A&M Magazine nr. 3 2011

Page 1

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2011 • NR 3 • JULI - AUG - SEPT

ArbeidÊ&ÊMilieu

België-Belgique PB Brussel 5 P209314

magazine

• Fotoverslag fietstocht • Interview Judith Kirton-Darling (Europees Vakverbond) • Over haat en liefde: de ecocheques

Afgiftekantoor: 1050 Brussel 5 | Afzender: A&M, Edinburgstraat 26, 1050 Brussel


INHOUD

Inhoud MAGAZINE is een driemaandelijkse uitgave van Arbeid & Milieu vzw Tweekerkenstraat 47 - 1000 Brussel Tel. (02) 326 35 01 secretariaat@a-m.be • www.a-m.be Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 9u tot 17u bereikbaar. Redactie: Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Foto cover: © Thijs Calu Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van Arbeid & Milieu vzw. Arbeid & Milieu vzw is een samenwerkingsverband waarin de arbeidersbeweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu. A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrondartikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situeren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling. Een jaarabonnement op A&M Magazine kost e 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rek.nr. Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2011’. Geef ons ook je exacte adres en contactgegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst. Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 02/894.46.53 of secretariaat@a-m.be Arbeid & Milieu vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen ‘Arbeid en Milieu Nieuws’ uit. Redactieraad: Thijs Calu, Bert De Wel, Mike Desmet, Dominique Kiekens, Suzanne Kwanten, Sara Neirynck, Frederik Snoeck, Joris Van Damme, Sara Van Dyck, Kris Van Eyck, Pieter Verbeek en Timothy Wyffels. VU: Joris Van Damme Edinburgstraat 26 - 1050 Brussel Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt.

2

De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties. Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

am

| arbeid & milieu

3

Redactioneel - A&M verhuist (opnieuw)! Sedert eind augustus heeft Arbeid & Milieu zijn intrek genomen in het prachtig en duurzaam gerenoveerde hoofdkwartier van de Bond Beter Leefmilieu. Jorre vertelt je meer hierover.

4 10

Fotoverslag fietstocht In juni ging Arbeid & Milieu fietsen in het mooie Limburg. Hier vind je een fotoverslag van deze leerrijke tocht door Beringen, Heusden-Zolder en Koersel. Netwerk Duurzaam Leuven In onze rubriek ‘Van Groene Huize’ laten we ditmaal Netwerk Duurzaam Leuven aan het woord. Met haar campage Leuven Overmorgen beweegt ze de Leuvenaars om mee na te denken over een duurzame toekomst voor hun stad.

12

Interview Judith Kirton-Darling (EVV) A&M Magazine liet de confederaal secretaris van het EVV aan het woord en zij legde uit waarom de vakbonden nu meer dan ooit moeten inzetten op een rechtvaardige transitie naar een sociaal, ecologisch en economische duurzame economie.

20

Over haat en liefde: de ecocheques In het eerste nummer van 2011 van dit magzine werd een overzicht gegeven van de CO2-besparing die het gebruik van de ecocheques met zich meebracht. In dit nummer geeft Bert De Wel (ACV) ons zijn kijk op het ecochequesysteem.

22

Matigingsbeleid inzake klimaatverandering en sociale Rechtvaardigheid in België Onderzoekers van de ULB gingen in opdracht van de Koning Boudewijnstichting na wat de sociale impact is van een aantal nog in te voeren klimaatmaatregelen. Aan de hand van de bevindingen en met input van de stakeholders deden ze een aantal beleidsaanbevelingen om te anticiperen op de sociale ongelijkheid die zou kunnen ontstaan.


REDACTIONEEL

A&M verhuist (opnieuw)!

H

Het secretariaat van Arbeid & Milieu is verhuisd! Toegegeven, deze verhuis volgt vrij kort na de vorige, toen A&M midden 2009 van Berchem naar het duurzame huis Mundo-B in Brussel trok. Dat was toen al een enorme vooruitgang en we zaten daar goed en graag. Maar… alles kan beter! We hebben sinds eind augustus onze intrek genomen in het prachtig en uiteraard ook duurzaam gerenoveerde hoofdkwartier van de Bond Beter Leefmilieu in de Tweekerkenstraat 47 te 1000 Brussel. Hier en daar worden nog wat vijzen vastgedraaid, maar we zijn hier nu goed geïnstalleerd en hartelijk ontvangen door de collega’s van de BBL. Waarom nu deze verhuis? Het bestuur van A&M en het secretariaat willen hiermee de samenwerking en de uitwisseling van ideeën tussen de vakbonden en milieubeweging nog versterken. Het helpt immers dat we als medewerkers van A&M ook fysiek dicht bij de mensen zitten waarmee we nog nauwer willen gaan samenwerken. Tegelijk brengen we zo de sociale invalshoek van de vakbonden ook letterlijk binnen in het hoofdkwartier van de milieubeweging. En kijk: nauwelijks 2 weken later hebben we al een eerste concreet resultaat. Voor onze tweede grote activiteit van 2011 zullen de mensen van het mobiliteitsteam van BBL meewerken aan onze vormingsdag rond elektrische mobiliteit, die eind november zal plaatsvinden. Voor verdere details verwijs ik graag naar de komende aankondiging van activiteiten op onze website www.a-m.be, en voor sommigen onder jullie naar de uitnodiging die je zal ontvangen via jullie eigen organisatie. Verderop in dit nummer van A&M Magazine vind je - al zeggen we het zelf - een boeiend interview met Judith Kirton-Darling, Confederaal Secretaris van het ETUC (European Trade Union Confederation), de confederatie van Europese vakbonden. Zij geeft haar visie op een gewenste, sociaal rechtvaardige transitie naar een duurzame economie in woelige tijden van economische en financiële crisis en harde besparingsmaatregelen in Europa.

Jorre Van Damme coördinator A&M

am

| arbeid & milieu

3


FOTOVERSLAG

Voorzitster Dominique heet de deelnemers welkom.

De fietsers staan klaar voor een lange rit doorheen het mooie Limburg.

 4

am

| arbeid & milieu


FOTOVERSLAG

Fotoverslag fietstocht Alle foto’s: © Thijs Calu

In juni ging Arbeid & Milieu fietsen in het verre, maar mooie Limburg om er op zoek te gaan naar mooie verhalen in verband met het verduurzamen van onze economie. De tocht voert ons via het Albertkanaal langs de industriezones in Beringen, om via HeusdenZolder te eindigen in een mooi traject door de Koerselse Heide. Moe maar voldaan keerden we terug met volgend fotoverslag.

De materialen kunnen door de deelnemers van dichtbij bekeken worden.

