarnaast begon de NHTV met een zoektocht naar internationale studenten. Het streven is om een kwart van de instroom uit het buitenland te halen. Op dit moment blijft de teller steken op iets meer dan vijftien procent. Overigens is ook het aantal studenten dat een tussenjaar achter de rug heeft nog relatief bescheiden. De NHTV beschikt niet over meerjarige cijfers, maar uit een analyse van de instroom van 2011/2012 blijkt dat het gaat om negen van de 190 eerstejaars (4,7 procent). Volgens Weissman is die verhouding waarschijnlijk representatief voor de afgelopen jaren. Landelijk ligt het percentage hbo-studenten dat een tussenjaar in het buitenland volgt nog veel lager, zo bleek onlangs uit de Nuffic-publicatie Mobiliteit in beeld (zie grafiek p. 18). Nog geen twee procent heeft gereisd voor het begin van zijn studie.

Nettere brieven “We zouden heel graag meer gap year-studenten hebben”, vertelt Frank Weissman. Maar de NHTV deinst er voor terug om het tussenjaar echt te promoten, want dat zou geschikte studenten zonder buitenlandervaring kunnen afschrikken. Om de toelatingsprocedure selectiever te maken heeft de opleiding juist graag meer aanmeldingen. Nu wordt verreweg het grootste deel van de studenten die zich aanmelden, nog toegelaten. Hoewel echt harde gegevens nog ontbreken, merkt de NHTV dat de gap year-studenten het beter doen


Foto: Christopher Groenhout / Getty Images

dan andere studenten. Tijdens de selectieprocedure En misschien boeken studenten die hun tussenjaar in vallen ze al op met de nettere brieven en een zelfbeNederland hebben doorgebracht ook wel betere resulwuste houding. Tussenjaarstudenten weten vaak al taten. goed wat ze willen. Als ze eenmaal studeren doen Frank Weissman benadrukt dat een groter studieze dat serieuzer dan hun medesucces ook nooit een overweging is studenten. “Andere eerstejaars geweest om studenten met buitenzijn nog heel erg bezig met het op “Het maakt niet uit of landervaring een grotere kans op kamers gaan en met voor het eerst toelating te geven. De wens om uitgaan zonder dat je ouders weten je gaat backpacken in studenten te werven die passen bij waar je uithangt. Dat stadium zijn het internationale karakter van de deze studenten al voorbij”, denkt Australië, au pair bent in opleiding is leidend geweest. Elke Weissman. opleiding van de NHTV moet zelf Parijs of een jaar doorbrengt uitmaken of een gap year-ervaring Studiesucces moet meewegen bij de toelating, Uit een eerste inventarisatie van de op een college in Amerika” stelt Weissman. Een andere selecstudieprestaties blijkt dat de IMEMtieve opleiding van zijn Academie, studenten die een tussenjaar achter International Game Architecture de rug hebben, betere resultaten halen. Studenten die and Design, doet dit bijvoorbeeld in veel mindere vorig jaar aan de opleiding begonnen haalden gemidmate. “Bij die opleiding staan vooral praktische vaardeld 53 van 60 studiepunten, terwijl de gap yeardigheden als tekenen, ontwerpen of programmeren studenten 57,1 punten scoorden. De studenten met voorop.” buitenlandervaring hebben ook minder moeite om hun propedeuse in een jaar te halen. xander bronkhorst De onderzoeksgroep – negen personen dus – is uiteraard veel te klein om te stellen dat buitenlandervaring een positief effect heeft op de studieresultaten. Er is bovendien niet gekeken naar de vooropleiding, leeftijd en sociale achtergrond van de gap year-studenten. Studenten met een vwo-diploma halen sowieso betere resultaten dan studenten met een havo­ diploma, ook als ze geen tussenjaar hebben genomen.

transfer | december 2012 | 23


th ema

:

gap

year diverse

l an den

sti mu l e r e n

tu s s e n ja a r

acti e f

Studiepunten voor een

Ook in het buitenland wordt de meerwaarde van een tussenjaar onderkend. In Australië neemt maar liefst 25 procent van de jongeren een tussenjaar. Bij de University of Canberra kunnen ze er studiepunten voor krijgen. Britse jongeren kunnen een jaar buitenlands vrijwilligerswerk

Foto: Stefan Schuetz / Getty Images

doen op kosten van de overheid.