Bij de eerste stop aan Borealis in Beringen geeft Johan Poel (ACV) ons uitleg over de milieu-aspecten in het beleid van dit chemisch bedrijf. Borealis is vooral gespecialiseerd in polypropyleen en poly-ethyleen producten, dat ze produceert voor verschillende andere sectoren (automobiel, verpakkingen, ...)

am

| arbeid & milieu

5


FOTOVERSLAG

Ook Ronny Boelanders (ABVV; uiterst links op de foto) vertelt ons meer over Borealis. Naast hem staat Jan Staal (ABVV) die ons iets bijbrengt over het nabijgelegen Pittsburg Corning, producent van ecologisch isolatiemateriaal.

Dominiek Claes van Concentra Media geeft ons uitleg over de milieu-inspanningen van hun drukkersactiviteiten.

 6

am

| arbeid & milieu


FOTOVERSLAG

Ecologische woonelementen op de site van Machiels in Beringen.

Bart Henckaerts van het ABVV vertelt ons meer over Groep Machiels. Groep Machiels bouwt aan de kolenhaven in Beringen elementen, skeletten en/of afgewerkte woningen gaande van energiezuinig tot passief.

am

| arbeid & milieu

7 


FOTOVERSLAG

Aan het Vogelopvangcentrum in Heusden-Zolder worden we opgewacht door August Feyen (Limburgse milieukoepel), die ons zijn visie geeft op het Economisch Netwerk Albertkanaal (ENA).

 8

am

| arbeid & milieu


FOTOVERSLAG

De werking van het vogelopvangcentrum wordt ons nauwkeurig uitgelegd door Ludo Grouwels.

Anton Gerits (ACW’er en ex-coördinator van A&M) vertelt ons meer over het zonnepanelenpark van – alweer – groep Machiels op het voormalige mijnterrein “De Schacht” in Heusden-Zolder. Hier liggen zomaar even een kleine 24.000 Zonnepanelen. Verder wordt het TaCO2-project (Totaal Actieplan CO2) uit de doeken gedaan, waarbij Limburg streeft naar klimaatneutraliteit in 2020.

am

| arbeid & milieu

9


v

a

n

G

r

o

NETWERK DUURZAAM LEVEN

Netwerk Duurzaam Leuven • is een open samenwerkingsverband van de Stad Leuven met Bond Beter Leefmilieu en een brede waaier aan Leuvense organisaties, bedrijven en kennisinstellingen; • werkt in thematische teams aan projecten die duurzame ontwikkeling tastbaar maken, en streeft naar een betere kennis van de duurzaamheidsaspecten; • wil zo met zoveel mogelijk partners een duurzaam Leuven realiseren... Contactgegevens: • Netwerk Duurzaam Leuven p/a afdeling ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid stad Leuven Prof. Van Overstraetenplein 1 3000 LEUVEN info@netwerkduurzaamleuven.be 016 27 24 10

© Netwerk Duurzaam Leuven

Ontstaan In 1998 ging stad Leuven onder begeleiding van Bond Beter Leefmilieu van start met een Lokale Agenda 21. In de beginperiode lag de de klemtoon

10

am

| arbeid & milieu

op de interne werking van de stad Leuven. Geleidelijk aan werden meer en meer partners rond de tafel gebracht, waaronder de universiteit en verschillende verenigingen, bedrijven en instellingen. Eind 2002 verenigden deze zich met de stad in het Platform Lokale Agenda 21 Leuven om gezamenlijk aan duurzame ontwikkeling te werken. Eind 2007 vormde het Platform LA21 Leuven zich om tot Netwerk Duurzaam Leuven. De lossere structuur en meer flexibele samenwerking met de partners moeten zorgen voor breed gedragen en herkenbare projecten over duurzame ontwikkeling.

e


n

e

h

u

i

z

e

NETWERK DUURZAAM LEVEN

De medewerkers Het secretariaat bestaat uit een onbezoldigde voorzitter en enkele beroepskrachten die een deel van hun werktijd spenderen aan het netwerk. Dit zijn twee medewerkers van Bond Beter Leefmilieu en de adviseur duurzaamheid en de Noord-Zuidconsulent van de stad Leuven. Deze medewerkers zorgen voor ondersteuning, administratie en communicatie. De leden van het secretariaat zijn tevens spilfiguren in de project- en actieteams. Zij betrekken organisaties en mensen, doen suggesties, reiken denkpistes aan, leiden nieuwe initiatieven toe, faciliteren de projectwerking, … Website en e-zine De website www.duurzaamleuven.be bundelt nieuwtjes over duurzame initiatieven van partners, zorgt voor verslagen van activiteiten en voorziet een kalender met een overzicht van duurzame initiatieven in Leuven. Netwerk Duurzaam Leuven verzendt een nieuwsbrief naar een 800-tal email-adressen van personen die wensen om de hoogte te blijven van de duurzame initiatieven in Leuven.

slaagde het netwerk er in om voor de eerste keer een autovrije zondag in Leuven te laten plaatsvinden. Een tweetal keer per jaar organiseert het netwerk uitstappen of evenementen waarbij de partners van dichtbij kennismaken met duurzame initiatieven (zoals bezoek aan de Leuvense veilingsite met verschillende sociale economie bedrijven). Momenteel gaat een groot deel van de energie van Netwerk Duurzaam Leuven naar de campagne “Leuven Overmorgen” (zie afbeelding). Met deze campagne nodigt het netwerk alle Leuvenaars uit om mee na te denken over een duurzame toekomst van Leuven. Hoe wil Leuven in de toekomst zijn mobiliteit, huisvesting en voedselvoorziening organiseren? Het netwerk verzamelt alle ideeën - in de vorm van verslagen, filmpjes, collages, ... - en presenteert ze tijdens een slotevenement in 30CC/Minnepoort. De toegang is gratis en iedereen is welkom. Yanti Ehrentraut Projectmedewerker Bond Beter Leefmilieu Meer info: www.netwerkduurzaamleuven.be

Komen jullie soms in contact met de vakbonden? Op dit moment zijn er geen vakbonden rechtstreeks betrokken bij de werking. Vakbonden kunnen aan Netwerk Duurzaam Leuven deelnemen via de projectteams of het coördinatieteam. NDL heeft vier projecteams: consumptie, energie, mobiliteit en stedenband. Projectteams komen op regelmatige basis samen, wisselen informatie uit en zetten projecten op. Het coördinatieteam komt een tweetal keer per jaar samen, behoudt het overzicht en stuurt de werking van Netwerk Duurzaam Leuven. Het coördinatieteam bestaat uit vertegenwoordigers van sleutelsectoren in Leuven (bedrijfsleven, kennisinstellingen, milieubeweging, Noord-Zuidbeweging, sociale economie, stad Leuven, sociaal-cultureel werk, andere overheden,…). Activiteiten/campagnes/projecten in de kijker De werking van Netwerk Duurzaam Leuven is opgebouwd rond de vier thema’s van onze projectteams. Jaarlijks weerkerende hoogtepunten zijn de Week van de Fair Trade en Leuven Autovrij. Het Netwerk Duurzaam Leuven is de ideale plaats waar de stad en vrijwilligers elkaar vinden om van Leuven een FairTradeGemeente te maken. Een drietal jaar am

| arbeid & milieu

11


INTERVIEW

Vergroenen van de economie in onzekere tijden? Nu meer dan ooit! A&M Magazine sprak met Judith Kirton-Darling, confederaal secretaris van het Europees Vakverbond De bankiers hebben met hun voorheen zo geroemde “creativiteit” een onmetelijke financiële put gegraven en sleuren de echte economie mee in hun val. De rekening van het redden van onze banken zal immers mee door de belastingbetaler betaald worden, eens een nieuwe regering ook bij ons de besparingsdrift op volle toeren zal laten draaien. En bij die besparingen zijn het niet langer alleen de aandeelhouders en handelaars in ondoorgrondelijke financiële wonderproducten die moeten incasseren, maar ook de koopkracht en misschien ook de jobs van mensen die de echte economie doen draaien. Een ander slachtoffer van deze situatie zou wel eens de broodnodige en hoogdringende omvorming naar een koolstofarme economie kunnen zijn. Om – op het eerste zicht – begrijpelijke redenen zal dit voor veel mensen misschien geen hoge prioriteit meer krijgen. Maar: dat zou een grote vergissing zijn, zo zegt Judith Kirton-Darling namens het Europees Vakverbond. A&M Magazine liet de confederaal secretaris van het EVV aan het woord en zij legde uit waarom de vakbonden nu meer dan ooit moeten inzetten op een rechtvaardige transitie naar een sociaal, ecologisch en economische duurzame economie.

12

am

| arbeid & milieu


INTERVIEW

• “In ons antwoord op de crisis verbinden we de relance van de economie sterk aan de idee van energie- en grondstoffenefficiëntie.” • Ik denk echter niet dat we nu in een positie zijn waarin we de status-quo kunnen verdedigen, want die zal ons nog verder naar beneden trekken. In werkelijkheid zijn het nu de politici die de status-quo verdedigen door harde besparingen door te voeren, door te snel en te diep in de overheidsuitgaven te snijden. Als we kijken naar waar we nu staan op vlak van internationale concurrentiekracht, dan moeten we vaststellen dat we in heel wat sectoren onze relatief goede positie aan het verliezen zijn omdat we geen ambitieus industrieel beleid hebben. Maar je kan ook geen ambitieuze industriële politiek hebben als je geen ambitieuze klimaatagenda hebt en evenmin de nodige financiële middelen inzet om je ambities waar te maken. En dat wil zeggen een inzet van publieke middelen, naast een grondige evaluatie en bijsturing van de werking van de financiële markten. Je vraag was: “is dit wel een goed moment voor vakbonden om te pleiten voor een omvorming naar en koolstofarme economie?” Wel, ik denk dat we gewoon geen keuze hebben. We zouden als vakbonden kunnen kiezen voor een houding die reageert op bepaalde veranderingen als “deze en deze vernieuwingen veranderen onze huidige positie als werknemers, onze huidige jobinhoud, ze stellen onze huidige stabiele situatie in vraag, …”. Dat kan werken op hele korte termijn, maar tenzij we ook echt

investeren in onze industrieën, in onze infrastructuur en publieke diensten, dan verdedigen we enkel het voortbestaan van jobs op heel korte termijn en belanden we op lange termijn in een bijzonder moeilijke situatie. Dus ik ben ervan overtuigd dat dit precies het goede moment is om als vakbond onze stem te verheffen. Maar het baart me zorgen dat het thema van de koolstofarme economie steeds verder naar onder valt op de agenda van de vakbonden en we ons terecht de vraag moeten stellen hoe sterk ons engagement is voor een transitie naar een koolstofarme economie. Realiseren wij ook onze belangen in deze transitie? Het gaat niet alleen om het redden van het milieu voor hippies of mensen op sandalen. Het gaat wel degelijk om het redden van jobs in belangrijke industrieën, over onze economische welvaart in de toekomst. Dat is de boodschap die vakbonden zouden moeten brengen. A&M: De aanpak van het klimaatprobleem en het vergroenen van de economie, wat een hele verandering betekent voor onze huidige economie, zou volgens meerdere studies een netto winst betekenen in het aantal jobs. Maar, voor vele werknemers zullen de jobinhoud en de werkomstandigheden wijzigen. Wat stelt het EVV voor dat er moet gebeuren, in het algemeen, om grote problemen te vermijden voor de werknemers die met deze veranderingen zullen geconfronteerd worden? JKD: De vakbonden pleiten voor wat we noemen een “rechtvaardige transitie”, wat we in een programma van 5 grote punten hebben vertaald. Het eerste element heeft ook betrekking op de vakbond zelf (nationaal en Europees). We vragen een volledige betrokkenheid door middel van sociale dialoog tussen werknemers, overheden en belanghebbenden (active stakeholders) om te verzekeren dat iedereen begrijpt wat er op ons afkomt, welke de veranderingen zijn en dat werknemers ook een stem hebben in die verandering. Dit is fundamenteel.

© Thijs Calu

A&M: De financiële en economische crisis is verre van voorbij en veel mensen vrezen voor hun job, verminderde koopkracht of slechtere arbeidsvoorwaarden. Is dit wel een goed moment voor vakbonden om te pleiten voor een omvorming naar een koolstofarme economie, wat nog meer onzekerheid met zich kan meebrengen? JKD: Ik denk dat het EVV hierover duidelijk geweest is gedurende de hele periode van de crisis. Als we ons uit de crisis willen krijgen op een duurzame manier, een manier die ook op lange termijn duurzame groei en zekerheid voor werknemers kan bieden, dan moéten we de uitdagingen van de klimaatverandering onder ogen zien en zeker niet negeren. De klimaatverandering is een wetenschappelijk bewezen feit, en het EVV heeft daartegenover een duidelijke positie ingenomen door te zeggen “wij moeten ons model van economische ontwikkeling herzien en inzetten op meer energie- en grondstoffenefficiëntie”. In ons antwoord op de crisis verbinden we de relance van de economie sterk aan die idee van energie- en grondstoffenefficiëntie. Ik denk dat de uitdaging op dit moment er in bestaat dat in het licht van een mogelijk tweede dip in de recessie en echte economische onzekerheid mensen zich ook onzeker en radeloos voelen.