Studiepunten ontvangen voor het maken van een reis of op kosten van de overheid een paar maanden vrijwilligerswerk doen in Malawi. Nederlandse studenten kunnen daar alleen maar van dromen, in Engeland en Australië gebeurt het echt. De ervaringen die jongeren op deze manier opdoen in het buitenland, worden in die landen gezien als meer dan een persoonlijke ontwikkeling. Ze kunnen worden omgezet in erkende certificaten, in sommige gevallen – zoals aan de University of Canberra – zelfs in studiepunten.

24 | december 2012 | transfer

In Nederland neemt jaarlijks gemiddeld 2,5 procent van de jongeren een zogeheten gap year waarin ze een periode in het buitenland doorbrengen. In Australië is dat een kwart van de jongeren. Het merendeel gaat werken in eigen land, 6 procent gebruikt het jaar om op reis te gaan. In Groot-Brittannië wordt het gap year snel populairder. Volgens onderzoek van de Britse Student Times is het aantal jongeren dat in Engeland kiest voor een tussenjaar in 2012 opgelopen tot 3 miljoen, 20 procent meer dan vorig jaar. De belangrijkste redenen: de flink verhoogde collegegelden (tot 11.000 euro per jaar) en een slechte arbeidsmarkt.

Betere studiekeuze Uit onderzoek van de Nuffic en het Europees Platform onder Nederlandse scholieren blijkt dat 57 procent van de ondervraagde 400 jongeren dacht door een tussenjaar te nemen, een betere studiekeuze te kunnen maken. Als dat inderdaad zo blijkt uit te pakken, dan kan het promoten van het tussenjaar veel winst opleveren. De kosten van verkeerde studiekeuze bedragen in Nederland ongeveer 6 miljard euro per jaar.


gap year Op deze winst spelen buitenlandse onderwijsinstelpercentage van de deelnemers de module. Hoe dat lingen al handig in. Aan de Australische University of precies komt, is de universiteit aan het onderzoeken. Canberra loopt sinds 2009 het programma Gap Year “Maar het geeft niet, want dit programma kost de Plus. Via dit programma kunnen studenten de ervauniversiteit weinig geld.” ringen die zij hebben opgedaan, erkend krijgen en zelfs omzetten in studiepunten. Sinds de start hebben Actieve burgers zich honderd mensen voor Gap Year Plus aangemeld, Groot-Brittannië heeft zijn geheel eigen manier om waarvan ruim eenderde een periode in het buitenland het tussenjaar voor toekomstige studenten aantrekdoorbracht. kelijk te maken. Via het International Citizen Service“Wij zagen dat steeds meer jonge mensen een tussenprogramma (ICS) stimuleert de Britse overheid jaar nemen”, vertelt Katja Mikhailovich, coördinator jongeren tussen de 18 en 25 jaar om – op overheidsvan het programma. “We moedigen studenten aan dat kosten – vrijwilligerswerk te doen in het buitenland. te doen en willen ze tegelijkertijd de zekerheid bieden Tijdens de pilot in 2011 vertrokken 1.250 jongeren van een opleidingsplek wanneer ze terugkomen. Ze naar ontwikkelingslanden. Doel is om in 2015 7.000 schrijven zich vooraf in aan de universiteit en gaan er Britse en 7.000 buitenlandse vrijwilligers te hebben vervolgens een jaar tussenuit.” opgeleid tot actieve burgers. De belangrijkste reden om dit “In ontwikkelingslanden is ruim programma aan te bieden, is “Wij willen jongeren bewust 60 procent van de bevolking onder volgens Mikhailovich dat een gap de 25. Jonge mensen zijn daarom year ­educatieve voordelen oplemaken van problemen die een essentieel onderdeel van vert. “Studenten zijn volwassener ontwikkelingssamenwerking”, zegt wanneer ze terugkomen. Ze hebben verder reiken dan hun eigen ICS-woordvoerder Allys Williams. al een jaar zelfstandig hun zaken Zij legt uit dat jongeren leeftijdgeregeld. Ze weten beter wat ze omgeving” genoten in ontwikkelingslanden willen. Die ervaringen kunnen ze kunnen helpen door bijvoorbeeld goed gebruiken tijdens hun studie.” computervaardigheden over te dragen en de toegang tot goed onderwijs en gezondReflectie heidszorg te verbeteren. Het Britse ministerie van Jongeren die hun leerervaringen willen omzetten in Internationale Ontwikkeling trekt in totaal 56 miljoen studiepunten, kunnen een keuzemodule ‘academische pond (bijna 70 miljoen euro) voor het programma uit. reflectie’ volgen. Een portfolio met beschrijvingen van Veel jongeren gaan na een ICS-jaar studeren aan de wat ze hebben geleerd, aangevuld met gesprekken en universiteit. Toch zijn er geen samenwerkingsveressays moet hun leerproces aantonen. “Reflectieve banden met universiteiten om de ervaringen van het processen zijn heel waardevol”, zegt Mikhailovich. “In tussenjaar achteraf te laten erkennen. Dat kunnen ons programma expliciteren wij geleerde competenties, studenten wel zelf doen, via City & Guilds, een zoals het creatief oplossen van problemen en samengerenommeerd Brits instituut dat competenties en werken met verschillende mensen.” ervaringen certificeert. Je kunt je talenkennis testen, De programmacoördinator vertelt over een meisje je ervaring met lesgeven of wat je bijvoorbeeld hebt dat in haar tussenjaar vrijwilligerswerk deed in Peru. geleerd van werken in een weeshuis. “Een kwalifiNa afloop stelde ze een portfolio samen waarin ze catie van ons maakt een goede indruk bij de topunibeschreef hoe gemeenschapswerk zich in Peru ontwikversiteiten”, aldus Christine Richardson van City & kelt, hoe het samenwerken met mensen met een andere Guilds. culturele achtergrond in zijn werk ging en wat ze Maar dat alles gaat buiten het ICS om. “Wij willen leerde van het werken in een internationale context. jongeren bewust maken van problemen die verder Mikhailovich: “Deze studente had zich vooraf ingereiken dan hun eigen omgeving”, legt Allys Williams schreven voor de studie community development. Na uit. “Hoe ze dit in een vervolgstudie vormgeven, het tussenjaar wist ze zeker dat dit de juiste keuze was.” moeten ze zelf bepalen.” Hoewel het natuurlijk aantrekkelijk is om punten te krijgen voor je gap year, volgt toch maar een klein floor boon

transfer | december 2012 | 25


th ema

:

gap

year

Poema’s verzorgen, skydiven,

zoeken naar jezelf

Wat betekent een gap year voor je motivatie om daarna alsnog te gaan studeren? En helpt het jaar ook bij het bepalen van je studiekeuze? Vijf studenten vertellen over hun ervaringen.