Judith Kirton-Darling, confederaal secretaris van het Europees Vakverbond: “Of dit wel een goed moment is voor vakbonden om te pleiten voor een omvorming naar een koolstofarme economie? Wel, ik denk dat we gewoon geen keuze hebben.”

am

| arbeid & milieu

13


INTERVIEW en opleiding. Want in 80% van de gevallen waar men spreekt van een groene job, gaat het over een bestaande job – of het nu die van een loodgieter, een elektricien of een onderhoudswerker betreft – waar nieuwe competenties toegevoegd worden aan de bestaande. Dat houdt in dat er een enorm programma voor vorming en opleiding moet komen. Daarbij gaat het niet noodzakelijk over vorming voor een volledig nieuwe job, maar over het behoud van een job en het verzekeren dat die job de ook energie- en grondstoffenefficiëntie vooruit helpt, en dat je kansen krijgt om een job te vinden in nieuwe opkomende sectoren of industrieën. Dus praten we concreet over een elektricien die vorming krijgt over de werking van slimme netwerken, een technieker over de werking van een windturbine. Of als we het

Hert derde element gaat over vorming en opleiding en de toegang tot vorming. De cijfers voor vorming en opleiding op de werkvloer in Europa zijn bedroevend laag. Het aantal werknemers dat ook werkelijk toegang heeft tot deze vorming moet drastisch omhoog. Als we kijken naar wat de transitie kan teweegbrengen op vlak van arbeidsmobiliteit, van werknemers die van job veranderen, wordt vaak gefixeerd op bepaalde sectoren, bv. wat er met de staalindustrie zal gebeuren. Met andere woorden, “ga ik nog mijn job in de staalfabriek hebben?” Laten we daar niet onnozel over doen: we zullen ook in de toekomst nog veel staal nodig hebben. Om nieuwe infrastructuur te bouwen, nieuwe voertuigen, windmolenparken, enz. … We zullen sleutelindustrieën zoals de staal en de chemische industrie nodig hebben om een transformatie mogelijk te maken. Maar deze sectoren zullen zelf ook moeten veranderen, door te investeren in CO2 besparende technologie, door middel van investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling (R&D) en – cruciaal – in vorming

“Het gaat niet alleen om het redden van het milieu voor hippies of mensen op sandalen. Het gaat wel degelijk om het redden van jobs in belangrijke industrieën, over onze economische welvaart in de toekomst.”

© Rob Pennycook

Het tweede punt is dat, om werkgelegenheid te kunnen garanderen, we nood hebben aan een ambitieuze investeringspolitiek. We moeten een agenda hebben die draait om de transformatie van jobs en de creatie van nieuwe jobs. We kijken nu aan tegen 23 miljoen werklozen in Europa. Tussen een vijfde en een kwart van de jongeren in Europa is werkloos. In Spanje en Griekenland loopt dat op tot 45% van de jongeren. Dit is eigenlijk een catastrofe. Niet overal en niet overal in dezelfde mate, maar voor de jongeren is het in het algemeen een heel moeilijke situatie. Bovendien: wanneer ze dan al een baan hebben, is dit vaak in precaire jobs zonder degelijke kansen voor vorming en opleiding en weinig zekerheid. We moeten dus de kwaliteit van de jobs hoog op de agenda krijgen, we moeten investeren in deze transformatie.

14

“Mensen die nu werken op de olieboorplatforms hebben ervaring het werken in omstandigheden diep op zee, met extreme wind enz, … Zij hebben vaardigheden die nuttig kunnen aangewend worden voor de bouw en het onderhoud van windmolenparken op zee.”

am

| arbeid & milieu

• hebben over de olie-industrie, een sector die zeker klappen zal krijgen als we het hebben over een transitie naar een koolstofarme economie: mensen die nu werken op de olieboorplatforms hebben ervaring met het werken in omstandigheden diep op zee, met extreme wind enzoverder… Zij hebben vaardigheden die nuttig kunnen aangewend worden voor de bouw en het onderhoud van windmolenparken op zee, op voorwaarde dat men wat vindingrijkheid aan de dag legt met programma’s voor vorming en omscholing. Een ander voorbeeld, als het gaat over nieuwe technologieën: je kan best een nieuw product of procedé ontwikkelen in een gesofisticeerde R&D laboratoriumomgeving. Maar dat zal geen enkele impact hebben als werknemers niet getraind worden om die technologie ook te implementeren en gebruiken in het productieproces. Het gaat er dus om dat werknemers op een veel actievere manier in dit plaatje moeten komen. Het vierde punt gaat over syndicale rechten. We zien dat in opkomende sectoren, zoals die van winden zonne-energie, deze rechten nog niet zo goed uitgebouwd zijn. In de industrie zie je in sommige gevallen bedrijven die hun productie wijzigen. Zo heb je in Vlaanderen voorbeelden als de omschakeling van het maken van versnellingsbakken voor auto’s naar deze voor windmolens. Daar heb je een bestaand bedrijf, met een CAO en een institutioneel overlegsysteem. Aan de andere kant: vele nieuwe bedrijven in de sector van de zonne-energie, bijvoorbeeld, hebben deze traditie nog niet. Om te garanderen dat ook hier kwalitatieve jobs komen, moeten we zorgen dat de syndicale rechten gegarandeerd worden.


© Lisandro M. Enrique

INTERVIEW

“We zullen sleutelindustrieën zoals de staal en de chemische industrie nodig hebben om een transformatie mogelijk te maken. Maar deze sectoren zullen zelf ook moeten veranderen, door te investeren in CO2 besparende technologie, door middel van investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling (R&D) en – cruciaal – in vorming en opleiding.”

Het vijfde en laatste element dan. Ongetwijfeld zullen er gevolgen zijn van herstructurering die negatieve gevolgen zullen hebben voor individuen of groepen van mensen. Daarvoor hebben we een sterk en efficiënt sociaal beschermingssysteem nodig, dat de ook de moeilijke overgang tussen jobs voor deze mensen kan opvangen. Ik neem als voorbeeld de auto-industrie (ik heb zelf een achtergrond in de metaalsector dus dat ken ik in detail), waar je over heel Europa een verouderend personeelsbestand hebt, net zoals in andere verwerkende industrieën overigens. We zien in deze industrieën een demografische crisis ontstaan, mede omdat niet genoeg jongeren op de arbeidsmarkt komen met technische, ingenieurs- en wetenschappelijke vaardigheden. Je hebt dus tegelijkertijd de uitdaging van de veroudering en de uitdaging die voortkomt uit het feit dat deze groep vooral een mechanische achtergrond heeft. Daar waar we in de toekomst, met de komst van de elektrische en hybride voertuigen veel meer vaardigheden nodig hebben die daarbij aansluiten. Dat houdt dus een verandering in op vlak van de leeftijdssamenstelling van het werknemersbestand én de competenties die het moet hebben. Dat moet dus actief in goede banen geleid worden. Wat betreft oudere werknemers in het algemeen: als we verwacht worden langer te werken, dan hebben we een lange termijn agenda nodig op vlak van loopbanen. Mensen in de bouw kunnen niet tot hun 70e dergelijke zware arbeid verrichten, dat is fysiek on-