‘Ik heb mijn pauze al gehad’

“Toen ik acht was, ging mijn neef voor een tijd naar Australië”, vertelt Babette van Soolingen (22) uit Leiden enthousiast. “Dat vond ik zo vreselijk gaaf dat ik mezelf toen heb beloofd dat ik dat ook zou gaan doen als ik klaar was met de middelbare school.” Voor ze ging, had Babette verschillende baantjes om geld bij elkaar te sprokkelen voor de reis. Zonder verwachtingen

26 | december 2012 | transfer

pakte ze daarna het vliegtuig naar the land down under. “Ik dacht: ik zie wel wat ik allemaal ga doen en waar ik naartoe ga. Mijn doel was persoonlijk groeien, volwassen worden. Ik heb niet meer gewerkt, maar alleen leuke tripjes en avontuurlijke activiteiten ondernomen.” Tijdens de reis leerde Babette zichzelf beter kennen. “Ik heb dingen gedaan die ik nooit had verwacht, zoals liften en skydiven terwijl ik megahoogtevrees heb.” In Australië was ze niet veel bezig met het kiezen van een studie. “Ik wist dát ik wilde studeren, maar wat?” Via een oriëntatietraject bij de UvA/HvA na terugkomst, kwam ze terecht bij biologie. “Ik zit nu in mijn derde jaar en het bevalt nog steeds erg goed. Waar andere studenten na hun bachelor misschien moe zijn na tien jaar aan een stuk leren, heb ik juist al zin in de master. Ik heb mijn ‘pauze’ al gehad.” Door het gap year had Babette de drive om te gaan studeren. “Mijn reis was geweldig, maar ik voelde me elke dag een beetje dommer worden. Je doet veel ervaringen op, maar vergaart weinig nieuwe kennis. Dat vond ik oprecht vervelend.”


Foto: Kelly Cheng Travel Photography / Getty Images

‘In Nieuw-Zeeland heb ik mijn richting gevonden’ “Een tussenjaar was niet iets waarmee ik al jaren in mijn hoofd liep”, bekent Michael Liem (25) uit Alphen aan den Rijn. “Maar ik had een zware tijd achter de rug en de docente die me persoonlijk begeleidde, vroeg me of een tijdje reizen niets voor mij was. Toen ben ik erover gaan nadenken, want ik had al twijfels over wat ik wilde studeren.” Na anderhalf jaar werken – waarin hij zijn bankrekening ‘onwijs zag groeien’ – trok Michael naar NieuwZeeland om rond te reizen. “Het tussenjaar was voor mij een openbaring. Ik was helemaal vrij en alles was nieuw. Je begint met een schone lei.” De keuze voor Nieuw-Zeeland was snel gemaakt. “Ik was altijd al geïnteresseerd in biologie. In dat opzicht is Nieuw-Zeeland echt de ultieme stek. Het gebied is zo divers dat je er alle seizoenen op hetzelfde moment kunt meemaken en de biodiversiteit is ontzettend groot. Het was voor mij ook een beetje een zoektocht: is dit wat ik leuk vind en wat ik wil gaan doen?” Dat bleek het te zijn: bij terugkomst schreef Michael zich in voor de opleiding bio-informatica aan de Hogeschool Leiden. De combinatie van biologie en het werken met computers sprak hem aan. Inmiddels zit hij in zijn vierde jaar. “Ik heb in Nieuw-Zeeland echt mijn richting gevonden. Toen ik terugkwam, was ik extra gemotiveerd en helemaal klaar voor mijn studie.”

‘Mede door het gap year kon ik de knoop doorhakken’ Geboren en getogen Amsterdammer Gideon Mooijen (19) besloot een gap year te houden toen hij werd uitgeloot voor geneeskunde. “Ik was zo vastbesloten om arts te worden, dat ik graag nog een keer wilde meeloten. Dat betekende een tussenjaar en dat vooruitzicht stond me bepaald niet tegen.” Gideon verruilde de Nederlandse hoofdstad voor drie maanden Peru en Bolivia. Vijf weken bracht hij door in de Boliviaanse jungle. Volledig afgesloten van de moderne wereld verzorgde Gideon als vrijwilliger een jonge halftamme poema. “Ik moest hem voeren, medicijnen toedienen én uitlaten. Af en toe sprintte hij vijf minuten onafgebroken door de jungle, takken en bomen ontwijkend. En ik er maar achteraan hollen...” Bij terugkomst werd Gideon tot zijn teleurstelling wéér uitgeloot voor geneeskunde. Een ‘vergelijkbare’ studie, zoals bijvoorbeeld biomedische wetenschappen trok hem niet aan. “Zulke studies brengen je uiteindelijk in een laboratorium. Ik word al misselijk bij de gedachte.” Daarom ging hij vervolgens werktuigbouwkunde studeren aan de TU Delft. “Techniek boeide me altijd al. En op de middelbare school was ik erg goed in bètavakken. Dit is eigenlijk een veel logischere keuze.” Het gap year heeft Gideon geholpen om uiteindelijk de knoop door te hakken en een andere richting in te slaan, vertelt hij. Als hij terugkijkt op zijn buitenlandse periode heeft hij maar van één ding spijt. “Als ik het over zou kunnen doen, zou ik van tevoren harder hebben gewerkt en meer hebben gespaard. Dan had ik langer weg kunnen blijven.”

transfer | december 2012 | 27


th ema

:

gap

year

‘Ik had echt zin om weer iets te gaan doen’ Elise Stumpel (19) uit Laren kwam op een andere manier dan de gemiddelde gap year-student in het buitenland terecht. Haar middelbare school biedt elk jaar twee leerlingen de kans om na hun slagen tien maanden door te brengen in Zuid-Afrika. “Ik wist nog niet wat ik wilde gaan studeren. Dit programma kwam precies op het juiste moment.”

Om te mogen deelnemen, moest ze geselecteerd worden. “Er waren meer gegadigden, dus we moesten een motivatiebrief schrijven. Daarna volgden gesprekken.” Toen ze door de procedure heen was, kon ze zich gaan opmaken voor bijna een jaar Kaapstad. Daar was ze een soort assistent van de leraren op een school. “Het was op voorhand nog onduidelijk wat ik moest gaan doen en dat was het daar eigenlijk ook nog”, lacht ze. “Uiteindelijk heb ik van alles gedaan: coaching bij sport, lessen overgenomen, administratieve dingen. Ik was een soort manusje van alles. Je moet gewoon zelf initiatief nemen.” Tijdens haar verblijf kreeg Elise veel vergoed door haar school, bijvoorbeeld de vliegtickets en het verblijf. Elise had haar tijd in Kaapstad voor geen goud willen missen. “Ik heb veel over mezelf geleerd in Zuid-Afrika. Ik ben nu wat relaxter in alles, maak me minder snel druk. Ik heb een soort gulden middenweg gevonden tussen de Nederlandse en de Zuid-Afrikaanse mentaliteit.” Inmiddels studeert ze al een paar maanden rechten, iets wat ze altijd al interessant vond. “Ik had na die tien maanden echt zin om weer iets te gaan doen.”

‘Je moet een tussenjaar goed voorbereiden’ Seline Fröling (22) – geboren in Hamburg, opgegroeid in Gouda – wist al in het vierde jaar van de middelbare school dat ze ‘op ontdekkingsreis’ wilde, voordat ze zou gaan studeren. Die overtuiging bracht haar voor een halfjaar naar Madrid, waar ze een taalcursus Spaans volgde. “Doordat je zes maanden helemaal op jezelf aangewezen bent, kun je nadenken over wat jij zelf echt wilt”, vertelt ze. “Je wordt niet beïnvloed door andere mensen, zoals je ouders of vrienden. Ik heb mezelf beter leren kennen.” Inmiddels zit Seline in het laatste semester van het University College Utrecht (UCU). Ze volgt het honours programme en combineert criminologie en antropologie. “Mijn tussenjaar heeft mij niet per se geholpen bij de studiekeuze, maar het heeft die keuze wel bevestigd. Ik had altijd al interesse om op internationaal niveau te gaan studeren. Door mijn buitenlandervaring ben ik daar zekerder van geworden.” Tijdens haar studie ging ze op uitwisseling naar Mexico en deed ze onderzoek in Argentinië. “Die keuzes had ik waarschijnlijk nooit gemaakt als ik geen Spaans had geleerd.”