mogelijk. Sommige veranderingen die gepaard gaan met deze transitie kunnen gekoppeld worden aan een meer actief beleid op vlak van oudere werknemers, zodat zij ook meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Teveel werknemers worden nu al vanaf hun 45 of 50 als te duur en overbodig beschouwd. We moeten hier toch wat meer inventiviteit aan de dag leggen dan dat. A&M: Dus wordt sociale innovatie een cruciaal element? JKD: Absoluut! Dat zal hier zeker meespelen. Maar het betekent ook dat we een sterk sociaal beschermingssysteem nodig hebben om deze transitie in goede banen te leiden. Dat zijn dus de cruciale zaken die we moeten aankaarten. Het gaat om veranderingsmanagement. Vakbonden hebben hier een lange traditie, anticiperen op wat komt en het begeleiden van herstructureringen. Het verschil echter met die traditionele herstructureringen is dat we nu te maken hebben met een verandering die gedreven wordt door beleid. En precies daarom kunnen we nu maatregelen nemen om deze veranderingen in een veel vroeger stadium te managen, te beheren en bij te sturen, in plaats van te wachten tot we gedwongen zijn om te handelen vanuit een crisissituatie. Dat is de boodschap die we proberen over te brengen. Voor de gemiddelde vakbondsafgevaardigde is dit eigenlijk dagelijkse kost, basis veranderingsmanagement: wat doe je als er zich een am

| arbeid & milieu

15


© Saketvora

INTERVIEW dat de doelstellingen nu verbonden zijn met energie-, grondstoffenefficiëntie en een schoner milieu.

“Als we praten over een rechtvaardige transitive, spreken we niet alleen over volledig nieuwe jobs, maar ook over opleidingen om bestaande jobs te behouden. Zo kan een elektricien vorming krijgen over de werking van smart grids, of slimme netwerken.”

© skilled-work.org

bepaalde ontwikkeling voordoet op de werkvloer? Hoe praat je met het management? Hoe ontwikkel je opleidingsprogramma’s? hoe maak je een sociaal plan als dat nodig is? Hoe stimuleer je bedrijven om te investeren in een toekomstgerichte technologie, in plaats van vast te roesten in een doodlopend straatje? Dit is wat vakbondsafgevaardigden elke dag opnieuw doen. Het enige verschil zit hem in het feit

A&M: Sommige sectoren zullen als winnaar uit deze transitie komen en bijkomende tewerkstelling genereren, en daar wordt ook vaak de nadruk op gelegd. Maar onvermijdelijk zullen sommige andere sectoren te maken krijgen met een verlies aan tewerkstelling. Welke sectoren zullen volgens jullie inschatting in het verliezende kamp zitten? En welke maatregelen zou het EVV daar graag tegenover zien staan om daar economische en vooral sociale drama’s te vermijden? JKD: Ik denk dat we het verder moeten opdelen. Het gaat niet noodzakelijk over sectoren, maar eerder over bedrijven binnen sectoren. Zoals ik al zei, ook in de toekomst zal de chemische sector cruciaal blijven, maar die zal meer “groene” chemie moeten maken, met meer natuurvriendelijke producten. Met regelgeving kunnen we de schadelijkste producten verminderen. Het gaat om de link tussen regulering en het beheren van de veranderingen als gevolg van regulering. Als je kijkt naar Solvay in Antwerpen, bijvoorbeeld, dat zijn technologie aanpast zodat het geen asbestfilters meer nodig heeft: dat is het bedrijf dat anticipeert op een verbod op het gebruik van asbest door nieuwe technologieën te ontwikkelen. Kijk naar Umicore in Hoboken, dat de weg getoond heeft voor gesloten kringloop productie en recyclage. Het gaat daar over bedrijven die een

“Het aantal werknemers dat toegang krijgt tot vorming moet drastisch omhoog. Dit is een cruciaal element binnen een rechtvaardige transitie.”

16

am

| arbeid & milieu


INTERVIEW visie hebben op waar de toekomst ligt en niet zozeer over sectoren, hetgeen eigenlijk geldt voor alle verwerkende industrie. De uitdaging voor vakbonden is om de bedrijfsstrategieën in vraag te kunnen stellen, om te verzekeren dat deze bewegen in een richting die gelinkt blijft aan R&D en innovatie, en dus een toekomst heeft. Dat zijn de vragen die we als vakbonden, als vakbondsafgevaardigden, moeten blijven stellen. En dan gaat het wel degelijk over het verdedigen van de middellange en langetermijnbelangen van onze leden. • “De uitdaging voor vakbonden is om de bedrijfsstrategieën in vraag te kunnen stellen, om te verzekeren dat deze bewegen in een richting die gelinkt blijft aan R&D en innovatie, en dus een toekomst heeft” •

A&M: Wat is in deze transitie nu precies de rol van vakbonden? Ik kan me voorstellen dat die soms wat dubbel is. Aan de ene kant het beschermen van sociale rechten en arbeidsvoorwaarden, toegang tot opleiding, het vermijden van plotse en massale ontslagen, enz, … wat eigenlijk een meer defensieve houding is op een moment van snelle verandering. Aan de andere kant wordt van jullie als verantwoordelijke middenveldorganisatie verwacht dat je op beleidsniveau mee instaat om mee te trekken aan de kar die een noodzakelijke en relatief snelle omschakeling vraagt naar die meer energie- en grondstoffenefficiënte economie. Hoe ga je daarmee om als vakbond, en ook meer specifiek als EVV? JDK: Het antwoord zit voor een stuk in de manier waarop je de vraag stelde. Het is precies omwille van het verdedigen van de belangen van hun leden op korte, middellange en lange termijn dat mensen zich aansluiten bij een vakbond. Maar belangen op korte termijn zijn soms in conflict met belangen op lange termijn. Dat maakt deel uit van het democratisch proces binnen een vakbond: bepalen welke prioriteit de korte en de lange termijn krijgen. Ik denk ook dat

© romsrini

A&M: Moeten we daaruit verstaan dat met voldoende ambitie en creativiteit elk bedrijf deze transitie kan doorkomen zonder banenverlies? JKD: Ik denk dat het redelijk is om te stellen dat sommige sectoren harder zullen geraakt worden. Het is duidelijk dat wanneer je over een CO2-armere elektriciteitsproductie spreekt, dat er gevolgen zijn voor gas-, olie- of steenkoolinstallaties. Maar er bestaan ook overgangstechnologieën die maken dat deze verandering niet van de ene dag op de andere

plaatsvindt. Het gaat om verbeeldingskracht van bedrijfsleiders, maar we moeten deze als vakbond ook ter verantwoording roepen. In Europa hebben we de instrumenten om dat te doen, maar we moeten die zo actief mogelijk aanwenden.