28 | december 2012 | transfer

Seline heeft een tip voor scholieren die een gap year overwegen. “Als je een tussenjaar neemt omdat je niet weet wat je later wilt gaan doen, moet je dat jaar wel goed voorbereiden. Een periode vrij nemen en vervolgens niet weten wat je met die vrije tijd wilt doen, werkt misschien wel averechts.”

sam van den eijnden


vli egen de

holl an der

‘Chinezen flappen eruit wat in ze opkomt’

Sanne Post (25) houdt van uitdagingen. Daarom besloot ze, met een beurs van het China Programma, haar masteropleiding economie aan de Fudan Universiteit in Sjanghai te doen. Afgelopen zomer studeerde ze af.

De drang dingen aan te pakken heb ik altijd gehad. Al na mijn eindexamen heb ik een reis door Azië gemaakt, tijdens mijn bachelor International Business Economics aan de Erasmus Universiteit heb ik deelgenomen aan een studentenuitwisseling met Sjanghai en mijn master heb ik dus ook hier gedaan. Ik had geen zin om het geijkte Nederlandse stramien, binnen het milieu waarin ik mijn kindertijd al had doorgebracht, verder te volgen. Dat is bekend terrein, daar steek je niks van op.

Tapas

“Drie weken geleden ben ik begonnen met mijn eerste echte baan in Sjanghai, bij een buitenlands bedrijf dat projecten voor zonne-energie ontwikkelt. Toen ik eenmaal mijn master Chinese economie aan de Fudan Universiteit had afgerond, was het nog even spannend of het me ook zou lukken hier werk op mijn niveau te krijgen. Je kunt namelijk merken dat China zich machtiger voelt worden en zich steeds minder afhankelijk van het westen opstelt. Bedrijven nemen nu bij voorkeur Chinezen aan. Die kennen de taal, de gewoonten, hebben een Chinees netwerk. Bovendien zijn er ongelooflijk veel hoogopgeleide Chinezen. Maar het is me toch gelukt. Dat ik er nu zit, betekent voor mijn werkgevers dat ze minder hoeven te managen. De meeste Chinezen stellen zich vooralsnog afwachtender op dan westerlingen. De samenleving is hiërarchisch, er wordt relatief weinig eigen initiatief verwacht. In dat gat kan ik mooi springen. Het scheelt dat ons bedrijf vooral wordt gerund door Engelsen, Duitsers en Nederlanders. In een volledig Chinese omgeving zou ik voor een flinke uitdaging hebben gestaan, als ik er al was binnengekomen.

Ik had me de Chinese samenleving voorgesteld zoals de Japanse bleek te zijn: vormelijk, beleefd, nooit het achterste van je tong laten zien. Maar het tegendeel is waar. Ze flappen eruit wat in ze opkomt, ze schreeuwen, ze spugen en ze maken ruzie op straat. Ze zijn er niet erg mee bezig wat anderen wel van ze denken. Ik vind dat ongelooflijk leuk. Als mijn Chinese vriendinnen een grap maken, vragen ze zich niet af of die wel intelligent genoeg is, zoals we in Nederland geneigd zijn te doen. Op een bepaalde manier zijn ze meer onbevangen, kinderlijker zo je wilt, dan wij. En dat geeft uiteindelijk ook afstand. Ik zal niet snel mijn hart uitstorten bij een Chinese vriendin en vice versa. Voorlopig wil ik hier graag blijven. Anderhalf jaar geleden is mijn vriend voor mij naar Sjanghai verhuisd. Hij is kok en hij werkt bij een Spaans toprestaurant hier, waar veel zakenmensen komen. Samen tapas eten, hapjes delen, dat ligt de Chinezen wel. Zijn carrière staat goed op de rails, de mijne ook. De wereld ligt aan onze voeten.”

annemieke bosman Meer informatie over het China Programma staat op www.wilweg.nl/financiering/beurzen/china-programma

transfer | december 2012 | 29


g e lezen

Inspirerend pleidooi voor

internationalisering Over internationale samenwerking in het hoger onderwijs wordt veel gepubliceerd. Transfer bespreekt maandelijks een boek. Deze keer The Great Brain Race, door Ben Wildavsky.

De Amerikaanse onderwijskenner Ben Wildavsky heeft zijn sporen verdiend als redacteur van conservatieve tijdschriften, met een lezersschaar die over de grenzen eerder bedreigingen dan kansen ziet. Zijn boek The Great Brain Race is duidelijk bedoeld om die vrees weg te nemen. In razend tempo biedt hij zijn lezers een tour d’horizon van de internationalisering in het hoger onderwijs. Hij laat zien hoe instellingen die zich al te nationaal opstellen, het nakijken hebben. Wildavsky is zijn oude stiel niet verleerd. Hij vertelt zijn verhaal voornamelijk via levendige praktijkvoorbeelden – zoals over de campus van New York University in Abu Dhabi – en portretten van ondernemende bouwdecanen in verre landen. Met sympathie beschrijft hij de opkomst van internationaal onderwijs met winstoogmerk. Hij behandelt de opkomst van afstandsonderwijs. Een hoofdstuk geeft hij als titel Free trade in minds. Daarin beschrijft hij hoe India zich in de voet schiet door op dit gebied barrières op te werpen. De slotzinnen van dit hoofdstuk spreken boekdelen over Wildavsky’s visie: “As with other kinds of free trade, it seems safe to predict that greater movement of people and ideas in the academic marketplace may create both winners and losers. But its net positive effects seem certain – which is why free trade in minds holds the key to sustaining the world’s knowledge economy and ultimately restoring global prosperity.”

Sceptische onderstroom Hebben we in Nederland iets aan zo’n apologie? Het is ook in ons land nog steeds heel nuttig om een welsprekend pleidooi voor internationalisering bij de hand te hebben. Rectores magnifici en cvb-voorzitters bewijzen graag lippendienst aan onze branche, toch kent ons hoger onderwijs nog steeds een sceptische onderstroom. Het kritische PVV-Kamerlid Harm Beertema is het topje van de ijsberg. Wie een presentatie over internationalisering moet houden, kan Wildavsky voor bredere context goed gebruiken. Dat is één. Punt twee is dat The Great Brain Race veel aandacht besteedt aan onderwijs overzee, al dan niet met ­filialen aan de andere kant van de wereld. Dat is voor de meeste Nederlandse instellingen nog onbekend terrein. En dat terwijl naar deze vorm van interna­ tionalisering een groeiende vraag bestaat. Wildavsky geeft daarover een goede inleiding. Ten derde: een van de rode draden in zijn boek is de gedachte dat internationalisering een klimaat voor toponderzoek schept en dat zonder toponderzoek de huidige crisis geen uitweg kent. Daarover valt te twisten, maar eenvoudig wegwuiven kun je zo’n bewering niet. Het is eigenlijk merkwaardig dat een handzaam boek van een dergelijke kwaliteit – bij mijn weten – in Nederland niet is opgevallen, terwijl het al in 2010 verscheen. Nu ja, het is nooit te laat om een omissie goed te maken. Bestellen dat boek, want het heeft nog niets van zijn actualiteit verloren.

han van der horst Ben Wildavsky, The Great Brain Race. How global Universities are reshaping the World. Princeton University Press, 2010. ISBN 978 0 691 14689 8. Prijs: 25,99 euro.