“Als we verwacht worden langer te werken, dan hebben we een lange termijn agenda nodig op vlak van loopbanen. Mensen in de bouw kunnen niet tot hun 70e dergelijke zware arbeid verrichten, dat is fysiek onmogelijk. Sommige veranderingen die gepaard gaan met deze transitie kunnen gekoppeld worden aan een meer actief beleid op vlak van oudere werknemers, zodat zij ook meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt.”

am

| arbeid & milieu

17


INTERVIEW het de taak is van de vakbond om mensen een breder verhaal te brengen, om ze uit hun concrete situatie in hun bedrijf te halen en ze een ruimer perspectief te geven. Dat moet onze rol zijn, en dat impliceert het opnemen van een leidersrol. Dat is wat het EVV ook gedaan heeft: we hebben geprobeerd om de laatste 5-6 jaar instrumenten aan te beiden die vakbonden in staat moeten stellen om de situatie beter in te schatten. Midden de jaren 2000 was er nog geen duidelijk beeld van wat de impact zou zijn van klimaatbeleid en maatregelen op vlak van energie op de tewerkstelling in Europa. Het EVV heeft toen heel specifiek gezocht naar wat de effecten zijn voor elke sector, voor bepaalde regio’s. Dan kan je een geïnformeerd debat houden over de instrumenten die we nodig hebben. Soms waren deze studies heel controversieel, vooral dan als daar uit kwam dat er een banenverlies zou zijn. Maar deze bleken dan niet noodzakelijk te maken te hebben met klimaatbeleid, maar wel met productiviteitswinsten en technologische ontwikkelingen. Ook belangrijk is de dreiging van carbon leakage , maar laten we niet in de retoriek vervallen van bedrijven die beweren dat elke regelgeving een aanval is op de concurrentiekracht. Er zijn grotere, algemene belangen die ook moeten verdedigd worden en regulering kan innovatie stimuleren, zoals we in 2009 aantoonden in een studie over actief industrieel beleid. Het is goed om deze zaken zichtbaar te maken en te kijken waar het echte probleem ligt. Nu proberen we projecten op te zetten op de werkplek, met instrumenten voor afgevaardigden, door uit leggen wat deze verandering betekent, met concrete actieplannen die ze kunnen uitbouwen voor gelijk welke sector. Want alle sectoren zullen de impact voelen, van de overheidsadministraties over staalarbeiders tot mijnwerkers.

18

A&M: Vakbonden worden vandaag de dag vaak afgeschilderd als inflexibele en logge organisaties die elke verandering in de weg staan. Kan de vakbond, volgens jou, door het opnemen van een actieve rol in deze verduurzaming van de economie verandering brengen in deze perceptie? Met andere woorden: kunnen de vakbonden in de ogen van het bredere publiek hun vroegere status van proactieve motor voor economische en sociale vooruitgang terugwinnen door zich voluit te engageren voor een sociaal rechtvaardige transitie? JKD: Ik denk dat de transitieagenda zeker een proactieve agenda is. Er zitten defensieve elementen in, in de zin dat we onze leden verdedigen, maar geen defensieve posities. Politici en de media maken misbruik van de huidige macro-economische situatie om vakbonden als een soort dinosaurussen af te schilderen die verandering in de weg staan, eerder dan als vertegenwoordigende organisaties. Dat voedt het individualisme en maakt het makkelijker om meer winst te maken ten kosten van lonen en arbeidsvoorwaarden. Als we kijken naar de laatste 15 tot 20 jaar zien we dat een almaar groter deel van de welvaart naar winsten ging en een almaar kleiner deel naar de werknemers. Die cultuur van individuaam

| arbeid & milieu

lisme heeft heel goed gewerkt voor de kleine elite die deze cultuur opdringt. Maar, wat zien we nu tijdens de economische crisis? In een aantal landen werden stabiliteitsmechanismen van de sociale zekerheid en deeltijds werk – zaken die in collectieve overeenkomsten werden gesloten – gebruikt om de gevolgen van een terugval in de productie op te vangen. En dat heeft bijgedragen tot een positievere beeldvorming van de vakbonden. We moeten dus goed kijken naar wie de vakbonden als inflexibel afschildert en deze perceptie zelf bijsturen. Maar het is absoluut waar dat een agenda van rechtvaardige transitie en de betrokkenheid in die dialoog daarover een veel meer proactieve en offensieve positie is als het gaat over het algemeen belang. Het is ook waardevol naar de bekommernissen die vooral jongeren hebben, op vlak van milieubescherming aan de ene kant en anderzijds de precaire arbeidsvoorwaarden. Op conferenties zie je vaak werkgevers uit de industrie van middelbare leeftijd spreken over hoe goed flexibiliteit is voor onze economie en dus voor werknemers. Maar mensen van in de 20 zullen dit zeker niet beamen: zij vragen zich af of ze ooit nog een woonst kunnen verwerven en een gezin uitbouwen voor ze eind in de dertig zijn. Combineer die twee onderwerpen, het milieu en de precaire arbeid, en je hebt een krachtige rekruteringsbasis voor het verhaal van duurzame – dus ecologisch, economisch en sociaal duurzame – ontwikkeling. A&M: Hoe kunnen we vakbondsmensen overtuigen om een actieve rol op te nemen in het vergroenen van hun bedrijven, om mee een drijvende kracht te zijn in deze transitie? Wat zeg je tegen een afgevaardigde die vraagt waarom hij of zij zich hier nu moet om bekommeren? JKD: Na alles wat we gezegd hebben over individualisme, denk ik toch dat we moeten inspelen op het eigenbelang van mensen. Eén manier om dat te doen is om ze al hun uitgaven in een jaar te laten opdelen en hen de vraag te stellen: hoeveel geef je uit aan energie, hoeveel aan vervoer, aan voeding? Dan kan je de impact van energie-efficiëntie in je eigen levensstijl bekijken en het verschil in je portemonnee zien. Wat kan je dan doen met het uitgespaarde geld? Dit kan je dan ook toepassen op het niveau van de werkplek: hoe kan je verzekeren dat je job duurzaam is, dat die job een toekomst heeft? Dan gaat het om het behoud van jouw job en die van je kinderen in de toekomst. Interview: Jorre Van Damme Coördinator Arbeid & Milieu Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu Er is sprake van carbon leakage als bedrijven vanwege de lasten van deelname aan emissiehandel hun productie verplaatsen naar buiten de grenzen van de EU, waar bedrijven hun CO2 gratis kunnen uitstoten. 1


INTERVIEW © Thijs Calu “De grote veranderingen gebeuren door individuele bedrijven, eerder dan door sectoren. Bedrijven moeten meer inventiviteit aan de dag leggen, zoals Umicore dat de weg getoond heeft voor gesloten kringloop productie en recyclage.”

am

| arbeid & milieu

19


BELEID

Over haat en liefde: de ecocheques De ecocheques zijn een geval apart. Ze zagen het leven tijdens het interprofessioneel akkoord (IPA) van 2009-2010 als groene anticrisismaatregel. In het eerste nummer van 2011 van dit magzine werd een overzicht gegeven van de CO2-besparing die het gebruik van de ecocheques met zich meebracht.De sociale partners beslisten samen over dit extraatje voor de werknemers om milieuvriendelijke aankopen te doen. Als vakbond waren we natuurlijk ontgoocheld dat het geen extra loon is. Ondertussen kwamen nog heel wat andere problemen aan het licht. Winkels die pesticiden verkopen voor ecocheques. Werknemers die hun cheques niet krijgen, sommigen die niet weten wat ermee te doen, of anderen die extra kosten aangerekend krijgen omdat ze met ecocheques willen betalen. Hoe zit het nu met die ecocheques?

Het goede nieuws Nadat het IPA afgesloten werd in 2009 hebben 49 van de 172 paritaire comités een CAO afgesloten waarin de ecocheques opgenomen werden. Niet in al die bedrijven werden effectief ecocheques toegekend; soms ging het enkel over de mogelijkheid om ze toe te kennen. De uitgiftebedrijven (Sodexo en Edenred) hebben laten weten dat in 2009 60.000 bedrijven ecocheques hebben besteld en 850.000 werknemers deze cheques hebben ontvangen. Ondertussen is er ook een netwerk uitgebouwd met 1260 kleine handelaars en zo’n 2000 filialen van grote ketens waar men kan betalen met ecocheques. De ecocheques zijn dus snel opgepikt en ruim verspreid. Ondertussen zijn er ook gegevens beschikbaar over de milieubijdrage van de ecocheques. In het eerste nummer van 2011 van dit magazine heeft Thijs Calu, educatief medewerker van Arbeid & Milieu, een overzicht gegeven van de CO2-besparing die via de aankoop van ecologische producten gerealiseerd werd. Het zou gaan om een niet onaanzienlijke 41.000 ton CO2 per jaar.

Het slechte nieuws De ecocheques kwamen echter ook minder goed in het nieuws. Vooral in het begin was er onduidelijkheid over wat je ermee kon kopen, handelaars klaagden over de hoge kostprijs, en vooral, er was amper controle op de producten die je ermee kon kopen. Ook niet-milieuvriendelijke producten konden vlot gekocht worden met de ecocheques. In sommige winkels kan je nog steeds alle producten aankopen met ecocheques, zelfs pesticiden. Het spreekt voor zich dat dit de geloofwaardigheid van het systeem ernstig in gevaar brengt. Nochtans hebben de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad al deze problemen grondig besproken. Op het einde van 2010 is er een eerste evaluatie gemaakt van het systeem. Hierbij werden ook een aantal afspraken gemaakt.

Meer controle op gebruik ecocheques

20

Op voorstel van de vakbonden werd beslist dat indien het totale bedrag van de ecocheques minder dan 10 euro bedraagt, de werkgever naar keuze die ecocheque effectief kan afgeven of dat bedrag, verhoogd met 50% (!), toevoegen aan het brutoloon.

am

| arbeid & milieu

Op voorstel van de vakbonden hebben de uitgiftebedrijven van de cheques (Sodexo en Edenred) samen een controlesysteem en een klachtenprocedure uitgewerkt. Als eerste stap in de controleprocedure is gekozen voor een systeem van zelfregulering. De uitgiftebedrijven hebben begin 2011 een onafhankelijk bureau aangesteld dat bij de handelaars gaat controleren of de ecocheques correct worden gebruikt. Indien de resultaten (die binnenkort beschikbaar komen) onvoldoende zijn, dan zullen de sociale partners beslissen over een strengere controleprocedure. Ook de klachtenprocedure blijft


BELEID lopen. Stelt u in een winkel of warenhuis vast dat de lijst van producten en diensten niet wordt gerespecteerd, dan kunt u klacht indienen, met concrete vermelding van het product/dienst en naam/adres van de winkel of warenhuis via het volgende mailadres: info@mardev.be.

Om zoveel mogelijk verwarring te vermijden over de lijst met producten die met ecocheques aangekocht kunnen worden werd de lijst verduidelijkt. De wijzigingen gingen in vanaf 1 januari 2011 en gelden voor alle ecocheques, dus ook de ecocheques die al uitgegeven werden. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan de lijst in de verschillende categorieën: • Energiebesparing: ventilatiesystemen die o.a. gebruikt kunnen worden in passiefhuizen. • Duurzame mobiliteit: aankoop en onderhoud van elektrische scooters en verplaatsingen met de autocar. • Afvalbeheer: naast het compostvat komt ook de compostbak in aanmerking. Tenslotte is er nog een belangrijke aanvulling ten opzichte van de initiële lijst. Producten met het Europees ecolabel kwamen al eerder in aanmerking. Nu werden hier ook de producten van de biolandbouw aan toegevoegd. Het gaat om bioproducten die het EU-logo hebben voor biologische productie. Hopelijk kunnen de ecocheques mee bijdragen aan een ruimere verspreiding van de biolandbouw in ons land.

Een aantal praktische verbeteringen Op voorstel van de vakbonden werden een aantal verbeteringen aangebracht die er voor moeten zorgen dat alle werknemers het aantal ecocheques krijgen waarop ze recht hebben: • Zo worden vanaf dit jaar alle dagen wettelijke vakantie, en niet enkel deze gedekt door vakantiegeld, maar ook door een uitkering van de RVA voor jeugdvakantie of seniorvakantie, meegeteld. • Bij de berekeningen van het aantal ecocheques voor werknemers met weekcontracten wordt ook rekening gehouden met de zaterdag en de zondag. • Er werd ook afgesproken dat werknemers die uit de onderneming vertrekken informatie meekrijgen over het aantal ecocheques dat ze nog te goed hebben en wanneer die gaan worden overhandigd. • Tot slot werd een oplossing gevonden voor de ecocheques met kleine bedragen (beneden de

In sommige winkels kan je nog steeds alle producten aankopen met ecocheques, zelfs pesticiden. Op voorstel van de vakbonden hebben de uitgiftebedrijven van de cheques (Sodexo en Edenred) samen een controlesysteem en een klachtenprocedure uitgewerkt om dergelijke misbruiken te vermijden.

© surface forces

Ook producten van de biolandbouw komen in aanmerking

10 euro). Indien het totale bedrag van de ecocheques minder dan 10 euro bedraagt kan de werkgever naar keuze die ecocheque effectief afgeven of dat bedrag, verhoogd met 50% (!), toevoegen aan het brutoloon. Werknemers met korte contracten kregen vaak de ecocheques niet waar ze recht op hebben. Zijn die ecocheques nu een goede zaak? Er is geen duidelijk antwoord op te geven. Voor de werknemers die ze krijgen is het een welgekomen extra, die daarenboven besteed wordt aan milieuvriendelijke producten. We houden alvast het systeem goed in het oog! Bert De Wel studiedienst ACV

Producten met het Europees ecolabel (links )kwamen al eerder in aanmerking voor de ecocheques. Nu werden hier ook de producten van de biolandbouw aan toegevoegd. Het gaat om bioproducten die het EU-logo hebben voor biologische productie (rechts).

am

| arbeid & milieu

21


PUBLICATIE IN DE KIJKER

Studie Koning Boudewijnstichting:

“Matigingsbeleid inzake klimaatverandering en sociale rechtvaardigheid in België” Onderzoekers van de ULB gingen in opdracht van de Koning Boudewijnstichting na wat de sociale impact is van een aantal nog in te voeren klimaatmaatregelen. Aan de hand van de bevindingen en met input van de stakeholders deden ze een aantal beleidsaanbevelingen om te anticiperen op de sociale ongelijkheid die zou kunnen ontstaan.