30 | december 2012 | transfer


A G E N D A

Voor beginnende HRM-medewerkers van hogeronderwijsinstellingen en onderzoeksinstituten organiseert de Nuffic op 13 en 14 december de tweedaagse cursus Immigratieprocedures voor buitenlandse onderzoekers en gastdocenten. Dag één begint met een uitleg over het vaststellen welke immigratieprocedures voor welke buitenlandse gasten van toepassing zijn. De focus ligt vervolgens op een aantal MVV-procedures.Op dag twee komen, iets minder gedetailleerd, de procedures na aankomst in Nederland aan de orde: inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie en de aanvraag van een verblijfsvergunning. Verder wordt stil gestaan bij de vraag wanneer een tewerkstellingsvergunning nodig is en wat de mogelijkheden zijn om een partner mee te nemen. Tijdens het laatste dagdeel is er, afhankelijk van de beschikbare tijd, aandacht voor de 30%-regeling, de basiszorgverzekering, het burgerservicenummer (BSN) en het grensarbeiderschap. Meer informatie en aanmelden op www.nuffic.nl/cursussen

december

2012

Medewerkers van Nederlandse hoger onderwijsinstellingen die zich bezighouden met studentenwerving, promotie of institutionele samenwerking in Indonesië zijn specifiek welkom bij de klankbordgroepbijeenkomst Nuffic Neso op 18 december in Utrecht. Mervin Bakker, directeur van Nuffic Neso Indonesië, spreekt daar over trends en ontwikkelingen in het Indonesische hoger onderwijs, marktkansen, beurzen, Holland Alumni-activiteiten en agenten. Daarna volgt een presentatie over Prospective Student Surveys. Vanwege de beperkte ruimte kunnen zich per instelling twee medewerkers aanmelden voor 10 december via bit.ly/UFKd3g

Cultureel Verdrag-beurzen

China Programma

Veel landen bieden studie- en onderzoeksbeurzen aan voor Nederlandse studenten – met name laatstejaars – en pas afgestudeerden, vaak in het kader van een Cultureel Verdrag met Nederland om de samenwerking op cultureel, educatief en wetenschappelijk gebied te bevorderen. Via hun universiteit of hogeschool kunnen studenten bij de Nuffic een aanvraag indienen voor zo’n CV-beurs. Studenten in een eerder studiejaar komen alleen in aanmerking voor een zomerbeurs.

China en Nederland stellen jaarlijks 25 beurzen beschikbaar in het kader van het China Programma. Kwalitatief goede studenten die tijdens of na hun studie minimaal een academisch jaar op bachelor- (laatste fase), master- of PhDniveau in China willen studeren komen voor een beurs in aanmerking, ongeacht de studierichting. De deadline voor aanmelding is 1 februari 2013. Meer informatie is te vinden op www.wilweg.nl/china-programma

Cultureel Verdrag-beurzen

deadline aanvraag

aanvang studie

Indonesië, studiebeurs

25–01–2013

september

Finland, studiebeurs

25–01–2013

september

India, studiebeurs

01–02–2013

juli

Denemarken, ­studiebeurs

28–02–2013

september

Denemarken, ­zomerbeurs

28–02–2013

juli/augustus

Orange Carpet Award 2013 Wie zich op bijzondere wijze inzet voor inkomende of uitgaande studentenmobiliteit en daarbij anderen inspireert, maakt kans op de vijfde Orange Carpet Award. Ook lezers van Transfer kunnen tot 28 januari kandidaten nomineren via www.nuffic.nl/promotie/orange-carpet-award. De prijs wordt uitgereikt tijdens het Nuffic Jaarcongres op 12 maart.

Meer informatie, ook over andere landen die beurzen ­beschikbaar stellen, via www.wilweg.nl/cv

transfer | december 2012 | 31


De nieuwe baten: kwaliteit en duurzaamheid van internationalisering

Jaarcongres 12 maart 2013 Hotel Figi, Zeist

Tijdens het jaarcongres wordt ook weer de Orange Carpet Award uitgereikt. Nominaties zijn welkom tot 28 januari via www.nuffic.nl/ promotie/orange-carpet-award

www.nuffic.nl/jaarcongres


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.