D

De maatregelen die het onderzoek onder de loep neemt zijn de slimme meters, een CO2-belasting en collectieve thermische renovatie op het niveau van een straat of wijk. Het zijn 3 maatregelen die nog niet zijn ingevoerd in België, maar door Europese actoren en experts wel worden aangeraden. De stakeholders die inspraak hadden bij de beleidsaanbevelingen zijn ngo’s, vakbonden, bedrijven,

overheden, universitairen en experts inzake sociale rechtvaardigheid en klimaatveranderandering. Hieronder een bondige samenvatting van de conclusies:

Slimme meters In het vorige magazine kwamen de voor- en nadelen van slimme meters reeds uitgebreid aan bod. Deze energiemeters, die in real time informatie verstrekken over het energieverbruik van verschillende apparaten in huis, zouden de energie-efficiëntie bevorderen. Bovendien kunnen vraag en aanbod van elektriciteit op elkaar worden afgestemd, op basis van het wisselend aanbod op de markt van bv. windenergie en zonne-energie. Ook hier wordt de kostprijs als één van de grote nadelen aangehaald: Volgens een onderzoek van KEMA zou het energieverbruik met 1,5% dalen in Vlaanderen, en met 4% in Wallonië. De plaatsing van de slimme meters zou echter drie tot vijf miljard kosten. Dit komt neer op ongeveer 50 euro per huishouden per jaar. Dit betekent dat de huishoudens dus al meer dan 10% minder moeten verbruiken om de kosten te neutraliseren. Het spreekt dus voor zich dat dit een weinig sociale maatregel is als alle huishoudens evenveel moeten betalen voor de plaatsing van de slimme meters. Vooral de armste gezinnen zouden hiervan de dupe worden omdat zij vaak maar weinig besparingsruimte meer hebben, maar toch moeten opdraaien voor de kosten van de plaatsing. Het is voor hen ook minder evident om bv. energiezuinige toestellen aan te schaffen. De publicatie stelt een aantal maatregelen voor die de sociale ongelijkheid moeten tegengaan. Zo stellen de stakeholders onder andere voor om de kosten en baten van de kleine verbruikers en de grote gebruikers apart te analyseren en eventueel progressief oplopende installatiekosten afhankelijk van het inkomen en/of verbuik te hanteren.

Een Belgische CO2-heffing Deze uitgave kan gratis worden gedownload via www.kbs-frb.be Een afdruk van deze elektronische uitgave kan (gratis) besteld worden: via www.kbs-frb.be, per e-mail naar publi@kbs-frb.be of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32-70-233 728, fax +32-70-233 72

22

am

| arbeid & milieu

We weten ondertussen allemaal dat de opwarming van het klimaat kan worden bestreden door de CO2uitstoot te beperken. Eén van de middelen die we hiervoor kunnen hanteren is het invoeren van een heffing op CO2 (bv. via een belasting op het verbruik van fossiele auto- en huisbrandstoffen), die ervoor moet zorgen dat mensen zich energiezuiniger zullen verplaatsen of verwarmen.


PUBLICATIE IN DE KIJKER algemeen slecht geïsoleerde) Belgische woningen een enorm potentieel tot het verbeteren van de energie-efficiëntie. Bovendien kan de maatregel bijdragen tot het verminderen van de energiearmoede, en een aanzienlijke winst op vlak van comfort voor de armste gezinnen. De collectieve aanpak zorgt er ook voor dat er een burgerdynamiek ontstaat, waarbij de bewoners elkaar motiveren om samen aan een duurzame wijk te bouwen. Daarnaast kunnen collectieve projecten ook handig gebruik maken van fiscale aftrekken, goedkope (eventueel groene) leningen, een derde investeerdersregeling en zelfs Europese projectsubsidies.

De stakeholders zien de CO2-heffing als een “sociaal-regressieve verbruikersbelasting”. Kwetsbare gezinnen die geen basisenergiediensten zoals verwarming kunnen betalen, worden onevenredig zwaar getroffen.

De stakeholders zien de CO 2-heffing als een “sociaal-regressieve verbruikersbelasting”. In mensentaal: kwetsbare gezinnen die geen basisenergiediensten zoals verwarming kunnen betalen, worden onevenredig zwaar getroffen. Om sociaal negatieve gevolgen te vermijden stelt men onder andere voor om een speciaal ‘CO2belastingfonds’ op te richten waarbij de inkomsten gebruikt worden om sociaal kwetsbare gezinnen te helpen bij hun CO2-reductie. Er wordt voorgesteld dat de CO2-belasting verder gekaderd wordt binnen een bredere hervorming van de fiscaliteit, zodat bv. lage inkomens meer beloond worden voor klimaatvriendelijke investeringen. Verder kunnen contraproductieve fiscale stimulansen (zoals de regeling voor bedrijfswagens) afgeschaft worden.

Men raadt het beleid onder andere aan om technische en econonomische haalbaarheidsstudies uit te voeren om na te gaan welke manier van financieren schaalvoordelen en een beter rendement van de collectieve investering kunnen opleveren. Verder kunnen lokale agentschappen worden opgericht die fungeren als eenheidsloket, als contactpunt tussen bewoners en eigenaars, als informatiecentrum en eventueel zelfs als centrum voor beroepsopleiding. BRON: • BAULER, T., WALLENBORN, G., et al., Matigingsbeleid inzake klimaatverandering en sociale rechtvaardigheid in België. Analyses van drie maatregelen en aanbevelingen, juni 2011, Koning Boudewijnstichting, 78 pp. Thijs Calu Educatief medewerker Arbeid & Milieu

© leeno

© KimCarpenter NJ

Tot slot bieden dergelijke grootschalige projecten ook kansen voor economische groei en voor groene banen.

Collectieve en lokale aanpak van de thermische renovatie van gebouwen Deze maatregel houdt in dat men energie gaat besparen door het thermisch renoveren van bestaande woningen in hele straten of wijken. Deze renovatie omvat zowel isolatie, maar ook lokale productie van elektriciteit van warmte op basis van hernieuwbare energiebronnen. Door de collectieve aanpak wordt de energie-efficiëntie behandeld als een lokaal infrastructuurprobleem. Deze aanpak heeft tal van sociale en milieuvoordelen. Er is in de (over het

Een plattegrond van een duurzame wijk: De collectieve aanpak van thermische renovatie van gebouwen, doet een burgerdynamiek ontstaan die op termijn kan zorgen voor dergelijke wijken.

am

| arbeid & milieu

23


Registreer jouw kilometers op www.klimaatcoalitie.be OF Stunt mee op 3 december in Brussel

Verantwoordelijke uitgever : Michel Genet, 159 Haachtsesteenweg, 1030 Brussel - Niet op de openbare weg gooien.

0 0 0 . k 0 m 1 v

DU RB AN >

L E S S U R B

m a i l a k t t e h r o o


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.